EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0088

Actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2009 over het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader (2008/2150(INI))

PB C 87E van 1.4.2010, p. 16–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 87/16


Dinsdag, 10 maart 2009
Actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader

P6_TA(2009)0088

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2009 over het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader (2008/2150(INI))

2010/C 87 E/04

Het Europees Parlement,

gelet op het EG-Verdrag,

gezien Advies nr. 2/2004 van de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen over het model „single audit” (en een voorstel voor een communautair internecontrolekader) (1),

gezien de mededeling van de Commissie van 15 juni 2005 over een stappenplan voor een geïntegreerd internecontrolekader (COM(2005)0252),

gezien de mededeling van de Commissie van 17 januari 2006 over het actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader (COM(2006)0009),

gezien het eerste halfjaarlijkse verslag over de tenuitvoerlegging van het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader, gepubliceerd op 19 juli 2006 (SEC(2006)1009), ingevolge het verzoek van het Parlement in zijn resolutie van 27 april 2006 over de kwijting voor het begrotingsjaar 2004 (2),

gezien het voortgangsverslag van de Commissie van 7 maart 2007 (COM(2007)0086), waarin de voortgang wordt aangegeven en enkele nieuwe acties worden aangekondigd,

gezien de mededeling van de Commissie van 27 februari 2008 getiteld „Verslag over het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader” (COM(2008)0110) en het daarbij gevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie (SEC(2008)0259),

gezien de mededeling van de Commissie van 4 juni 2008 getiteld „Synthese van de beheersresultaten van de Commissie in 2007” (COM(2008)0338),

gezien het jaarverslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit over de in 2007 uitgevoerde interne controles (COM(2008)0499),

gezien het jaarverslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit betreffende de follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2006 (COM(2008)0629 en COM(2008)0628) en de daarbij horende werkdocumenten van de Commissiediensten (SEC(2008)2579 en SEC(2008)2580),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de instellingen (3),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Begrotingscommissie (A6-0022/2009),

A.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 274 van het EG-Verdrag, onder eigen verantwoordelijkheid en volgens het beginsel van goed financieel beheer, en in samenwerking met de lidstaten de begroting uitvoert,

B.

overwegende dat het principe van effectieve interne controle een van de begrotingsprincipes is die zijn opgenomen in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4) (Financieel Reglement) als gevolg van de wijziging hiervan bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 van 13 december 2006 (5), zoals de Commissie in het actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader (het actieplan) had voorgesteld,

C.

overwegende dat de meest doeltreffende manier voor de Commissie om te tonen dat zij zich werkelijk inzet voor transparantie en goed financieel beheer, erin bestaat haar volledige steun te verlenen aan maatregelen die ten doel hebben de kwaliteit van het financieel beheer te verbeteren, teneinde een gunstige betrouwbaarheidsverklaring (DAS (6)) van de Europese Rekenkamer te bekomen,

D.

overwegende dat de ECOFIN-Raad in paragraaf 5 van zijn conclusies van 8 november 2005 heeft gewezen op het fundamentele belang van de invoering van een geïntegreerde interne controle en van duidelijkheid en vereenvoudiging van de desbetreffende regelgeving, en de Commissie heeft verzocht een evaluatie van de kosten van deze controle per uitgavencategorie te verrichten,

E.

overwegende dat de Commissie, ter bevordering van het strategische oogmerk een DAS van de Europese Rekenkamer te verkrijgen, in januari 2006 het actieplan vaststelde, gevolg gevend aan de aanbevelingen van de Rekenkamer (7), de resolutie van het Parlement van 12 april 2005 over de kwijting voor het begrotingsjaar 2003 (8) en de conclusies van de ECOFIN-Raad van 8 november 2005,

F.

overwegende dat het actieplan zich richtte op de aanpak van leemten in de toenmalige controlestructuren van de Commissie en 16 gebieden noemde waarop tegen eind 2007 actie moest worden ondernomen, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat verbetering van het financieel beheer in de Unie moet worden nagestreefd door nauwlettend toezicht op de controles bij de Commissie en de lidstaten,

G.

overwegende dat de Rekenkamer in paragraaf 2.29 in hoofdstuk 2 (handelend over het interne controlesysteem van de Commissie) van zijn jaarverslag over 2007, overweegt: „In het samenvattend verslag over 2007 van de Commissie wordt een positief oordeel gegeven over de geboekte vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de acties tot dan toe, maar wordt aangegeven dat het bewijs inzake de doeltreffendheid van de acties – in de zin dat ze het foutenniveau in de onderliggende verrichtingen beperken – nog lang niet geleverd is”,

