EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AR0156

Advies van het Comité van de Regio's over ICT-infrastructuren voor e-wetenschap, een strategie voor O O en innovatie op ICT-gebied en onderzoek naar toekomstige en opkomende technologieën in Europa

PB C 141 van 29.5.2010, p. 22–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 141/22


Advies van het Comité van de Regio's over ICT-infrastructuren voor e-wetenschap, een strategie voor O&O en innovatie op ICT-gebied en onderzoek naar toekomstige en opkomende technologieën in Europa

2010/C 141/05

HET COMITE VAN DE REGIO'S

roept de Europese Commissie en de lidstaten op ervoor te zorgen dat lokale en regionale overheden daadwerkelijk en ten volle worden betrokken bij het beheer van EOR-gerelateerde initiatieven;

is van mening dat ICT-projecten op Europese schaal, van O&O tot invoering, aanzienlijke sociaaleconomische voordelen kunnen opleveren voor de betrokken regio's en steden;

roept de Commissie en de regeringen van de lidstaten op actief werk te maken van de betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de verschillende fases van O&O-processen en het gebruik van ICT-innovaties in de openbare sector, door met name goede Europese praktijken te bevorderen en advies te verstrekken, met name op methodologisch gebied;

benadrukt het bijzondere belang van de dienstensector wat het exploiteren van de voordelen van ICT betreft. Sectoren als de groot- en detailhandel, alsook financiële en zakelijke diensten behoren tot de belangrijkste investeerders in ICT.

Rapporteur: Liudvikas Žukauskas (LT/EVP), Gemeenteraadslid van het district Skuodas

Referentiedocumenten:

COM(2009) 108 final

COM(2009) 116 final

COM(2009) 184 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

wijst erop dat informatie- en communicatietechnologie (ICT) – die de basis vormt van een voor iedereen toegankelijke informatiemaatschappij – moet beantwoorden aan de behoeften van alle burgers, met inbegrip van degenen die met sociale uitsluiting worden bedreigd. In dit verband heeft het CvdR steeds gepleit voor investeringen in onderzoek op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau ter bevordering van groei en nieuwe ondernemingen, en is het ervan overtuigd dat via ICT-gebruik in innovatie een antwoord kan worden geboden op belangrijke sociaaleconomische uitdagingen.

2.

Het Comité roept de Europese Commissie en de lidstaten op ervoor te zorgen dat lokale en regionale overheden daadwerkelijk en ten volle worden betrokken bij het beheer van EOR-gerelateerde initiatieven. Op het gebied van ICT-onderzoek staat het belang van de regio's als een paal boven water. Zij spelen een sleutelrol in de ontwikkeling van regionale onderzoeks- en innovatiestrategieën en op hun grondgebied zijn universiteiten en andere onderzoeksinstellingen gevestigd. Regio's besturen vaak onderzoeksinstellingen en bevorderen een innovatief klimaat. Tal van regionale besturen en administraties hebben overigens wetgevende bevoegdheid en beschikken over een hun toegewezen onderzoeksbudget.

3.

Het Comité heeft de bevordering van e-inclusie, waarbij wordt gestreefd naar een op integratie gerichte en vanuit regionaal en sociaal oogpunt billijke informatiemaatschappij waarin ICT wordt gebruikt ter verbetering van het concurrentievermogen en de openbare dienstverlening, als een centrale doelstelling binnen de vernieuwde Lissabonstrategie van de EU aangemerkt.

4.

Lokale en regionale overheden behoren tot de belangrijkste begunstigden van de voorstellen die in het kader van het i2010-initiatief inzake e-inclusie zijn geformuleerd en kunnen drijvende krachten achter de tenuitvoerlegging ervan zijn. E-inclusie op lokaal en regionaal niveau kan de levenskwaliteit van burgers verhogen, hun sociaaleconomische activiteiten aanzwengelen, regionale openbare dienstverlening bevorderen, doeltreffender maken en personaliseren, alsook het lokale bedrijfsleven stimuleren. Daarom dienen lokale en regionale overheden partners te zijn en alle generaties in de samenleving te betrekken bij ICT-initiatieven die erop gericht zijn het leven gemakkelijker en comfortabeler te maken. Regio's en steden beschikken over verschillende instrumenten om dit potentieel ten volle te benutten.

