EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006AR0053

Advies van het Comité van de Regio's over de Resolutie van het Europees Parlement over de bescherming van minderheden en maatregelen ter bestrijding van discriminatie in een uitgebreid Europa

PB C 229 van 22.9.2006, p. 57–66 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

22.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 229/57


Advies van het Comité van de Regio's over de Resolutie van het Europees Parlement over de bescherming van minderheden en maatregelen ter bestrijding van discriminatie in een uitgebreid Europa

(2006/C 229/09)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

GEZIEN het besluit van het Europees Parlement van 8 juni 2005 om het Comité van de Regio's, overeenkomstig artikel 265, vierde alinea, van het EG-Verdrag over dit vraagstuk te raadplegen;

GEZIEN het besluit van zijn bureau van 11 oktober 2005 om de commissie Constitutionele aangelegenheden en Europese governance te belasten met de desbetreffende voorbereidende werkzaamheden;

GEZIEN de Resolutie van het Europees Parlement over de bescherming van minderheden en maatregelen ter bestrijding van discriminatie in een uitgebreid Europa, T6-0228/2005;

GEZIEN artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

GEZIEN het op 29 oktober 2004 ondertekende Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, en meer bepaald het Handvest van de grondrechten, dat Deel II van deze Grondwet vormt;

GEZIEN Richtlijn 2000/43/EG houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming en Richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep;

GEZIEN zijn advies over de „Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Non-discriminatie en gelijke kansen voor iedereenEen raamstrategie” (COM(2005) 224 final) en over het „Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)Voor een rechtvaardige samenleving” (COM(2005) 225 final-2005/0107 (COD)) (CdR 226/2005 fin);

GEZIEN de Resolutie van het Europees Parlement over homofobie in Europa (RSP/2005/2666);

GEZIEN zijn advies over het Groenboek „Gelijkheid en non-discriminatie in een uitgebreide Europese Unie” (COM(2004) 379 final) (CdR 241/2004 fin) (1);

GEZIEN de aanbevelingen van het onafhankelijk netwerk van deskundigen op het gebied van grondrechten in de EU in „Thematic Comments No 3”: „The protection of Minorities in the European Union”;

GEZIEN de rapporten van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EUMC), m.n. over de situatie van migranten, minderheden en Roma;

GEZIEN zijn ontwerpadvies (CDR 53 rév. 1/2006) over dit onderwerp dat op 7 april 2006 door de commissie Constitutionele aangelegenheden, Europese governance en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht met algemene stemmen werd goedgekeurd (rapporteurs: Boris Sovič, burgemeester van Maribor, en Eberhard Sinner, minister en hoofd van de staatskanselarij van de deelstaat Beieren);

1)

OVERWEGENDE dat de eerbiediging van de grondrechten en van de culturele en taalkundige diversiteit een sterke Europese troef is, die behouden moet blijven in alle Europese regio's en een belangrijk aandachtspunt van het CvdR vormt;

2)

OVERWEGENDE dat alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid met dezelfde kracht dienen te worden bestreden, waarbij moeten worden bedacht dat alle ingezetenen aan de rijkdom van Europa bijdragen;

3)

OVERWEGENDE dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen bescherming van minderheden en non-discriminatiebeleid en dat gelijke behandeling geen gunst, maar een grondrecht is van alle burgers;

4)

OVERWEGENDE dat elk individu het recht heeft anders te zijn en dat een houding van verdraagzaamheid en respect de algemeen aanvaarde norm in de samenleving zou moeten zijn die jegens eenieder geldt en niet alleen ten opzichte van sommigen;

5)

OVERWEGENDE dat voor lokale overheden een belangrijke rol is weggelegd bij het verdedigen van het grondrecht van vrijheid van vereniging en vergadering;

6)

OVERWEGENDE dat gemeentefunctionarissen een bijzondere verantwoordelijkheid hebben, nl. een voorbeeldfunctie en de taak om goede praktijken te bevorderen;

7)

OVERWEGENDE dat lokale en regionale overheden belangrijke bevoegdheden hebben op het gebied van de burgerlijke stand, onderwijs, politie, gezondheid, huisvesting en welzijnswerk, even zovele gebieden die cruciaal zijn voor de bescherming van grondrechten;

8)

OVERWEGENDE dat het Comité van de Regio's op verzoek van het Europees Parlement informatie heeft verzameld over succesvolle praktijkvoorbeelden op lokaal en regionaal niveau en hiermee wil bijdragen tot een betere bescherming van minderheden en de tenuitvoerlegging van non-discriminatiebeleidsmaatregelen;

heeft tijdens zijn op 14 en 15 juni 2006 gehouden 65e zitting (vergadering van 15 juni) onderstaand advies met algemene stemmen goedgekeurd.

Standpunten van het Comité van de Regio's

1.   Algemene opmerkingen

1.1

Het CvdR is verheugd over de resolutie van het Europees Parlement en is het met het Europees Parlement eens dat de uitvoering van het non-discriminatiebeleid in de EU-lidstaten veel te wensen overlaat. Hoewel de verschillende lidstaten dit beleid in verschillende mate hebben uitgevoerd en de ene lidstaat op dit vlak meer initiatief aan de dag heeft gelegd dan de andere, hebben de Europese Unie, de lidstaten, alsook de lokale en regionale overheden toch al een uitgebreide lijst opgesteld van succesvolle praktijkvoorbeelden.

1.2

Verder kan het Comité zich vinden in het standpunt van het EP dat de diverse lokale, regionale en nationale overheden in de lidstaten meer zouden kunnen doen aan de coördinatie van hun respectieve maatregelen ter bestrijding van alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele voorkeur, waaronder antisemitisme en aanvallen op minderheden, met name Roma.

1.3

Lokale en regionale overheden staan voor een dubbele uitdaging: enerzijds moeten zij ervoor zorgen dat de lokale en regionale administratieve diensten bij hun werkzaamheden elke vorm van discriminatie tegengaan en het beginsel van gelijke toegang tot individuele, economische en sociale rechten respecteren, terwijl zij anderzijds ook verantwoordelijk zijn voor het actief bevorderen van de grondrechten, waaronder de rechten van minderheden.

