EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R1157

Verordening (EU) nr. 1157/2010 van de Commissie van 9 december 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) wat de lijst van secundaire doelvariabelen voor 2012 betreffende huisvestingsomstandigheden betreft Voor de EER relevante tekst

PB L 326 van 10.12.2010, p. 3–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1157/oj

10.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/3


VERORDENING (EU) Nr. 1157/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 december 2010

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) wat de lijst van secundaire doelvariabelen voor 2012 betreffende huisvestingsomstandigheden betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) (1), en met name op artikel 15, lid 2, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1177/2003 is een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van Europese statistieken over inkomens en levensomstandigheden vastgesteld, dat vergelijkbare en actuele transversale en longitudinale gegevens over de inkomens en over de omvang en structuur van armoede en sociale uitsluiting op het niveau van de lidstaten en de Europese Unie omvat.

(2)

Ingevolge artikel 15, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1177/2003 zijn uitvoeringsmaatregelen vereist voor de lijst van secundaire doelgebieden en -variabelen die jaarlijks moet worden opgenomen in het transversale onderzoek in het kader van EU-SILC. Voor het jaar 2012 moet de in de module over huisvestingsomstandigheden op te nemen lijst van secundaire doelvariabelen worden vastgesteld. Die lijst moet ook de codes van de variabelen en de definities omvatten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst van secundaire doelvariabelen en de codes en definities van de variabelen voor de module 2012 voor huisvestingsomstandigheden, die moet worden opgenomen in het transversale onderzoek van de Europese statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 december 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 3.7.2003, blz. 1.


BIJLAGE

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende eenheid, wijze van gegevensverzameling, referentieperiode en definities:

1.   Eenheid

De doelvariabelen betreffen twee typen eenheden:

Huishouden: alle variabelen behalve die voor „verhuizing”.

Persoon: de variabelen voor „verhuizing”.

2.   Wijze van gegevensverzameling

Voor variabelen op het niveau van het huishouden (deel 1 van onderstaande lijst) worden de gegevens verzameld door middel van een persoonlijk interview met de respondent van het huishouden.

Voor variabelen op individueel niveau (deel 2 van onderstaande lijst) worden de gegevens verzameld door middel van een persoonlijk interview met alle personen van 16 jaar of ouder die op het ogenblik van de enquête lid van het huishouden zijn of, indien van toepassing, met de geselecteerde respondent van het huishouden.

Gezien de aard van de te verzamelen informatie zijn uitsluitend persoonlijke interviews (in uitzonderingsgevallen proxy-interviews voor personen die tijdelijk afwezig of verhinderd zijn) of gegevens uit registers toegestaan.

3.   Referentieperiode

De doelvariabelen hebben betrekking op vier typen referentieperioden:

 

Gebruikelijk: een gewone winter/zomer in het gebied waar de woning is gelegen (voor de variabelen „woning aangenaam warm in de winter” en „woning aangenaam koel in de zomer”).

 

Laatste vijf jaar (voor de variabelen met betrekking tot „verhuizing”). Deze referentieperiode heeft betrekking op de vijf jaar voorafgaand aan de datum van het interview.

 

Komende zes maanden (voor de variabelen met betrekking tot „mogelijke verhuizing”). Deze referentieperiode heeft betrekking op de zes maanden volgend op de datum van het interview.

 

Thans (voor alle andere variabelen).

4.   Definities

1)   Installaties en faciliteiten in de woning

a)   Elektrische installaties: bedrading, stopcontacten, lichtpunten en andere permanente elektrische installaties in de woning.

b)   Sanitair/waterleidingen: leidingen, kranen, afvoer en riolering.

c)   Centrale verwarming of dergelijke: een wooneenheid wordt geacht „centraal verwarmd” te zijn indien de warmte wordt geleverd door een blokverwarming of door een in het gebouw of de woning ingebouwde installatie voor verwarmingsdoeleinden, ongeacht de energiebron. Vaste elektrische radiatoren, vaste gasverwarmingstoestellen en dergelijke zijn daarbij inbegrepen. De verwarming moet beschikbaar zijn in de meeste ruimten.

