EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R1174

Verordening (EG) nr. 1174/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 houdende opening van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking (1 juli 2000-30 juni 2001), en vaststelling van bepalingen inzake het beheer daarvan en houdende wijziging van bepaalde andere verordeningen in de rundvleessector

PB L 131 van 1.6.2000, p. 30–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 06/03/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/1174/oj

32000R1174

Verordening (EG) nr. 1174/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 houdende opening van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking (1 juli 2000-30 juni 2001), en vaststelling van bepalingen inzake het beheer daarvan en houdende wijziging van bepaalde andere verordeningen in de rundvleessector

Publicatieblad Nr. L 131 van 01/06/2000 blz. 0030 - 0035


Verordening (EG) nr. 1174/2000 van de Commissie

van 31 mei 2000

houdende opening van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking (1 juli 2000-30 juni 2001), en vaststelling van bepalingen inzake het beheer daarvan en houdende wijziging van bepaalde andere verordeningen in de rundvleessector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), en met name op artikel 32, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT(2), en met name op artikel 1, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van de lijst CXL heeft de Gemeenschap zich ertoe verbonden een jaarlijks tariefcontingent voor de invoer van 50700 ton bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking, te openen. De uitvoeringsbepalingen voor het contingentjaar 2000/2001, dat ingaat op 1 juli 2000, moeten worden vastgesteld.

(2) De invoer van bevroren rundvlees in het kader van het tariefcontingent moet in aanmerking komen voor een volledige schorsing van het specifieke douanerecht wanneer het vlees bestemd is voor de vervaardiging van voedselconserven die geen andere kenmerkende bestanddelen dan rundvlees en gelei bevatten. Wanneer het vlees bestemd is voor de vervaardiging van andere verwerkte producten die rundvlees bevatten, moet de invoer in aanmerking komen voor een schorsing van 55 % van het autonome specifieke douanerecht. De contingenthoeveelheid moet over de vorenvermelde regelingen worden verdeeld in het licht van de ervaring die met soortgelijke invoertransacties is opgedaan.

(3) Om speculatie te voorkomen, mogen alleen verwerkers die de verwerking uitvoeren in een overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 77/99/EEG van de Raad(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/76/EG(4), erkende verwerkingsinrichting, toegang krijgen tot het contingent.

(4) Bij invoer in de Gemeenschap van producten in het kader van dit tariefcontingent moet een invoercertificaat worden overgelegd. Certificaten kunnen worden afgegeven na de toewijzing van rechten tot invoer op basis van aanvragen van voor de regeling in aanmerking komende verwerkers. Onverminderd de bepalingen van deze verordening geldt voor in het kader van deze verordening afgegeven invoercertificaten het bepaalde in Verordening (EG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1127/1999(6), en in Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2377/80(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2648/98(8).

(5) Om speculatie te voorkomen, moet de afgifte van invoercertificaten aan een importeur worden begrensd tot de hoeveelheid waarvoor hem rechten tot invoer zijn toegekend. Deze bepaling geldt in de rundvleessector ook voor andere invoerregelingen die op rechten op invoer gebaseerd zijn. Derhalve moeten de volgende verordeningen worden gewijzigd:

- Verordening (EG) nr. 1143/98 van de Commissie van 2 juni 1998 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor een tariefcontingent voor niet voor de slacht bestemde koeien en vaarzen van bepaalde bergrassen, van oorsprong uit bepaalde derde landen(9);

- Verordening (EG) nr. 1081/1999 van de Commissie van 26 mei 1999 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen(10);

- Verordening (EG) nr. 1128/1999 van de Commissie van 28 mei 1999 tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van een tariefcontingent voor niet meer dan 80 kg wegende kalveren van oorsprong uit bepaalde derde landen(11);

- Verordening (EG) nr. 1247/1999 van de Commissie van 16 juni 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor een tariefcontingent voor levende runderen met een gewicht van 80 tot 300 kg, van oorsprong uit bepaalde derde landen(12);

- Verordening (EG) nr. 2684/1999 van de Commissie van 17 december 1999 tot vaststelling, voor het jaar 2000, van de uitvoeringsbepalingen van de bij de samenwerkingsovereenkomst met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië vastgestelde regeling voor de invoer van bepaalde producten van de sector rundvlees(13).

