EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0592

Zaak C-592/11: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 oktober 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus — Finland) — Anssi Ketelä (Landbouw — Verordeningen (EG) nrs. 1698/2005 en 1974/2006 — Steun voor vestiging van jonge landbouwers — Voorwaarden voor toekenning — Eerste vestiging als bedrijfshoofd op landbouwbedrijf — Toepassingsvoorwaarden wanneer vestiging plaatsvindt in vorm van rechtspersoon)

PB C 399 van 22.12.2012, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 399/8


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 oktober 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus — Finland) — Anssi Ketelä

(Zaak C-592/11) (1)

(Landbouw - Verordeningen (EG) nrs. 1698/2005 en 1974/2006 - Steun voor vestiging van jonge landbouwers - Voorwaarden voor toekenning - Eerste vestiging als bedrijfshoofd op landbouwbedrijf - Toepassingsvoorwaarden wanneer vestiging plaatsvindt in vorm van rechtspersoon)

2012/C 399/12

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Korkein hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Anssi Ketelä

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Korkein hallinto-oikeus — Uitlegging van artikel 22, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277, blz. 1) en van artikel 13, leden 4 en 6, van verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 (PB L 368, blz. 15) — Voorwaarden voor de verlening van vestigingssteun aan jonge landbouwers — Eerste vestiging als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf — Vestigingssteun verleend aan een natuurlijke persoon op grond van de verkrijging van de ouderlijke boerderij — Schorsing van betaling van steun op grond dat de steunontvanger voorheen een minderheidsbelang had in en algemeen directeur was van een vennootschap op aandelen die zich onder meer met varkenshouderij bezighield

Dictum

Artikel 22, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) dient aldus te worden uitgelegd dat de door deze bepaling opgelegde voorwaarde dat de betrokkene zich voor het eerst als „bedrijfshoofd” op een landbouwbedrijf vestigt, in het geval waarin de betrokkene zich vestigt in de vorm van een vennootschap op aandelen, inhoudt dat hij effectieve en voortdurende zeggenschap heeft over zowel het landbouwbedrijf als het beheer ervan.

Het staat de lidstaten vrij te preciseren onder welke concrete voorwaarden een steunaanvrager als een dergelijk bedrijfshoofd kan worden aangemerkt, met dien verstande dat dergelijke voorwaarden niet buiten het erdoor te preciseren kader treden en dus ertoe strekken om, met inachtneming van de door verordening nr. 1698/2005 nagestreefde doelstellingen, te verzekeren dat die aanvrager effectieve en voortdurende zeggenschap heeft over zowel het landbouwbedrijf als het beheer ervan. Nationale bepalingen zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding voldoen aan dergelijke voorwaarden, aangezien zij bepalen dat wanneer een jonge landbouwer zich vestigt in de vorm van een rechtspersoon, toekenning van steun met name is onderworpen aan de voorwaarde dat hij zeggenschap heeft binnen deze rechtspersoon, wat vereist dat hij meer dan de helft van de aandelen ervan in handen heeft, en deze aandelen meer dan de helft van de stemrechten vertegenwoordigen.


(1)  PB C 49 van 18.2.2012.


Top