1.4

Daarom is het belangrijk dat het beleid van de lokale overheden en de gehanteerde regels niet discriminerend zijn, noch de jure noch de facto, en dat hiermee wordt bijgedragen tot sociale, economische en politieke integratie.

1.5

Aangezien armoede, sociale uitsluiting en gettovorming extremisme in de hand kunnen werken, kan een doeltreffend integratiebeleid op lokaal en regionaal niveau, dat onder andere maatregelen op het gebied van onderwijs en huisvesting omvat, onrechtstreeks bijdragen tot het voorkomen van gewelddadig extremisme. In dit verband verdienen ook jongeren in stadsgetto's speciale aandacht.

1.6

In verschillende steden, gemeenten en regio's bestaan er reeds positieve initiatieven om minderheden beter te beschermen, uitgaand van het beginsel van de multiculturele samenleving en van het besef van de grote verscheidenheid binnen de EU, die een bron van rijkdom is. Op basis van de informatie die de CvdR-leden hebben verzameld, stelt het Comité bijgevolg een voorlopig en ver van volledig overzicht van succesvolle praktijkvoorbeelden op lokaal en regionaal niveau voor, dat als bijlage bij dit advies is gevoegd.

2.   Opmerkingen en aanbevelingen

2.1   Decentrale maatregelen ter bevordering van verscheidenheid en interculturele dialoog

2.1.1

De lokale en regionale overheden zouden moeten zorgen voor een toegevoegde waarde in de strijd tegen racisme, antisemitisme, islamofobie, vreemdelingenhaat, homofobie en aanvallen op minderheden, m.n. Roma en onderdanen van derde landen, door verscheidenheid op lokaal en regionaal niveau aan te moedigen en zich te laten leiden door het uitgangspunt dat verscheidenheid aan de oorsprong staat van de welvaart van samenlevingen.

2.1.2

De lokale en regionale overheden zouden gepaste, decentrale maatregelen moeten nemen om de rechten van minderheden beter te beschermen en racisme en vreemdelingenhaat in Europese steden en regio's aan te pakken. Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn:

lokale en regionale diensten oprichten die discriminatie moeten tegengaan en verantwoordelijk zijn voor de monitoring en registratie van klachten van personen die tot een bepaalde groep behoren en als zodanig gediscrimineerd worden;

basisinformatie over de situatie van minderheden en non-discriminatiebeleid onder de bevolking verspreiden;

officiële vertegenwoordigers van steden, gemeenten en regio's openbare lezingen over goede werkmethoden laten houden;

de contactpunten van EuropeDirect inschakelen voor de promotie van minderhedenrechten en maatregelen voor gelijke behandeling;

evenementen en feestelijkheden opzetten teneinde verschillende culturen, tradities en taalgroepen uit hetzelfde gebied samen te brengen;

opleidingen voor lokale en regionale ambtenaren, leerkrachten en journalisten organiseren met als doel non-discriminatie en een gelijke behandeling van alle burgers te bevorderen;

waar discriminatie mogelijk is, ervoor zorgen dat het contact met de overheidsdiensten voor mensen die tot een minderheid behoren gemakkelijk en direct verloopt.

2.1.3

Het Europees Parlement merkt terecht op dat de situatie van de Roma speciale aandacht vereist. De Romagemeenschap zou speciale bescherming moeten krijgen, temeer gezien haar omvang en specifieke karakter.

2.1.4

De integratie van Roma is een grote uitdaging voor regionale en lokale overheden. Het Comité van de Regio's roept de Europese instellingen en de nationale, regionale en lokale overheden op om een gemeenschappelijke, geïntegreerde en decentrale aanpak te ontwikkelen, teneinde de politieke, sociale en economische integratie vooruit te helpen en tegelijkertijd het respect voor diversiteit en de tolerantie te bevorderen. Met het oog hierop wordt voorgesteld de volgende maatregelen te nemen op lokaal en regionaal niveau:

de ontwikkeling van flexibele onderwijsstrategieën, teneinde de kans op integratie zo veel mogelijk te vergroten;

de uitwisseling van informatie over succesvolle initiatieven tussen steden en regio's waar Roma wonen;

de financiering van culturele evenementen die het culturele erfgoed en de tradities van de Roma beter bekend maken.

2.1.5

Het belang van dialoog tussen religieuze en etnische groepen op lokaal en regionaal niveau valt niet te onderschatten: het helpt extremisme en segregatie te voorkomen en kan bijdragen tot een algemeen besef van gelijkwaardigheid en diversiteit in de Europese maatschappijen.

2.1.6

Het Comité deelt de bezorgdheid van het Europees Parlement over uitingen van homofobie in Europa, met name wat het feit betreft dat „onlangs in een aantal lidstaten een reeks onrustbarende gebeurtenissen heeft plaatsgevonden (…)”.

2.2   Normen en programma's voor gelijke behandeling

2.2.1

Om tot normen te komen inzake gelijkwaardige dienstverlening moeten de lokale en regionale overheden overwegen beleidsdoelstellingen en indicatoren te ontwikkelen aan de hand waarvan kan worden afgemeten of vooruitgang wordt geboekt bij de uitvoering van het beleid. Het Comité van de Regio's wil graag helpen bij het opstellen van deze indicatoren.

2.2.2

Normen en programma's voor gelijke behandeling beogen een gelijke behandeling van alle leden van plaatselijke gemeenschappen, ongeacht hun ras, geslacht, handicap of seksuele geaardheid. Ze zullen ertoe bijdragen dat het belang van een eerlijke behandeling en van gelijke toegang tot decentrale openbare dienstverlening en de arbeidsmarkt wordt erkend, en ze zijn ontwikkeld als instrumenten voor lokale en regionale overheden voor het integreren van de aspecten gender, ras en mindervaliditeit in het gemeentelijke beleid en de dagelijkse praktijk op alle niveaus.

