EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0159

Gevoegde zaken C-159/10 en C-160/10: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 juli 2011 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — Gerhard Fuchs (C-159/10), Peter Köhler (C-160/10)/Land Hessen (Richtlijn 2000/78/EG — Artikel 6, lid 1 — Verbod van discriminatie op grond van leeftijd — Verplichte pensionering van procureurs die leeftijd van 65 jaar hebben bereikt — Legitieme doelstellingen die verschil in behandeling op grond van leeftijd rechtvaardigen — Coherentie van wetgeving)

PB C 269 van 10.9.2011, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/14


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 juli 2011 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — Gerhard Fuchs (C-159/10), Peter Köhler (C-160/10)/Land Hessen

(Gevoegde zaken C-159/10 en C-160/10) (1)

(Richtlijn 2000/78/EG - Artikel 6, lid 1 - Verbod van discriminatie op grond van leeftijd - Verplichte pensionering van procureurs die leeftijd van 65 jaar hebben bereikt - Legitieme doelstellingen die verschil in behandeling op grond van leeftijd rechtvaardigen - Coherentie van wetgeving)

2011/C 269/21

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Frankfurt am Main

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Gerhard Fuchs (C-159/10), Peter Köhler (C-160/10)

Verwerende partij: Land Hessen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Uitlegging van artikel 6 van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16) — Verbod van discriminatie op grond van leeftijd — Nationale regeling op grond waarvan een ambtenaar die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, met pensioen moet gaan — Objectieve doelstellingen die verschil in behandeling op grond van leeftijd rechtvaardigen

Dictum

1)

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, staat niet in de weg aan een wet, zoals het Hessische Beamtengesetz (ambtenarenwet van het Land Hessen), zoals gewijzigd bij de wet van 14 december 2009, die voorziet in de verplichte pensionering van ambtenaren in vaste dienst, in casu procureurs, wanneer zij de leeftijd van 65 jaar bereiken, maar hun tegelijk de mogelijkheid biedt om tot maximaal de leeftijd van 68 jaar te blijven werken indien het belang van de dienst dit vereist, voor zover deze wet tot doel heeft een evenwichtige leeftijdsstructuur te creëren om de aanstelling en de bevordering van jonge werknemers aan te moedigen, het personeelsmanagement te optimaliseren en daarmee eventuele geschillen over de geschiktheid van de werknemer om zijn activiteit na een bepaalde leeftijd uit te oefenen te voorkomen, en zij het mogelijk maakt dit doel met passende en noodzakelijke middelen te bereiken.

2)

Het is slechts aangetoond dat de betrokken maatregel passend en noodzakelijk is wanneer deze gelet op het nagestreefde doel niet onredelijk lijkt en gebaseerd is op gegevens waarvan de nationale rechter de bewijswaarde moet beoordelen.

3)

Een wet, zoals het Hessische Beamtengesetz, zoals gewijzigd bij de wet van 14 december 2009, die voorziet in de verplichte pensionering van procureurs wanneer zij de leeftijd van 65 jaar bereiken, is niet incoherent om de enkele reden dat zij procureurs in bepaalde gevallen de mogelijkheid biedt om tot de leeftijd van 68 jaar te werken, dat zij bovendien bepalingen bevat om pensioneringen vóór de leeftijd van 65 jaar te bemoeilijken en dat andere wettelijke bepalingen van de betrokken lidstaat voorschrijven dat bepaalde ambtenaren, met name bepaalde verkozen ambtenaren, na die leeftijd hun activiteit voortzetten, en in een geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd van 65 tot 67 jaar voorzien.


(1)  PB C 161 van 19.6.2010.


Top