EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0119

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van de Snellereactiefaciliteit

/* COM/2000/0119 def. - CNS 2000/0081 */

PB C 311E van 31.10.2000, p. 213–216 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52000PC0119

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van de Snellereactiefaciliteit /* COM/2000/0119 def. - CNS 2000/0081 */

Publicatieblad Nr. C 311 E van 31/10/2000 blz. 0213 - 0216


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van de Snellereactiefaciliteit

(ingediend door de Commissie)

TOELICHTING

Snellereactiefaciliteit

PLEIDOOI VOOR EEN SNELLEREACTIEFACILITEIT

1. Na en naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam heeft de Unie snel gehandeld om het Gemeenschappelijk Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) tot stand te brengen. Tijdens de zitting van de Europese Raad te Keulen in juni 1999 werden richtsnoeren vastgesteld. Op de Europese Raad te Helsinki, in december 1999, werd indrukwekkende vooruitgang geboekt door het stellen van een primair militair doel. Het werk om dat doel te bereiken is thans aan de gang, terwijl er ook naar wordt gestreefd om de vereiste structuren tot stand te brengen en overeenstemming te bereiken over de wijze van samenwerking met niet tot de EU behorende landen en met de NAVO.

2. De Europese Raad van Helsinki kwam ook tot overeenstemming over een actieplan voor de beheersing van niet-militaire crisissituaties, als aanvulling op het militaire document. Hierin werd een beroep gedaan op de Unie, o.a. om "de middelen voor civiele crisisbeheersing waarmee de Unie en de lidstaten al aanzienlijke ervaring hebben opgedaan, te verbeteren en doeltreffender aan te wenden. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de capaciteit om snel in te grijpen". Elders in dat document wordt uitdrukkelijk aangedrongen op "snelle financieringsmechanismen, zoals de oprichting van een fonds voor snelle reactie". De recente Europese Raad te Lissabon liet zich gunstig uit over het voorlopige rapport van het voorzitterschap over de tenuitvoerlegging van de conclusies van Helsinki en nam er nota van dat de Commissie binnenkort een voorstel zal indienen voor het opzetten van een dergelijk snel financieringsmechanisme.

3. Bij de recente conflicten in Afrika, in de Balkan en in de Kaukasus is gebleken dat de EU over een groot gamma van humanitaire, economische, financiële en civiele hulpmiddelen beschikt. Op tal van deze gebieden draagt de Gemeenschap eerste- pijlerverantwoordelijkheid, hetgeen ondermeer het volgende omvat: verlichting van financiële crisissituaties, mensenrechtenwerk, toezicht op verkiezingen, opbouw van instellingen, ondersteuning van media, grensbeheer, humanitaire opdrachten, mijnopruimingsacties, opleiding van politietroepen en verschaffing van politieuitrusting, verlening van hulp bij civiele noodsituaties, herstel, wederopbouw, vredestichting, demobilisatie en hervestiging van militairen en bemiddeling. Het probleem was dat, al bestaan deze middelen, de EU ondanks de goede prestaties van ECHO niet altijd in staat is deze voldoende snel of doeltreffend toe te passen.

4. Met de GBVB-middelen financiert de EU acties die strikt op politiek, diplomatiek of veiligheidsterrein liggen. Het instellen van de Eenheid voor Beleidsplanning en Vroegtijdige Waarschuwing ("eenheid beleidsplanning") onder de verantwoordelijkheid van de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB versterkt het vermogen van de Raad om een passende reactie op crisissituaties vast te stellen en te coördineren. Verschillende financieringsfaciliteiten zijn echter nodig voor de brede civiele activiteiten op veiligheidsgebied, en daarop moet ook in crisissituaties een beroep kunnen worden gedaan. Deze faciliteiten moeten worden toegesneden op de bijzondere vereisten van crisispreventie en crisisbeheersing. Vooral moeten zij snel kunnen worden beschikbaar gesteld en soepel zijn.