(6) De toepassing van het bovengenoemde tariefcontingent vereist een scherp toezicht op de invoer en doeltreffende controles met betrekking tot het gebruik en de bestemming van de ingevoerde producten. Daarom moet worden bepaald dat de producten alleen in de in punt 20 van het invoercertificaat vermelde inrichting mogen worden verwerkt. Voorts moet ook een zekerheid worden gesteld om te garanderen dat het ingevoerde vlees wordt gebruikt overeenkomstig de bepalingen inzake het tariefcontingent. Het bedrag van de zekerheid moet worden vastgesteld op basis van het verschil tussen de douanerechten die gelden in het kader van het contingent en daarbuiten.

(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2001 wordt een tariefcontingent geopend voor de invoer van 50700 ton bevroren rundvlees, uitgedrukt in equivalent vlees met been, van GN-code 02022030, 0202 30 10, 0202 30 50, 0202 30 90 of 0206 29 91, bestemd voor verwerking in de Gemeenschap.

2. De in lid 1 vermelde totale hoeveelheid wordt opgesplitst in twee hoeveelheden:

a) 38000 ton bevroren rundvlees, bestemd voor de vervaardiging van conserven zoals omschreven in artikel 7, onder a),

b) 12700 ton bevroren rundvlees, bestemd voor de vervaardiging van de producten zoals omschreven in artikel 7, onder b).

3. Het contingent heeft het volgnummer:

- 09.4057 voor de in lid 2, onder a), bedoelde hoeveelheid;

- 09.4058 voor de in lid 2, onder b), bedoelde hoeveelheid.

4. Voor in het kader van dit tariefcontingent ingevoerd bevroren rundvlees gelden de invoerrechten die zijn vastgesteld in het derde deel, afdeling III, bijlage 7, volgnummer 13, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2204/1999 van de Commissie van 12 oktober 1999 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(14).

Artikel 2

1. Een aanvraag voor invoer is slechts geldig als ze wordt ingediend door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die in de laatste twaalf maanden vóór de inwerkingtreding van deze verordening minstens eenmaal rundvlees bevattende verwerkte producten heeft geproduceerd. Bovendien moet de aanvraag worden ingediend door of namens een overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 77/99/EEG erkende verwerkende inrichting. Voor elke in artikel 1, lid 2, bedoelde hoeveelheid kan van elke erkende verwerpende inrichting slechts één invoeraanvraag worden aanvaard.

Een aanvraag voor rechten tot invoer mag slechts worden ingediend in de lidstaat waar de verwerker in een nationaal BTW-register ingeschreven is.

2. Aanvragers die op 1 mei 2000 niet meer in de rundvleesverwerkende industrie werkzaam waren, komen niet in aanmerking voor de bij deze verordening vastgestelde regeling.

3. De aanvrager dient tegelijk met zijn aanvraag de nodige bewijsstukken in om, ten genoegen van de bevoegde autoriteit, aan te tonen dat hij aan de in de voorgaande leden bepaalde voorwaarden voldoet.

Artikel 3

1. In elke invoeraanvraag voor de vervaardiging van A-producten of B-producten moeten de hoeveelheden worden uitgedrukt in equivalent vlees met been en elke aanvraag mag betrekking hebben op ten hoogste de voor elk van beide productklassen beschikbare hoeveelheden.

2. Elke aanvraag betreffende A-producten of B-producten moet op 9 juni 2000 in het bezit zijn van de bevoegde autoriteit.

3. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 21 juni 2000 een lijst van de aanvragers en de aangevraagde hoeveelheden mee, uitgesplitst naar de twee productklassen, alsmede het toelatingsnummer van de betrokken verwerkende inrichtingen.

De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in welke mate de aanvragen kunnen worden aanvaard, waarbij zij eventueel een percentage van toewijzing van de aangevraagde hoeveelheden vaststelt.

Artikel 4

1. Voor de invoer van bevroren rundvlees waarvoor rechten tot invoer zijn toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, moet een invoercertificaat worden overgelegd.

