EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22022D0646

Bilaterale raad van toezicht voor de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid Akte van besluit Besluit Nr. 0011 [2022/646]

PUB/2022/367

PB L 118 van 20.4.2022, p. 68–78 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/646/oj

20.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 118/68


BILATERALE RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OVEREENKOMST TUSSEN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE REGLEMENTERING VAN DE BURGERLUCHTVAARTVEILIGHEID

AKTE VAN BESLUIT

BESLUIT Nr. 0011 [2022/646]

Erop wijzend dat bij Wijziging 1 bij de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid (“de overeenkomst”) de werkingssfeer van artikel 2.B van de overeenkomst onder meer wordt uitgebreid met bevoegdheidsbewijzen en de opleiding van personeel;

Erop wijzend dat artikel 5 van de overeenkomst, als gewijzigd, voorziet in de ontwikkeling van nieuwe bijlagen bij de overeenkomst met betrekking tot aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen, die krachtens artikel 19.C in werking treden bij besluit van de bij artikel 3 ingestelde Bilaterale Raad van Toezicht (“BOB”);

Besluit de Bilaterale Raad van Toezicht als volgt:

1.

Bijlage 4 (vluchtsimulatietrainingsinstrumenten) bij de overeenkomst vast te stellen, zoals aan dit besluit gehecht in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal. In het geval van interpretatieverschillen tussen de verschillende taalversies, prevaleert de tekst in de Engelse taal.

2.

Kennis te nemen van de door de vertegenwoordigers van de partijen te ondertekenen gezamenlijke verklaring over de authentiekverklaring van de Kroatische taalversie van bijlage 4.

3.

Bijlage 4 (vluchtsimulatietrainingsinstrumenten) bij de overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste van onderstaande handtekeningen.

Voor de Bilaterale Raad van Toezicht:

FEDERAL AVIATION ADMINISTRATION

DEPARTMENT OF TRANSPORTATION

UNITED STATES OF AMERICA

 

EUROPESE COMMISSIE

EUROPESE UNIE

NAAM:

Mr Ali BAHRAMI

 

NAAM:

Mr Filip CORNELIS

FUNCTIE:

Associate Administrator for Aviation Safety

 

FUNCTIE:

Directeur, luchtvaart

Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer Europese Commissie

DATUM:

19 november 2020

 

DATUM:

19 november 2020

PLAATS:

Washington, DC

 

PLAATS:

Brussel, België


BIJLAGE 4

VLUCHTSIMULATIEAPPARATUUR

1.   DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

1.1.

De partijen hebben elkaars normen, regels, praktijken en procedures met betrekking tot de terugkerende evaluatie en doorlopende kwalificatie van volledige vluchtsimulators (Full Flight Simulators — FFS) voor vliegtuigen beoordeeld, en geconcludeerd dat zij voldoende compatibel zijn om elkaars erkenningen en bevindingen toe te laten. Deze bijlage heeft betrekking op de wederzijdse aanvaarding van bevindingen van naleving en documentatie, en op het verlenen van technische bijstand op het gebied van terugkerende evaluaties en kwalificaties van FFS. Niets in deze bijlage zal worden uitgelegd als een beperking van de bevoegdheden van een partij om te handelen in overeenstemming met artikel 15 van de overeenkomst.

1.2.

Het toepassingsgebied van deze bijlage omvat terugkerende evaluaties en blijvende kwalificaties van niveau C, CG, D en DG FFS voor vliegtuigen met een kwalificatie die is afgegeven door de FAA en het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval. Dit toepassingsgebied kan worden uitgebreid via wijziging van deze bijlage bij een overeenkomstig artikel 19B van de overeenkomst genomen besluit van de Bilaterale Raad van Toezicht (BOB).

1.3.

De uitbreiding van het toepassingsgebied van deze bijlage vindt plaats nadat de technische agentschappen het noodzakelijke proces voor vertrouwensopbouw hebben doorlopen.

1.4.

Het toepassingsgebied van deze bijlage strekt zich niet uit tot vluchtsimulatietrainingsinstrumenten (FSTD) die zich buiten het in artikel 12 van de overeenkomst omschreven toepassingsgebied bevinden.

2.   DEFINITIES

2.1.