5. Het in deze mededeling uiteengezette voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad voor het opzetten van een Snellereactiefaciliteit (SRF), waarom de staatshoofden en regeringsleiders van de EU uitdrukkelijk hebben gevraagd, beantwoordt aan deze vereiste, terwijl de prestaties van de communautaire instrumenten worden aangescherpt en de Gemeenschap de mogelijkheid krijgen om, in geval van nood, prompt hun toevlucht te nemen tot deze instrumenten. Met dit vrij bescheiden mechanisme wordt namelijk de actieradius van zowel bestaande communautaire verordeningen en beproefde begrotingstechnieken uitgebreid, als van de besluitvormings- en operationele methoden. Dit versterkt de bijdrage van de Gemeenschap aan het EVDB en maakt snel en concreet optreden mogelijk, in nauwe coördinatie met het werk van de Eenheid Beleidsplanning en de instanties van de Raad voor crisisbeheer.

6. Het is de bedoeling dat van deze SRF, die niet geografisch beperkt wordt, gebruik wordt gemaakt wanneer bepaalde situaties het volgende vergen:

*snel optreden (wanneer er crisissituatie ontstaan, in crisis- of conflictsituaties zelf, of om aan onmiddellijke behoeften die zich als nasleep van conflicten voordoen, te voldoen).

*optreden van korte duur (indien acties niet binnen het beperkte tijdschema voor SRF-steunmaatregelen kunnen worden voltooid, dienen zij te worden vervangen door of opgenomen in activiteiten die regelmatig binnen bestaande geografische of thematische programma's worden ondernomen).

*een combinatie van instrumenten (zoals bijvoorbeeld het uitzenden van een speciale Gezant, terwijl er ook civiele politie-expertise wordt verleend en burgerbeschermingsmaatregelen worden getroffen).

DE SRF ALS AANVULLEND MECHANISME

7. Het vermogen van de Gemeenschap om haar taak als medespeelster bij het EVDB ten volle op zich te nemen, vereist belangrijke wijzigingen in de arbeidsstructuur en -procedures om ons vermogen om snel en flexibel in te grijpen te verbeteren. De SRF is één daarvan. Maar er zullen nog meer maatregelen nodig zijn om het beheer van de bestaande programma's te vereenvoudigen, de interne coördinatie te verbeteren en het vermogen tot planning te vergroten, teneinde te bevorderen dat de Commissie meer pro-actief bijdraagt tot het EU optreden i.v.m. conflictpreventie.

8. De Snellereactiefaciliteit dient dan ook te worden gezien als een aanvulling op noodhulp- en humanitaire maatregelen en op andere instrumenten die in een crisissituatie of in een na een conflict ontstane toestand kunnen worden aangewend, ter begeleiding van noodhulpacties en voorafgaand aan herstelmaatregelen. Dit voorziet in een leemte in het instrumentarium dat op korte termijn in een crisissituatie beschikbaar is om sneller steunmaatregelen te kunnen treffen en vooruit te lopen op de maatregelen die moeten worden genomen krachtens gewone instrumenten waarnaar de interventiemaatregel kan worden overgeheveld.

9. Deze aanpak komt ook tot uiting in de lichte structuur die de Commissie zal opzetten om de SRF samen met de coördinatieregeling voor de beheersing van civiele crisissituaties te beheren. Deze structuur zal de bestaande geografische en thematische diensten coördinatie- en informatiehulp en procedurele steun verlenen. In crisissituaties zal zij met deze diensten voorstellen en acties voorbereiden, waarbij wordt voortgebouwd op hun specifieke geografische of thematische expertise, onder volledige inachtneming van de belangen en prioriteiten van de EU.

10. Om voor de algemene samenhang bij de aanpak van de Unie en voor een zo groot mogelijke complementariteit met het optreden van de lidstaten te zorgen, zullen de huidige nauwe coördinatie en onderlinge wisselwerking met het situatiecentrum bij de beleidsafdeling van het secretariaat-generaal van de Raad verder moeten worden versterkt. Hiermee wordt gezorgd voor coherentie en complementariteit bij de voorbereiding en in de besluitvormings- en uitvoeringsfase.

11. De in het kader van bestaande communautaire programma's ondernomen acties worden beheerd door de reeds daarvoor opgerichte diensten, maar de SRF en de afdeling crisisbeheersing van de Commissie zullen vroegtijdige ingrepen en de algemene samenhang vergemakkelijken. Met het oog daarop zal deze afdeling ook in alle stadia van de crisisbeheersing nauw contact houden met ECHO en daarbij ten volle rekening houden met ECHO's behoefte aan operationele autonomie.

