EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22022D0646
Bilateral Oversight Board for the Agreement between the United States of America and the European Community on cooperation in the regulation of civil aviation safety Record of decision Decision N°0011 [2022/646]
Bilaterale raad van toezicht voor de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid Akte van besluit Besluit Nr. 0011 [2022/646]
Bilaterale raad van toezicht voor de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid Akte van besluit Besluit Nr. 0011 [2022/646]
PUB/2022/367
PB L 118 van 20.4.2022, p. 68–78
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
20.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 118/68 |
BILATERALE RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OVEREENKOMST TUSSEN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE REGLEMENTERING VAN DE BURGERLUCHTVAARTVEILIGHEID
AKTE VAN BESLUIT
BESLUIT Nr. 0011 [2022/646]
Erop wijzend dat bij Wijziging 1 bij de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid (“de overeenkomst”) de werkingssfeer van artikel 2.B van de overeenkomst onder meer wordt uitgebreid met bevoegdheidsbewijzen en de opleiding van personeel;
Erop wijzend dat artikel 5 van de overeenkomst, als gewijzigd, voorziet in de ontwikkeling van nieuwe bijlagen bij de overeenkomst met betrekking tot aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen, die krachtens artikel 19.C in werking treden bij besluit van de bij artikel 3 ingestelde Bilaterale Raad van Toezicht (“BOB”);
Besluit de Bilaterale Raad van Toezicht als volgt:
1. |
Bijlage 4 (vluchtsimulatietrainingsinstrumenten) bij de overeenkomst vast te stellen, zoals aan dit besluit gehecht in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal. In het geval van interpretatieverschillen tussen de verschillende taalversies, prevaleert de tekst in de Engelse taal. |
2. |
Kennis te nemen van de door de vertegenwoordigers van de partijen te ondertekenen gezamenlijke verklaring over de authentiekverklaring van de Kroatische taalversie van bijlage 4. |
3. |
Bijlage 4 (vluchtsimulatietrainingsinstrumenten) bij de overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste van onderstaande handtekeningen. |
Voor de Bilaterale Raad van Toezicht:
FEDERAL AVIATION ADMINISTRATION DEPARTMENT OF TRANSPORTATION UNITED STATES OF AMERICA |
|
EUROPESE COMMISSIE EUROPESE UNIE |
||
NAAM: |
Mr Ali BAHRAMI |
|
NAAM: |
Mr Filip CORNELIS |
FUNCTIE: |
Associate Administrator for Aviation Safety |
|
FUNCTIE: |
Directeur, luchtvaart Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer Europese Commissie |
DATUM: |
19 november 2020 |
|
DATUM: |
19 november 2020 |
PLAATS: |
Washington, DC |
|
PLAATS: |
Brussel, België |
BIJLAGE 4
VLUCHTSIMULATIEAPPARATUUR
1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
1.1. |
De partijen hebben elkaars normen, regels, praktijken en procedures met betrekking tot de terugkerende evaluatie en doorlopende kwalificatie van volledige vluchtsimulators (Full Flight Simulators — FFS) voor vliegtuigen beoordeeld, en geconcludeerd dat zij voldoende compatibel zijn om elkaars erkenningen en bevindingen toe te laten. Deze bijlage heeft betrekking op de wederzijdse aanvaarding van bevindingen van naleving en documentatie, en op het verlenen van technische bijstand op het gebied van terugkerende evaluaties en kwalificaties van FFS. Niets in deze bijlage zal worden uitgelegd als een beperking van de bevoegdheden van een partij om te handelen in overeenstemming met artikel 15 van de overeenkomst. |
1.2. |
Het toepassingsgebied van deze bijlage omvat terugkerende evaluaties en blijvende kwalificaties van niveau C, CG, D en DG FFS voor vliegtuigen met een kwalificatie die is afgegeven door de FAA en het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval. Dit toepassingsgebied kan worden uitgebreid via wijziging van deze bijlage bij een overeenkomstig artikel 19B van de overeenkomst genomen besluit van de Bilaterale Raad van Toezicht (BOB). |