H.

overwegende dat de Commissie op punt 2.30 van het jaarverslag 2007 van de Rekenkamer als volgt antwoordt: „De tenuitvoerlegging van de acties is een voortgaand proces en wordt krachtig ter hand genomen. De impact van de acties kan uiteraard pas worden bezien na de uitvoering ervan in de jaren 2006 en 2007. Een eerste impactverslag zal begin 2009 worden opgesteld”,

1.

is ingenomen met de vooruitgang die met de uitwerking van het actieplan over de gehele lijn is geboekt en het feit dat het merendeel van de acties is uitgevoerd en de meeste leemten die in het actieplan werden genoemd, zijn ingevuld;

2.

benadrukt dat de Commissie en de lidstaten door een efficiënt geïntegreerd internecontrolekader, zoals voorzien in het actieplan van de Commissie, beter in staat zullen zijn de EU-begroting overeenkomstig de politieke doeleinden en de prioriteiten van het Parlement uit te voeren;

3.

betreurt het gebrek aan duidelijke taal en verzoekt de Commissie aan te geven in welke fase het actieplan voor de totstandbrenging van een geïntegreerd internecontrolekader zich bevindt en wanneer zij verwacht dat de genomen maatregelen een zichtbaar en positief effect zullen hebben op de wettigheid en regelmatigheid van transacties;

4.

neemt kennis van het impactverslag aangenomen door de Commissie op 4 februari 2009 (COM(2009)0043) en zal er in de kwijtingsresolutie voor het begrotingsjaar 2007 rekening mee houden;

5.

erkent de inspanningen van de Commissie, maar betreurt dat de Commissie vanwege problemen met de verslaglegging door de lidstaten tot nu toe niet in staat is gebleken een volledig en betrouwbaar overzicht te geven van de gegevens over terugvorderingen en financiële correcties; verzoekt de Commissie een oplossing te zoeken voor deze problemen en wenst van de Commissie een gedetailleerd tijdschema te ontvangen met betrekking tot de ontwikkeling en de toepassing van een nieuw systeem voor verslaglegging;

6.

wijst erop dat het succes van het actieplan in de eerste plaats wordt afgemeten aan het effect van de acties, namelijk dalende foutenpercentages en betere beoordelingen van de systemen door de Rekenkamer;

7.

verwacht zonder meer dat zulke verbeteringen een werkelijk effect zullen hebben op het jaarverslag 2008 van de Europese Rekenkamer;

8.

spoort de Commissie aan tot meer transparantie bij haar effectbeoordeling van het actieplan en volledig te blijven toezien op de uitvoering ervan;

Acties 4, 10 en 10N: Foutenindex of aanvaardbaar foutenrisico – Onderzoek naar het bestaande evenwicht tussen operationele uitgaven en de kosten van de controlesystemen

9.

betreurt dat bij twee van de voor het Parlement belangrijkste acties sprake is van vertraging ten opzichte van het geplande tijdschema;

10

betreurt met name dat actie 4 van het actieplan, met betrekking tot een interinstitutioneel initiatief ten aanzien van de basisbeginselen die gelden met betrekking tot de risico's die in onderliggende verrichtingen kunnen worden aanvaard, nog niet is uitgevoerd; is het eens met de Rekenkamer waar deze in zijn advies nr. 4/2006 (9) schrijft dat nog steeds niet is uitgemaakt hoe een „aanvaardbaar controlerisico” moet worden bepaald, hoewel dit een fundamenteel onderdeel is van het geïntegreerde internecontrolesysteem;

11.

herinnert eraan dat de Rekenkamer onder de paragrafen 2.9 en 2.10 van zijn jaarverslag 2005 (10) reeds overwoog dat ten aanzien van de invoering van een geïntegreerd internecontrolekader, „een van de belangrijkste door de Commissie aanvaarde doelstellingen betrekking heeft op de proportionaliteit en de kostenefficiëntie van de controles”;

12.

