EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010IP0233

Spelersmakelaars in de sport Resolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2010 over spelersmakelaars in de sport

PB C 236E van 12.8.2011, p. 99–101 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 236/99


Donderdag 17 juni 2010
Spelersmakelaars in de sport

P7_TA(2010)0233

Resolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2010 over spelersmakelaars in de sport

2011/C 236 E/14

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 29 maart 2007 over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 8 mei 2008 over het Witboek van de Commissie over sport (2),

gezien het Witboek over sport (COM(2007)0391),

gelet op artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 26 januari 2005 (3),

gezien de vraag aan de Commissie van 10 maart 2010 over sport, die specifiek betrekking had op spelersmakelaars (O-0032/2010 – B7-0308/2010),

gelet op artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

1.

herinnert eraan dat het Parlement in zijn resolutie van 29 maart 2007 over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa de Commissie heeft verzocht de voetbalbonden te steunen in hun pogingen om de spelersmakelaars te reguleren, zo nodig door een voorstel voor een richtlijn inzake zulke makelaars in te dienen;

2.

is verheugd over de „studie over spelersmakelaars in de Europese Unie”, die de Commissie heeft laten uitvoeren en waarvan de resultaten nu beschikbaar zijn;

3.

is met name bezorgd over de bevindingen in de studie met betrekking tot criminele activiteiten in sportverband, waarvan voorbeelden worden aangehaald waarbij de sport te maken heeft gehad met de georganiseerde misdaad en er verbindingen waren met de activiteiten van spelersmakelaars; is van mening dat deze ontwikkeling schadelijk is voor het imago en de integriteit van de sport en uiteindelijk voor de rol van de sport in de samenleving;

4.

neemt nota van de conclusie in de studie dat spelersmakelaars een centrale plaats innemen in de geldstromen, die vaak niet transparant zijn en hen vatbaar maken voor illegale activiteiten; verwelkomt de initiatieven van sommige clubs en sportbonden gericht op het vergroten van de transparantie van financiële transacties;

5.

merkt op dat in de studie wordt gewezen op de inherente ondoorzichtigheid van transfersystemen, in het bijzonder in teamsporten, hetgeen illegale activiteiten in de hand werkt waarbij makelaars, maar ook clubs en spelers betrokken zijn;

6.

benadrukt dat jonge spelers bijzondere kwetsbaar zijn en gevaar lopen het slachtoffer van mensenhandel te worden;

7.

onderstreept de bijzondere verantwoordelijkheid van spelersmakelaars en clubs, met name jegens jonge spelers, en verzoekt daarom beide partijen hun verantwoordelijkheid te nemen, vooral op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding voor jonge spelers;

8.

onderstreept de conclusie in de studie dat de door sportbonden ingestelde regulering van makelaars er in wezen op is gericht de toegang tot en de uitoefening van het beroep te regelen, maar dat deze organen slechts over beperkte toezichthoudende en sanctiebevoegdheden beschikken, omdat zij geen middelen hebben om niet bij hen geregistreerde spelersmakelaars te controleren of rechtstreeks tegen hen op te treden; evenmin hebben zij het recht civiel- of strafrechtelijke sancties op te leggen;

9.

is het met de sportbonden en de andere belanghebbende partijen in de sport eens dat er maatregelen moeten worden genomen om de problemen op het gebied van de integriteit en de geloofwaardigheid van de sport en van de actoren in de sport aan te pakken;

10.

is van mening dat het afschaffen van het bestaande FIFA-systeem voor vergunningen voor spelersmakelaars zonder het introduceren van een goed alternatief systeem geen goede manier is voor het aanpakken van de problemen met de spelersmakelaars in het voetbal;

11.

is verheugd over de inspanningen van de sportbonden gericht op meer transparantie van en toezicht op de geldstromen;

12.

vraagt de Raad voor meer coördinatie te zorgen van de inspanningen in de strijd tegen criminele activiteiten in het kader van de werkzaamheden van spelersmakelaars, inclusief het witwassen van geld, het manipuleren van uitslagen en de mensenhandel;

13.

verwijst naar de hierboven vermelde uitspraak in de zaak T-193/02, waarin het Gerecht aangeeft dat in beginsel het vaststellen van regelgeving voor de werkzaamheden van spelersmakelaars, hetgeen neerkomt op het uitoefenen van toezicht op een economische activiteit en van invloed is op de fundamentele vrijheden, onder de bevoegdheden van de publieke autoriteiten valt;

14.

wijst op het feit dat het Gerecht in dezelfde uitspraak heeft erkend dat bonden zoals de FIFA het recht hebben regelgeving vast te stellen voor het beroep van makelaar wanneer het doel van die regelgeving het verhogen van de beroeps- en de ethische normen van de werkzaamheden van de makelaars is met het oog op het beschermen van de spelers, en op voorwaarde dat die regelgeving de concurrentie niet belemmert; wijst op het feit dat makelaars als groep niet in een beroepsorganisatie zijn aaneengesloten en dat er ook op lidstaatniveau voor deze beroepsgroep nauwelijks regelgeving bestaat;

15.

is ervan overtuigd dat, in een context van grensoverschrijdende activiteiten en verschillende nationale regelgevingen voor sport, het toezicht en de handhaving van sancties alleen doeltreffend kunnen zijn indien de sportbonden en de publieke autoriteiten gezamenlijk opereren;

16.

wijst erop dat de internationale en nationale sportbonden in sommige disciplines uitvoerige regelgeving voor de activiteiten van makelaars hebben vastgesteld, maar dat slechts heel weinig lidstaten wetgeving betreffende spelersmakelaars hebben aangenomen;

17.

is van oordeel dat er, gezien de verwarrende verscheidenheid aan regelgevingen voor de activiteiten van spelersmakelaars, een samenhangende aanpak op EU-niveau nodig is om te voorkomen dat als gevolg van onduidelijke regulering mazen in het net ontstaan en om voor goed toezicht op en controle van de makelaarsactiviteiten te zorgen;

18.

herhaalt zijn oproep voor een EU-initiatief betreffende de activiteiten van spelersmakelaars dat zich richt op:

strenge normen en examencriteria voor spelersmakelaars,

transparantie bij de makelaarstransacties,

een verbod op beloning voor spelersmakelaars bij transfers van minderjarigen,

geharmoniseerde minimumnormen voor makelaarovereenkomsten,

een doeltreffend systeem voor toezicht en disciplinaire maatregelen,

invoering op EU-niveau van een vergunningenstelsel voor makelaars en van een makelaarsregister,

beëindiging van het systeem van „dubbele vertegenwoordiging”,

een graduele en van de uitvoering van de overeenkomst afhankelijke beloningstructuur;

19.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie.


(1)  PB C 27 E van 31.1.2008, blz. 232.

(2)  PB C 271 E van 12.11.2009, blz. 51.

(3)  Zaak T-193/02, Laurent Piau/Commissie, Jurispr. 2005, blz. I-00209.


Top