EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2002_201_R_0048_01

2002/628/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid

PB L 201 van 31.7.2002, p. 48–65 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

32002D0628

2002/628/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid

Publicatieblad Nr. L 201 van 31/07/2002 blz. 0048 - 0049


Besluit van de Raad

van 25 juni 2002

inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid

(2002/628/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, alsmede artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 174 van het Verdrag behoort de bevordering van maatregelen op internationaal vlak om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen, tot de doelstellingen van het milieubeleid van de Europese Gemeenschap; hieronder vallen ook het behoud en het duurzame gebruik van biologische diversiteit.

(2) Bij Besluit 93/626/EEG(3) heeft de Europese Gemeenschap het Verdrag inzake biologische diversiteit onder auspiciën van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties gesloten.

(3) De Raad heeft de Commissie in 1995 gemachtigd namens de Europese Gemeenschap deel te nemen aan de onderhandelingen over een protocol inzake bioveiligheid overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Verdrag inzake biologische diversiteit. De Commissie heeft samen met de lidstaten aan deze onderhandelingen deelgenomen.

(4) Het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid is op 29 januari 2000 in Montreal goedgekeurd.

(5) Het protocol levert op basis van het voorzorgbeginsel een kader op voor het veilig overdragen, hanteren en gebruiken van gemodificeerde levende organismen, voortgekomen uit de moderne biotechnologie, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het behoud en het duurzame gebruik van de biologische diversiteit, waarbij ook rekening wordt gehouden met de risico's voor de gezondheid van de mens en specifiek de nadruk ligt op grensoverschrijdende verplaatsing.

(6) De Europese Gemeenschap en veertien lidstaten hebben het protocol op 24 mei 2000 tijdens de vijfde vergadering van de conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit in Nairobi getekend. Luxemburg heeft het protocol op 11 juli 2000 getekend.

(7) Krachtens artikel 34 van het Verdrag inzake biologische diversiteit kan elk protocol bij het verdrag door staten en regionale organisaties voor economische integratie worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.

(8) Het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het milieubeleid van de Europese Gemeenschap. Derhalve dient dit protocol zo spoedig mogelijk namens de Europese Gemeenschap te worden gesloten,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid bij het Verdrag inzake biologische diversiteit wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol staat in bijlage A bij dit besluit.

Artikel 2

1. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de akte van goedkeuring overeenkomstig de artikelen 34 en 41 van het Verdrag inzake biologische diversiteit namens de Europese Gemeenschap bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties neder te leggen.

2. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in bijlage B van dit besluit opgenomen bevoegdheidsverklaring overeenkomstig artikel 34, lid 3, van het Verdrag inzake biologische diversiteit namens de Europese Gemeenschap neder te leggen.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Matas i Palou

(1) PB C 181 E van 30.7.2002, blz. 258.

(2) Advies van 11.6.2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1.

Top