2.2.3

Het is de plicht van lokale en regionale overheden te zorgen voor goede decentrale dienstverlening die voor iedereen toegankelijk is en inspeelt op de behoeften van de verschillende buurten en bevolkingsgroepen in de steden, en de juiste randvoorwaarden te scheppen voor de maatschappelijke samenhang en duurzaamheid. Hierbij kan worden geput uit de volgende geteste en goed bevonden praktijkvoorbeelden:

het verstrekken van rechtshulp om advies te krijgen over zijn of haar rechtspositie;

het financieren van gemeentelijke opvangcentra;

het opzetten van discussiefora over integratie, teneinde het contact tussen burgers/ingezetenen en nieuwkomers te bevorderen;

het oprichten van raadplegingsorganen inzake discriminatie, waar speciale raadgevers zich buigen over gevallen van discriminatie op grond van ras of geslacht.

2.3   Toegang tot taalonderricht, onderwijs en de arbeidsmarkt

2.3.1

Onderwijs is een belangrijk instrument om minderheden in het sociale en politieke leven van de landen waarin zij leven te integreren en om tolerantie en respect voor verscheidenheid aan te leren. Lokale en regionale overheden spelen op het gebied van onderwijs een doorslaggevende rol.

2.3.2

Het Comité van de Regio's schaart zich achter de oproep van het Europees Parlement tot de lidstaten om alles in het werk te stellen opdat kinderen van vluchtelingen, asielzoekers en immigranten goed worden geïntegreerd in het onderwijsstelsel. De overheid moet erop toezien dat leden van minderheden alle kans krijgen de taalvaardigheid te verwerven die nodig is voor een succesvolle integratie.

2.3.3

Als minderheden voldoende taalvaardigheid verwerven in de officiële taal van de maatschappij waarin ze leven, verhoogt dit de kans op een daadwerkelijke integratie. Daarom moeten lokale en regionale overheden binnen de grenzen van hun opdracht waar nodig integratieprojecten opzetten die onder meer facultatieve cursussen van de officiële taal kosteloos aanbieden. Zelfs in kleuterscholen kan dit gebeuren.

2.3.4

Het CvdR vindt het verontrustend te zien hoe ontmoedigend de hoge werkloosheid onder jongeren werkt. Daarom pleit het voor de toepassing van positieve maatregelen, vooral waar de toegang tot de arbeidsmarkt voor alle achtergestelde groepen op het spel staat.

2.3.5

Het Comité stelt voor de achterban van zijn leden in te schakelen voor de promotie van de volgende initiatieven:

stages in de gemeenten voor personen die behoren tot een minderheid;

een beurssysteem voor de beste studenten van etnische minderheden of andere achtergestelde groepen;

speciale taalprogramma's voor migrantenkinderen.

2.3.6

Er zijn al voorbeelden van succesvolle initiatieven op lokaal en regionaal niveau op het gebied van onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt:

toegang van kinderen, ongeacht hun nationaliteit, tot openbare scholen;

taalonderwijs dat voor iedereen vrij toegankelijk is en door de gemeenten gewaarborgd wordt;

gelijke toegang tot onderwijs, ook voor mensen met een handicap, niet-EU-burgers en ouderen, overeenkomstig het beginsel van levenslang leren;

educatieve projecten met de bestrijding van discriminatie als uitgangspunt;

cursussen in de taal van minderheidsgroepen;

virtuele bureaus voor integratiebeleid;

acties ter bestrijding van discriminatie op de arbeidsmarkt door lokale diensten voor arbeidsvoorziening, bv. informatie over sollicitanten anoniem, dus zonder vermelding van de achternaam van sollicitanten, aan werkgevers bezorgen.

2.4   Toegang tot sociale huisvesting en openbare diensten

2.4.1

De lidstaten zouden een nationale databank moeten opzetten of nationale richtlijnen moeten opstellen voor goede werkwijzen voor overheden die bevoegd zijn voor huisvesting, zodat systematisch en nauwgezet informatie over de huisvesting van migranten en minderheden kan worden vergaard.

2.4.2

De lokale en regionale overheden zouden zich er nog meer voor moeten inzetten dat maatregelen worden genomen die discriminatie uitsluiten. Meer bepaald gaat het hierbij om:

het toewijzen van gemeentewoningen aan gezinnen ongeacht hun nationaliteit;

het vermijden van segregatie in huisvesting, indien nodig door positieve discriminatie toe te passen;

het opstellen van actieplannen op lokaal en regionaal niveau om gelijke toegang tot huisvesting te waarborgen.

2.4.3

Goede werkmethoden van lokale en regionale overheden om alle burgers gelijke toegang tot huisvesting en openbare dienstverlening te garanderen, zijn:

het bieden van technische en juridische waarborgen en het aanbieden van verzekeringen aan alle bevolkingsgroepen;

woningen van de gemeente toewijzen aan migranten en onderdanen van derde landen;

organisaties oprichten die d.m.v. adviesverlening de toegang van vluchtelingen en migranten tot huisvesting verbeteren;

programma's voor sociale verhuur opstarten;

de deelname van migranten aan openbare discussiefora over het huisvestingsbeleid garanderen;

ervoor zorgen dat openbare diensten voor elk lid van de verschillende plaatselijke gemeenschappen toegankelijk zijn en dat de kwaliteit van de dienstverlening voor iedereen gelijk is.

2.5   Actieve deelname aan het politieke en maatschappelijke leven

2.5.1

Het Comité van de Regio's pleit ervoor dat vertegenwoordigers van minderheidsgroepen aan het politieke leven op alle bestuurlijke niveaus (lokaal, regionaal, nationaal en Europees) deelnemen, i.c. nauwer betrokken worden bij het lokale beleid. Hiertoe kunnen de structuren en besluitvormingsprocedures van de lokale en regionale overheden transparanter en toegankelijker worden gemaakt, zodat de deelname van minderheden en een onbelemmerde vrijheid van vereniging en meningsuiting worden bevorderd.

