EUR-Lex Prístup k právu Európskej únie

Späť na domovskú stránku portálu EUR-Lex

Tento dokument je výňatok z webového sídla EUR-Lex

Dokument 32009R1164

Verordening (EG) nr. 1164/2009 van de Commissie van 27 november 2009 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de invoeging van Interpretatie 18 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 314 van 1.12.2009, s. 15 – 20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Právny stav dokumentu Už nie je účinné, Dátum ukončenia platnosti: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/1164/oj

1.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/15


VERORDENING (EG) Nr. 1164/2009 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2009

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de invoeging van Interpretatie 18 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC)

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name op artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) werd een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 29 januari 2009 heeft het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) IFRIC-interpretatie 18 Overdracht van activa van klanten (hierna „IFRIC 18” genoemd) gepubliceerd. IFRIC 18 is een interpretatie die meer duidelijkheid over en leidraden voor de administratieve verwerking van overdrachten van materiële vaste activa van klanten of van geldmiddelen voor de bouw of verwerving van een materieel vast actief verschaft.

(3)

Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat IFRIC 18 beantwoordt aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria. Overeenkomstig Besluit 2006/505/EG van de Commissie van 14 juli 2006 tot oprichting van een werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden om de Commissie van advies te dienen over de objectiviteit en neutraliteit van de adviezen van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) (3) heeft de werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden het goedkeuringsadvies van EFRAG bekeken en de Commissie meegedeeld dat het evenwichtig en objectief is.

(4)

De goedkeuring van IFRIC 18 brengt met zich mee dat International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 moet worden gewijzigd teneinde de eerste toepassing van IFRS te vergemakkelijken.

(5)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

de in de bijlage bij deze verordening opgenomen interpretatie 18 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) Overdracht van activa van klanten wordt ingevoegd;

2)

International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Elke onderneming past de in de bijlage bij deze verordening opgenomen IFRIC 18 en wijzigingen in IFRS 1 toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat na 31 oktober 2009 van start gaat.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2009.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1.

(3)  PB L 199 van 21.7.2006, blz. 33.


BIJLAGE

INTERNATIONALE STANDAARDEN VOOR JAARREKENINGEN

IFRIC 18

IFRIC-interpretatie 18 Overdracht van activa van klanten

Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org

IFRIC-INTERPRETATIE 18

Overdracht van activa van klanten

REFERENTIES

Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen

IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards (herziene versie van 2008)

IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten

IAS 16 Materiële vaste activa

IAS 18 Opbrengsten

IAS 20 Administratieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun

IFRIC 12 Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten

ACHTERGROND

1

In de nutssector gebeurt het dat een entiteit van haar klanten materiële vaste activa ontvangt die nodig zijn om die klanten op een net aan te sluiten en hen continue toegang te geven tot nutsvoorzieningen als elektriciteit, gas of water. Als alternatief kan een entiteit van klanten geldmiddelen ontvangen voor de verwerving of bouw van dergelijke materiële vaste activa. Gewoonlijk zijn klanten verplicht extra te betalen voor de aankoop van goederen of diensten op basis van het gebruik.

2

Een overdracht van activa van klanten kan ook plaatsvinden in andere sectoren dan de nutssector. Bijvoorbeeld een entiteit die haar IT-functies outsourcet, kan haar bestaande materiële vaste activa overdragen aan de outsourcingleverancier.

3

In sommige gevallen is de overdrager van het actief niet de entiteit die uiteindelijk continue toegang zal hebben tot goederen of diensten en die de ontvanger van deze goederen of diensten zal zijn. Gemakshalve verwijst deze interpretatie echter naar de entiteit die het actief overdraagt als de klant.

TOEPASSINGSGEBIED

4

Deze interpretatie is van toepassing op de administratieve verwerking van overdrachten van materiële vaste activa door entiteiten die dergelijke activa van hun klanten ontvangen.

5

Overeenkomsten binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie zijn overeenkomsten waarbij een entiteit van een klant een materieel vast actief ontvangt dat de entiteit vervolgens moet gebruiken om de klant aan te sluiten op een net en/of om de klant continue toegang te geven tot goederen of diensten.

6

Deze interpretatie is ook van toepassing op overeenkomsten waarbij een entiteit van een klant geldmiddelen ontvangt indien dat bedrag aan geldmiddelen alleen mag worden aangewend voor de bouw of verwerving van een materieel vast actief en de entiteit dat actief vervolgens moet gebruiken om de klant aan te sluiten op een net en/of om de klant continue toegang te geven tot goederen of diensten.