12. Er zal dan ook extra personeel nodig zijn om deze coördinatieregeling binnen de Commissie te beheren en voor een vlotte samenwerking met de crisisbeheersdiensten bij de Raad te zorgen. Toch blijven de meeste van deze personeelsleden in hun bestaande diensten en mag slechts van dit personeel gebruik worden gemaakt in crisissituaties die met hun specifieke expertise verband houden. De nieuwe crisisbeheersingsafdeling krijgt de taak om snelle acties voor te bereiden en deze in crisissituaties te coördineren. Het extra personeel dat nodig is om de SRF en de afdeling crisisbeheersing permanent op te zetten en te beheren is dan ook tot een minimum beperkt.

13. Dit SRF-ontwerp vormt een aanvulling op de begrotingslijn voor het GBVB, waarmee zowel zuiver diplomatieke of veiligheidsmaatregelen op het gebied van crisispreventie en -beheersing, als maatregelen op terreinen als non-proliferatie en ontwapening worden gesteund. Tot dusver was het dikwijls moeilijk, de communautaire instrumenten snel genoeg ter beschikking te stellen. Dit heeft soms tot nodeloze en nutteloze wanklanken bij het naar buiten optreden van de EU geleid. Ook buiten het kader van de humanitaire bijstand kunnen met deze SRF de communautaire instrumenten snel beschikbaar worden gesteld om gemeenschappelijke doelstellingen na te streven.

14. Het verschil tussen ECHO en de ontwerp-SRF-verordening ligt in hun onderscheiden doelstelling. ECHO verleent humanitaire bijstand aan de slachtoffers van door mensen veroorzaakte rampen en natuurrampen, hoofdzakelijk door goederen te verschaffen (voedsel, onderdak, enz.). Deze faciliteit is gericht op afzonderlijke mensen, politiek neutraal en uitsluitend bedoeld om menselijk lijden te verzachten. De SRF is bedoeld om middelen te verschaffen voor spoedmaatregelen op het gebied van crisisbeheersing en conflictpreventie, die verband houden met het algemene buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie. Dit is een onderdeel van de crisisbeheersingscapaciteit van de Unie. Normalerwijs functioneert deze faciliteit via de verlening van diensten (politie, begeleidende controle, mijnopruiming en ontwapening), hetgeen af en toe ook de levering van outillage kan inhouden.

15. De Commissie zal voorkomen dat via de ontwerpverordening voor de Snellereactiefaciliteit gefinancierde acties en door ECHO gefinancierde projecten elkaar overlappen. Zo nodig zal de Commissie, om de veiligheid van de humanitaire hulpverleners te waarborgen, via een behoorlijke verspreiding van informatie ervoor zorgen dat de doelgroepen duidelijk begrijpen dat de beginselen van humanitaire hulpverlening anders zijn dan die, welke aan de krachtens de ontwerp-SRF-verordening gefinancierde activiteiten ten grondslag liggen.

DE BEPALINGEN VAN HET ONTWERPVOORSTEL VAN DE COMMISSIE VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD

16. De thans voorgestelde verordening berust op artikel 308 (ex-235) van het EG-Verdrag. Het toepassingsgebied daarvan dekt alle communautaire maatregelen in verband met veiligheidscrises, ter begeleiding of ondersteuning van EU-activiteiten op de terreinen van het EVDB. Wanneer de desbetreffende acties ook met andere EU-faciliteiten kunnen worden gefinancierd, is deze verordening alleen van toepassing, indien de actie spoedvereisend en in de tijd beperkt is en met de bestaande instrumenten niet snel en samenhangend genoeg kan worden uitgevoerd.

17. De steun krachtens het ontwerpvoorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad tot instelling van een snellereactiefaciliteit wordt verleend in de vorm van hetzij een subsidiëring van 100%, hetzij een financiering in combinatie met andere bronnen van openbare financiering.

18. Krachtens de ontwerp-verordening voor financiële hulp in aanmerking komende partners zijn o.a.: nationale regeringen en daaronder ressorterende instanties, regionale en internationale organisaties en suborganisaties, niet-gouvernementele organisaties en openbare en particuliere ondernemers met doelgerichte, gespecialiseerde ervaring en deskundigheid. Er zullen kaderovereenkomsten worden gesloten met een op een voorselectielijst geplaatste ondernemers, hetgeen zal worden aangevuld met snelle, gevalsgebonden financiële contracten, zodra er behoefte is aan specifieke diensten.