2. Een verwerker kan tot uiterlijk 23 februari 2001 een aanvraag voor invoercertificaten voor maximaal de hem toegekende rechten tot invoer indienen.

3. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door of voor een verwerker aan wie rechten tot invoer zijn toegewezen. De aan de verwerker toegewezen rechten tot invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.

Voor de toepassing van dit lid wordt 100 kg vlees met been gelijkgesteld met 77 kg vlees zonder been.

4. Bij de invoer moet bij de bevoegde autoriteit een zekerheid worden gesteld om te waarborgen dat de verwerker, aan wie rechten tot invoer zijn toegewezen binnen drie maanden na de dag van invoer, de volledige hoeveelheid ingevoerd vlees tot de vereiste eindproducten verwerkt in zijn in de certificaataanvraag vermelde inrichting.

De bedragen van de zekerheden zijn vastgesteld in de bijlage.

Artikel 5

1. In de certificaataanvraag en het certificaat moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) in vak 8, het land van oorsprong,

b) in vak 16, een van de in aanmerking komende GN-codes,

c) in vak 20, ten minste een van de volgende vermeldingen:

- Certificado válido en ... (Estado miembro expedidor)/carne destinada a la transformación ... [productos A] [productos B] (táchese lo que no proceda) en ... (designación exacta y número de registro del establecimiento en el que vaya a efectuarse a la transformación)/Reglamento (CE) no 1174/2000

- Licens gyldig i ... (udstedende medlemsstat)/Kød bestemt til forarbejdning til (A-produkter) (B-produkter) (det ikke gældende overstreges) i ... (nøjagtig betegnelse for den virksomhed, hvor forarbejdningen sker)/forordning (EF) nr. 1174/2000

- In ... (ausstellender Mitgliedstaat) gültige Lizenz/Fleisch für die Verarbeitung zu [A-Erzeugnissen] [B-Erzeugnissen] (Unzutreffendes bitte streichen) in ... (genaue Bezeichnung des Betriebs, in dem die Verarbeitung erfolgen soll)/Verordnung (EG) Nr. 1174/2000

- Η άδεια ισχύει ... (κράτος μέλος έκδοσης)/Κρέας που προορίζεται για μεταποίηση [προϊόντα Α] [προϊόντα Β] (διαγράφεται η περιττή ένδειξη) ... (ακριβής περιγραφή και αριθμός έγκρισης της εγκατάστασης όπου πρόκειται να πραγματοποιηθεί η μεταποίηση)/Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1174/2000

- Licence valid in ... (issuing Member State)/Meat intended for processing ... [A-products] [B-products] (delete as appropriate) at ... (exact designation and approval No of the established where the processing is to take place)/Regulation (EC) No 1174/2000

- Certificat valable ... (État membre émetteur)/viande destinée à la transformation de ... [produits A] [produits B] (rayer la mention inutile) dans ... (désignation exacte et numéro d'agrément de l'établissement dans lequel la transformation doit avoir lieu)/règlement (CE) no 1174/2000

- Titolo valido in ... (Stato membro di rilascio)/Carni destinate alla trasformazione ... [prodotti A] [prodotti B] (depennare la voce inutile) presso ... (esatta designazione e numero di riconoscimento dello stabilimento nel quale è prevista la trasformazione)/Regolamento (CE) n. 1174/2000

- Certificaat geldig in ... (lidstaat van afgifte)/Vlees bestemd voor verwerking tot (A-producten) (B-producten) (doorhalen van niet van toepassing is) in ... (nauwkeurige aanduiding en toelatingsnummer van het bedrijf waar de verwerking zal plaatsvinden)/Verordening (EG) nr. 1174/2000

- Certificado válido em ... (Estado-Membro emissor)/carne destinada à transformação ... [produtos A] [produtos B] (riscar o que não interessa) em ... (designação exacta e número de aprovação do estabelecimento em que a transformação será efectuada)/Regulamento (CE) n.o 1174/2000

- Todistus on voimassa ... (myöntäjäjäsenvaltio)/Liha on tarkoitettu (A-luokan tuotteet) (B-luokan tuotteet) (tarpeeton poistettava) jalostukseen ...:ssa (tarkka ilmoitus laitoksesta, jossa jalostus suoritetaan, hyväksyntänumero mukaan lukien)/Asetus (EY) N:o 1174/2000

- Licensen är giltig i ... (utfärdande medlemsstat)/Kött avsett för bearbetning ... (A-produkter) (B-produkter) (stryk det som inte gäller) vid ... (exakt angivelse av och godkännandenummer för anläggningen där bearbetningen skall ske)/Förordning (EG) nr 1174/2000

2. Onverminderd het bepaalde in deze verordening zijn de Verordeningen (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1445/95 van toepassing.