Een strategie voor O&O en innovatie op ICT-gebied in Europa: meer engagement (COM(2009) 116 final)

5.

Het Comité verheugt zich erover dat de lidstaten en regio's in de Mededeling worden erkend als de belangrijkste voortrekkers van nauwere samenwerking tussen gebruikers en producenten van ICT-innovatie in overheidsdiensten en bestuursinstanties. Een en ander zou moeten leiden tot gezamenlijke scenario’s waar met behulp van ICT kan worden gezocht naar een antwoord op maatschappelijke behoeften (1). Het Comité heeft er reeds op gewezen (2) dat lokale en regionale overheden moeten streven naar een brede samenwerking, zodat de interoperabiliteit van overheidsdiensten kan worden verbeterd en een effectievere dienstverlening kan worden geboden.

6.

Het Comité onderschrijft de conclusie van de Commissie dat het welslagen van de inspanningen om het ontstaan van nieuwe markten voor innovatie in ICT te vergemakkelijken, alsook interoperabiliteit en de invoering van gemeenschappelijke normen te verzekeren, afhangt van de voortzetting van steun en participatie van nationale, regionale en lokale overheden en dat deze projecten moeten worden aangevuld door maatregelen op regionaal en plaatselijk niveau (3).

7.

Het is een goede zaak dat de Commissie ernaar streeft procedures te vereenvoudigen en de administratieve rompslomp te beperken teneinde het voor innovatieve ondernemingen, met name lokaal MKB, aantrekkelijker te maken om aan lokale, nationale en Europese acties deel te nemen.

8.

ICT-projecten op Europese schaal, van O&O tot invoering, kunnen aanzienlijke sociaaleconomische voordelen opleveren voor de betrokken regio's en steden. Het Comité heeft reeds beklemtoond dat ICT belangrijk is voor het verwezenlijken van de Europese strategie ter bevordering van duurzame ontwikkeling.

9.

Het pleit voor volledige benutting van Europa's potentieel om ICT-diensten in de openbare en de particuliere sector te ontwikkelen. ICT moet worden gebruikt als een middel om de dienstverlening van lokale en regionale overheden op gebieden als gezondheidszorg, onderwijs, het creëren van werkgelegenheid, openbare orde, veiligheid en sociale dienstverlening te verbeteren. Door de EU gesteunde publiek-private partnerschappen tussen lokale en regionale overheden en op het gebied van ICT-ontwikkeling actief MKB, die gericht zijn op openbare ICT-diensten, kunnen als hoeksteen dienen om lokale vaardigheden en kennis in de hele EU uit te breiden.

10.

Lokale en regionale overheden kunnen het voortouw nemen bij het gebruik van ICT ter verbetering van energie-efficiëntie en doen dit ook. Zij spelen een voortrekkersrol bij het vaststellen van lokale ICT-groeikansen, het uitwisselen van goede technologische praktijken, het opsporen van partners voor projecten en de toewijzing van middelen.

11.

Het Comité roept de Commissie en de regeringen van de lidstaten op actief werk te maken van de betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de verschillende fases van O&O-processen en het gebruik van ICT-innovaties in de openbare sector, door met name goede Europese praktijken te bevorderen en advies te verstrekken, met name op methodologisch gebied.

12.

Wat het exploiteren van de voordelen van ICT betreft, is de dienstensector van bijzonder belang daar sectoren als de groot- en detailhandel, alsook financiële en zakelijke diensten tot de belangrijkste investeerders in ICT behoren (4).