19. De verantwoordelijkheid voor de steunmaatregelen krachtens de ontwerp-SRF-verordening berust bij de Commissie. De Commissie wordt in haar taak bijgestaan door een Adviescomité (Crisiscomité), dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie. Cruciaal is dat door raadpleging van het comité het besluit om via de SRF in specifieke crisissituaties op te treden niet onnodig mag worden vertraagd of anderszins beperkt. Het reglement van orde van dit comité moet er daarom op gericht zijn:

*eenvoudige en snelle besluitvormingsprocedures in te stellen;

*de acties soepel uit te voeren;

*procedures vast te stellen voor de rapportage over de resultaten.

De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad verslag over de steunmaatregelen uitbrengen en regelmatig informeren.

20. Met elke via deze faciliteit gefinancierde steunmaatregel mag niet meer dan 12 miljoen euro gemoeid zijn [1]. De uitvoeringsperiode van maatregelen mag niet langer zijn dan negen maanden. Voor bijdragen van meer dan 5 miljoen euro moet de Commissie het Adviescomité raadplegen. Voor lagere bedragen moet de Commissie zonder voorafgaande raadpleging kunnen beslissen. Het comité wordt echter in dergelijke gevallen wel in kennis gesteld van het besluit.

[1] Het maximum van 12 miljoen euro voor afzonderlijke interventies is berekend op basis van de ervaring van de betrokken diensten met bijstand en/of reddingsoperaties.

2000/0081 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van de Snellereactiefaciliteit

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C..., blz. ...

Gezien het advies van het Europees Parlement [3],

[3] PB C..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De vrede en de vrijheid moeten bewaard blijven, als uitdrukkelijke doelstelling van de preambule bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

(2) De Gemeenschap is er bezorgd over dat de verbreiding van crisissituaties die de politieke en sociale stabiliteit en de veiligheid aantasten, niet alleen de internationale vrede en veiligheid in gevaar brengen, maar ook beginselen als vrijheid, democratie, eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtsstaat.

(3) Teneinde duurzame economische en sociale ontwikkeling te bevorderen, moet worden voorkomen dat crisissituaties zich verbreiden of tot gewapende conflicten escaleren.

(4) De Europese Raad van Helsinki op 10 en 11 december 1999 is onder meer tot de volgende conclusie gekomen: "er zullen niet-militaire crisisbeheersingsmechanismen worden ingesteld met het oog op het coördineren en effectiever maken van de verschillende civiele middelen en instrumenten die de Unie en de lidstaten ter beschikking staan, zulks parallel aan de militaire middelen en instrumenten."

(5) Het voorzitterschap zet in zijn aan de bovenvermelde conclusies gehechte verslag over niet-militaire crisisbeheersing verder uiteen dat er "snelle financieringsmechanismen, zoals de oprichting van een Fonds voor snelle reactie door de Commissie, moeten worden gecreëerd teneinde sneller geld ter beschikking te kunnen stellen om EU-activiteiten te steunen, om bij te dragen aan operaties die door andere internationale organisaties worden geleid en om, waar nodig, NGO-activiteiten te financieren."

(6) Ter ondersteuning van de bestaande communautaire programma's voor samenwerking met derde landen moet er snel en efficiënt worden gehandeld om te bewerkstelligen dat veiligheid en stabiliteit verder reiken dan de grenzen van de Europese Unie, overal waar het leven en de fysieke integriteit van vrouwen en mannen en het respect voor menselijke solidariteit van haar optreden afhangen.

(7) De vroegtijdige crisisalertheid en het snelle reactievermogen van de Gemeenschap moeten verder worden ontwikkeld om een snelle ontplooiing van financiële en andere middelen mogelijk te maken, teneinde te voorkomen dat crisissituaties zich verbreiden of tot gewapende conflicten escaleren.

(8) In met onveiligheid verband houdende crisissituaties moeten op korte termijn versnelde besluitvormingsmechanismen beschikbaar worden gesteld, om zonodig in tijd beperkte, specifieke, onmiddellijke steunmaatregelen te kunnen treffen, die zonodig als voorlopers op gewone communautaire instrumenten waarnaar de betrokken actie daarna kan worden overgeheveld.