1.3. |
De uitbreiding van het toepassingsgebied van deze bijlage vindt plaats nadat de technische agentschappen het noodzakelijke proces voor vertrouwensopbouw hebben doorlopen. |
1.4. |
Het toepassingsgebied van deze bijlage strekt zich niet uit tot vluchtsimulatietrainingsinstrumenten (FSTD) die zich buiten het in artikel 12 van de overeenkomst omschreven toepassingsgebied bevinden. |
2. DEFINITIES
2.1. |
Voor de doeleinden van deze bijlage gelden naast de in de overeenkomst opgenomen definities de navolgende definities:
|
3. GEZAMENLIJKE COÖRDINERENDE INSTANTIE
3.1. Samenstelling
3.1.1. |
Bij deze wordt een gezamenlijke coördinerende instantie opgericht, de FSTD-Raad van Toezicht (FOB), die verantwoording aflegt aan de Bilaterale Raad van Toezicht en die onder de gezamenlijke leiding staat van de Directeur Vluchtnormen van het EASA en de uitvoerend directeur van het FAA. De FOB bestaat uit FSTD-deskundigen van elk technisch agentschap. |
3.1.2. |
De gezamenlijke leiding kan aanvullende deelnemers uitnodigen voor de FOB teneinde de verwezenlijking van de doelstellingen van deze bijlage te faciliteren. |
3.2. Mandaat
3.2.1. |
De FOB komt ten minste eenmaal per jaar bijeen om de effectieve werking en uitvoering van deze bijlage te waarborgen. De taken van de FOB zijn:
|
3.2.2. |
De FOB rapporteert onopgeloste problemen aan de BOB en zorgt voor de uitvoering van de door de BOB met betrekking tot deze bijlage aangenomen besluiten. |
4. UITVOERING
4.1. |
De technische agentschappen zullen, voor monitoringsdoeleinden, een algemene lijst opstellen en bijhouden van de FFS waarvan de kwalificatie binnen het toepassingsgebied van deze bijlage valt. De procedures voor het opstellen en bijwerken van die lijst worden nader omschreven in de TIP-S. |
4.2. |
Doorlopende kwalificatie van de FAA |
4.2.1. |
De partijen komen overeen dat een FFS:
wordt geacht te voldoen aan de technische eisen voor een blijvende kwalificatie van de FAA na de ontvangst, beoordeling en aanvaarding van de door het EASA of een luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, opgestelde evaluatie en verslagen van de bijzondere voorwaarden. |
4.2.2. |
De bevoegde luchtvaartautoriteiten verrichten de in aanhangsel 2 van deze bijlage gedefinieerde acties wanneer zij voor de terugkerende evaluatie van FFS die onder deze bijlage vallen namens de FAA optreden. |
4.3. |
Blijvende kwalificatie van het EASA |
4.3.1. |
De partijen komen overeen dat een FFS:
wordt geacht te voldoen aan de technische eisen voor een blijvende kwalificatie van het EASA na de ontvangst, beoordeling en aanvaarding van de door de FAA opgestelde evaluatie en verslagen van de bijzondere voorwaarden. |
4.4. |
Wederzijdse aanvaarding van evaluatieverslagen |
4.4.1. |
Onder de voorwaarden van deze bijlage, komen de partijen overeen dat de technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval, de terugkerende evaluaties van FFS en verslagen inzake bijzondere voorwaarden aan het technisch agentschap van de andere partij verstrekken. Deze verslagen bevatten de bevindingen van overeenstemming met de respectieve EU- en VS-vereisten als basis voor de afgifte of verlenging van de geldigheidsduur van hun respectieve FFS-kwalificatie, naargelang het geval. |
4.5. |
Follow-up van bevindingen in evaluatieverslagen |
4.5.1. |
De FSTD-exploitant/opdrachtgever treft oplossingen voor de bevindingen in overleg met het technische agentschap of de luchtvaartautoriteit die de evaluatie verricht heeft, tenzij het betrokken technisch agentschap andere instructies heeft gegeven voor in de TIP-S gedefinieerde gevallen. In dergelijke gevallen, als er een controle ter plaatse nodig is om de voor de bevinding getroffen oplossing te beoordelen, wordt dat bezoek ter plaatse, voor zover de middelen dit toelaten, verricht door het technisch agentschap of, in voorkomend geval, de luchtvaartautoriteit die de evaluatie heeft verricht. |