13.

ICT is in het laatste decennium uitgegroeid tot een sleuteltechnologie met het potentieel de economische en sociale activiteit te veranderen en bij te dragen tot een duurzame ontwikkeling en meer concurrentievermogen. Maatregelen ter bevordering van ICT alléén zullen echter niet tot betere economische prestaties leiden en zijn alleen realiseerbaar via actieve ondersteuning en deelname van lokale en regionale overheden (5).

14.

Sociale partners, lokale, regionale en nationale overheden moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat een positieve spiraal wordt gecreëerd van opwaardering van menselijk kapitaal, organisatorische verandering, ICT en productiviteit en dat ICT wordt ontwikkeld en doeltreffend wordt gebruikt. Maatregelen die gericht zijn op verbetering van basiskennis van ICT, ontwikkeling van geavanceerde ICT-vaardigheden, opleiding van ICT'ers, levenslang leren m.b.t. ICT, en verbetering van beheers- en netwerkvaardigheden voor doeltreffend gebruik van ICT, zijn van bijzonder belang (6) en vallen onder de kernbevoegdheden van lokale en regionale overheden.

15.

Het Comité is het er volstrekt mee eens dat mobiliteit van wetenschappers een uiterst belangrijke factor is om een loopbaan als ICT-onderzoeker doeltreffender en veelal ook aantrekkelijker te maken en zou daarbij het volgende willen benadrukken:

burgers, en met name jongeren, moeten warm worden gemaakt voor onderzoek en innovatie. De lidstaten moeten hun nationale leerplannen aanpassen teneinde studenten vanaf een vroeg stadium op school kennis te laten maken met het ICT-potentieel op het gebied van wetenschap en onderzoek. Lokale en regionale overheden, die het bestuursniveau vormen dat rechtstreeks voor de organisatie van het onderwijs verantwoordelijk is, moeten integraal kunnen deelnemen aan dit proces, en lokale expertise koppelen aan de Europese steunmaatregelen die op dit gebied moeten worden ontwikkeld. De Commissie moet in dit verband een passend steunmechanisme trachten te ontwikkelen.

16.

Het Comité wijst er bovendien op dat de EU er alle baat bij heeft om uitmuntende wetenschappers uit derde landen aan te trekken. Europese mobiliteitsprogramma's, zoals Marie-Curie, en ondersteunende maatregelen die bijvoorbeeld in sommige regio's in het kader van terugkeerprogramma's voor wetenschappers zijn genomen, zijn daarom van groot belang (7).

17.

Zoals de groep van deskundigen inzake de EOR (8) heeft vastgesteld, spelen nationale en regionale stakeholders een steeds grotere rol bij de ontwikkeling van belangrijke nieuwe Europese initiatieven, zoals de EOR-netwerken, Eurostars, EIT, GTI en clusterbeleid.

18.

Alle spelers, de EU, de lidstaten en de regio's, zouden alle mogelijkheden moeten nagaan om synergie tussen bestaande beleidsmaatregelen en samenwerkingsinstrumenten op te wekken en mechanismen moeten invoeren om ervoor te zorgen dat lopende coördinatieprogramma's, ICT-onderzoek ten volle ondersteunen (9). Het Comité pleit met name voor een gecoördineerde inzet van het KP7, de structuurfondsen en het KCI, aangezien dit, zoals in eerdere CvdR-adviezen al is benadrukt (10), van essentieel belang is, wil de EU haar concurrentievermogen verbeteren en synergie creëren tussen het nationale en regionale beleid op het gebied van cohesie, onderzoek, hoger onderwijs en innovatie.

19.

Het onderstreept dat de coördinatie van belangrijke EU-instrumenten als het KP7, de structuurfondsen en het KCI, niet alleen een kwestie is van politieke intenties, maar ook een uitdaging vormt wat de samenhang van het beleid betreft. Om de coherentie te kunnen waarborgen bij programma's op meerdere niveaus en met meerdere belanghebbende partijen is een goed werkend multi-level governance-systeem nodig (11).

