27.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/211

—

is ingenomen met het initiatief van de Europese Commissie voor een verordening met richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken;

—

benadrukt dat de in het Commissievoorstel genoemde prioriteiten - snelle netwerken, grensoverschrijdende overheidsdiensten, toegang tot overheidsinformatie en meertalige diensten, veiligheid en beveiliging, en slimme energiediensten - allemaal terreinen betreffen waarop steden en regio's tegelijk rechtstreeks betrokkene, aanbieder en begunstigde zijn;

—

erkent dat trans-Europese telecommunicatienetwerken belangrijk zijn voor het internationale concurrentievermogen van de EU en voor duurzame ontwikkeling. De uitwisseling van ervaringen en goede praktijkvoorbeelden tussen lidstaten en regio's moet worden geïntensiveerd;

—

wijst erop dat het nieuwe financiële kader de mogelijkheid biedt om aanzienlijk bij te dragen aan het verkleinen van de digitale kloof en het verwezenlijken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, en tegelijkertijd tegemoet te komen aan een aantal van de meest elementaire sociale, culturele en economische behoeften van de Europese burgers;

—

onderstreept dat betrouwbare en snelle telecommunicatieverbindingen, aangevuld met efficiënte draadloze mobiele diensten, een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van het regionale concurrentievermogen, toegankelijkheid en kansengelijkheid. Alle burgers moeten ongeacht hun woonplaats gebruik kunnen maken van een goed functionerende informatie-infrastructuur.

Rapporteur

Alin-Adrian NICA (RO/ALDE), burgemeester van Dudeștii Noi

Referentiedocument

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG

COM(2011) 657 final

1.

is ingenomen met het initiatief van de Europese Commissie voor een verordening met richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken.

2.

De in het Commissievoorstel genoemde prioriteiten - snelle netwerken, grensoverschrijdende overheidsdiensten, toegang tot overheidsinformatie en meertalige diensten, veiligheid en beveiliging, en slimme energiediensten - betreffen allemaal terreinen waarop steden en regio's tegelijk rechtstreeks betrokkene, aanbieder en begunstigde zijn.

3.

De lokale en regionale overheden spelen een sleutelrol bij het bevorderen van een informele dialoog met de burgers, bij het van dichtbij aanpakken van hun problemen en bij het vergemakkelijken van samenwerking tussen gebruikers en producenten van ICT-innovaties op de meest uiteenlopende gebieden van overheid en openbaar bestuur.

4.

Trans-Europese telecommunicatienetwerken zijn van groot belang voor commerciële en niet-commerciële doeleinden. Het is essentieel te investeren in onderzoek teneinde specifieke activiteiten te ondersteunen, de ontwikkeling van nieuwe toepassingen te stimuleren en aldus het potentieel van de telecommunicatiesector beter te benutten.

5.

Trans-Europese telecommunicatienetwerken zijn belangrijk voor het internationale concurrentievermogen van de EU en voor duurzame ontwikkeling. De uitwisseling van ervaringen en goede praktijkvoorbeelden tussen lidstaten en regio's moet worden geïntensiveerd.

6.

Infrastructuur is van groot belang voor het beheer van de enorme hoeveelheden data waarvan door de telecommunicatienetwerken gebruik zal worden gemaakt. Publieke en particuliere investeringen op het platteland, in gebieden met een lage bevolkingsdichtheid en in ultraperifere gebieden zouden moeten worden aangemoedigd.

7.

Op elk niveau zouden beveiligingseisen moeten worden geformuleerd, zodat de privacy en de bescherming van persoonlijke gegevens optimaal worden gewaarborgd en elke niet via wettelijke bepalingen geregelde vergaring van wat voor persoonlijke gegevens dan ook alsmede het opstellen van profielen, bijv. over aankoopgedrag, medische behandelingen en ziektegeschiedenissen, worden verhinderd.

8.

Het Comité van de Regio's (CvdR) staat achter het voorstel van de Commissie voor een nieuw prijsstellingsmodel, waardoor de toegangsprijzen voor kopernetwerken zouden dalen, teneinde zo de overgang van koper- naar glasvezelnetwerken te vergemakkelijken. De netwerken moeten toegankelijk zijn voor verschillende partijen.