Voor de doeleinden van deze bijlage gelden naast de in de overeenkomst opgenomen definities de navolgende definities:

a)

“FFS-kwalificatieniveau”: het niveau van naleving op basis van de technische mogelijkheden van de FFS zoals bepaald door een beoordeling van de FFS op basis van de vastgestelde technische evaluatiecriteria als gedefinieerd in de toepasselijke eisen. FFS worden ingedeeld in niveau A, B, C of D. Sommige door de EU erkende toestellen zijn op basis van historische rechten bovendien gekwalificeerd als niveau AG, BG, CG of DG;

b)

“bevinding”: een verificatie of een FSTD al dan niet voldoet aan de toepasselijke eisen en waarvan de resultaten/afwijkingen worden geregistreerd in het evaluatieverslag dat wordt opgesteld door het EASA, de FAA of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval;

c)

“vluchtsimulatietrainingsinstrument” (FSTD):

i)

voor de Europese Unie, een opleidingstoestel, in het geval van vliegtuigen, in de vorm van een volledige vluchtsimulator (FFS), een vluchtopleidingstoestel (FTD), een opleidingstoestel voor vlucht- en navigatieprocedures (FNPT) of een opleidingstoestel voor basisinstrumenten (BITD);

ii)

voor de Verenigde Staten, een opleidingstoestel, in het geval van vliegtuigen, in de vorm van een volledige vluchtsimulator (FFS) of een vluchtopleidingstoestel (FTD);

d)

“volledige vluchtsimulator (Full Flight Simulator - FFS)”: een replica op ware grootte van de cockpit van een specifiek type of merk, model en reeks luchtvaartuigen, met inbegrip van de montage van alle uitrusting en computerprogramma’s die nodig zijn om het luchtvaartuig na te bootsen tijdens grond- en vliegbewegingen, van een visueel systeem dat een uitzicht uit de cockpit creëert, en van een bewegingssysteem op basis van zwaartekracht;

e)

“FSTD-evaluatie”: de beoordeling van een FSTD op basis van de vastgestelde technische criteria voor het desbetreffende niveau met het oog op een FSTD-kwalificatie;

f)

“FSTD-exploitant”: de organisatie die ten aanzien van het EASA of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, rechtstreeks verantwoordelijk is voor het aanvragen en het behouden van de kwalificatie van een bepaalde FSTD en die moet voldoen aan de eisen in Deel-ORA van Verordening (EU) nr. 1178/2011;

g)

“FSTD-opdrachtgever”: de organisatie die ten aanzien van de FAA rechtstreeks verantwoordelijk is voor het aanvragen en het behouden van de kwalificatie van een bepaalde FSTD en die moet voldoen aan titel 14 van de United States Code of Federal Regulations, deel 60 (hierna: “deel 60”);

h)

“historische rechten”:

i)

voor de Verenigde Staten, het recht van een FSTD-exploitant/opdrachtgever om het op grond van een eerdere adviserende circulaire toegekende kwalificatieniveau te behouden.

ii)

voor de Europese Unie, het recht van een FSTD-exploitant/opdrachtgever om het op grond van een eerdere verordening toegekende kwalificatieniveau te behouden. Dit recht houdt tevens in dat FSTD-gebruikers de in het kader van de eerdere verordening verworven opleidings-, test- en controlepunten mogen behouden;

i)

“Master Qualification Test Guide (MQTG)”: de door de autoriteiten goedgekeurde Qualification Test Guide (QTG), waarin de resultaten worden opgenomen van de in het bijzijn van het EASA, de FAA, of de luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, uitgevoerde testen. De MQTG geldt als referentie voor toekomstige evaluaties;

j)

“Qualification Test Guide (QTG)”: een document om aan te tonen dat de prestatie- en bedieningseigenschappen binnen de voorgeschreven grenswaarden van het betrokken luchtvaartuig vallen en dat alle toepasselijke vereisten worden nageleefd;

k)

“bijzondere voorwaarden”: eisen waarvan, uit een vergelijking van de respectieve regelgevende systemen betreffende de beoordeling en de kwalificatie van FFS, gebleken is dat ze niet in beide systemen voorkomen en die belangrijk genoeg zijn om in deze bijlage te worden behandeld.

3.   GEZAMENLIJKE COÖRDINERENDE INSTANTIE

3.1.   Samenstelling

3.1.1.

Bij deze wordt een gezamenlijke coördinerende instantie opgericht, de FSTD-Raad van Toezicht (FOB), die verantwoording aflegt aan de Bilaterale Raad van Toezicht en die onder de gezamenlijke leiding staat van de Directeur Vluchtnormen van het EASA en de uitvoerend directeur van het FAA. De FOB bestaat uit FSTD-deskundigen van elk technisch agentschap.