d)   Andere vaste verwarming: een wooneenheid wordt geacht door „andere vaste verwarming” te worden verwarmd wanneer de verwarming niet wordt beschouwd als „centrale verwarming of dergelijke”. Andere vaste verwarming omvat kachels, verwarmingstoestellen, open haarden e.d. (als verwarming gebruikte „vaste” airconditioning is daarbij inbegrepen).

e)   Andere niet-vaste verwarming: geen vast verwarmingssysteem of verwarmingstoestel. De woning kan echter eventueel worden uitgerust met draagbare verwarming, met inbegrip van als verwarming gebruikte draagbare airconditioning.

f)   Deugdelijk: voldoende om aan de algemene eisen/behoeften van het huishouden te voldoen. Een installatie die voortdurend buiten werking is, wordt niet als installatie beschouwd. Voorbeelden van een ondeugdelijke installatie zijn: installatie in slechte staat, gevaarlijke installatie, installatie is geregeld buiten werking, water kan niet worden gebruikt als gevolg van onvoldoende elektrisch vermogen/waterdruk, water niet drinkbaar of beperkt beschikbaar. Kleine tijdelijke problemen zoals een verstopte afvoer betekenen niet dat de installatie ondeugdelijk is.

2)   Toegankelijkheid van basisvoorzieningen

a)

Toegankelijkheid: dit betreft de door het huishouden gebruikte diensten op financieel, fysiek, technisch en gezondheidsgebied.

b)

De toegankelijkheid van diensten moet worden beoordeeld aan de hand van de fysieke en technische toegankelijkheid en de openingsuren, maar niet van de kwaliteit, de prijs en soortgelijke aspecten. Met toegankelijkheid van diensten wordt dan ook een objectieve, fysieke realiteit bedoeld. Toegankelijkheid mag niet op grond van een subjectief gevoel worden beoordeeld.

c)

De toegankelijkheid moet worden bepaald ten opzichte van de diensten waarvan het huishouden feitelijk gebruikmaakt. Als het huishouden geen gebruik maakt van de dienst, moet de code -2 „Niet van toepassing” worden gebruikt.

d)

De fysieke toegang moet worden beoordeeld op grond van de afstand, maar ook van infrastructuur en uitrusting, bijvoorbeeld voor respondenten met een lichamelijke beperking.

e)

Ook de toegankelijkheid van bankieren via de telefoon of de pc moet worden beoordeeld indien het huishouden hiervan feitelijk gebruikmaakt.

f)

Ook de aan huis verleende diensten waarvan het huishouden feitelijk gebruikmaakt, moeten in aanmerking worden genomen. De toegankelijkheid van diensten moet derhalve worden geëvalueerd ongeacht de wijze(n) waarop het huishouden toegang tot de diensten heeft.

g)

De toegankelijkheid moet worden beoordeeld op het niveau van het huishouden, de moeilijke toegang moet worden beoordeeld voor het huishouden als geheel. Als niet de respondent maar een ander lid van het huishouden van een dienst gebruikmaakt, moet de respondent de toegankelijkheid beoordelen vanuit het standpunt van dat andere lid van het huishouden.

h)

Als één lid van het huishouden een handicap heeft, maar een ander lid voor hem/haar gemakkelijk toegang heeft tot de dienst en de toegang tot de dienst voor het huishouden geen problemen oplevert in de zin dat het voor het huishouden geen belasting vormt, dan moet de dienst voor het huishouden als gemakkelijk toegankelijk worden beschouwd.

i)

Als aan de andere kant één lid van het huishouden een handicap heeft en nauwelijks toegang heeft tot de dienst (waaraan hij als persoon behoefte heeft) en het huishouden hem niet kan helpen (bv. als geen enkel ander lid van het huishouden voor hem/haar gemakkelijk toegang heeft tot de dienst of als dit voor het huishouden een echte belasting vormt), dan moet de toegang tot de dienst voor het huishouden als moeilijk worden beschouwd.

j)

Kruidenierszaken: diensten die in de meeste dagelijkse behoeften kunnen voorzien.

k)

Bankdiensten: geld opnemen, geld overmaken en rekeningen betalen.

l)

Postdiensten: versturen en ontvangen van brieven en pakjes.

m)

Openbaar vervoer: bus, metro, tram en dergelijke.

n)

Primaire gezondheidszorg: huisarts, centrum voor eerstelijnsgezondheidszorg e.d.

o)

Verplichte scholen: indien het huishouden meer dan een kind in de leerplichtige leeftijd telt, moet de respondent uitgaan van de moeilijkst bereikbare school.