2.5.2

De lokale en regionale overheden moeten vertegenwoordigers van groepen immigranten van verschillende etnische afkomst aanmoedigen om zich sterker te engageren in het maatschappelijke leven in de lidstaten en in de lokale en regionale overheidsorganen.

2.5.3

In een aantal steden en regio's zijn er specifieke maatregelen genomen om de uitoefening van politieke rechten te bevorderen. Geslaagde voorbeelden hiervan zijn:

de oprichting van adviesorganen;

de deelname van één of meer vertegenwoordigers van minderheden aan de gemeenteraad;

onbegrensde deelname van minderheden aan lokale en gemeentelijke verkiezingen;

de inrichting van ruimten waar burgers/ingezetenen, migranten en allerlei achtergestelde groepen samenwerken.

2.5.4

Er zouden concrete maatregelen moeten worden genomen en voorwaarden worden geschapen om instellingen die nationale minderheden vertegenwoordigen daadwerkelijk te doen deelnemen aan de uitwerking en tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en programma's voor de integratie van minderheden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

2.5.5

De lokale en regionale media hebben een taak te vervullen bij het bevorderen van tolerantie en respect voor diversiteit. Zij kunnen efficiënte communicatie tot stand brengen en een meer actieve deelname van leden van minderheden aan het plaatselijke politieke en maatschappelijke leven bevorderen.

2.6   Het bevorderen van gegevensverzameling op lokaal en regionaal niveau

2.6.1

Om de tenuitvoerlegging van het non-discriminatiebeleid te kunnen evalueren, moeten de verzamelde gegevens uitgesplitst zijn per etnische groep.

2.6.2

Het Comité herhaalt zijn verzoek aan de Europese Commissie om een vademecum van goede praktijkvoorbeelden voor decentrale overheden als werkgevers, als producenten en afnemers van goederen en diensten en als instanties met een voortrekkersrol bij het streven naar maatschappelijke cohesie en non-discriminatie, te publiceren. In een dergelijk vademecum dient te worden gewezen op de plichten van lokale overheden met betrekking tot het respecteren van de grondrechten, inclusief het recht van vereniging, en op de bijzondere verantwoordelijkheid die lokale functionarissen hebben, nl. om het goede voorbeeld te geven in het bestrijden van haatdragende taal of van woorden die zouden kunnen worden geïnterpreteerd als legitimering, verspreiding of bevordering van racisme, xenofobie, antisemitisme, homofobie of andere vormen van discriminatie of uit intolerantie voortkomende haatgevoelens. Met het oog hierop wil het Comité de Commissie graag helpen bij het verzamelen van gegevens op regionaal en lokaal niveau.

2.6.3

Van belang is dat er verbetering komt in de wijze waarop gegevens worden vergaard, gecontroleerd en evalueerd, zodat met kennis van zaken doeltreffend beleid vóór gelijke behandeling en tegen discriminatie kan worden uitgestippeld. De lokale en regionale overheden moeten kunnen meepraten in de met de Commissie gevoerde discussies over de vraag met welke vergelijkbare kwantitatieve gegevens de omvang van de gevallen van ongelijke behandeling het beste kan worden vastgesteld en duidelijk gemaakt.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Het Comité van de Regio's onderstreept het belang van een betere interinstitutionele samenwerking tussen de Europese instellingen, de Raad van Europa, de VN en het OVSE voor een doeltreffende bescherming van minderheden en wijst op de belangrijke rol van ngo's en nationale, transnationale en Europese verenigingen van regionale en lokale overheden bij dit proces.

3.2

In de rapporten van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EUMC) en het onafhankelijk netwerk van deskundigen op het gebied van grondrechten in de EU zou meer rekening moeten worden gehouden met de regionale dimensie.

3.3

Het CvdR is van mening dat de EU de acties van de lidstaten op lokaal, regionaal en nationaal niveau met adequate financiële middelen zou kunnen aanvullen, en dat de lidstaten, in de lijn van het door de Unie gevoerde decentralisatiebeleid, een deel van hun besluitvormingsbevoegdheden met betrekking tot de structuurfondsen zouden kunnen overdragen aan regionale en lokale overheden.

3.4

Het Comité pleit dan ook voor aangepaste financiering van activiteiten op lokaal en regionaal niveau die de bestrijding van discriminatie en de bescherming van de rechten van alle burgers beogen.

Brussel, 15 juni 2006

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Michel DELEBARRE


(1)  PB C 71 van 22.3.2005, blz. 62


BIJLAGE

DE BESCHERMING VAN MINDERHEDEN OP REGIONAAL EN LOKAAL NIVEAU: VOORBEELDEN VAN GOEDE PRAKTIJKEN (1)

Verschillende regionale en lokale goede praktijkvoorbeelden van hoe de situatie van minderheden kan worden verbeterd en een non-discriminatiebeleid kan worden gepromoot zijn geput uit een enquête onder CvdR-leden en regionale en gemeentelijke overheden, organisaties en verenigingen. Het CvdR wil deze beperkte lijst uitbreiden, zodat hij kan worden gebruikt bij Europese acties ter bevordering van normen voor een gelijke behandeling van iedereen.

1.   Bevordering van het integratiebeleid

In Duitsland heeft het Beiers Forum een aantal activiteiten opgezet onder het motto „integratie in dialoog” (m.n. openbare discussies). Doel van deze activiteiten is het contact tussen de lokale bevolking en buitenlanders te bevorderen en het ontstaan van culturele en taalkundige getto's (zogenaamde „parallelle samenlevingen”) tegen te gaan.

In de stad Corps-Nuds (Frankrijk) worden nieuwkomers als leden van de plaatselijke gemeenschap erkend en aangemoedigd om deel te nemen aan alle plaatselijke sociale activiteiten. Bovendien worden kinderen, ongeacht hun nationaliteit, tot openbare scholen toegelaten. Ook gehandicapten en werkzoekende volwassenen hebben toegang tot het openbaar onderwijs, overeenkomstig het beginsel van levenslang leren.

