EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21994A0303(01)

Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1993 tot en met 15 juni 1995 geldende visserijrechten en financiële compensatie, bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau

PB L 60 van 3.3.1994, p. 2–13 (ES, DA, EL, EN, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/06/1995

ELI: http://data.europa.eu/eli/prot/1994/410/oj

Related Council regulation

21994A0303(01)

Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1993 tot en met 15 juni 1995 geldende visserijrechten en financiële compensatie, bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau

Publicatieblad Nr. L 060 van 03/03/1994 blz. 0002 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0024
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0024


PROTOCOL tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1993 tot en met 15 juni 1995 geldende visserijrechten en financiële compensatie, bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau

Artikel 1

De uit hoofde van artikel 4 van de Overeenkomst toegekende visserijrechten worden voor een periode van twee jaar ingaande op 16 juni 1993 vastgesteld op:

1. a) vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 11 000 brt per maand op jaarbasis;

b) vriestrawlers voor de visvangst en voor de vangst van koppotigen (Cephalopoda): 4 000 brt per maand op jaarbasis;

2. vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 22 vaartuigen;

3. vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 10 vaartuigen.

Artikel 2

1. De in artikel 9 van de Overeenkomst bedoelde financiële compensatie wordt vastgesteld op 12 000 000 ecu voor de in artikel 1 bedoelde periode, te betalen in twee gelijke jaarlijkse tranches.

2. De besteding van deze compensatie valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de Regering van de Republiek Guinee-Bissau.

3. De financiële compensatie wordt gestort op een rekening bij een door Guinee-Bissau aangewezen financiële of andere instelling.

Artikel 3

De in artikel 1, punt 1, onder a) en b), bedoelde visserijrechten kunnen op verzoek van de Gemeenschap worden verhoogd met hoeveelheden van telkens 1 000 brt per maand op jaarbasis. In dat geval wordt de in artikel 2 bedoelde financiële compensatie evenredig verhoogd pro rata temporis.

Artikel 4

De Gemeenschap zal bovendien tijdens de in artikel 1 bedoelde periode voor 450 000 ecu bijdragen in de financiering van een wetenschappelijk of technisch programma van Guinee-Bissau dat op verbetering van de kennis van de visbestanden in de exclusieve economische zone van Guinee-Bissau en van de werking van het laboratorium voor mariene biologie is gericht.

De autoriteiten van Guinee-Bissau doen de diensten van de Commissie een bondig rapport over de aanwending van dit bedrag toekomen.

Dit bedrag zal ter beschikking worden gesteld van de Regering van Guinee-Bissau en zal op de door de autoriteiten van Guinee-Bissau opgegeven rekening worden overgemaakt.

Artikel 5

De twee partijen zijn het erover eens dat de verbetering van de vakbekwaamheid en kennis van de bij de zeevisserij betrokken personen essentieel is voor het succes van hun samenwerking. Daarom zal de Gemeenschap het nodige doen om onderdanen van Guinee-Bissau te helpen bij het vinden van opleidingsmogelijkheden in de Lid-Staten en zal zij te dien einde in de in artikel 1 bedoelde periode beurzen beschikbaar stellen voor studie en praktijkonderwijs in de verschillende takken van wetenschap, techniek en economie die betrekking hebben op de visserij.

Deze beurzen mogen eveneens worden gebruikt in Staten waarmede de Gemeenschap een samenwerkingsovereenkomst heeft. De totale kosten van deze beurzen mogen niet meer bedragen dan 250 000 ecu. Een gedeelte van dit bedrag kan op verzoek van de autoriteiten van Guinee-Bissau worden aangewend om de kosten van deelneming aan internationale bijeenkomsten of stages op het gebied van de visserij te financieren, of voor de organisatie van studiebijeenkomsten over de visserij in Guinee-Bissau of voor de verdere uitbouw van de administratieve infrastructuur van het Ministerie voor de Visserij. Deze middelen zullen ter beschikking worden gesteld naarmate de desbetreffende uitgaven worden gedaan.

Artikel 6

Ingeval de Gemeenschap de in de artikelen 2 en 4 bedoelde betalingen niet verricht, kan de toepassing van dit Protocol worden geschorst.

Artikel 7

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit Protocol.

Artikel 8

Dit Protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 16 juni 1993.