7

Deze interpretatie is niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de overdracht een overheidssubsidie betreft zoals gedefinieerd in IAS 20, of infrastructuur betreft die wordt gebruikt bij dienstverlening uit hoofde van een concessieovereenkomst die binnen het toepassingsgebied van IFRIC 12 valt.

PROBLEEMSTELLING

8

In deze interpretatie worden de volgende vragen behandeld:

a)

Is aan de definitie van een actief voldaan?

b)

Indien aan de definitie van een actief is voldaan, hoe moet het overgedragen materieel vast actief bij eerste opname worden gewaardeerd?

c)

Indien het materieel vast actief bij eerste opname wordt gewaardeerd tegen reële waarde, hoe moet de daaruit voortvloeiende creditering worden verwerkt?

d)

Hoe moet een entiteit een overdracht van geldmiddelen van een klant administratief verwerken?

CONSENSUS

Is aan de definitie van een actief voldaan?

9

Wanneer een klant een materieel vast actief overdraagt aan een entiteit, moet de entiteit beoordelen of het overgedragen actief voldoet aan de definitie van een actief zoals in het Raamwerk uiteengezet. Alinea 49(a) van het Raamwerk stelt dat „een actief een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel is waarover de entiteit de zeggenschap uitoefent en waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de entiteit zullen vloeien”. In de meeste gevallen verkrijgt de entiteit het eigendomsrecht van het overgedragen materieel vast actief. Bij het vaststellen van het bestaan van een actief is het eigendomsrecht echter niet essentieel. Als de klant de zeggenschap over het overgedragen actief behoudt, is niet aan de definitie van een actief voldaan, ondanks de overdracht van eigendom.

10

Een entiteit die de zeggenschap heeft over een actief, kan er over het algemeen mee doen wat ze wil. De entiteit zou dat actief bijvoorbeeld kunnen ruilen voor andere activa, aanwenden om goederen te produceren of diensten te verrichten, laten gebruiken door derden tegen een vergoeding, gebruiken om verplichtingen af te wikkelen, aanhouden of distribueren aan eigenaars. Een entiteit die van een klant een materieel vast actief ontvangt, moet alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking nemen bij de beoordeling van de zeggenschap over het overgedragen actief. Hoewel de entiteit het overgedragen materieel vast actief bijvoorbeeld moet gebruiken om een of meer diensten te leveren aan de klant, kan zij eventueel vrij beslissen hoe het overgedragen materieel vast actief wordt gebruikt en onderhouden, en wanneer het wordt vervangen. In dit geval zou de entiteit normaal gesproken concluderen dat zij de zeggenschap heeft over het overgedragen materieel vast actief.

Hoe moet het overgedragen materieel vast actief bij eerste opname worden gewaardeerd?

11

Als de entiteit tot de conclusie komt dat aan de definitie van een actief is voldaan, moet zij het overgedragen actief opnemen als een materieel vast actief in overeenstemming met alinea 7 van IAS 16 en moet zij de kostprijs van dat actief bij eerste opname waarderen tegen de reële waarde ervan in overeenstemming met alinea 24 van IAS 16.

Hoe moet de creditering worden verwerkt?

12

In de volgende uiteenzetting wordt ervan uitgegaan dat de entiteit die een materieel vast actief heeft ontvangen tot het besluit is gekomen dat het overgedragen actief moet worden opgenomen en gewaardeerd in overeenstemming met alinea's 9, 10 en 11.

13

Alinea 12 van IAS 18 stelt dat „indien goederen worden verkocht of diensten worden verricht in ruil voor goederen of diensten die in aard of waarde verschillen, de ruil wordt beschouwd als een transactie die opbrengsten genereert”. Volgens de voorwaarden van de overeenkomsten binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie zou een overdracht van een materieel vast actief een ruil zijn voor goederen of diensten die in aard of waarde verschillen. Bijgevolg moet de entiteit opbrengsten opnemen in overeenstemming met IAS 18.

Identificatie van de afzonderlijk identificeerbare diensten

14

Een entiteit kan ermee instemmen om een of meer diensten te leveren in ruil voor het overgedragen materieel vast actief, zoals de klant aansluiten op een net en/of de klant continue toegang geven tot goederen of diensten. In overeenstemming met alinea 13 van IAS 18 moet de entiteit de in de overeenkomst opgenomen afzonderlijk identificeerbare diensten identificeren.

15

Kenmerken die aangeven dat de aansluiting van de klant op een net een afzonderlijk identificeerbare dienst is, omvatten:

a)

er wordt aan de klant een dienstaansluiting geleverd die op zichzelf een waarde vertegenwoordigt voor die klant;

b)

de reële waarde van de dienstaansluiting kan betrouwbaar worden bepaald.