Bremen (Duitsland) kent verschillende evenementen die in het integratiebeleid passen. De rode draad die door al deze evenementen loopt, is dat zij de interculturele en interreligieuze dialoog bevorderen, en enerzijds het probleem van vreemdelingenhaat aankaarten, terwijl ze anderzijds ook de tendens tot radicalisering en uitsluiting tegengaan:

De jongerennacht: elk jaar wordt er in het stadhuis van Bremen een jongerennacht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het nationaal-socialisme gehouden. Tijdens deze nacht is het in de eerste plaats de bedoeling om vanuit het bewustzijn van wat er zich in het verleden heeft afgespeeld, het engagement voor menslievendheid in de huidige maatschappij te versterken. Zo'n nacht telt gemiddeld 3000 deelnemers, waarvan drie vierde jongeren. Elk jaar wordt een ander motto gekozen. Vorig jaar was dat bijvoorbeeld het „Contact met Sinti en Roma”. Naast persoonlijke getuigenissen, tentoonstellingen en discussiefora zijn er ook theatervoorstellingen, sportpresentaties en allerlei concerten (van klassiek tot hiphop), zodat er voor elke smaak en leeftijd wat wils is.

Het godsdienstenstadsplan: dit project maakte aanvankelijk deel uit van de Jongerennacht, maar is mettertijd een eigen leven gaan leiden. De volledige naam ervan is „het godsdienstenstadsplan van jongeren voor jongeren”. Dit project is opgezet door Bremer jongeren van verschillende geloofsovertuigingen, met de bedoeling om een gedachtewisseling tussen godsdiensten op gang te brengen en meer inzicht te krijgen in hun eigen geloof. Het biedt jongeren van alle religieuze gemeenschappen in Bremen een forum om ervaringen te delen, elkaar te leren kennen en hun geloof samen te beleven. De jongeren hebben een interactief internetportaal ontwikkeld met een stadsplan waarop alle kerken, moskeeën en ontmoetingsruimten in de verschillende stadswijken zijn aangegeven. Daarnaast is er ook een discussieforum, waar jongeren hun ideeën over God en de wereld schriftelijk kwijt kunnen. Het godsdienstenstadsplan bewijst dat onder jongeren de wens bestaat om in gesprek te treden met mensen van andere godsdiensten. Aan deze wens kan het huidige godsdienstonderricht niet tegemoet komen, aangezien er voor elke godsdienst aparte klassen worden gevormd. Met behulp van hun internetportaal willen jongeren het geloof en het leven van andere religieuze jongeren leren kennen en als gelijkwaardige gesprekspartners, los van hiërarchie of autoriteit, een dialoog aangaan.

De Bremer Week van de Islam: in Bremen wordt in het bijzonder gestreefd naar de integratie van de islamitische medeburger. De Week van de Islam biedt de moslims de mogelijkheid om met hun geloof en cultuur naar buiten te treden. Iedereen kan tijdens deze week kennis maken met de islam zoals die in Bremen wordt beleefd en beleden. Talrijke lezingen, discussies en tentoonstellingen scheppen de gelegenheid om kennis op te doen, gesprekken te voeren en op een informele manier met elkaar in contact te komen. Er moet immers niet over, maar mét moslims gesproken worden. Dat dit op een kritische manier gebeurt, is niet alleen toegestaan, maar zelfs wenselijk.

Ontvangst in het Bremer stadhuis bij „het verbreken van de vasten”: aan het einde van de vastenmaand Ramadan nodigt de gemeenteraad van de vrije Hanzestad Bremen de islamitische medeburgers van de stad uit in het stadhuis, om samen met burgers van andere geloofsovertuigingen het verbreken van de vasten te vieren. Deze uitnodiging nemen de moslims steeds graag aan. Zo wordt immers het signaal gegeven dat de moslims met hun culturele achtergrond en hun geloof erkenning krijgen van de stad.

„Oporto zonder grenzen” (in Oporto, Portugal) is een strategie voor de analyse en de aanpak van de immigratie in de stad. Er wordt samengewerkt met 33 migrantenverenigingen die de verschillende migrantengemeenschappen in Oporto vertegenwoordigen. De activiteiten die deel uitmaken van deze strategie hebben uiteenlopende doelstellingen, maar beogen allemaal een geïntegreerde en participatieve sociale ontwikkeling van alle actoren, teneinde de sociale samenhang te behouden en te bevorderen. Twee activiteiten verdienen bijzondere vermelding, omdat ze met vaste regelmaat plaatsvinden en omdat migrantenverenigingen zowel bij de planning, ontwikkeling als evaluatie betrokken zijn:

Vertel me je verhaal”: in het kader van dit project worden opmerkelijke verhalen die deel uitmaken van het cultureel erfgoed van de migrantengemeenschappen opgespoord en verzameld, om ze vervolgens meer bekendheid te geven door middel van vertoningen die regelmatig op prestigieuze locaties in de stad worden gehouden.

Ontmoeting van gemeenschappen”: deze activiteit heeft voornamelijk tot doel de betrekkingen tussen de verschillende gemeenschappen te versterken en de culturele diversiteit van de stad Oporto uit te dragen en te bevorderen. Dit gebeurt door middel van sociaal-culturele en informatieve evenementen. Zowel de plaatselijke bevolking als immigranten werken mee aan tentoonstellingen en de verkoop van ambachtelijke en gastronomische producten. Dit evenement, dat in een bekend gebouw in de stad onderdak vindt, kan elk jaar rekenen op honderden bezoekers.

In het kader van het programma Inter-Nation worden in Wallonië (België) werkzoekenden waarvan het profiel onvoldoende aandacht heeft gekregen op de arbeidsmarkt, begeleid bij hun zoektocht naar werk. Uitgangspunten zijn interculturaliteit en uitstekend professionalisme. De betrokkenen zijn vaak allochtonen, waarvan de interculturele ervaring een meerwaarde vormt voor internationale beroepen. Tegelijkertijd krijgen bedrijven via dit programma bekwaam personeel aangeboden, alsook steun bij de formaliteiten.