Artikel 9

Dit Protocol is opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Spaanse en de Portugese taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU

A. Procedures voor het aanvragen en de afgifte van vergunningen

De vergunningen tot uitoefening van de visserij in de visserijzone van Guinee-Bissau voor vaartuigen van de Gemeenschap worden volgens onderstaande regels aangevraagd en afgegeven.

De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau uiterlijk 30 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidstermijn bij het Ministerie voor de Visserij van de Republiek Guinee-Bissau een aanvraag in voor elk vaartuig waarmee men in het kader van de Overeenkomst de visserij wenst uit te oefenen.

De aanvragen worden ingediend op de daartoe door de Regering van de Republiek Guinee-Bissau verstrekte formulieren, waarvan een model hierbij is gevoegd (aanhangsel 1).

Elke aanvraag voor een vergunning dient vergezeld te gaan van het bewijs dat de voor de geldigheidstermijn van de vergunning verschuldigde visrechten zijn betaald. Het betrokken bedrag moet worden overgemaakt op de in artikel 2 van het Protocol bedoelde rekening.

In de visrechten zijn alle nationale en plaatselijke heffingen begrepen, met uitzondering van de havenrechten en de kosten voor dienstverlening.

In afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 3, van de Overeenkomst, zijn de vergunningen geldig vanaf de datum van afgifte tot en met 31 december van het jaar waarin zij zijn afgegeven of tot en met de datum waarop het Protocol in zijn laatste toepassingsjaar verstrijkt. De visrechten worden aangerekend voor een volledig jaar. In het eerste en het laatste jaar van toepassing van het Protocol moeten de bedoelde rechten evenwel slechts worden betaald naar rata van de periode waarin de Overeenkomst van kracht is.

De vergunningen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden binnen de vorenbedoelde termijn van 30 dagen door de autoriteiten van Guinee-Bissau via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven.

Vriestrawlers dienen zich in de haven van Bissau aan te melden voor de afgifte van de vergunning. De delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau wordt in kennis gesteld van iedere afgifte van een vergunning.

De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig; zij is niet overdraagbaar. Op verzoek van de Gemeenschap en in bewezen gevallen van overmacht kan de vergunning echter worden vervangen door een vergunning voor een vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de autoriteiten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan het Ministerie voor de Visserij van de Republiek Guinee-Bissau.

De vergunning moet steeds aan boord zijn.

1. Voorschriften voor trawlers

De rechten voor vergunningen met een geldigheidstermijn van een jaar worden, voor de geldigheidsduur van het Protocol, vastgesteld op:

- 188 ecu per bruto-registerton en per jaar voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis;

- 209 ecu per bruto-registerton en per jaar voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen (Cephalopoda);

- 266 ecu per bruto-registerton en per jaar voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnalen.

De rechten voor een kalenderjaar kunnen in driemaandelijkse of halfjaarlijkse termijnen worden betaald. In dat geval worden de betrokken bedragen verhoogd met 5 %, respectievelijk 3 %.

2. Voorschriften voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

a) De rechten bedragen 20 ecu per ton vis die in de visserijzone van Guinee-Bissau wordt gevangen.

b) De vergunningen worden afgegeven nadat aan het Ministerie voor de Visserij een forfaitair bedrag is betaald van 1 500 ecu per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en van 300 ecu per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel en per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug; dit komt overeen met de rechten voor:

- 75 ton tonijn per jaar voor vaartuigen die de zegenvisserij beoefenen;

- 15 ton tonijn per jaar voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

De definitieve afrekening van de rechten die voor een bepaald visseizoen verschuldigd zijn, wordt aan het einde van elk kalenderjaar door de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen (Orstom en het Spaanse Instituut voor Oceanografie (IEO)). Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het Ministerie voor de Visserij en aan de reders toegezonden. Eventuele aanvullende rechten dienen uiterlijk op 31 mei van het daaropvolgende jaar en volgens de in artikel 2 van het Protocol aangegeven betalingsprocedure door de reders te worden overgemaakt aan het Ministerie voor de Visserij van Guinee-Bissau.

Indien het bedrag van de afrekening kleiner is dan het bedrag van het hierboven bedoelde voorschot, wordt het verschil evenwel niet terugbetaald.