9.

Het nieuwe financiële kader biedt de mogelijkheid om aanzienlijk bij te dragen aan het verkleinen van de digitale kloof en het verwezenlijken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, en tegelijkertijd tegemoet te komen aan een aantal van de meest elementaire sociale, culturele en economische behoeften van de Europese burgers.

10.

Er is absoluut synergie vereist tussen het kaderprogramma, de structuurfondsen en het nationale beleid wat betreft de meer algemene EU-doelstellingen op het gebied van concurrentievermogen en cohesie.

11.

Het is absoluut noodzakelijk om normatief-procedurele oplossingen te zoeken bij de financiële en economische maatregelen om te stimuleren dat meer gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande infrastructuur waarin breedbandnetwerken kunnen worden geïntegreerd, zodat de sociale, economische en milieukosten worden verminderd.

12.

Het CvdR steunt het voorstel van de Commissie om een deskundigengroep op hoog niveau op te richten met de opdracht een strategie voor trans-Europese telecommunicatienetwerken te formuleren, en verzoekt de Commissie om van meet af aan op de hoogte te worden gehouden van alle ontwikkelingen rond deze groep, m.i.v. haar analyses en beleidsaanbevelingen.

13.

ICT ligt aan de basis van een informatiemaatschappij die openstaat voor alle burgers, en moet dan ook beantwoorden aan de behoeften van alle leden van de samenleving, met inbegrip van diegenen die dreigen te worden buitengesloten.

14.

De Commissie en de lidstaten moeten de noodzakelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de lokale en regionale overheden volledig en adequaat bij het beheer van ICT-initiatieven worden betrokken (1).

15.

Europa moet al zijn mogelijkheden voor de ontwikkeling van ICT-diensten in de publieke en particuliere sector ten volle benutten en moet ICT inzetten als middel om de dienstverlening door lokale en regionale overheden op gebieden als gezondheidszorg, onderwijs, openbare aanbestedingen, veiligheid en sociale zorg te verbeteren.

16.

Het CvdR stelt voor om een waarnemingspost op te richten voor de realisering en uitrol van de nieuwe generatie netwerken in de EU. Deze waarnemingspost zou de volgende taken moeten krijgen: verrichten van onderzoek en verzamelen van informatie en statistische gegevens over publieke infrastructuur die geheel of gedeeltelijk voor de realisering van de nieuwe generatie netwerken kan worden benut; beheren van een databank voor de monitoring van deze publieke infrastructuur en met het oog op de invoering van een Europees kadaster van telecommunicatienetwerken; geven van aanwijzingen op technisch vlak en voor regelgeving; opstellen van studies en aanschaffen en verspreiden van technische documentatie.

17.

Door de EU gesteunde publiek-private partnerschappen tussen lokale en regionale overheden en kleine en middelgrote ondernemingen die ICT voor overheidsdiensten ontwikkelen, kunnen perfect als basis dienen om in de hele EU lokale vaardigheden en kennis te vergroten (2).

18.

Er zou gebruik moeten worden gemaakt van publiek-private partnerschappen om met name op het platteland breedbanddiensten te leveren en te voorkomen dat particuliere investeringen worden verdrongen.

19.

Het is essentieel dat regionale en lokale overheidsinstellingen intern over voldoende capaciteiten en financiële middelen voor digitalisering beschikken. Publiek-private partnerschappen en de verdere ontwikkeling van de markt voor e-leren bieden alternatieve mogelijkheden om contentdigitalisering te financieren. Met overheidsinformatie kunnen genoeg inkomsten worden gegenereerd om het creëren van data en de digitalisering daarvan te financieren. Daarnaast zijn netwerken en interactieve gemeenschappen van belang omdat zij kostenbesparingen mogelijk maken, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van open software (3).

20.

De Commissie zou speciale aandacht moeten schenken aan het formuleren van non-discriminatiebepalingen en het wegwerken van de kloof tussen spelers die al lang actief zijn en hun nieuwe rivalen, met name bij het verbeteren van de business case voor supersnel breedband in Europa.

21.