20.

Het is van essentieel belang dat de regio's optimaal gebruik maken van de coördinatie-instrumenten van KP7. Aldus kunnen de regio's streven naar uitmuntendheid en Europees/internationaal concurrentievermogen in hun onderzoeks- en innovatiesystemen. Dit houdt in dat de regionale netwerkactiviteit tussen onderzoeksinstellingen, universiteiten, MKB en andere relevante actoren moet worden versterkt om clusters, regionale technologieplatforms en fora op te richten. De regionale spelers moeten worden geholpen om toegang te krijgen tot Europese samenwerkingsprojecten en agenda's op het gebied van onderzoek en innovatie, zoals het EOR-net en de Europese technologieplatforms (12).

21.

Het Comité verheugt zich over deze kans om meer erkenning te geven aan de rol die lokale overheden in de ondersteuning van ICT-onderzoek spelen. Regio's en steden kunnen ervoor zorgen dat nieuwe producten gemakkelijker op de markt worden gebracht en kunnen innovatie en onderzoek via precommerciële inkoop stimuleren.

22.

Lokale en regionale overheden kunnen ook de vraag naar nieuwe, op ICT gebaseerde oplossingen aanzwengelen, en aldus nieuwe markten voor de Europese onderzoekswereld scheppen. Voorts kunnen regio's en steden hun O&O-investeringen aanpassen om bepaalde sectoren met een hoge impact te ondersteunen, door hun inspanningen op bestaande en opkomende lokale industrieën en clusters te richten, en aldus de economische recessie en het tekort aan O&O-investeringen aan te pakken.

23.

Algemeen is er een gebrek aan coördinatie van de inspanningen op een aantal uiteenlopende gebieden als onderwijs, innovatie, onderzoek, investeringen en marketing van innovatieve ICT-oplossingen. In dit verband kan het concept van gebruikersgestuurde innovatie als een sleutelinstrument voor verbetering worden gebruikt. Het wordt in steeds meer regio's en steden in heel Europa toegepast en heeft aangetoond te kunnen fungeren als belangrijke motor voor O&O-investeringen en markttoegang voor nieuwe innovatie. In de Mededeling van de Europese Commissie zou daarom meer aandacht moeten gaan naar dit concept.

24.

Daar het van belang is O&O en industriële praktijken nauw aan elkaar te koppelen, dringt het Comité er bij de lidstaten en de Commissie op aan alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat onderzoek zo snel mogelijk in dagelijkse praktijken van het economisch en openbaar leven toepassing vindt.

ICT-grenzen verleggen — een strategie voor onderzoek naar technologieën van de toekomst of in opkomst in Europa (COM(2009) 184 final)

25.

Het Comité onderstreept dat alleen met de hulp van steden en regionale overheden onderzoeks- en innovatiemogelijkheden kunnen worden ontwikkeld om de ICT-grenzen te verleggen. Deze overheden zijn de belangrijkste stuwende krachten achter kennis en innovatie in Europa aangezien zij het dichtst bij de betrokken actoren staan. Onderzoek en innovatie worden voor steeds meer Europese regio's een topprioriteit wat openbare financiering betreft (13).

26.

Met hun onderzoeksbeleid scheppen de regio's de ondersteunende programmatische, juridische en structurele randvoorwaarden en dragen ze in grote mate bij tot het creëren van meerwaarde op het gebied van onderzoek en tot het ontstaan van een dynamische Europese onderzoeksruimte (14).

27.

Op strategisch vlak blijven nieuwe initiatieven inzake netwerk- en clustervorming het daglicht zien en wordt ook hun ondersteuning ontwikkeld, teneinde „knooppunten” van wereldklasse te creëren, die aan wereldwijde innovatieketens moeten worden gelinkt. Verbanden en samenwerking tussen regio's zowel binnen een land als over de landsgrenzen heen worden dan ook van steeds groter belang (15).