B. Vangstaangiften

Voor alle vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de Overeenkomst mogen vissen in de wateren van Guinee-Bissau, moet een vangstaangifte aan het Ministerie voor de Visserij en een kopie daarvan aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau worden toegezonden; daarbij moeten de volgende regels in acht worden genomen:

- voor trawlers wordt gebruik gemaakt van een vangstaangifte volgens het hierbij gevoegde model (aanhangsel 2). Deze vangstaangiften zijn maandelijks en moeten ten minste eenmaal per kwartaal worden ingediend;

- voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug dient tijdens de periode waarin in de visserijzone van Guinee-Bissau wordt gevist een visserijlogboek te worden ingevuld volgens het formulier in aanhangsel 3. Dit formulier moet binnen 45 dagen na elke periode waarin in de visserijzone van Guinee-Bissau is gevist, via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau aan het Ministerie voor de Visserij van Guinee-Bissau worden toegezonden;

- deze formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en moeten worden ondertekend door de kapitein van het vaartuig.

De Regering van Guinee-Bissau behoudt zich het recht voor om bij niet-naleving van deze bepalingen de vergunning voor het betrokken vaartuig te schorsen totdat deze formaliteit is vervuld.

C. Bijvangsten

1. Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst voor niet meer dan 10 % uit schaaldieren bestaan.

Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen (Cephalopoda) mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst voor niet meer dan 5 % uit schaaldieren en voor niet meer dan 30 % uit vis bestaan.

2. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen bovendien het voor de uitoefening van hun activiteit in de visserijzone van Guinee-Bissau nodige levende aas vangen.

D. Aanmonstering van zeelieden

De reders aan wie visserijvergunningen in het kader van de Overeenkomst worden verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Guinee-Bissau onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

1. Iedere reder van een trawler verbindt zich ertoe:

- drie zeevissers voor vaartuigen met een tonnage van minder dan 300 brt,

- vier zeevissers voor vaartuigen met een tonnage tussen 300 en 400 brt,

- vijf zeevissers voor vaartuigen met een tonnage van meer dan 400 brt

in dienst te nemen.

2. De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij en van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug nemen onderdanen van Guinee-Bissau in dienst onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

- voor de vloot voor de tonijnvisserij met de zegen: vier Guinese zeelieden op permanente basis in de visserijzone van Guinee-Bissau;

- voor de vloot voor de tonijnvisserij met de hengel en de visserij met de drijvende beug: zes Guinese zeelieden tijdens het visseizoen voor de tonijnvisserij in de visserijzone van Guinee-Bissau, met evenwel een maximum van één persoon per vaartuig.

3. Het loon van deze zeevissers wordt, vóór de afgifte van de visserijvergunning, door de reders of hun vertegenwoordigers en het Ministerie voor de Visserij in onderling overleg vastgesteld; in het loon, dat voor rekening van de reders komt, moeten de kosten van de sociale-zekerheidsregeling zijn begrepen waaronder de zeevisser valt (o.a. levens-, ziekte- en ongevallenverzekering).

Bij niet-nakoming van deze verplichting tot aanmonstering moeten de reders van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en van de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug voor het visseizoen een forfaitaire som betalen die overeenkomt met het loon van deze zeelieden.

Dit bedrag wordt besteed aan de opleiding van zeevissers van Guinee-Bissau en wordt gestort op een door de autoriteiten van Guinee-Bissau opgegeven rekening.

E. Waarnemers aan boord

1. De waarnemer heeft tot taak de visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau te controleren. Hij krijgt de beschikking over alle voorzieningen, inclusief toegang tot lokalen en documenten, die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij mag niet langer aan boord blijven dan nodig is voor de vervulling van zijn taak. De kapitein verleent de waarnemer, die dezelfde behandeling geniet als de officieren van het betrokken vaartuig, de nodige medewerking voor het verrichten van zijn werkzaamheden. Het salaris en de sociale lasten van de waarnemer zijn voor rekening van de Regering van Guinee-Bissau.

Indien de waarnemer in een buitenlandse haven aan boord wordt genomen, komen de reiskosten van de waarnemer ten laste van de reder. Indien een vaartuig met een waarnemer van Guinee-Bissau aan boord de visserijzone van Guinee-Bissau verlaat, moeten maatregelen worden getroffen om een zo spoedig mogelijke terugkeer naar Guinee-Bissau van de waarnemer op kosten van de reder te verzekeren.