4.6. |
Wanneer zich omstandigheden voordoen die buiten de reikwijdte van de terugkerende evaluaties vallen, verlenen de technische agentschappen van de partijen, of waar nodig een luchtvaartautoriteit, indien nodig, op verzoek en na overleg, bij de FFS-evaluaties technische bijstand aan het technisch agentschap van de andere partij of, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit. Technisch agentschappen of luchtvaartautoriteiten mogen weigeren technische bijstand te verlenen als zij niet over voldoende middelen beschikken. De gebieden waarop bijstand kan worden verleend omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
|
4.7. |
Overeenkomstig artikel 15.B van de overeenkomst mag een technisch agentschap onafhankelijke evaluaties van toestellen verrichten in geval van specifieke veiligheidsproblemen. |
4.8. |
Wijziging door de partijen van hun organisatiestructuur, wet- en regelgeving, procedures, beleid of normen, met inbegrip van wijzigingen van technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten, kunnen een impact hebben op de grondslag voor de uitvoering van deze bijlage. De partijen informeren elkaar in voorkomend geval via de technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten in een zo vroeg mogelijk stadium over plannen voor dergelijke wijzigingen en plegen overleg over de impact van de geplande wijzigingen op de grondslag van deze bijlage. Indien het overleg krachtens artikel 15.C. van de overeenkomst resulteert in een overeenkomst tot wijziging van deze bijlage, streven de partijen ernaar die wijziging in werking te doen treden op hetzelfde moment als, of zo snel mogelijk na, de inwerkingtreding of uitvoering van de wijziging die aanleiding gaf tot de wijziging van deze bijlage. |
5. COMMUNICATIE EN SAMENWERKING
5.1. |
De technische agentschappen houden een lijst met contactinformatie voor diverse technische aspecten van deze bijlage bij en zij wisselen die lijst uit. |
5.2. |
Alle communicatie, met inbegrip van de technische documentatie, tussen de technische agentschappen, en indien van toepassing de luchtvaartautoriteiten, gebeurt in de Engelse taal. |
5.3. |
Alle datums in communicatie worden in het volgende formaat vermeld: DD MMM JJJJ, bv. “05 MAY 2014”. |
5.4. |
De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten stellen elkaar in kennis van de vrijstellingen en afwijkingen die zijn toegestaan voor FFS waarop deze bijlage van toepassing is. |
5.5. |
Evaluatievoorschriften
De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten delen alle bijzondere instructies of verzoeken die tijdens een evaluatie moeten worden uitgevoerd ten minste 30 kalenderdagen voorafgaand aan de evaluatie mee ter beoordeling. |
6. KWALIFICATIEVEREISTEN VOOR DE AANVAARDING VAN BEVINDINGEN VAN NALEVING
6.1. Basisvereisten
6.1.1. |
Elk technisch agentschap en elke luchtvaartautoriteit, naargelang het geval, levert het andere technisch agentschap bewijs van de effectiviteit van zijn systeem voor het regelgevend toezicht op FSTD. Met het oog op de uitvoering van evaluaties van FFS ten behoeve van de ander, tonen de technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten, naargelang het geval, elkaar de doeltreffendheid en de toereikendheid aan van hun:
|
6.2. Initieel vertrouwen
6.2.1. |
Elk technisch agentschap heeft middels activiteiten voor initiële vertrouwensopbouw aan het andere technisch agentschap bewijs geleverd van de doeltreffendheid van zijn systeem voor regelgevend toezicht op activiteiten in het kader van deze bijlage. De technische agentschappen hebben elkaar ook bewijs geleverd van de doeltreffendheid van hun kwaliteitsaudits en normalisatieactiviteiten, met inbegrip van audits van de luchtvaartautoriteiten, als bedoeld in punt 6.3.1.