3.1.2.

De gezamenlijke leiding kan aanvullende deelnemers uitnodigen voor de FOB teneinde de verwezenlijking van de doelstellingen van deze bijlage te faciliteren.

3.2.   Mandaat

3.2.1.

De FOB komt ten minste eenmaal per jaar bijeen om de effectieve werking en uitvoering van deze bijlage te waarborgen. De taken van de FOB zijn:

a)

het ontwikkelen, goedkeuren en herzien van de Technical Implementation Procedures — Simulator (TIP-S) voor de evaluatie en kwalificatie van FFS, met inbegrip van samenwerking, bijstand, uitwisseling van informatie en voortzetting van activiteiten gericht op het vertrouwen ten dienste van de processen die onder deze bijlage vallen;

b)

het uitwisselen van informatie over relevante veiligheidskwesties en het ontwikkelen van actieplannen om die aan te pakken;

c)

het verzekeren van een consistente toepassing van deze bijlage;

d)

het uitwisselen van informatie over geplande en lopende regelgevende activiteiten die een impact kunnen hebben op de grondslag en het toepassingsgebied van de bijlage;

e)

het uitwisselen van informatie over belangrijke wijzigingen in de systemen voor FSTD-kwalificaties die een impact kunnen hebben op de grondslag en het toepassingsgebied van de bijlage;

f)

het oplossen van technische problemen die onder de verantwoordelijkheid van de technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten vallen en die niet op een lager niveau kunnen worden opgelost; alsmede

g)

het voorstellen van wijzigingen van deze bijlage aan de Bilaterale Raad van Toezicht.

3.2.2.

De FOB rapporteert onopgeloste problemen aan de BOB en zorgt voor de uitvoering van de door de BOB met betrekking tot deze bijlage aangenomen besluiten.

4.   UITVOERING

4.1.

De technische agentschappen zullen, voor monitoringsdoeleinden, een algemene lijst opstellen en bijhouden van de FFS waarvan de kwalificatie binnen het toepassingsgebied van deze bijlage valt. De procedures voor het opstellen en bijwerken van die lijst worden nader omschreven in de TIP-S.

4.2.

Doorlopende kwalificatie van de FAA

4.2.1.

De partijen komen overeen dat een FFS:

a)

waarvoor een lopende kwalificatie is afgegeven overeenkomstig de toepasselijke EU-kwalificatiebasis, en die

b)

voldoet aan de in deze bijlage beschreven voorwaarden, met inbegrip van de bijzondere voorwaarden van de FAA omschreven in aanhangsel 1, onverminderd deel 60 “Simulator Quality Management System requirements” die voor de FFS-certificaathouder gelden,

wordt geacht te voldoen aan de technische eisen voor een blijvende kwalificatie van de FAA na de ontvangst, beoordeling en aanvaarding van de door het EASA of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, opgestelde evaluatie en verslagen van de bijzondere voorwaarden.

4.2.2.

De bevoegde luchtvaartautoriteiten verrichten de in aanhangsel 2 van deze bijlage gedefinieerde acties wanneer zij voor de terugkerende evaluatie van FFS die onder deze bijlage vallen namens de FAA optreden.

4.3.

Blijvende kwalificatie van het EASA

4.3.1.

De partijen komen overeen dat een FFS:

a)

waarvoor het FAA een lopende kwalificatie heeft afgegeven overeenkomstig de toepasselijke VS-kwalificatiebasis, en die

b)

voldoet aan de in deze bijlage beschreven voorwaarden, met inbegrip van de bijzondere voorwaarden van de EU in door, onverminderd de vereisten van deel-ORA die voor FSTD-certificaathouders gelden,

wordt geacht te voldoen aan de technische eisen voor een blijvende kwalificatie van het EASA na de ontvangst, beoordeling en aanvaarding van de door de FAA opgestelde evaluatie en verslagen van de bijzondere voorwaarden.

4.4.

Wederzijdse aanvaarding van evaluatieverslagen

4.4.1.

Onder de voorwaarden van deze bijlage, komen de partijen overeen dat de technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval, de terugkerende evaluaties van FFS en verslagen inzake bijzondere voorwaarden aan het technisch agentschap van de andere partij verstrekken. Deze verslagen bevatten de bevindingen van overeenstemming met de respectieve EU- en VS-vereisten als basis voor de afgifte of verlenging van de geldigheidsduur van hun respectieve FFS-kwalificatie, naargelang het geval.