De implementatie van de Connecting Europe Facility mag niet ten koste gaan van de cohesiedoelstellingen, de tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen mag niet leiden tot meer bureaucratie en administratieve rompslomp, en er moet meer duidelijkheid worden verschaft over het gebruik van de nieuwe financiële instrumenten en het hefboomeffect daarvan, en de doeltreffendheid van deze instrumenten moet worden onderzocht. De verplichting tot begrotingsdiscipline en duidelijkheid van de begroting en het verbod om schulden te maken mogen niet worden omzeild. De aansprakelijkheid van de Unie moet tot de oorspronkelijke bijdrage beperkt blijven. Er mogen geen voorwaardelijke verplichtingen ontstaan.

22.

Het CvdR dringt aan op een aanzienlijke koersverandering als het gaat over de besteding van structuurfondsmiddelen door regio's: met name de vraag naar onderzoek en innovatie alsook open, door gebruikers aangedreven innovatie - een regionaal potentieel - moeten meer worden gestimuleerd (4).

23.

Voor de regionale en lokale overheden is een sleutelrol weggelegd, omdat zij eraan kunnen bijdragen dat breedband in regio's waar het marktmechanisme niet goed werkt, wel degelijk voor iedereen tegen een billijke prijs beschikbaar is, omdat zij proefprojecten kunnen leiden om de e-toegankelijkheidskloof te dichten en omdat zij nieuwe benaderingen kunnen ontwikkelen waarbij e-overheidsdiensten worden afgestemd op de behoeften van de burgers (5).

24.

Financiële en andere steunmaatregelen moeten de uitrol van vrij toegankelijke breedbandnetwerken die zijn gegrond op een horizontaal gelaagde netwerkstructuur ten goede komen. Verder bestaat behoefte aan een bedrijfsmodel waarin de fysieke netwerktoegang is gescheiden van dienstverlening (6).

25.

Betrouwbare en snelle telecommunicatieverbindingen, aangevuld met efficiënte draadloze mobiele diensten, spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van het regionale concurrentievermogen, toegankelijkheid en kansengelijkheid. Alle burgers moeten ongeacht hun woonplaats gebruik kunnen maken van een goed functionerende informatie-infrastructuur (7).

26.

Meer aandacht moet worden besteed aan bewustmaking op regionaal en lokaal niveau en aan het stimuleren van modernisering van infrastructuur, aangezien beide nodig zijn voor de ontwikkeling en uitrol van trans-Europese telecommunicatienetwerken.

27.

Overheden moeten investeren in backhaulinfrastructuur, die netwerkknooppunten verbindt met middelgrote en kleine steden en plattelandsgemeenten, en fungeert als katalysator voor investeringen in modernisering van het toegangsnetwerk.

28.

Toegang tot hoogwaardige breedbanddiensten tegen redelijke prijzen kan de beschikbaarheid en de kwaliteit van de door lokale en regionale overheden geleverde diensten verbeteren en de marketing van producten vereenvoudigen (8).

29.

Er moeten gemeenschappelijke regels en methoden voor het hergebruik en de exploitatie van overheidsinformatie worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat voor alle spelers op de Europese informatiemarkt dezelfde uitgangsvoorwaarden gelden, dat de voorwaarden voor hergebruik van overheidsinformatie transparant zijn en dat zich op de interne markt geen verstoringen voordoen (9).

30.

Om de mogelijkheden die het hergebruik van overheidsinformatie biedt ten volle te kunnen benutten, moeten de lokale en regionale overheden meer daarbij worden betrokken. Dat zou het hergebruik van overheidsinformatie aanzienlijk kunnen stimuleren, hetgeen het concurrentievermogen en de werkgelegenheid ten goede zou komen (10).

31.

Het CvdR moedigt de lokale en regionale overheden aan om te participeren in grootschalige samenwerkingsinitiatieven, teneinde de interoperabiliteit en efficiëntie van overheidsdiensten te verbeteren (11).

32.

Ook in het kader van internationale samenwerking is een belangrijke rol weggelegd voor de regio's: met hun onderzoeksbeleid voorzien ze in steunprogramma's en scheppen ze structurele en juridische randvoorwaarden.

33.

De in de ontwerpverordening geschetste maatregelen lijken in hun huidige vorm geen vragen op te roepen wat de inachtneming van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel betreft.