Voordat een luchtvaartautoriteit namens het technisch agentschap van de VS met een evaluatie van FFS begint, verricht het technisch agentschap van de EU een beoordeling van die luchtvaartautoriteit overeenkomstig de bepalingen van de TIP-S. |
6.3. Doorlopend vertrouwen
6.3.1. |
De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten zullen effectief toezicht blijven waarborgen, zoals beschreven in punt 6.1.1, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de door de FOB goedgekeurde en ontwikkelde TIP-S.
|
7. ONDERZOEK EN HANDHAVING
7.1. |
De partijen behouden het recht om handhavend op te treden tegen FSTD-exploitanten/opdrachtgevers die door de FAA of het EASA zijn erkend. |
7.2. |
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst stelt elke partij, via haar technisch agentschap en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, de andere partij onverwijld in kennis van elk onderzoek en alle daaropvolgende afsluitende handelingen wegens niet-naleving die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen wanneer de niet-naleving kan leiden tot een sanctie, intrekking, schorsing of verlaging van de FFS-kwalificatie. |
7.3. |
Indien een FFS-kwalificatie wordt ingetrokken of geschorst, stelt het technisch agentschap en, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit het andere technisch agentschap in kennis van de intrekking of schorsing. |
7.4. |
De bovengenoemde kennisgevingen worden naar het juiste contactpunt van de andere partij gestuurd. |
8. OVERDRACHTSBEPALINGEN
8.1 |
Terugkerende evaluaties van FFS waarvan de kwalificatie door de FAA is afgegeven uit hoofde van de bepalingen van de “US-UK Simulator Implementation Procedures (SIP)” worden verder uitgevoerd tot de overdracht van de evaluatieactiviteiten als omschreven in punt 8.2 is voltooid. (Het U.S. – UK SIP is overeengekomen op 20 december 1995 en herzien op 6 oktober 2005. Het is gesloten in het kader van de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die op 12 december 1995 in Londen is ondertekend). |
8.2 |
De partijen komen overeen dat de overdracht van de FFS-evaluaties in het kader van deze bijlage gebeurt overeenkomstig de volgende overdrachtsbepalingen:
|
9. VERGOEDINGEN
9.1. |
De tarieven worden toegepast in overeenstemming met artikel 14 van de overeenkomst en in overeenstemming met de van toepassing zijnde reglementaire vereisten. |
Aanhangsel 1
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE EU VOOR IN DE VS GESTATIONEERDE FFS IN DE CATEGORIE VLIEGTUIG
1.1. |
De bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 4.3.1, en gespecificeerd in de TIP-S, zijn als volgt:
|
2. BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE FAA VOOR IN DE EU GESTATIONEERDE FFS IN DE CATEGORIE VLIEGTUIG
2.1. |
De bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 4.2.1, en gespecificeerd in de TIP-S, zijn als volgt:
|
Aanhangsel 2
ACTIES VAN DE LUCHTVAARTAUTORITEIT
De bevoegde luchtvaartautoriteit die namens de FAA optreedt, zal de volgende acties uitvoeren voor de terugkerende evaluaties van elke FFS die onder deze bijlage valt, als omschreven in de TIP-S:
1. |
de terugkerende evaluatie plannen en de geplande datum van de evaluatie meedelen aan de FAA; |
2. |
de evaluaties voorbereiden. De beoordelende inspecteur(s) van de luchtvaartautoriteit zal/zullen: |
a) |
de bijzondere voorwaarden inventariseren; |
b) |
de passende formulieren en controlelijsten verzamelen; alsmede |
c) |
nagaan of er tussen de periodieke evaluaties wijzigingen hebben plaatsgevonden; |
3. |
de evaluatie uitvoeren, rekening houdend met de bijzondere voorwaarden en de relevante TIP-S-bepalingen; |
4. |
Activiteiten na een evaluatie uitvoeren, waaronder:
|
GEZAMENLIJKE VERKLARING
De vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika en van de Europese Unie bevestigen dat de Kroatische taalversie van bijlage 4 van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid, ondertekend in Brussel op 30 juni 2008 (“de overeenkomst”), authentiek kan worden verklaard door een uitwisseling van diplomatieke nota’s tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Zij bevestigen tevens dat, overeenkomstig de overeenkomst, in geval van interpretatieverschillen tussen de verschillende taalversies van de overeenkomst of van bijlage 4, de tekst in de Engelse taal prevaleert.
Deze gezamenlijke verklaring vormt een integrerend deel van de overeenkomst.
Voor de Verenigde Staten
Voor de Europese Unie