In de stad München (Duitsland) is het project „Samen actief in Neuperlach” ontwikkeld: tuinen van ingezetenen worden opengesteld voor activiteiten waaraan Duitsers en migranten die in dezelfde buurt wonen, samen kunnen deelnemen. Dit project bevordert de communicatie tussen mensen van verschillende culturen, etnische groepen en rassen, en draagt bij tot integratie.

Het Amsterdamse project „De Tweede Wereldoorlog in Perspectief” had tot doel discriminatie en antisemitisme tegen te gaan en tolerantie en respect te bevorderen.

2.   Gebruik en bevordering van normen en plannen voor gelijke behandeling

Madrid (Spanje) heeft met de steun van alle sociale sectoren van de stad en met de deelname van meer dan 1000 vertegenwoordigers en deskundigen een regionaal integratieplan voor de periode 2006-2008 ontwikkeld, dat de integratie van migranten beoogt. Dit is de eerste keer dat een Spaanse gemeente meer dan 4 400 miljoen euro aan de integratie van migranten besteedt. Elke migrant van wie de papieren in orde zijn, heeft gratis toegang tot onderwijs en tot de Madrileense gezondheidszorg, net als de andere Madrilenen. Daarnaast is een centrum voor sociale steun aan migranten opgericht, dat de steun aan migranten die zich in een kwetsbare situatie bevinden, nog extra moet versterken. Het centrum voor deelname en integratie van immigranten heeft op zijn beurt als taak de culturele rijkdom van de migrantengemeenschappen te stimuleren en zichtbaar te maken.

In Wenen bestaan „virtuele” bureaus voor integratiebeleid. Daarnaast bestaat er een speciale afdeling „Integratie en diversiteit” die diversiteitsbeheer moet ontwikkelen en die instaat voor de uitbouw van diensten voor advies aan nieuwe migranten die zich in de stad hebben gevestigd. Deze afdeling werkt samen met migrantenorganisaties en promoot integratiebevorderende maatregelen en projecten (bv. initiatieven ter bevordering van taalverwerving).

In de regio Emilia Romagna (Italië) zijn adviesorganen op het gebied van antidiscriminatie opgericht, terwijl lokale overheidsorganen speciale adviseurs hebben aangesteld die gemachtigd zijn tussenbeide te komen bij rassen- en genderdiscriminatie.

3.   Bevordering van toegang tot taalverwervingsinitiatieven, onderwijs en de arbeidsmarkt

In het metropolitane gebied Rennes (Frankrijk) worden verschillende soorten activiteiten en opleidingen aangeboden om nieuwkomers te helpen zich te integreren in de plaatselijke gemeenschap. Daarnaast worden financiële middelen gereserveerd voor de oprichting van opvangcentra.

De stad Wenen organiseert alfabetiseringscursussen en basiscursussen Duitse taal voor nieuwkomers. Vooral vrouwen vormen de doelgroep van deze cursussen. Er is ook kinderopvang geregeld.

In Škocjan (Slovenië) is een begin gemaakt met een integratiebeleid doordat voor de plaatselijke bevolking een leerprogramma inzake vreemdelingenhaat is gelanceerd.

In het Franse departement Rhône-Alpes worden de lokale diensten voor arbeidsvoorziening aangemoedigd om informatie over sollicitanten anoniem, dus zonder vermelding van de achternaam van sollicitanten, aan werkgevers door te geven, teneinde discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden.

4.   Toegang tot huisvesting en openbare dienstverlening

In Wenen (Oostenrijk) zijn de openbare diensten in de stad voor iedereen toegankelijk en is de kwaliteit van de dienstverlening voor iedereen, ongeacht nationaliteit, geslacht, ras of geloofsovertuiging, gelijk. Gemeentebesturen hebben bovendien projecten ter bevordering en ontwikkeling van een pluralistisch beleid gesteund en gefinancierd. De stad promoot culturele, maatschappelijke en taaldiversiteit en iedereen kan een beroep doen op rechtshulp om advies te krijgen over zijn of haar rechtspositie.

In Barcelona (Spanje) zijn de openbare diensten toegankelijk voor alle geregistreerde personen, zelfs als zij niet in het bezit zijn van verblijfsdocumenten. De Catalaanse lokale overheden proberen de bestaande lokale dienstverlening aan te passen aan de behoeften en wensen van migranten. Zo geven zij technische steun bij aankomst en vestiging, financiële steun voor initiatieven rond diversiteit en burgerschap, en bieden zij expertise bij de besluitvorming. Ook heeft het stadsbestuur van Barcelona een „plan voor diversiteit en burgerschap” en een bijbehorend lokaal netwerk gelanceerd.

In het kader van het woonbeleid van de agglomeratiegroep waarvan de Franse stad Corps-Nuds deel uitmaakt, worden sociale woningen aan bepaalde doelgroepen, waaronder Roma, toegekend. Nationaliteit speelt hierbij geen rol.

De Catalaanse overheid heeft „La Red de Bolsa de Vivienda Social” („netwerk voor sociale huisvesting”) in het leven geroepen, dat als doel heeft de toegang tot fatsoenlijke huisvesting voor alle sociale groepen te bevorderen en technische en juridische garanties, verzekeringen en waarborgen voor maximum zes maanden te regelen.

In de Oostenrijkse steden Salzburg, Krems en Guntramsdorf worden gemeentelijke flats aan migranten en onderdanen van derde landen toegewezen. De adviesorganisatie „Wohndrehscheibe”, die vluchtelingen en migranten helpt om toegang tot huisvesting te krijgen, werd in 2004 genomineerd voor de Dubai International Award, als één van de 107 beste praktijkvoorbeelden.

In Tsjechië moeten gemeenten in het kader van het „programma voor gesubsidieerde woningbouw” het bouwen van nieuwe huizen steunen en in deze nieuwbouwwijken sociale diensten verlenen, ter ondersteuning van groepen die met sociale uitsluiting worden bedreigd.

