EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0138

2010/138/EU, Euratom: Besluit van de Commissie van 24 februari 2010 tot wijziging van haar reglement van orde

PB L 55 van 5.3.2010, p. 60–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/138(1)/oj

5.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 55/60


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 februari 2010

tot wijziging van haar reglement van orde

(2010/138/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 249,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106 bis,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De artikelen 1 tot en met 29 van het reglement van orde van de Commissie (1) worden vervangen door de in de bijlage bij dit besluit vervatte tekst.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 308 van 8.12.2000, blz. 26.


BIJLAGE

„HOOFDSTUK I

DE COMMISSIE

Artikel 1

Collegialiteit

De Commissie handelt als college overeenkomstig de bepalingen van dit reglement van orde en met inachtneming van de prioriteiten die zijn vastgesteld in het kader van de door de voorzitter vastgestelde richtsnoeren, overeenkomstig artikel 17, lid 6, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Artikel 2

Richtsnoeren, prioriteiten, werkprogramma en begroting

Met inachtneming van de door de voorzitter vastgestelde richtsnoeren stelt de Commissie haar prioriteiten vast en stelt zij elk jaar haar werkprogramma en de ontwerp-begroting vast.

Artikel 3

De voorzitter

1.   De voorzitter stelt de richtsnoeren vast met inachtneming waarvan de Commissie haar taak vervult (1). De voorzitter brengt de werkzaamheden van de Commissie tot een goed einde.

2.   De voorzitter beslist over de interne organisatie van de Commissie en waarborgt zodoende de samenhang, de doeltreffendheid en het collegiale karakter van haar optreden (2).

Onverminderd artikel 18, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie wijst de voorzitter aan de leden van de Commissie een bijzonder werkterrein toe waarop zij voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de Commissie en de uitvoering van haar besluiten specifiek verantwoordelijk zijn (3).

De voorzitter kan de leden van de Commissie verzoeken specifieke activiteiten te ondernemen tot uitvoering van de door hem vastgestelde politieke richtsnoeren en de prioriteiten van de Commissie.

Hij kan de aldus toegewezen taken te allen tijde wijzigen (4).

De leden van de Commissie oefenen de hun door de voorzitter toegewezen taak uit onder diens gezag (5).

3.   De voorzitter wijst uit de leden van de Commissie (6) de vicevoorzitters aan, andere dan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en stelt de voorrangsorde binnen de Commissie vast.

4.   De voorzitter kan uit de leden van de Commissie werkgroepen vormen, waarvan hij de voorzitter aanwijst, de bevoegdheden en werkwijzen vaststelt, en de samenstelling en duur bepaalt.

5.   De voorzitter treedt op als vertegenwoordiger van de Commissie. Hij wijst de leden van de Commissie aan die tot opdracht hebben hem in deze functie bij te staan.

6.   Onverminderd artikel 18, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, neemt een lid van de Commissie ontslag als de voorzitter hem daarom verzoekt (7).

Artikel 4

Besluitvormingsprocedures

De besluiten van de Commissie worden genomen:

a)

op de vergadering van de Commissie volgens de mondelinge procedure overeenkomstig artikel 8 van dit reglement van orde, of

b)

volgens de schriftelijke procedure overeenkomstig artikel 12 van dit reglement van orde, of

c)

volgens de machtigingsprocedure overeenkomstig artikel 13 van dit reglement van orde, of

d)

volgens de delegatieprocedure overeenkomstig artikel 14 van dit reglement van orde.

AFDELING 1

De vergaderingen van de Commissie

Artikel 5

Bijeenroeping

1.   De Commissie wordt in vergadering bijeengeroepen door de voorzitter.

2.   De Commissie vergadert in de regel ten minste eenmaal per week en voorts telkens wanneer zulks noodzakelijk is.

3.   De leden van de Commissie zijn gehouden alle vergaderingen bij te wonen. Indien zij verhinderd zijn, stellen zij de voorzitter tijdig in kennis van de redenen van hun afwezigheid. De voorzitter beoordeelt wanneer leden in bepaalde omstandigheden kunnen worden vrijgesteld van deze verplichting.

