EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31977D0454

77/454/EEG: Besluit van de Raad van 27 juni 1977 houdende instelling van een Raadgevend Comité voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde

PB L 176 van 15.7.1977, p. 11–12 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1977/454/oj

31977D0454

77/454/EEG: Besluit van de Raad van 27 juni 1977 houdende instelling van een Raadgevend Comité voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde

Publicatieblad Nr. L 176 van 15/07/1977 blz. 0011 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0207
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0261
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0207
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 2 blz. 0012
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 2 blz. 0012


++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 27 juni 1977

houdende instelling van een Raadgevend Comité voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde

( 77/454/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Raad zich in zijn resolutie van 6 juni 1974 betreffende de onderlingen erkenning van diploma's , certificaten en andere titels heeft uitgesproken voor de instelling van Raadgevende Comités ;

Overwegende dat het , in het kader van de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger , alsmede in het kader van de verpleegkundige hulp , die door elk ander personeel wordt gegeven , van belang is ervoor te zorgen dat de opleiding van vergelijkbaar hoog niveau is ;

Overwegende dat het , ten einde aan de verwezenlijking van dit doel bij te dragen wenselijk is dat een Raadgevend Comité wordt ingesteld voor het verstrekken van adviezen aan de Commissie ,

BESLUIT :

Artikel 1

Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde ingesteld , hierna genoemd " het Comité " .

Artikel 2

1 . Het Comité heeft tot taak er mede voor te zorgen dat de opleiding van de verschillende categorieën verpleegkundig personeel in de Gemeenschap op een vergelijkbaar hoog niveau ligt .

2 . Met name maakt het Comité daartoe gebruik van de volgende middelen :

- uitwisseling van uitvoerige informatie over de opleidingsmethoden en de inhoud , het niveau en de structuur van het theoretische en praktische onderwijs dat in de Lid-Staten wordt gegeven ;

- discussie en overleg om te komen tot een gemeenschappelijke conceptie ten aanzien van het te bereiken niveau van de opleiding van verpleegkundig personeel en , eventueel , ten aanzien van de organisatie en inhoud van een dergelijke opleiding ;

- het in aanmerking nemen van de manier waarop deze opleiding aan de ontwikkelingen op het terrein van de ziekenverpleging , de medische en sociale wetenschap en de onderwijsmethoden wordt aangepast .

3 . Het Comité verstrekt aan de Commissie en de Lid-Staten adviezen en doet hun aanbevelingen alsmede , wanneer het zulks dienstig oordeelt , voorstellen ter zake van wijzigingen in de bepalingen inzake opleiding van de richtlijnen betreffende de werkzaamheden op het gebied van de ziekenverpleging , inzonderheid de Richtlijnen 77/452/EEG ( 1 ) en 77/453/EEG ( 2 ) .

4 . Het Comité adviseert de Commissie eveneens over elke andere aangelegenheid die de Commissie hem zou kunnen voorleggen in verband met de opleiding van verpleegkundig personeel .

Artikel 3

1 . Het Comité omvat drie deskundigen per Lid-Staat , te weten :

- een deskundige uit de beroepspraktijk ,

- een deskundige van de instellingen voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde ,

- een deskundige van de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat .

2 . Elk lid heeft een plaatsvervanger . Deze plaatsvervanger is bevoegd de vergaderingen van het Comité bij te wonen .

3 . De in de leden 1 en 2 bedoelde leden en plaatsvervangers worden door de Lid-Staten aangewezen . De in lid 1 , eerste en tweede streepje genoemde leden en hun plaatsvervangers worden aangewezen op voordracht van de ziekenverplegers uit de beroepspraktijk en van de instellingen voor de opleiding op het gebied van de verpleegkunde . De aldus aangewezen leden en plaatsvervangers worden benoemd door de Raad .

Artikel 4

1 . De leden van het Comité worden benoemd voor een periode van 3 jaar . Na het verstrijken van deze periode blijven de leden van het Comité in functie totdat in hun vervanging is voorzien of hun mandaat wordt verlengd .

2 . Aan het mandaat van een lid kan voor het verstrijken van de periode van 3 jaar een einde komen ingevolge zijn uittreding , overlijden of vervanging door een ander lid overeenkomstig de procedure van artikel 3 . De benoeming van een nieuw lid geldt voor de resterende duur van het mandaat .

Artikel 5

Het Comité kiest uit zijn midden een voorzitter en twee vice-voorzitters . Het stelt zijn reglement van orde vast . De agenda van de vergaderingen wordt te zamen met de Commissie vastgesteld door de voorzitter van het Comité .

Artikel 6

Het Comité is gemachtigd tot het oprichten van Werkgroepen en het uitnodigen en toelaten van waarnemers of deskundigen om het bij te staan met betrekking tot alle bijzondere aspecten van zijn werkzaamheden .

Artikel 7

Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door de Commissie .

Gedaan te Luxemburg , 27 juni 1977 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . SILKIN

( 1 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .

( 2 ) Zie blz . 8 van dit Publikatieblad .

Top