3. De invoercertificaten zijn geldig gedurende 120 dagen te rekenen vanaf de dag van de afgifte in de zin van artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88. Ze zijn evenwel niet meer geldig na 30 juni 2001.

4. Overeenkomstig artikel 45, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 wordt op de ingevoerde hoeveelheden boven de in het invoercertificaat vermelde hoeveelheden het volledige recht van het gemeenschappelijk douanetarief toegepast.

Artikel 6

1. De rechten tot invoer betreffende hoeveelheden waarvoor op 23 februari 2001 nog geen aanvraag voor een invoercertificaat is ingediend, worden opnieuw toegewezen.

Daartoe delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 6 maart 2001 gegevens mee betreffende de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ontvangen.

2. De Commissie besluit zo spoedig mogelijk hoe de betrokken hoeveelheden zullen verorden onderverdeeld in producten die bestemd zijn voor de vervaardiging van A-producten, dan wel voor de vervaardiging van B-producten. Daarbij mag rekening worden gehouden met het effectieve gebruik van de op grond van artikel 3 voor elk van beide productklassen toegekende rechten tot invoer.

3. Voor de toepassing van dit artikel geldt het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 5. Als in artikel 3, lid 2, bedoelde termijn voor de aanvraag geldt evenwel 3 april 2001 en als in artikel 3, lid 3, bedoelde mededelingstermijn geldt 10 april 2001.

Artikel 7

Voor de toepassing van deze verordening:

a) wordt als A-product aangemerkt: een verwerkt product van GN-code 160210, 1602 50 31, 1602 50 39 of 1602 50 80, dat geen ander vlees dan rundvlees bevat, met een collageen/eiwitverhouding van maximaal 0,45 %(15) en met ten minste 20 gewichtspercenten(16) mager vlees (met uitzondering van slachtafvallen(17) en vet), waarbij het vlees en de gelei ten minste 85 % van het totale nettogewicht uitmaken.

Het product moet worden onderworpen aan een zodanige warmtebehandeling dat de stolling van de vleeseiwitten in het hele product gewaarborgd is en dat, wanneer het product op het dikste gedeelte wordt doorgesneden, op het snijvlak geen sporen van een roseachtige vloeistof zijn waar te nemen;

b) wordt als B-product aangemerkt: een verwerkt product dat rundvlees bevat, ander dan:

- dat vermeld in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1254/1999, of

- dat bedoeld onder a).

Een verwerkt product van GN-code 0210 20 90, dat zodanig is gedroogd of gerookt dat de kleur en consistentie van vers vlees volledig is verdwenen, en dat een water/eiwitverhouding van niet meer dan 3,2 heeft, wordt als B-product beschouwd.

Artikel 8

De lidstaten stellen een regeling voor materiële controles en controles aan de hand van documenten in om ervoor te zorgen dat al het vlees wordt verwerkt tot de producten van de productklasse die op het betrokken invoercertificaat is vermeld.

De regeling moet materiële controles van hoeveelheid en kwaliteit bij het begin van de verwerking en tijdens en na de verwerking omvatten. Daartoe moeten de verwerkers te allen tijde de identiteit en het gebruik van het ingevoerde vlees door middel van passende productieregisters kunnen aantonen.

Bij de technische controle van de productiemethode door de bevoegde autoriteit kan, zo nodig, rekening worden gehouden met dripverliezen en afsnijdsels.

Voor het verifiëren van de kwaliteit van het eindproduct en van de overeenstemming met het recept van de verwerker, nemen de lidstaten representatieve monsters van deze producten en onderzoeken zij deze monsters. De kosten van deze controles zijn voor rekening van de betrokken verwerker.