2. Elke trawler moet een door het Ministerie voor de Visserij aangewezen waarnemer aan boord nemen. De reder neemt een gedeelte van de desbetreffende kosten voor zijn rekening en maakt daartoe, te zamen met de door hem verschuldigde visrechten, jaarlijks aan de autoriteiten van Guinee-Bissau voor elk vissersvaartuig dat in de wateren van Guinee-Bissau vist een bedrag van 4 ecu per brt over.

3. Aan de vaartuigen voor de tonijnvisserij en voor de visserij met de drijvende beug kan door het Ministerie voor de Visserij worden verzocht een waarnemer aan boord te nemen.

In dat geval wordt door het Ministerie voor de Visserij en de reders of hun vertegenwoordigers gezamenlijk tijdens een in onderling overleg georganiseerde vergadering vastgesteld in welke haven de betrokken waarnemer zich zal inschepen.

F. Inspectie en controle

De vaartuigen uit de Gemeenschap die vissen in de visserijzone van Guinee-Bissau laten de ambtenaren van Guinee-Bissau aan wie de inspectie en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan nodig is om de vangsten steekproefsgewijs te controleren en hun andere inspectietaken met betrekking tot de visserij te vervullen.

G. Visserijzones

De in artikel 1 van het Protocol bedoelde vriestrawlers mogen de visserij beoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen.

H. Maaswijdte

De maaswijdte in de kuil (gestrekte mazen) moet minimaal bedragen:

a) 60 mm voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis;

b) 40 mm voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen (Cephalopoda);

c) 40 mm voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnalen;

d) 16 mm voor de visserij met levend aas.

Er mag met de boomkor worden gevist.

I. Binnenvaren en verlaten van de zone

Alle vaartuigen uit de Gemeenschap die in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen in het kader van de Overeenkomst dienen, telkens bij het binnenvaren en het verlaten van de zone, datum en uur en hun positie mede te delen aan het radiostation van het Ministerie voor de Visserij. De roepletters, radiofrequentie en oproeptijden zullen bij de afgifte van de visserijvergunning aan de reders worden medegedeeld door het Ministerie voor de Visserij.

Ingeval onmogelijk gebruik kan worden gemaakt van de radio, mogen de vaartuigen de bedoelde gegevens via andere communicatiemiddelen mededelen zoals via een telexbericht (telexnummer 266 SEP BI), via een telefax (nr. 20 11 57) of via een telegram.

J. Procedure bij aanhouding van vaartuigen

Telkens wanneer vissersvaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat van de Gemeenschap in de visserijzone van Guinee-Bissau worden aangehouden, worden de autoriteiten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee-Bissau daarvan binnen een termijn van 48 uur in kennis gesteld. De bedoelde autoriteiten ontvangen tegelijk een kort verslag over de omstandigheden van en de redenen voor deze aanhouding.

Voordat evenwel het gerecht wordt ingeschakeld, wordt getracht om langs administratieve weg tot een schikking te komen betreffende de vermoede overtreding. Een desbetreffende procedure moet binnen uiterlijk drie werkdagen na de aanhouding van het vaartuig zijn afgewikkeld.

Ingeval het geschil niet langs administratieve weg kan worden geregeld en aan een bevoegde juridische instantie wordt voorgelegd, stelt de bevoegde instantie, uiterlijk 48 uur nadat de administratieve procedure is afgewikkeld, in afwachting van een uitspraak van de rechtbank, een bankgarantie vast. Het bedrag van deze garantie mag niet hoger zijn dan de maximale boete die krachtens de nationale wetgeving voor de betrokken vermoede overtreding zou moeten worden toegepast.

De bankgarantie wordt door de bevoegde instantie vrijgegeven, zodra de kapitein van het betrokken vaartuig is vrijgesproken.

Het vaartuig en de bemanning worden niet langer aangehouden zodra:

- hetzij de uit de administratieve procedure voortvloeiende verplichtingen zijn nagekomen,

- hetzij de bankgarantie is gesteld.

Ingeval één van de partijen zulks nodig acht, kan zij op grond van artikel 10 van de Overeenkomst een verzoek om urgent overleg indienen.

Aanhangsel 1

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

AANVRAAG VOOR EEN VISSERIJVERGUNNING

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

MINISTERIE VOOR DE VISSERIJ STATISTISCHE GEGEVENS BETREFFENDE DE VANGSTEN EN DE VISSERIJACTIVITEIT

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 3

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

LOGBOEK VAN VAARTUIGEN VOOR TONIJNVANGST

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Top