Artikel 6

Agenda van de vergaderingen van de Commissie

1.   De voorzitter stelt de agenda van elke vergadering van de Commissie vast.

2.   Onverminderd de bevoegdheid van de voorzitter om de agenda vast te stellen, is voor de indiening van elk voorstel waarmee aanzienlijke uitgaven zijn gemoeid, de instemming van het voor de begroting verantwoordelijke lid van de Commissie vereist.

3.   Elk punt waarvan een lid van de Commissie plaatsing op de agenda voorstelt, moet aan de voorzitter worden medegedeeld volgens de regels die de Commissie vaststelt overeenkomstig de krachtens artikel 28 van dit reglement van orde vastgestelde uitvoeringsbepalingen, hierna „de uitvoeringsbepalingen” genoemd.

4.   De agenda en de noodzakelijke werkdocumenten worden aan de leden van de Commissie verstrekt volgens de regels die zij overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen vaststelt.

5.   De Commissie kan op voorstel van de voorzitter beraadslagen over een punt dat niet op de agenda is geplaatst of ten aanzien waarvan de noodzakelijke werkdocumenten laattijdig zijn verstrekt.

Artikel 7

Quorum

Voor de geldigheid van de besluiten van de Commissie is de aanwezigheid van de meerderheid van het in het Verdrag vastgestelde aantal leden vereist.

Artikel 8

Besluitvorming

1.   De Commissie besluit op voorstel van een of meer van haar leden.

2.   De Commissie gaat op verzoek van een van haar leden tot stemming over. Deze stemming betreft het oorspronkelijke voorstel of een voorstel dat door het verantwoordelijke lid, respectievelijk de verantwoordelijke leden, of door de voorzitter werd gewijzigd.

3.   De besluiten van de Commissie worden goedgekeurd wanneer zij de stemmen van de meerderheid van het in het Verdrag vastgestelde aantal leden hebben verkregen.

4.   De uitkomst van de beraadslagingen wordt door de voorzitter vastgesteld en overeenkomstig artikel 11 van dit reglement van orde in de notulen van de vergadering opgenomen.

Artikel 9

Vertrouwelijkheid van de beraadslagingen

De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar. De beraadslagingen zijn vertrouwelijk.

Artikel 10

Aanwezigheid van ambtenaren of andere personen

1.   De secretaris-generaal en de kabinetschef van de voorzitter wonen de vergaderingen bij, tenzij de Commissie anders besluit. De uitvoeringsbepalingen omvatten de voorwaarden waaronder aan andere personen toestemming wordt verleend om de vergaderingen bij te wonen.

2.   Bij afwezigheid van een lid van de Commissie mag zijn kabinetschef de vergadering bijwonen en, op verzoek van de voorzitter, het standpunt van het afwezige lid uiteenzetten.

3.   De Commissie kan besluiten ieder ander persoon te horen.

Artikel 11

Notulen

1.   Van elke vergadering van de Commissie worden notulen opgemaakt.

2.   De ontwerp-notulen worden tijdens een volgende vergadering ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. De goedgekeurde notulen worden gewaarmerkt door de handtekening van de voorzitter en van de secretaris-generaal.

AFDELING 2

De andere besluitvormingsprocedures

Artikel 12

Schriftelijke procedure

1.   De instemming van de leden van de Commissie met een door één of meer van haar leden gedaan voorstel kan via een schriftelijke procedure worden verkregen, mits de juridische dienst vooraf over dat voorstel een gunstig advies heeft uitgebracht en mits de betrokken diensten naar behoren zijn geraadpleegd overeenkomstig de in artikel 23 van dit reglement van orde vastgestelde regels, en hiermee hebben ingestemd.

Dit gunstige advies en/of die instemming kunnen worden vervangen door een overeenkomst tussen de leden van de Commissie, indien in de vergadering van het college op voorstel van de voorzitter wordt besloten tot een afrondende schriftelijke procedure zoals vastgesteld in de uitvoeringsbepalingen.

2.   Te dien einde wordt de tekst van het voorstel schriftelijk aan alle leden van de Commissie op de overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen door haar vastgestelde wijze overgelegd, met vermelding van de termijn waarbinnen eventuele voorbehouden of amendementen ter kennis moeten worden gebracht.