In Madrid (Spanje) loopt sinds 1994 een programma voor bemiddeling bij huisvesting. Met dit programma wil de stad met name de huisvesting van migranten in de regio verbeteren. Het helpt migranten aan fatsoenlijke huisvesting te komen. Dit gebeurt onder meer door bemiddeling en door huizen te verwerven en aan de migrantenbevolking aan te bieden. Het programma biedt ook oplossingen waarbij samen met anderen woningen worden gedeeld of mensen ertoe worden aangespoord om in groepsverband woningen te huren of te kopen.

In Slovenië nodigt het „programma om de beschikbaarheid van sociale huurwoningen in gemeenten tegen 2005 te stimuleren” gemeenten uit om sociale huurwoningen te bouwen en te renoveren.

In Gent (België) hebben publieke en private partijen een non-discriminatieverklaring inzake huisvesting getekend, teneinde alle vormen van discriminatie op het gebied van huisvesting te bestrijden en te voorkomen.

In de stad Verona verstrekt de coöperatie „La casa per gli Extracomunitari” (een huis voor niet-EU-immigranten) huisvesting aan migranten en garandeert ze hun deelname aan openbare discussiefora over het huisvestingsbeleid.

5.   Actieve deelname aan de politiek en het maatschappelijk leven

In Turijn (Italië) zijn alle geregistreerde buitenlanders die al minstens zes jaar in de stad wonen, in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen.

In Denemarken geeft de Deense integratiewet gemeenten de mogelijkheid integratieraden op te richten. Deze raden kunnen advies uitbrengen over wat de gemeente in het algemeen onderneemt om de integratie te bevorderen en welke resultaten daarmee zijn bereikt. Daarnaast kunnen zij zich uitspreken over de introductieprogramma's van de gemeente. De integratieraden bestaan uit minstens zeven leden, die woonachtig zijn in de gemeente en door de gemeenteraad worden benoemd. De leden worden gekozen uit leden van plaatselijke immigranten- of vluchtelingenverenigingen. Ook leden van schoolbesturen en andere lokale verenigingen kunnen worden benoemd. De oprichting van integratieraden wordt beschouwd als de eerste stap in de richting van de deelname van immigranten en vluchtelingen aan de politiek. Uit ervaring blijkt dat veel immigranten en vluchtelingen die zetelen in de integratieraden later op een meer formele manier aan de politiek gaan deelnemen, bijvoorbeeld als lid van de gemeenteraad. Circa 60 Deense gemeenten hebben besloten integratieraden in te stellen.

Het gemeentelijk comité voor de gemeenschappen in Oporto (Portugal) is een raadgevend orgaan dat verantwoording aflegt tegenover de gemeenteraad. Het doet dienst als interactief forum voor informatie, discussie tussen de migrantengemeenschappen van Oporto en overleg tussen deze gemeenschappen en de overheid. Door de bijeenkomsten van dit comité kan de lokale overheid achterhalen wat migrantenverenigingen vinden van de projecten die zij voor de integratie van de betrokken migrantengroepen wil lanceren. De deelnemers bespreken ook sommige van de voornaamste obstakels waarmee migrantenorganisaties bij het uitvoeren van hun eigen projecten worden geconfronteerd. De migrantenverenigingen van Oporto waren van meet af aan erg geïnteresseerd in dit gemeentelijk comité. Momenteel maken 13 verenigingen er deel van uit, zodat de migranten van Oporto dus echt goed vertegenwoordigd zijn. Ook van de kant van een instelling is veel interesse getoond: de Hoge Commissaris voor immigratie en etnische minderheden maakt als waarnemer deel uit van dit comité. Zo is er een stevige basis gelegd waarop in de toekomst hopelijk kan worden verdergebouwd. Dit raadgevend orgaan is een belangrijke schakel in het beleid van de gemeenteraad van Oporto: het brengt de overheid dichter bij de burgers én geeft aan hoe belangrijk actief burgerschap en participatieve democratie gevonden wordt. Bedoeling is dat het comité zo getrouw mogelijk de verschillende migrantengemeenschappen van de stad weerspiegelt. Daarom worden nog meer organisaties gevraagd om deel uit te maken van het comité. De gegadigden moeten een aanvraag indienen bij de voorzitter van de gemeenteraad.

De regering van het prinsdom Asturië (Spanje) zorgt ervoor dat alle ingezetenen aanspraak kunnen maken op sociale voorzieningen, verleent technische en economische steun bij de ontwikkeling van menselijk kapitaal, en heeft preventieve maatregelen ingevoerd om de sociale participatie van verschillende groepen die kans lopen op discriminatie of daadwerkelijk gediscrimineerd worden, te bevorderen. Er is een plan voor sociale integratie opgesteld met specifieke maatregelen om de sociale integratie van minderheden op het gebied van huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en sociale dienstverlening te bevorderen.

In de gemeenteraad van Florence (Italië) zetelen vertegenwoordigers van minderheden. Dit geldt voor het hoofd van de Senegalese gemeenschap in Toscane.

In Berlijn (Duitsland) is met het oog op integratie een systeem ingevoerd om de situatie van minderheden regelmatig te monitoren. Daarnaast werd ook het „Buurtfonds” opgericht, dat een geslaagd voorbeeld vormt van hoe participatie en integratie kan worden gestimuleerd.

6.   De bescherming van Roma

België

In België krijgen scholen in het kader van het Vlaams Decreet betreffende gelijke onderwijskansen speciale toelagen op basis van het aantal leerlingen uit achtergestelde groepen, waaronder Roma.

Ook in België heeft de Vlaamse overheid in 1997 de Vlaamse woonwagencommissie opgericht, die concrete voorstellen moet ontwikkelen om de problemen inzake huisvesting van woonwagenbewoners en de aanleg van woonwagenterreinen op te lossen.