herinnert voorts aan de eerder vermelde conclusies van de ECOFIN-Raad van 8 november 2005, waarin werd verklaard dat de Raad van mening was, overeenkomstig verslag 2/2004 van de Rekenkamer, dat een akkoord moest worden bereikt met het Parlement over de aanvaardbare risico's in de onderliggende verrichtingen, daarbij rekening houdend met de kosten en baten van de controles bij elke communautaire beleidsvorm en met het dienovereenkomstige bedrag van de uitgave;

13.

wijst erop dat de Rekenkamer in paragraaf 2.42, letter c) van zijn jaarverslag over 2007, aanbeveelt voort te maken met het nader uitwerken van het begrip „toelaatbaar risico”, en in paragraaf 1.52, letter c) van hoofdstuk 1 (Betrouwbaarheidsverklaring en toelichting daarbij) van datzelfde verslag, het evenwicht tussen kosten en restrisico op afzonderlijke uitgaventerreinen zo belangrijk noemt „dat het zou moeten worden vastgesteld op politiek niveau (d.w.z. door de begrotings-/kwijtingverlenende autoriteiten) uit naam van de burgers van de Unie”;

14.

dringt er bij de Commissie op aan, onverwijld de beloofde mededeling over deze materie uit te brengen teneinde de interinstitutionele discussie over aanvaarbaar risico weer op gang te brengen, iets waarom het Parlement reeds heeft gevraagd in zijn kwijtingsresolutie van 24 april 2007 voor het begrotingsjaar 2005 (11) en die van 22 april 2008 over het begrotingsjaar 2006 (12); verzoekt de Commissie om de methoden die zij gebruikt voor de vaststelling van het foutenpercentage volledig openbaar te maken;

15.

is daarom van mening dat de Commissie volgens de beginselen van evenredigheid en kostenefficiëntie (value for money) van de controlesystemen, de verhouding dient na te gaan tussen enerzijds de voor elk afzonderlijk beleidsveld beschikbare middelen en anderzijds het aandeel van deze middelen dat aan de controlesystemen wordt besteed, opgesplitst naar uitgavencategorie, zoals in de kwijtingsresolutie voor het begrotingsjaar 2005 is gevraagd;

16.

herinnert de Commissie eraan dat het belangrijk is deze vergelijkende analyse uit te voeren, omdat dit de enige mogelijkheid is om een aanvaardbaar foutenrisico te bepalen, en deze analyse aan het Parlement, de Raad en de Rekenkamer te doen toekomen;

17.

meent dat de kosten-batenverhouding tussen de middelen die aan controle-activiteiten worden besteed en de door die controles opgeleverde resultaten een van de belangrijkste elementen is waarop de Rekenkamer moet letten;

18.

citeert met instemming de zeer belangrijke opmerking van de Rekenkamer, in paragraaf 1.52, letter d), van het jaarverslag 2007, namelijk dat „als een regeling niet bevredigend kan worden uitgevoerd tegen aanvaardbare kosten en met een toelaatbaar risico, zij opnieuw moet worden bezien”;

19.

verzoekt de Commissie, gezien de acties 10 en 10N, betrouwbare informatie te verstrekken over de kosten van controlesystemen en over de mogelijkheden om deze te vereenvoudigen teneinde zo een betere balans te vinden tussen enerzijds de behoefte aan controles en anderzijds het streven naar vermindering van de administratieve lasten voor de aanvragers en ontvangers van EU-steun;

20.

herinnert aan zijn standpunt en het standpunt van de Rekenkamer dat gecompliceerde of onduidelijke regelgeving en complexe juridische vereisten afbreuk doen aan de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven van de EU; acht het noodzakelijk het streven naar vereenvoudiging bij de volgende herziening van het Financieel Reglement en bij de vaststelling van een rechtsgrond voor toekomstige uitgavenprogramma's van de EU een belangrijke rol te laten spelen;

Acties 1, 3, 3N, 5, 10, 10a, 11N, 13 en 15: samenwerking met de lidstaten nodig

21.

benadrukt dat de Commissie voor de uitvoering van acties 1, 3, 3N, 5, 10, 10a, 11N, 13, en 15, ook op samenwerking met de lidstaten is aangewezen; stelt nadrukkelijk deze acties te steunen en vraagt de Commissie daarom dringend om alle beschikbare middelen in te zetten om deze zo spoedig mogelijk volledig uit te voeren;

22.

herinnert aan de verklaring van de Commissie in haar voornoemde mededeling van 2008 (COM(2008)0110) dat de acties 1, 3, 3N, 5, 8 en 13 zijn voltooid;