3.   In de loop van de schriftelijke procedure kan elk lid van de Commissie verzoeken om het voorstel ter vergadering te bespreken. Daartoe moet een met redenen omkleed verzoek tot de voorzitter worden gericht.

4.   Een voorstel ten aanzien waarvan geen enkel lid van de Commissie binnen de voor een schriftelijke procedure vastgestelde termijn een verzoek tot opschorting heeft gedaan of gehandhaafd, wordt geacht door de Commissie te zijn aangenomen.

Artikel 13

Machtigingsprocedure

1.   De Commissie kan, op voorwaarde dat het beginsel van collegiale verantwoordelijkheid ten volle wordt geëerbiedigd, één of meer van haar leden machtigen in haar naam en met inachtneming van de door haar vastgestelde grenzen en voorwaarden maatregelen van beheer of bestuur te nemen.

2.   De Commissie kan eveneens in overleg met de voorzitter één of meer van haar leden opdragen de definitieve tekst goed te keuren van een besluit of van een voorstel dat aan de andere instellingen moet worden voorgelegd en waarvan zij de kern tijdens haar beraadslagingen heeft vastgesteld.

3.   De aldus verleende bevoegdheden mogen worden gesubdelegeerd aan de directeuren-generaal en de diensthoofden, tenzij dat in het machtigingsbesluit uitdrukkelijk is verboden.

4.   Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 doet geen afbreuk aan de regels voor het delegeren van bevoegdheden op financieel gebied aan het tot aanstelling bevoegde gezag en aan het gezagsorgaan dat bevoegd is om aanstellingsovereenkomsten aan te gaan.

Artikel 14

Delegatieprocedure

De Commissie kan, op voorwaarde dat het beginsel van collegiale verantwoordelijkheid ten volle wordt geëerbiedigd, aan de directeuren-generaal en de diensthoofden de bevoegdheid delegeren om in haar naam en binnen de door haar vastgestelde grenzen en voorwaarden maatregelen van beheer of bestuur te nemen.

Artikel 15

Subdelegatie voor besluiten betreffende de toekenning van subsidies en de gunning van overheidsopdrachten

De directeur-generaal die of het diensthoofd dat overeenkomstig de artikelen 13 en 14 door subdelegatie of delegatie bevoegdheden heeft gekregen om financieringsbesluiten vast te stellen, kan beslissen om het nemen van bepaalde individuele besluiten betreffende de selectie van projecten en de toekenning van subsidies alsook de gunning van overheidsopdrachten aan de bevoegde directeur te subdelegeren of, met het akkoord van het bevoegde lid van de Commissie, aan het bevoegde hoofd van de eenheid, met inachtneming van de door de uitvoeringsbepalingen bepaalde grenzen en voorwaarden.

Artikel 16

Informatie over de genomen besluiten

Van de besluiten die via de schriftelijke procedure, de machtigingsprocedure of de delegatieprocedure zijn genomen, wordt aantekening gedaan in een dag- of weekregister; hiervan wordt melding gemaakt in de notulen van de eerstvolgende vergadering van de Commissie.

AFDELING 3

Gemeenschappelijke bepalingen inzake de besluitvormingsprocedures

Artikel 17

Waarmerking van door de Commissie goedgekeurde besluiten

1.   Ter vergadering genomen besluiten worden, in de taal of talen waarin zij authentiek zijn, op onscheidbare wijze als bijlage gevoegd bij een korte samenvatting van de inhoud die wordt opgesteld tijdens de vergadering van de Commissie waarop zij zijn aangenomen. Deze besluiten worden gewaarmerkt door de handtekening van de voorzitter en de secretaris-generaal, die beide op de laatste bladzijde van de korte samenvatting van de inhoud worden geplaatst.

2.   Niet-wetgevingshandelingen van de Commissie, als bedoeld in artikel 297, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en goedgekeurd volgens de schriftelijke procedure, worden gewaarmerkt door de handtekening van de voorzitter en van de secretaris-generaal op de laatste bladzijde van de korte samenvatting van de inhoud als bedoeld in het vorige lid, tenzij voor deze handelingen een datum van bekendmaking en inwerkintreding is vereist die niet kan wachten tot de volgende vergadering van de Commissie. Met het oog op deze waarmerking wordt een kopie van het dagregister als bedoeld in artikel 16 van dit reglement van orde op onscheidbare wijze als bijlage gevoegd bij de korte samenvatting van de inhoud als bedoeld in het vorige lid.