5.   Toezending van de gegevens

De secundaire doelvariabelen worden naar Eurostat verzonden in het bestand met gegevens over het huishouden (H) en in het bestand met individuele gegevens (P), na de primaire doelvariabelen.

GEBIEDEN EN LIJST VAN DOELVARIABELEN

 

Module 2012

Huisvestingsomstandigheden

Naam variabele

Code

Doelvariabele

1.   

VRAGEN OP HET NIVEAU VAN HET HUISHOUDEN

Ruimte in de woning

HC010

 

Ruimtetekort in de woning

1

Ja

2

Neen

HC010_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

HC020

 

Grootte van de woning in m2

0-999 m2

HC020_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

Installaties en faciliteiten in de woning

HC030

 

Deugdelijke elektrische installaties

1

Ja

2

Neen

HC030_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (geen elektrische installaties)

HC040

 

Deugdelijk(e) sanitair/waterleiding

1

Ja

2

Neen

HC040_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (geen sanitair/waterleiding)

HC050

 

Woning voorzien van verwarming

1

Ja – centrale verwarming of dergelijke

2

Ja – andere vaste verwarming

3

Ja – niet-vaste verwarming

4

Neen – helemaal geen verwarming

HC050_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

HC060

 

Woning aangenaam warm in de winter

1

Ja

2

Neen

HC060_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

HC070

 

Woning aangenaam koel in de zomer

1

Ja

2

Neen

HC070_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

Algehele tevredenheid met de woning

HC080

 

Algehele tevredenheid met de woning

1

Zeer ontevreden

2

Ontevreden

3

Tevreden

4

Zeer tevreden

HC080_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

Toegankelijkheid van basisvoorzieningen

HC090

 

Toegankelijkheid van kruidenierszaken

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC090_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

HC100

 

Toegankelijkheid van bankdiensten

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC100_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

HC110

 

Toegankelijkheid van postdiensten

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC110_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

HC120

 

Toegankelijkheid van openbaar vervoer

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC120_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

HC130

 

Toegankelijkheid van eerstelijnsgezondheidszorg

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC130_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

HC140

 

Toegankelijkheid van verplichte school

1

Zeer slecht

2

Vrij slecht

3

Goed

4

Zeer goed

HC140_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (huishouden maakt geen gebruik van deze diensten)

Kans op verhuizing

HC150

 

Directe kans op verhuizing

1

Ja – huishouden gedwongen de woning te verlaten

2

Ja – huishouden voornemens de woning te verlaten

3

Neen – huishouden verwacht niet te zullen verhuizen

HC150_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

HC160

 

Belangrijkste reden voor de verwachte gedwongen verhuizing

1

Huishouden gedwongen te verhuizen omdat het huurcontract afloopt en de huisbaas de huur heeft opgezegd of zal opzeggen

2

Huishouden gedwongen te verhuizen omdat er geen formeel contract is en de huisbaas de huur heeft opgezegd of zal opzeggen

3

Huishouden gedwongen te verhuizen wegens uitzetting

4

Huishouden gedwongen te verhuizen wegens financiële moeilijkheden

5

Huishouden gedwongen te verhuizen om andere redenen

HC160_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (HC150 = 2 of 3)

2.   

VRAGEN OP INDIVIDUEEL NIVEAU

Verhuizing

PC170

 

Verhuizing

1

Ja

2

Neen

PC170_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-3

Niet-geselecteerde respondent

PC180

 

Belangrijkste reden voor de verhuizing

1

Familiegerelateerde redenen

2

Arbeidgerelateerde redenen

3

Onderwijsgerelateerde redenen

4

Uitzetting

5

Huiseigenaar heeft huurovereenkomst opgezegd

6

Wil koop- i.p.v. huurwoning of omgekeerd

7

Woninggerelateerde redenen

8

Buurtgerelateerde redenen

9

Financiële redenen

10

Andere redenen

PC180_F

1

Ingevuld

-1

Ontbreekt

-2

Niet van toepassing (PC170 = 2)

-3

Niet-geselecteerde respondent


Top