4.5.

Follow-up van bevindingen in evaluatieverslagen

4.5.1.

De FSTD-exploitant/opdrachtgever treft oplossingen voor de bevindingen in overleg met het technische agentschap of de luchtvaartautoriteit die de evaluatie verricht heeft, tenzij het betrokken technisch agentschap andere instructies heeft gegeven voor in de TIP-S gedefinieerde gevallen. In dergelijke gevallen, als er een controle ter plaatse nodig is om de voor de bevinding getroffen oplossing te beoordelen, wordt dat bezoek ter plaatse, voor zover de middelen dit toelaten, verricht door het technisch agentschap of, in voorkomend geval, de luchtvaartautoriteit die de evaluatie heeft verricht.

4.6.

Wanneer zich omstandigheden voordoen die buiten de reikwijdte van de terugkerende evaluaties vallen, verlenen de technische agentschappen van de partijen, of waar nodig een luchtvaartautoriteit, indien nodig, op verzoek en na overleg, bij de FFS-evaluaties technische bijstand aan het technisch agentschap van de andere partij of, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit. Technisch agentschappen of luchtvaartautoriteiten mogen weigeren technische bijstand te verlenen als zij niet over voldoende middelen beschikken. De gebieden waarop bijstand kan worden verleend omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

a)

het uitvoeren van en rapporteren over onderzoeken op verzoek;

b)

het verzamelen en verstrekken van gegevens, indien daarom wordt verzocht; alsmede

c)

het uitvoeren van een bijzondere evaluatie van een FFS in geval van een verplaatsing van of wijzigingen aan het toestel.

4.7.

Overeenkomstig artikel 15.B van de overeenkomst mag een technisch agentschap onafhankelijke evaluaties van toestellen verrichten in geval van specifieke veiligheidsproblemen.

4.8.

Wijziging door de partijen van hun organisatiestructuur, wet- en regelgeving, procedures, beleid of normen, met inbegrip van wijzigingen van technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten, kunnen een impact hebben op de grondslag voor de uitvoering van deze bijlage. De partijen informeren elkaar in voorkomend geval via de technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten in een zo vroeg mogelijk stadium over plannen voor dergelijke wijzigingen en plegen overleg over de impact van de geplande wijzigingen op de grondslag van deze bijlage. Indien het overleg krachtens artikel 15.C. van de overeenkomst resulteert in een overeenkomst tot wijziging van deze bijlage, streven de partijen ernaar die wijziging in werking te doen treden op hetzelfde moment als, of zo snel mogelijk na, de inwerkingtreding of uitvoering van de wijziging die aanleiding gaf tot de wijziging van deze bijlage.

5.   COMMUNICATIE EN SAMENWERKING

5.1.

De technische agentschappen houden een lijst met contactinformatie voor diverse technische aspecten van deze bijlage bij en zij wisselen die lijst uit.

5.2.

Alle communicatie, met inbegrip van de technische documentatie, tussen de technische agentschappen, en indien van toepassing de luchtvaartautoriteiten, gebeurt in de Engelse taal.

5.3.

Alle datums in communicatie worden in het volgende formaat vermeld: DD MMM JJJJ, bv. “05 MAY 2014”.

5.4.

De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten stellen elkaar in kennis van de vrijstellingen en afwijkingen die zijn toegestaan voor FFS waarop deze bijlage van toepassing is.

5.5.

Evaluatievoorschriften

De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten delen alle bijzondere instructies of verzoeken die tijdens een evaluatie moeten worden uitgevoerd ten minste 30 kalenderdagen voorafgaand aan de evaluatie mee ter beoordeling.

6.   KWALIFICATIEVEREISTEN VOOR DE AANVAARDING VAN BEVINDINGEN VAN NALEVING

6.1.   Basisvereisten

6.1.1.

Elk technisch agentschap en elke luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, levert het andere technisch agentschap bewijs van de effectiviteit van zijn systeem voor het regelgevend toezicht op FSTD. Met het oog op de uitvoering van evaluaties van FFS ten behoeve van de ander, tonen de technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval, elkaar de doeltreffendheid en de toereikendheid aan van hun:

a)

juridische en reglementerende structuur;

b)

organisatiestructuur;

c)

middelen, met inbegrip van voldoende gekwalificeerd personeel;

d)

opleidingsprogramma voor hun technisch personeel;

e)

interne beleid, processen en procedures, met inbegrip van een kwaliteitsborgingssysteem;

f)

documentatie en registers;

g)

toezichtsprogramma; alsmede

h)

autoriteit inzake gereglementeerde entiteiten en toestellen.