Overige via de schriftelijke procedure goedgekeurde besluiten en via de machtigingsprocedure overeenkomstig artikel 12 en artikel 13, eerste en tweede lid, van dit reglement van orde goedgekeurde besluiten worden, in de taal of talen waarin zij authentiek zijn, op onscheidbare wijze als bijlage gevoegd bij het in artikel 16 van dit reglement van orde genoemde dagregister. Deze besluiten worden gewaarmerkt door de handtekening van de secretaris-generaal, die op de laatste bladzijde van het dagregister wordt geplaatst.

3.   Via de delegatieprocedure of in het kader van subdelegatie goedgekeurde besluiten worden, door middel van het daartoe bestemde computerprogramma, in de taal of talen waarin zij authentiek zijn, op onscheidbare wijze als bijlage gevoegd bij het in artikel 16 genoemde dagregister. Deze besluiten worden gewaarmerkt door een akkoordverklaring die wordt ondertekend door de ambtenaar aan wie overeenkomstig artikel 13, derde lid, en de artikelen 14 en 15 van dit reglement van orde subdelegatie of delegatie is verleend.

4.   In de zin van dit reglement van orde worden onder „besluit” verstaan de besluiten die een van de vormen hebben als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

5.   In de zin van dit reglement van orde wordt, onverminderd de toepassing van Verordening (EG) nr. 920/2005 van de Raad (8), onder „talen die authentiek zijn” verstaan alle officiële talen van de Europese Unie wanneer het gaat om besluiten met een algemene strekking en de taal of de talen van de adressaten wanneer het andere besluiten betreft.

AFDELING 4

Voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de Commissie

Artikel 18

Werkgroepen gevormd uit leden van de Commissie

De werkgroepen die worden gevormd uit leden van de Commissie dragen bij tot de coördinatie en de voorbereiding van de werkzaamheden van de Commissie, op basis van het mandaat en de politieke richtsnoeren die de voorzitter heeft vastgesteld.

Artikel 19

Kabinetten en betrekkingen met de diensten

1.   De leden van de Commissie beschikken over een kabinet dat tot opdracht heeft hen bij de vervulling van hun taken en bij de voorbereiding van de besluiten van de Commissie bij te staan. De voorzitter stelt de regels betreffende de samenstelling en het functioneren van de kabinetten vast.

2.   Rekening houdend met de door de voorzitter vastgestelde beginselen, stelt het lid van de Commissie regels vast voor de samenwerking met de diensten die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Die regels bepalen met name hoe het lid van de Commissie zijn instructies geeft aan de betrokken diensten, die hem regelmatig alle inlichtingen verstrekken die met zijn werkterrein verband houden en die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie.

Artikel 20

De secretaris-generaal

1.   De secretaris-generaal staat de voorzitter bij opdat de Commissie de gestelde prioriteiten in het kader van de door de voorzitter vastgestelde politieke richtsnoeren realiseert.

2.   De secretaris-generaal draagt bij tot de coherentie van het beleid door vanaf het begin van de werkzaamheden de nodige coördinatie tussen de diensten te verzekeren, onder meer volgens de bepalingen van artikel 23 van dit reglement van orde.

De secretaris-generaal waakt over de inhoudelijke kwaliteit en de vorm van de documenten die aan de Commissie worden voorgelegd en draagt in dit verband ertoe bij dat deze documenten overeenstemmen met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, de externe verplichtingen, interinstitionele aspecten en de communicatiestrategie van de Commissie.

3.   De secretaris-generaal helpt de voorzitter bij het voorbereiden van de werkzaamheden en het beleggen van de vergaderingen van de Commissie.

Tevens helpt hij de voorzitters van de overeenkomstig artikel 3, lid 4, van dit reglement van orde gevormde werkgroepen bij het voorbereiden en beleggen van hun vergaderingen. Hij staat in voor het secretariaat van deze werkgroepen.

4.   Hij draagt zorg voor het goede verloop van de besluitvormingsprocedures en ziet toe op de uitvoering van de in artikel 4 van dit reglement van orde bedoelde besluiten.