In Vlaanderen zijn overeenkomstig het Decreet inzake etnisch-culturele minderheden binnen de regionale integratiecentra vijf „eenheden voor woonwagenbewoners” opgericht. Deze eenheden moeten het minderhedenbeleid evalueren en uitvoeren. In Wallonië is in 2001 een Waals bemiddelingscentrum voor woonwagenbewoners opgericht, dat toezicht moet houden op alle projecten voor woonwagenbewoners en dat moet bemiddelen tussen woonwagenbewoners en de overheid.

Tsjechië

In Tsjechië zijn er zowel op regionaal niveau als in de hoofdstad Praag Roma-coördinatoren; op lokaal niveau zijn Roma een erkende nationale minderheid.

In Tsjechië heeft de NGO „Samen leven” in samenwerking met de politie van de regio Ostrava in 2004 een zomerkamp voor Roma-kinderen georganiseerd. Doel was de communicatie en samenwerking tussen politie en Roma te verbeteren.

Frankrijk

In Frankrijk beschikken sommige scholen over een speciale leerkracht die Roma-kinderen helpt zich te integreren. Sommige schoolbussen zijn speciaal bestemd voor het vervoer van Roma-leerlingen en hun daadwerkelijke deelname aan de lessen wordt in het oog gehouden.

Duitsland

In Duitsland vormt de Centrale Raad van Duitse Sinti en Roma de overkoepelende organisatie van meerdere lokale en regionale verenigingen en negen verenigingen uit verschillende Länder. Deze raad vertolkt en behartigt de belangen van de comités van de gemeenschappen.

Griekenland

De stad Patras heeft belangrijke maatregelen goedgekeurd om de Roma-minderheid te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn: het invoeren van regelmatige medische bezoeken en vaccinatieschema's, programma's die de toegang van plaatselijke Roma tot de arbeidsmarkt moeten bevorderen, de ontwikkeling van een actief huisvestingsbeleid met inbegrip van huursubsidies.

Hongarije

In Hongarije hebben de lokale overheid en het lokale minderhedenbestuur van Ozd een programma opgestart om een sterk verloederd gebied met veel sociale uitsluiting op te knappen.

Slovenië

De grondwet van de republiek Slovenië bepaalt dat minderheden in de gebieden waar zij wonen hun eigen taal kunnen gebruiken. Meer bepaald betreft het hier de Hongaarse en Italiaanse minderheden, die elk ook een eigen vertegenwoordiger in het parlement hebben.

Met de steun van het Bureau voor nationale minderheden werkt de overheid aan rechtsinstrumenten die de speciale status, rechten en bescherming van de Roma-gemeenschap in Slovenië moeten verduidelijken. Slovenië is mogelijk een pionier op dit vlak. Sinds het aantreden van deze regering kunnen de Sloveense Roma overeenkomstig de Wet inzake lokaal zelfbestuur en de Wet inzake lokale verkiezingen gemeenteraadsleden kiezen die de Roma-gemeenschap vertegenwoordigen in de gemeenteraden van gemeenten waar autochtone Roma wonen. In het kader van het overheidsprogramma „Maatregelen voor steun aan Roma” zal de gemeente Rogašovci een programma implementeren dat bestaat uit openbare initiatieven „van Roma voor Roma”. Zo wordt er onder meer overheidssteun geboden voor het verbeteren van de openbare infrastructuur, voor sociale en culturele en onderwijsprojecten, alsook voor rechtsbijstand aan Roma.

Het in Ljubljana gevestigde Instituut voor pedagogisch onderzoek heeft een project uitgewerkt betreffende „De integratie van Roma kinderen in het gewone onderwijs in Slovenië”. Doel van dit project is Roma-kinderen al in de kleuter- en lagere scholen van de regio Dolenjska klaar te stomen voor hun verdere onderwijs.

Spanje

De Catalaanse overheid wil met haar programma „Prolloguer” de Roma en andere gediscrimineerde groepen steunen. De opzet van dit programma is eenvoudig: lege flats worden aangekocht, gerenoveerd en vervolgens aan immigranten en achtergestelde sociale groepen verhuurd.

Sinds 1999 bestaat in Madrid het programma APOI, dat zich met sociale initiatieven richt op de etnische minderheden uit Oost-Europa. In het integratieproces worden drie fasen onderscheiden: de onthaalfase, de vestigingsfase (actieve zoektocht naar werk en onderdak), en de voortzettingsfase. Het APOI-programma richt zich op vier niveau's, zijnde het individu, het gezin, de groep en de gemeenschap. Er wordt een actieve en participatieve methodologie toegepast: de deelnemers worden bij hun eigen integratieproces betrokken en de aanpak van geïdentificeerde problemen gebeurt individueel, waarbij de integrale context in acht wordt genomen.

De stad Barcelona heeft een Raad van de zigeunergemeenschap van Barcelona opgericht, die dienst doet als een adviesorgaan en moet bijdragen tot meer welzijn en een betere levenskwaliteit van de in de stad levende Roma.

Verenigd Koninkrijk

In het Verenigd Koninkrijk zijn in het kader van het „Gypsy/Traveller Achievement Project” ouders aangesproken, kinderen geïnterviewd en academische programma's gewijzigd of aangepast, teneinde meer Roma tot studeren aan te zetten. De meeste lokale overheden hebben een onderwijsdienst voor reizende bevolkingsgroepen, die onderwijs voor Roma stimuleert. Eén school is bijvoorbeeld gestart met een flexibel programma van buitenschoolse sessies alfabetisering en wiskunde, evenals openluchtactiviteiten; één overheidsdienst heeft informatiepakketten gemaakt ter ondersteuning van de overgang van lagere naar middelbare scholen.


(1)  Bron: door CvdR-leden verzamelde informatie „Thematic Comments No 3: The protection of Minorities in the European Union” van het onafhankelijk netwerk van deskundigen op het gebied van grondrechten in de EU (2005); en het jaarrapport van het EUMC, deel II „Racisme and Xenophobia in the EU Member States trends, developments and good practice”(2005).


Top