6.2.   Initieel vertrouwen

6.2.1.

Elk technisch agentschap heeft middels activiteiten voor initiële vertrouwensopbouw aan het andere technisch agentschap bewijs geleverd van de doeltreffendheid van zijn systeem voor regelgevend toezicht op activiteiten in het kader van deze bijlage. De technische agentschappen hebben elkaar ook bewijs geleverd van de doeltreffendheid van hun kwaliteitsaudits en normalisatieactiviteiten, met inbegrip van audits van de luchtvaartautoriteiten, als bedoeld in punt 6.3.1.

Voordat een luchtvaartautoriteit namens het technisch agentschap van de VS met een evaluatie van FFS begint, verricht het technisch agentschap van de EU een beoordeling van die luchtvaartautoriteit overeenkomstig de bepalingen van de TIP-S.

6.3.   Doorlopend vertrouwen

6.3.1.

De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten zullen effectief toezicht blijven waarborgen, zoals beschreven in punt 6.1.1, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de door de FOB goedgekeurde en ontwikkelde TIP-S.

a)

De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval, zullen met name:

i)

het recht hebben om deel te nemen als waarnemer: voor EASA, audits van kwaliteitscontroles en vergaderingen op het gebied van normalisatie; voor de FAA, aan normalisatiewerkzaamheden van het EASA;

ii)

ervoor zorgen dat FSTD-exploitanten/opdrachtgevers beide technische agentschappen toegang verlenen voor audits, evaluaties en inspecties, naargelang het geval;

iii)

de verslagen van audits, standaardisering en wederzijdse inspecties in verband met deze bijlage beschikbaar stellen;

iv)

elkaar in kennis stellen van relevante veiligheidsinformatie en bekende beperkingen die van invloed kunnen zijn op de mogelijkheden van een technisch agentschap of luchtvaartautoriteit om volledig te voldoen aan de toepasselijke internationale veiligheidsnormen of alle in het kader van de overeenkomst vastgestelde veiligheidseisen;

v)

het juiste personeel beschikbaar stellen voor deelname aan audits en inspecties die op deze bijlage van toepassing zijn;

vi)

de dossiers van FSTD-exploitanten/opdrachtgevers beschikbaar stellen, met inbegrip van evaluatieverslagen en verslagen inzake bijzondere voorwaarden;

vii)

indien nodig, bijstand verlenen bij de vertaling op het kantoor van de luchtvaartautoriteiten bij het beoordelen van FFS-gegevens en -documentatie die in de nationale taal van die autoriteit zijn opgesteld; alsmede

viii)

elkaar bijstand verlenen bij het oplossen van de bevindingen van wederzijdse inspecties.

b)

Het technisch agentschap van de EU voert aanvullende standardisatie-audits uit om te waarborgen dat de luchtvaartautoriteit voldoet aan de voorwaarden van de bijlage en, met name aan de kwalificatievoorwaarden van de FAA voor in de EU gestationeerde FFS, als gespecificeerd in de TIP-S.

c)

Indien technische agentschappen of luchtvaartautoriteiten niet kunnen voldoen aan een in punt 6.3.1 gesteld vereiste, stellen zij elkaar daar zo vroeg mogelijk van in kennis. Indien een van de technische agentschappen van oordeel is dat de technische deskundigheid niet langer toereikend is, plegen de technische agentschappen overleg en doen zij voorstellen voor een actieplan, met inbegrip van de noodzakelijke corrigerende activiteiten, om tekortkomingen weg te werken.

d)

Indien een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit de tekortkomingen niet binnen de in het actieplan gestelde termijn corrigeert, kan elk van de technische agenten de zaak doorverwijzen naar de FOB.

e)

Indien een partij voornemens is de aanvaarding van bevindingen of kwalificaties van een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit binnen het toepassingsgebied van deze bijlage te schorsen, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis overeenkomstig artikel 18.A van de overeenkomst.

7.   ONDERZOEK EN HANDHAVING

7.1.