Hij treft meer bepaald, behalve in bijzondere gevallen, de nodige maatregelen voor de kennisgeving en de bekendmaking van de besluiten van de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede voor de toezending van de documenten van de Commissie en van die van haar diensten aan de andere instellingen van de Europese Unie en aan de nationale parlementen.

Hij is bevoegd voor de verspreiding van de schriftelijke informatie die de leden van de Commissie binnen het college willen verspreiden.

5.   Hij onderhoudt de officiële contacten met de andere instellingen van de Europese Unie, onverminderd de bevoegdheden die de Commissie besluit zelf uit te oefenen of aan haar leden of haar diensten te delegeren.

In dit verband draagt hij zorg voor de algemene samenhang door de diensten te coördineren tijdens de werkzaamheden van de andere instellingen.

6.   De secretaris-generaal informeert de Commissie op passende wijze over de stand van zaken van de interne en interinstitutionele procedures.

HOOFDSTUK II

DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

Artikel 21

Structuur van de diensten

Voor de voorbereiding en uitvoering van haar ambtsbezigheden en de verwezenlijking van de prioriteiten en de politieke richtsnoeren die door de voorzitter zijn vastgesteld, richt de Commissie een samenstel van diensten in, bestaande uit directoraten-generaal en daarmee gelijkgestelde diensten.

In beginsel zijn de directoraten-generaal en de daarmee gelijkgestelde diensten onderverdeeld in directoraten, en de directoraten in administratieve eenheden.

Artikel 22

Instelling van functies en specifieke structuren

Om in bijzondere behoeften te voorzien, kan de voorzitter functies en specifieke structuren instellen die met welomschreven opdrachten worden belast en waarvan hij de bevoegdheden en de werkwijzen vaststelt.

Artikel 23

Samenwerking en coördinatie tussen diensten

1.   Teneinde de doeltreffendheid van het optreden van de Commissie te waarborgen, werken de diensten bij de uitwerking of de uitvoering van de besluiten nauw en op gecoördineerde wijze met elkaar samen.

2.   De dienst die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van een initiatief zorgt vanaf de aanvang van de voorbereidende werkzaamheden voor een effectieve coördinatie tussen de diensten die op grond van de werkterreinen en bevoegdheden of wegens de aard van het onderwerp bij dit initiatief een rechtmatig belang hebben.

3.   Alvorens een document aan de Commissie wordt voorgelegd, raadpleegt de verantwoordelijke dienst overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen tijdig de diensten die bij het voorstel een rechtmatig belang hebben.

4.   De juridische dienst wordt geraadpleegd over alle ontwerpen van en voorstellen voor besluiten, alsmede over alle documenten die juridische implicaties kunnen hebben.

Deze raadpleging is steeds vereist in het kader van de besluitvormingsprocedures van de artikelen 12, 13 en 14 van dit reglement van orde, behalve voor standaardbesluiten die al eerder de instemming van de juridische dienst hebben gekregen (besluiten van terugkerende aard). Zij is niet vereist voor de in artikel 15 van dit reglement van orde bedoelde besluiten.

5.   Het secretariaat-generaal dient te worden geraadpleegd over alle initiatieven die:

moeten worden goedgekeurd volgens de mondelinge procedure, onverminderd individuele personeelskwesties, of

van politiek belang zijn, of

in het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie en in het lopende programmeringsinstrument voorkomen, of

institutionele aspecten betreffen, of

aan een effectbeoordeling of een openbare raadpleging zijn onderworpen,

alsook voor elke standpuntbepaling of elk gezamenlijk initiatief waarmee de Commissie ten aanzien van andere instellingen of entiteiten verbintenissen zou aangaan.

6.   De directoraten-generaal die met de begroting, met personeelszaken en met de veiligheid zijn belast, moeten worden geraadpleegd over alle documenten die van invloed kunnen zijn op respectievelijk de begroting, de financiën, het personeel en het algemeen beheer, met uitzondering van de in artikel 15 van dit reglement van orde bedoelde besluiten. Dit geldt eveneens, indien nodig, voor de dienst die met fraudebestrijding is belast.