16

Een kenmerk dat aangeeft dat het aan de klant verschaffen van continue toegang tot goederen of diensten een afzonderlijk identificeerbare dienst is, is dat de klant die het actief overdraagt in de toekomst de continue toegang en/of de goederen of diensten ontvangt tegen een prijs die lager is dan wat zonder de overdracht van het materieel vast actief zou worden aangerekend.

17

Een kenmerk dat daarentegen aangeeft dat de verplichting om de klant continue toegang te verschaffen tot goederen of diensten voortvloeit uit de voorwaarden van de exploitatievergunning van de entiteit of een andere regeling en niet uit de overeenkomst met betrekking tot de overdracht van een materieel vast actief, is dat klanten die de activa overdragen dezelfde prijs betalen voor de continue toegang en/of de goederen of diensten als klanten die geen activa overdragen.

Opname van opbrengsten

18

Als slechts één dienst wordt geïdentificeerd, dan moet de entiteit opbrengsten opnemen wanneer de dienst wordt uitgevoerd in overeenstemming met alinea 20 van IAS 18.

19

Als er meer dan één afzonderlijk identificeerbare dienst wordt geïdentificeerd, moet de reële waarde van de totale ontvangen of te ontvangen vergoeding voor de overeenkomst op grond van alinea 13 van IAS 18 worden toegerekend aan elke dienst, waarbij op elke dienst de opnamecriteria van IAS 18 moeten worden toegepast.

20

Als een continue dienst wordt geïdentificeerd als onderdeel van de overeenkomst, wordt de periode waarover opbrengsten moeten worden opgenomen voor die dienst over het algemeen bepaald door de voorwaarden van de overeenkomst met de klant. Als in de overeenkomst geen periode is gespecificeerd, moeten de opbrengsten worden opgenomen over een periode die niet langer is dan de gebruiksduur van het overgedragen actief dat wordt gebruikt om de continue dienst te verlenen.

Hoe moet een entiteit een overdracht van geldmiddelen van een klant administratief verwerken?

21

Wanneer een entiteit geldmiddelen ontvangt van een klant, moet zij beoordelen of de overeenkomst binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie valt in overeenstemming met alinea 6. Als dat zo is, moet de entiteit beoordelen of het gebouwde of verworven materieel vast actief voldoet aan de definitie van een actief in overeenstemming met alinea's 9 en 10. Als aan de definitie van een actief is voldaan, moet de entiteit het materieel vast actief opnemen tegen kostprijs in overeenstemming met IAS 16 en moet ze de opbrengsten opnemen in overeenstemming met alinea's 13 tot en met 20 tegen het bedrag aan geldmiddelen dat ze van de klant heeft ontvangen.

INGANGSDATUM EN OVERGANGSBEPALINGEN

22

Entiteiten moeten deze interpretatie prospectief toepassen op overdrachten van activa die ze op of na 1 juli 2009 van klanten hebben ontvangen. Eerdere toepassing is toegestaan op voorwaarde dat de waarderingen en andere informatie die nodig is voor de toepassing van de interpretatie op vroegere overdrachten werden verkregen op het moment dat deze overdrachten plaatsvonden. Entiteiten moeten in de toelichting vermelden vanaf welke datum de interpretatie werd toegepast.

Bijlage

Wijzigingen in IFRS 1

Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards (herziene versie van 2008)

A1

In Bijlage D wordt alinea D1 als volgt gewijzigd.

„D1

Een entiteit kan een beroep doen op een of meer van de volgende vrijstellingen:

(a)

op aandelen gebaseerde betalingstransacties (alinea's D2 en D3);

(m)

financiële activa of immateriële activa die administratief worden verwerkt in overeenstemming met IFRIC 12 Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten (alinea D22);

n)

financieringskosten (alinea D23); en

o)

overdrachten van activa van klanten (alinea D24).”

A2

Onder alinea D23 worden een kopje en alinea D24 toegevoegd.

Overdrachten van activa van klanten

D24

Een eerste toepasser mag de overgangsbepalingen die zijn beschreven in alinea 22 van IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten toepassen. In die alinea moeten verwijzingen naar de ingangsdatum worden geïnterpreteerd als 1 juli 2009 of, indien deze later valt, de datum van de overgang naar de IFRSs. Daarnaast mag een eerste toepasser een willekeurige datum vóór de datum van de overgang naar de IFRSs aanwijzen en IFRIC 18 toepassen op alle overdrachten van activa die hij op of na die datum van klanten heeft ontvangen.”


Začiatok