De partijen behouden het recht om handhavend op te treden tegen FSTD-exploitanten/opdrachtgevers die door de FAA of het EASA zijn erkend.

7.2.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst stelt elke partij, via haar technisch agentschap en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, de andere partij onverwijld in kennis van elk onderzoek en alle daaropvolgende afsluitende handelingen wegens niet-naleving die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen wanneer de niet-naleving kan leiden tot een sanctie, intrekking, schorsing of verlaging van de FFS-kwalificatie.

7.3.

Indien een FFS-kwalificatie wordt ingetrokken of geschorst, stelt het technisch agentschap en, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit het andere technisch agentschap in kennis van de intrekking of schorsing.

7.4.

De bovengenoemde kennisgevingen worden naar het juiste contactpunt van de andere partij gestuurd.

8.   OVERDRACHTSBEPALINGEN

8.1

Terugkerende evaluaties van FFS waarvan de kwalificatie door de FAA is afgegeven uit hoofde van de bepalingen van de “US-UK Simulator Implementation Procedures (SIP)” worden verder uitgevoerd tot de overdracht van de evaluatieactiviteiten als omschreven in punt 8.2 is voltooid. (Het U.S. – UK SIP is overeengekomen op 20 december 1995 en herzien op 6 oktober 2005. Het is gesloten in het kader van de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die op 12 december 1995 in Londen is ondertekend).

8.2

De partijen komen overeen dat de overdracht van de FFS-evaluaties in het kader van deze bijlage gebeurt overeenkomstig de volgende overdrachtsbepalingen:

a)

Een luchtvaartautoriteit en de technische agentschappen zorgen er voorafgaand aan de overdracht voor dat voldoende personeelsleden opgeleid zijn met betrekking tot de procedures die verband houden met de overeenkomst, deze bijlage en de bijzondere voorwaarden van de EU en de VS, als van toepassing.

b)

Zodra voldoende personeel de opleiding heeft afgerond, dragen de technische agentschappen de evaluatieactiviteiten van erkende FFS over aan de technische agentschappen of de luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval.

c)

De overdracht vindt plaats binnen 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze bijlage.

d)

De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten maken afspraken over een procedureel plan en tijdschema voor:

i)

de synchronisatie van terugkerende evaluaties, en

ii)

de uitvoering van alle evaluaties overeenkomstig deze bijlage.

9.   VERGOEDINGEN

9.1.

De tarieven worden toegepast in overeenstemming met artikel 14 van de overeenkomst en in overeenstemming met de van toepassing zijnde reglementaire vereisten.

Aanhangsel 1

BIJZONDERE VOORWAARDEN

1.   BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE EU VOOR IN DE VS GESTATIONEERDE FFS IN DE CATEGORIE VLIEGTUIG

1.1.

De bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 4.3.1, en gespecificeerd in de TIP-S, zijn als volgt:

a)

De FSTD-opdrachtgever verstrekt de FAA het volgende:

i)

het dossier van de terugkerende evaluatie;

ii)

jaarlijkse fly-out registers;

iii)

dossier van de controle van de veiligheidskenmerken van de vluchtsimulator (ORA.FSTD.115 (b) Installaties van Verordening (EU) nr. 1178/2011); alsmede

iv)

wijzigingen van de gepubliceerde FSTD-notitie van het EASA.

b)

In het handboek voor de bediening van de instructeurspost zijn bedieningsinstructies opgenomen overeenkomstig de EU-normen.

c)

De instellingen en aanduidingen van de instructeurspost zijn in overeenstemming met de aanwijzingen van het Internationaal Stelsel van meeteenheden (SI).

d)

Er wordt ten minste één opgegeven Europees kwalificatiemodel van luchthaven/vliegveld met deugdelijke modellerings- en navigatie-/communicatiefaciliteiten beoordeeld.

e)

Instrumentnaderingen en slechtzichtstarten van categorie I, II of III (naargelang van toepassing) worden gedemonstreerd op een Europese luchthaven, met overeenkomstige instellingen die op de instructeurspost kunnen worden geselecteerd.

f)

De FFS weerspiegelt de Europese configuratie van het gesimuleerde vliegtuig.

g)

Tijdens de evaluatie wordt een continue, ononderbroken vlucht uitgevoerd.

h)

Alle in het FFS-kwalificatiecertificaat van het EASA genoemde motorconfiguraties worden tijdens elke evaluatie beoordeeld.

i)

Wanneer meerdere FFS-certificaten van het EASA worden afgegeven voor verscheidene vliegtuigelektronicaconfiguraties van een enkele FFS, wordt elke configuratie — indien van toepassing met elke beschikbare motorconfiguratie — tijdens elke evaluatie beoordeeld.

j)

Er worden FFS-specifieke objectieve, functionele en subjectieve tests uitgevoerd volgens de toepasselijke Europese vereisten die niet door het geldende standaard FFS-kwalificatieniveau van de FAA worden gedekt.