28.

Het Comité benadrukt de belangrijke rol die de steden en regio's spelen in het scheppen van een innovatief klimaat via lokaal innovatiebeleid, technologiecentra, starterscentra, wetenschapsparken en risicokapitaalfondsen (16).

29.

Het is ingenomen met de door de Commissie voorgestelde strategie om twee of drie gedurfde nieuwe FET-vlaggenschipinitiatieven op onderzoeksgebied vast te stellen en te lanceren, die grotere multidisciplinaire inspanningen van de onderzoeksgemeenschap in de richting moeten sturen van fundamentele doorbraken aan de grenslijnen van ICT.

30.

Als gezamenlijke programmering goed gestructureerd en beheerd wordt, kan zij uitgroeien tot een mechanisme dat op zijn minst even belangrijk is als het EU-kaderprogramma wat de bevordering van FET-onderzoek betreft. Het Comité wijst er andermaal op dat, om dit potentieel ten volle te benutten, openbare en particuliere onderzoeksfinanciering beter moeten worden gecoördineerd (17).

31.

De EU en de lidstaten moeten alle kansen aangrijpen om de synergieën tussen de talrijke bestaande transnationale beleidsmaatregelen en samenwerkingsinstrumenten te stroomlijnen en te verbeteren en hen op de Europese onderzoeksruimte af te stemmen (18).

32.

Het Comité wijst er andermaal op dat de EOR-netwerken die regionale en Europese onderzoeksprogramma's coördineren, hun waarde hebben bewezen en verder zouden moeten worden ontwikkeld (19); het succes van de EOR-netwerken is daarbij te danken aan de medewerking van een breed gamma van stakeholders, met inbegrip van lokale en regionale overheden.

33.

Het Comité pleit voor verdere inspanningen om de openheid en transparantie van de Europese technologieplatforms te verbeteren en de deelname van andere stakeholders van buiten het bedrijfsleven en de onderzoeksgemeenschap, zoals lokale en regionale overheden, middenveldorganisaties en MKB te verzekeren (20).

ICT-infrastructuren voor e-wetenschap (COM(2009) 108 final)

34.

Lokale en regionale overheden spelen een cruciale rol in de Europese onderzoeksruimte (EOR)); zij behartigen de lokale belangen, brengen het beleid dichter bij de burgers en staan dichter bij de dagelijkse praktijk van de betrokken actoren. Daarom moeten de regio's een strategische functie vervullen bij de initiatieven die worden ontplooid om de EOR te versterken en uit te breiden, met name waar het gaat om de oprichting van solide onderzoeksfaciliteiten in een innovatiegerichte omgeving en om samenwerking op onderzoeksgebied (21).

35.

Het Comité herhaalt zijn suggesties aan de Commissie en de lidstaten om de regionale en lokale overheden te ondersteunen bij hun inspanningen om toegang te krijgen tot moderne onderzoeksinfrastructuur en deze te ontwikkelen en te exploiteren, teneinde:

lokale en regionale overheden een grotere rol te geven bij het uitwerken van de routekaart van het Europees Strategieforum inzake onderzoeksinfrastructuren (ESFRI) (22), en dan vooral bij de prioriteitenstelling m.b.t. de 35 projecten van Europees belang die al zijn goedgekeurd;

rekening te houden met het belang van de lokale en regionale overheden en met hun betrokkenheid bij de ERI's; en

lokale en regionale overheden daadwerkelijk te betrekken bij een efficiënt beheer van de ERI's (23).

36.

Lokale en regionale overheden zijn in feite de motor achter gezamenlijke onderzoeksprogramma's (met onder meer derde landen). Als geen ander weten ze immers hoe de wetenschappelijke, technologische en economische situatie ter plaatse ervoor staat en welke behoefte er is aan samenwerking op strategische terreinen (24).