7.   De verantwoordelijke dienst tracht een voorstel te formuleren waarmee de geraadpleegde diensten akkoord gaan. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, voegt hij bij zijn voorstel, onverminderd artikel 12 van dit reglement van orde, de afwijkende adviezen van deze diensten.

HOOFDSTUK III

PLAATSVERVANGING

Artikel 24

Continuïteit van de dienst

De leden van de Commissie en de diensten zien erop toe dat de nodige voorzieningen worden getroffen om de continuïteit van de dienst te waarborgen, met inachtneming van de daartoe door de Commissie of de voorzitter vastgestelde bepalingen.

Artikel 25

Plaatsvervanging van de voorzitter

De taak van de voorzitter wordt, indien hij is verhinderd, in de door hem vastgestelde voorrangsorde waargenomen door een vicevoorzitter of door een lid.

Artikel 26

Plaatsvervanging van de secretaris-generaal

Indien de secretaris-generaal verhinderd is, of indien deze post vacant is, wordt zijn taak door de aanwezige adjunct-secretaris-generaal met de hoogste rang waargenomen, bij gelijke rang, door de adjunct-secretaris-generaal met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, en bij gelijk aantal dienstjaren in die rang, door de oudste adjunct-secretaris-generaal, of door een door de Commissie aangewezen ambtenaar.

Indien geen adjunct-secretaris-generaal aanwezig is of geen ambtenaar door de Commissie is aangewezen, wordt hij vervangen door de aanwezige ondergeschikte ambtenaar in de hoogste functie en de hoogste rang, en, bij gelijke rang, met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, of, bij een gelijk aantal dienstjaren, door de oudste in leeftijd.

Artikel 27

Plaatsvervanging van een hiërarchieke meerdere

1.   Indien de directeur-generaal verhinderd is, of indien deze post vacant is, wordt zijn taak door de aanwezige adjunct-directeur-generaal met de hoogste rang waargenomen, bij gelijke rang, door de adjunct-directeur-generaal met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, en bij gelijk aantal dienstjaren in die rang, door de oudste adjunct-directeur-generaal, of door een door de Commissie aangewezen ambtenaar.

Indien geen adjunct-directeur-generaal aanwezig is of geen ambtenaar door de Commissie is aangewezen, wordt hij vervangen door de aanwezige ondergeschikte ambtenaar in de hoogste functie en de hoogste rang, en, bij gelijke rang, met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, of, bij een gelijk aantal dienstjaren, door de oudste in leeftijd.

2.   Indien het hoofd van een administratieve eenheid verhinderd is, of indien deze post vacant is, wordt hij vervangen door het adjunct-hoofd van de eenheid of door een door de directeur-generaal aangewezen ambtenaar.

Indien geen adjunct-hoofd van de eenheid aanwezig is of geen ambtenaar door de directeur-generaal is aangewezen, wordt hij vervangen door de aanwezige ondergeschikte ambtenaar in de hoogste functie en de hoogste rang, en, bij gelijke rang, met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, of, bij een gelijk aantal dienstjaren, door de oudste in leeftijd.

3.   Elke andere hiërarchische meerdere wordt bij verhindering of indien de post vacant is, vervangen door een ambtenaar die door de directeur-generaal in overleg met het verantwoordelijke lid van de Commissie wordt aangewezen. Indien niemand is aangewezen, wordt hij vervangen door de aanwezige ondergeschikte ambtenaar in de hoogste functie en de hoogste rang, en, bij gelijke rang, met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, of, bij een gelijk aantal dienstjaren, door de oudste in leeftijd.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

De Commissie stelt, voor zover noodzakelijk, de uitvoeringsbepalingen van dit reglement van orde vast.

De Commissie kan aanvullende maatregelen nemen betreffende de werkwijze van de Commissie en haar diensten, rekening houdend met de technologische ontwikkelingen en de ontwikkelingen op informaticagebied.

Artikel 29

Dit reglement van orde treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.”


(1)  Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 17, lid 6, onder a).

(2)  Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 17, lid 6, onder b).

(3)  Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 248.

(4)  Zie voetnoot 3.

(5)  Zie voetnoot 3.

(6)  Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 17, lid 6, onder c).

(7)  Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 17, lid 6, tweede alinea.

(8)  PB L 156 van 18.6.2005, blz. 3.


Top