2.   BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE FAA VOOR IN DE EU GESTATIONEERDE FFS IN DE CATEGORIE VLIEGTUIG

2.1.

De bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 4.2.1, en gespecificeerd in de TIP-S, zijn als volgt:

a)

De FSTD-exploitant:

i)

levert de luchtvaartautoriteit of het EASA, naargelang van het geval, bewijs dat de FSTD-richtlijnen van de FAA in de MQTG zijn opgenomen, en

ii)

inventariseert eventuele wijzigingen van de gepubliceerde FFS-configuratielijst van de FAA.

b)

In het handboek voor de bediening van de instructeurspost zijn bedieningsinstructies opgenomen overeenkomstig de VS-normen.

c)

De instellingen en aanduidingen van de instructeurspost zijn in overeenstemming met de VS-meeteenheden.

d)

Er wordt ten minste één opgegeven VS-model voor luchthavens/vliegvelden met deugdelijke modellerings- en navigatie-/communicatiefaciliteiten beoordeeld.

e)

Instrumentnaderingen van categorie I, II of III (naargelang van toepassing) worden gedemonstreerd op een luchthaven in de VS met overeenkomstige instellingen die op de instructeurspost kunnen worden geselecteerd.

f)

De FFS weerspiegelt de VS-configuratie van het gesimuleerde vliegtuig.

g)

Alle in het FFS-kwalificatiecertificaat van de FAA genoemde configuraties worden tijdens elke evaluatie beoordeeld.

h)

Er wordt een circuitnadering naar een luchthaven in de VS uitgevoerd met het maximaal aangetoonde landingsgewicht.

i)

Er worden FFS-specifieke objectieve, functionele en subjectieve tests uitgevoerd volgens de toepasselijke VS-vereisten die niet door het geldende Europese standaard-FFS-kwalificatieniveau worden gedekt.


Aanhangsel 2

ACTIES VAN DE LUCHTVAARTAUTORITEIT

De bevoegde luchtvaartautoriteit die namens de FAA optreedt, zal de volgende acties uitvoeren voor de terugkerende evaluaties van elke FFS die onder deze bijlage valt, als omschreven in de TIP-S:

1.

de terugkerende evaluatie plannen en de geplande datum van de evaluatie meedelen aan de FAA;

2.

de evaluaties voorbereiden. De beoordelende inspecteur(s) van de luchtvaartautoriteit zal/zullen:

a)

de bijzondere voorwaarden inventariseren;

b)

de passende formulieren en controlelijsten verzamelen; alsmede

c)

nagaan of er tussen de periodieke evaluaties wijzigingen hebben plaatsgevonden;

3.

de evaluatie uitvoeren, rekening houdend met de bijzondere voorwaarden en de relevante TIP-S-bepalingen;

4.

Activiteiten na een evaluatie uitvoeren, waaronder:

a)

de volgende informatie/documenten aan de FAA doen toekomen binnen vijf werkdagen na voltooiing van de evaluatie:

i)

het evaluatieverslag;

ii)

de FFS-configuratielijst; alsmede

iii)

het verslag over de bijzondere voorwaarden.

b)

Een bezoek ter plaatse verrichten als bedoeld in punt 4.5.1 van deze bijlage.


GEZAMENLIJKE VERKLARING

De vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika en van de Europese Unie bevestigen dat de Kroatische taalversie van bijlage 4 van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid, ondertekend in Brussel op 30 juni 2008 (“de overeenkomst”), authentiek kan worden verklaard door een uitwisseling van diplomatieke nota’s tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.

Zij bevestigen tevens dat, overeenkomstig de overeenkomst, in geval van interpretatieverschillen tussen de verschillende taalversies van de overeenkomst of van bijlage 4, de tekst in de Engelse taal prevaleert.

Deze gezamenlijke verklaring vormt een integrerend deel van de overeenkomst.

Voor de Verenigde Staten

Voor de Europese Unie


Top