Artikel 9

1. De in artikel 4, lid 3, bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven naar rata van de hoeveelheid waarvoor binnen een termijn van zeven maanden ten genoegen van de bevoegde autoriteit het bewijs is geleverd dat al het ingevoerde vlees of een deel ervan binnen drie maanden na de dag van invoer in het betrokken bedrijf is verwerkt tot de betrokken producten.

Indien evenwel,

a) het vlees is verwerkt na de bovenvermelde termijn van drie maanden, wordt de zekerheid vrijgegeven, verminderd met:

- 15 %, en

- 2 % van het resterende bedrag voor elke dag waarmee de termijn is overschreden;

b) het bewijs van de verwerking is vastgesteld binnen de vorenvermelde termijn van zeven maanden en wordt overgelegd binnen 18 maanden na de eerste zeven maanden, wordt het verbeurde bedrag, verminderd met een bedrag dat overeenkomt met 15 % van het bedrag van de zekerheid, terugbetaald.

2. Het deel van de zekerheid dat niet wordt vrijgegeven, wordt verbeurd en als douanerecht geïnd.

Artikel 10

In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1143/98 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door de importeur aan wie invoerrechten zijn toegewezen. De aan de importeur toegewezen rechten op invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.".

Artikel 11

In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1081/1999 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door de importeur aan wie invoerrechten zijn toegewezen. De aan de importeur toegewezen rechten op invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.".

Artikel 12

In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1128/1999 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door de importeur aan wie invoerrechten zijn toegewezen. De aan de importeur toegewezen rechten op invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.

3. De certificaten mogen tot en met 31 december van het invoerjaar worden afgegeven voor ten hoogste 50 % van de toegekende rechten op invoer. De invoercertificaten voor de resterende rechten op invoer mogen vanaf 1 januari van het invoerjaar worden afgegeven.".

Artikel 13

Verordening (EG) nr. 1247/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

"2. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door de importeur aan wie invoerrechten zijn toegewezen. De aan de importeur toegewezen rechten op invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.".

2. Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:

"4. De certificaten mogen tot en mei 31 december van het invoerjaar worden afgegeven voor ten hoogste 50 % van de toegekende rechten op invoer. De invoercertificaten voor de resterende rechten op invoer mogen vanaf 1 januari van het invoerjaar worden afgegeven.".

Artikel 14

In artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2684/1999 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2. De aanvraag mag alleen worden ingediend:

- in de lidstaat waar de rechten tot invoer zijn aangevraagd, en

- door de importeur aan wie invoerrechten zijn toegewezen. De aan de importeur toegewezen rechten op invoer geven aanspraak op invoercertificaten voor de met deze rechten overeenkomende hoeveelheid.".

Artikel 15

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

(2) PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(3) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85.

(4) PB L 10 van 16.1.1998, blz. 25.

(5) PB L 331 van 2.12.1988, blz. 1.

(6) PB L 135 van 29.5.1999, blz. 48.

(7) PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35.

(8) PB L 335 van 10.12.1998, blz. 39.

(9) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 14.

(10) PB L 131 van 27.5.1999, blz. 15.

(11) PB L 135 van 29.5.1999, blz. 50.

(12) PB L 150 van 17.6.1999, blz. 18.

(13) PB L 326 van 18.12.1999, blz. 24.

(14) PB L 278 van 28.10.1999, blz. 1.

(15) Bepaling van het collageengehalte: het collageengehalte is het hydroxyprolinegehalte vermenigvuldigd met de factor 8. Het gehalte aan hydroxyproline wordt bepaald volgens ISO-methode 3496-1994.

(16) Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald volgens de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB L 210 van 1.8.1986, blz. 39)

(17) Afvallen omvatten: hoofden en delen daarvan (met inbegrip van oren), poten, staarten, harten, uiers, levers, nieren, zwezeriken (thymus en pancreas), hersenen, longen, middenriffen, milten, tongen, darmvliezen, ruggenmergen, eetbare huiden, voortplantingsorganen (d.w.z. baarmoeders, eierstokken en teelballen), schildklieren, hypofyses.

BIJLAGE

BEDRAGEN VAN DE ZEKERHEID

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top