EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0515

Zaak C-515/14: Beroep ingesteld op 14 november 2014 — Europese Commissie/Republiek Cyprus

PB C 65 van 23.2.2015, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/19


Beroep ingesteld op 14 november 2014 — Europese Commissie/Republiek Cyprus

(Zaak C-515/14)

(2015/C 065/28)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Tserepa-Lacombe en D. Martin)

Verwerende partij: Republiek Cyprus

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Cyprus de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 45 en 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, door niet met terugwerkende kracht — per 1 mei 2004 — het leeftijdscriterium als vervat in artikel 27 van de pensioenwet [L. 97(I)97] af te schaffen, welk artikel indruist tegen bovengenoemde bepalingen aangezien het werknemers ervan weerhoudt het eigen land te verlaten om werkzaamheden te gaan verrichten in een andere lidstaat, bij een instelling van de Europese Unie of bij een andere internationale organisatie, en omdat het een ongelijke behandeling meebrengt tussen enerzijds migrerende werknemers, daaronder begrepen degenen die in dienst zijn van de instellingen van de Europese Unie, en anderzijds overheidsambtenaren die hun werkzaamheden uitsluitend op Cyprus hebben verricht;

de Republiek Cyprus verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Europese Commissie verzoekt het Hof vast te stellen dat de Republiek Cyprus de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 45 en 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, door niet met terugwerkende kracht — per 1 mei 2004 — het leeftijdscriterium als vervat in artikel 27 van wet L. 97(I)97 af te schaffen, welk artikel indruist tegen bovengenoemde bepalingen aangezien het werknemers ervan weerhoudt het eigen land te verlaten om werkzaamheden te gaan verrichten in een andere lidstaat, bij een instelling van de Europese Unie of bij een andere internationale organisatie, en omdat het een ongelijke behandeling meebrengt tussen enerzijds migrerende werknemers, daaronder begrepen degenen die in dienst zijn bij de instellingen van de Europese Unie, en anderzijds overheidsambtenaren die hun werkzaamheden uitsluitend op Cyprus hebben verricht. De Cypriotische wettelijke regeling, met name artikel 27 van de pensioenwet [L. 97(I)97], roept een ongelijke behandeling in het leven tussen ambtenaren bij de nationale overheid en ambtenaren die in een andere lidstaat bij een internationale organisatie of bij de Europese Unie werken, omdat alleen ambtenaren die hun werkzaamheden uitsluitend op Cyprus hebben verricht, zich in geval van vertrek uit de overheidsdienst op de artikelen 24 en 25 van de betrokken wet kunnen beroepen en hun pensioenrechten kunnen behouden ook al voldoen zij niet aan het leeftijdscriterium van 45 of 48 jaar. Werknemers die het recht van vrij verkeer hebben uitgeoefend, kunnen zich daarentegen niet op die artikelen beroepen, met als gevolg het verlies van pensioenrechten.

Voorts vormt het omstreden artikel van de pensioenwet een belemmering voor het vrije verkeer van werknemers omdat het werknemers de mogelijkheid ontneemt om alle bijdragetijdvakken te cumuleren en geen eenheid waarborgt in de loopbaan van migrerende werknemers met het oog op hun pensioen. Toepassing van die wet leidt ertoe dat de ambtenaar die vrijwillig de overheidsdienst van Cyprus verlaat om in een andere lidstaat bij een internationale organisatie te gaan werken en die niet voldoet, naargelang van het geval, aan het leeftijdscriterium van 45 of 48 jaar, uitsluitend uitbetaling ontvangt en zijn pensioenrechten verliest, overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder b, van de pensioenwet, ook al heeft hij het minimumbijdragetijdvak van vijf jaar volbracht.

Daarnaast bevat wet L. 31(I)2012, die enkel de overdracht van pensioenrechten van en naar het pensioenstelsel van de Europese Unie regelt, geen regeling betreffende de pensioenrechten van ambtenaren die de overheidsdienst van Cyprus verlaten om bij de Europese Unie te gaan werken en die er uiteindelijk voor kiezen die rechten niet over te dragen overeenkomstig artikel 11 van bijlage VIII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. Die ambtenaren verliezen hun pensioenrechten wanneer zij vrijwillig ontslag nemen uit de overheidsdienst en niet voldoen aan het leeftijdscriterium.

Bovendien is de wet van 2011 betreffende het pensioen van staatsambtenaren en ambtenaren in de bredere overheidssector, daaronder begrepen lokale overheden (bepalingen van algemene toepassing) [L. 113(I)2011] alleen van toepassing op nieuw aangestelde ambtenaren die op of na 1.10.2011, datum waarop bovengenoemde wet in werking is getreden, in dienst treden, zodat het leeftijdscriterium van toepassing blijft op eenieder die onder de pensioenwet [L.97(I)1997] valt.


Top