23.

verklaart evenwel tot dusver geen weet te hebben van documenten of verklaringen die dit bevestigen en moet daarom ernstig betwijfelen of die maatregelen inderdaad zijn voltooid of uitgevoerd of enig effect hebben gehad op de verdere uitvoering van het actieplan;

24.

verzoekt de Rekenkamer meer gedetailleerd verslag te doen van de samenwerking met de nationale rekenkamers en aan te geven wanneer deze samenwerking haar vruchten af zal werpen;

Acties 5 en 13: het gebruik van jaarlijkse samenvattingen en beheersverklaringen

25.

is ingenomen met de jaarlijkse overzichten van op nationaal niveau beschikbare controles en verklaringen, die op 15 februari 2008 voor het eerst werden ingediend en waarmee een aanzienlijke stap is gezet naar de beoogde verbetering van het beheer van de EU-middelen; betreurt evenwel het gemis aan transparantie rond deze jaarlijkse overzichten, die de Commissie namelijk niet naar het Parlement heeft doorgezonden;

26.

verwelkomt de vanaf 2008 aangeboden jaarlijkse overzichten en de in de jaarlijkse activiteitenverslagen voor 2006 en 2007 van de voor de structuurfondsen verantwoordelijke directoraten-generaal vervatte beoordelingen en verklaringen, maar is er geenszins van overtuigd dat de acties 5 en 13 zijn voltooid nu het Parlement geen enkele informatie daaromtrent heeft;

27.

betreurt dat het Parlement tot dusver geen volledige informatie van de Commissie heeft ontvangen omtrent de beoordeling en de vergelijkende analyse van de eerste jaarlijkse overzichten die zijn binnengekomen;

28.

wijst er bovendien op dat de Rekenkamer in zijn jaarverslag 2007 schrijft dat de overzichten nog niet kunnen worden geacht een betrouwbare beoordeling te geven van de werking van de controlesystemen doordat de presentatie ervan te sterk verschilt;

Actie 11N: ontwikkeling van een typologie van fouten en de verhouding tot terugvorderingen en financiële correcties

29.

betreurt dat de Commissie ondanks aanzienlijke inspanningen, volgens de Rekenkamer geen volledige en betrouwbare cijfers heeft kunnen overleggen en zelfs niet heeft kunnen aantonen dat de uiteindelijk gepresenteerde cijfers duidelijk strookten met de gepubliceerde jaarrekeningen;

30.

spoort de Commissie aan de uitvoering van deze belangrijke actie te voltooien zodat de verslaggevingvereisten in sterkere mate worden nageleefd en de nauwkeurigheid van de door de lidstaten aangeleverde gegevens beter wordt;

Actie 8N: samenwerking met de hoogste nationale controle-instellingen en de wijze waarop hun werkzaamheden zekerheid kunnen verschaffen

31.

wijst erop dat de onafhankelijke nationale controle-instellingen, ofschoon geen deel uitmakend van het interne controlekader, als externe controleurs van de nationale openbare uitgaven een belangrijke rol kunnen spelen bij de controle op de openbare financiën;

32.

betuigt zijn volledige steun aan de door de Commissie op gang gebrachte samenwerking met enkele van de nationale hoogste controle-instellingen, en moedigt verdere contacten met die instellingen aan zodat kan worden bezien hoe hun werkzaamheden kunnen worden aangewend voor vergroting van de zekerheid omtrent de uitvoering van programma's in de lidstaten;

33.

verwelkomt het initiatief van de Commissie om te komen tot een gestructureerde benadering voor de aanmoediging van contacten met nationale hoogste controle-instellingen en moedigt de Commissie verder aan deze actie in nauwe samenwerking met de Rekenkamer te voltooien;

*

* *

34.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 107 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5.

(3)  PB C 286 van 10.11.2008, blz. 1.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1.

(6)  Afkorting van Franse term „Déclaration d'assurance”.

(7)  Advies nr. 2/2004 (PB C 107 van 30.4.2004, blz. 1) (Advies inzake „Single Audit”).

(8)  PB L 196 van 27.7.2005, blz. 4.

(9)  PB C 273 van 9.11.2006, blz. 2.

(10)  PB C 263 van 31.10.2006, blz. 1.

(11)  PB L 187 van 15.7.2008, blz. 25.

(12)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0133.


Top