37.

Volgens het Comité is de tenuitvoerlegging en financiering van de Europese routekaart – die thans betrekking heeft op 35 sleutelprojecten van Europees belang, die in de komende 10 à 20 jaar zullen worden ontwikkeld (25) – een belangrijke mijlpaal in de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte.

38.

Het Comité herinnert eraan dat uitmuntendheid een doorslaggevend criterium moet zijn bij de tenuitvoerlegging van de Europese routekaart en dat de nieuwe lidstaten nauw bij dit initiatief moeten worden betrokken (26).

39.

Het onderschrijft de aanbevelingen van de EOR-deskundigengroep (27) dat de ESFRI-methodologie voor de evaluatie van grootschalige pan-Europese onderzoeksinfrastructuur verder moet worden verbeterd, met name wat transparantie van procedures en betrokkenheid van relevante stakeholders betreft.

40.

Lokale en regionale overheden moeten ten volle worden betrokken bij de tenuitvoerlegging en herziening van de ESFRI-routekaart, met name wat betreft de noodzakelijke prioritering van projecten en de coördinatie tussen de ESFRI-routekaart en andere soortgelijke activiteiten op nationaal/regionaal niveau, die betrekking kunnen hebben op zowel materiële als immateriële faciliteiten.

41.

Een zo ruim mogelijk publiek dient te worden geïnformeerd over de door e-wetenschap geboden kansen. Zo moeten o.m. openbare databanken over goede e-wetenschapspraktijken, voorbeelden en beschikbare deugdelijke oplossingen worden opgezet en gestimuleerd en moet ervoor worden gezorgd dat relevante informatie in alle officiële EU-talen beschikbaar is.

Brussel, 3 december 2009.

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Luc VAN DEN BRANDE


(1)  COM(2009) 116 final.

(2)  CdR 10/2009 fin.

(3)  COM(2009) 116 final.

(4)  The Economic Impact of ICT Measurement, Evidence and Implications — http://browse.oecdbookshop.org/oecd/pdfs/browseit/9204051E.PDF

(5)  The Economic Impact of ICT Measurement, Evidence and Implications — http://browse.oecdbookshop.org/oecd/pdfs/browseit/9204051E.PDF

(6)  The Economic Impact of ICT Measurement, Evidence and Implications — http://browse.oecdbookshop.org/oecd/pdfs/browseit/9204051E.PDF

(7)  Zie CdR 83/2007 fin.

(8)  Zie „Opening to the world: International Cooperation in Science and Technology”, het verslag van de groep van deskundigen inzake de EOR.

(9)  Zie CdR 283/2008 fin.

(10)  Zie CdR 263/2007 fin.

(11)  Zie CdR 263/2007 fin.

(12)  Zie CdR 263/2007 fin.

(13)  Zie CdR 263/2007 fin.

(14)  Zie CdR 83/2007 fin.

(15)  OESO Science, Technology and Industry Outlook 2008 – Highlights

(16)  Zie CdR 83/2007 fin.

(17)  Zie CdR 83/2007 fin.

(18)  Verslag van de EOR-deskundigengroep „Optimising research programmes and priorities”, zie bijlage.

(19)  Zie CdR 83/2007 fin.

(20)  Europese Commissie, maart 2007. Derde situatieverslag over Europese technologieplatforms, hoofdstuk 4.1.

(21)  Zie CdR 283/2008 fin.

(22)  Europees Strategieforum inzake onderzoeksinfrastructuur (http://cordis.europa.eu/esfri/home.html)

(23)  Zie CdR 283/2008 fin.

(24)  Zie CdR 283/2008 fin.

(25)  http://www.riportal.eu

(26)  CDR 263/2007 fin; Zie CdR 83/2007 fin.

(27)  Verslag van de EOR-deskundigengroep „Developing World-class Research Infrastructures for the ERA”


Top