(9) De ingrepen van de Gemeenschap moeten logisch verband houden met de externe activiteiten van de Europese Unie over het geheel genomen, tegen de achtergrond van haar buitenlandse betrekkingen, de veiligheid en haar economische, sociale en ontwikkelingsbeleidsmaatregelen.

(10) De activiteiten die onder de ECHO-verordening [4], Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad, vallen, dienen niet krachtens deze verordening te worden gefinancierd.

[4] PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1.

(11) Overeenkomstig artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringbevoegdheden [5], dienen de maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te worden goedgekeurd via de raadplegingsprocedure, zoals voorgeschreven in artikel 3 van dat besluit.

[5] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(12) Er is behoefte aan zoveel mogelijk transparantie, zowel bij de tenuitvoerlegging van de financiële hulp van de Gemeenschap, als voor het naar behoren controleren van het gebruik dat er van de kredieten wordt gemaakt.

(13) De behartiging van de financiële belangen van de Gemeenschap en de bestrijding van fraude en onregelmatigheden dienen een wezenlijk onderdeel van deze verordening uit te maken.

(14) Het Verdrag voorziet, voor de goedkeuring van deze verordening, niet in andere bevoegdheden dan die krachtens artikel 308,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Met deze verordening wordt beoogd om, ter ondersteuning van de bestaande communautaire programma's voor samenwerking met derde landen, procedures vast te stellen om een snel, efficiënt en soepel mechanisme op te zetten (hierna "de snellereactiefaciliteit" genoemd), om op crisissituaties of het ontstaan van crisissituaties te reageren en om onmiddellijk financieringsmiddelen te verschaffen voor niet met gevechten samenhangende activiteiten, die verband houden met dringende crisisbeheersings- en conflictpreventiemaatregelen. Dit is bedoeld ter bevordering van internationale vrede en veiligheid, de beginselen van vrijheid en democratie, de eerbiediging van mensenrechten, fundamentele vrijheden en de rechtstaat, als basis voor economische en sociale ontwikkeling in die derde landen.

2. De Snellereactiefaciliteit wordt automatisch op gang gebracht in reeds bestaande of opkomende crisissituaties, zoals steeds gewelddadiger omstandigheden waarbij recht en wet op losse schroeven worden gezet, vredeverstoringen, het uitbreken van gevechten, gewapende conflicten, grootscheepse bevolkingsverplaatsingen, of in uitzonderlijke omstandigheden met gevolgen voor en redenen tot bezorgdheid over de veiligheid, of bij grote milieurampen die bedreigend zijn voor de persoonlijke veiligheid, de stabiliteit en de algemene veiligheid.

3. Met de Snellereactiefaciliteit wordt de actieradius van de bestaande communautaire verordeningen uitgebreid, behalve wat de ECHO-Verordening (Verordening (EG) nr. 1257/96) betreft. De specifiek toegevoegde waarde van deze verordening is dat er snel kan worden ingegrepen in zeer gespannen situaties en dat daarbij een combinatie van verschillende steunverleningsinstrumenten kan worden gehanteerd om tot een allesomvattende, logisch samenhangende actie komen in met veiligheid verband houdende noodsituaties. Wanneer de in deze verordening bepaalde acties onder het toepassingsgebied van andere verordeningen vallen, is deze verordening alleen van toepassing indien:

(a) de actie bedoeld is om onmiddellijk en ad hoc te worden gevoerd, teneinde aan de meest dringende, met persoonlijke en algemene veiligheid verbandhoudende behoeften van de samenlevingen en volkeren in derde landen te voldoen; en

(b) indien de actie beperkt is in de tijd, zoals nader aangegeven wordt in artikel 7.

Artikel 2

1. De belangrijkste doelstellingen van de met de Snellereactiefaciliteit te financieren steunmaatregelen zijn om, wanneer er crisissituaties heersen of aan het ontstaan zijn, de openbare orde en de persoonlijke en algemene veiligheid te vrijwaren of herstellen, dialoog, verzoening en bemiddeling tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen een samenleving die zich in een crisissituatie bevindt te vergemakkelijken, en schendingen van mensenrechten, etnische, religieuse en gender-discriminatie.

2. De krachtens deze verordening gefinancierde steunmaatregelen kunnen alle niet met gevechten verbandhoudende activiteiten omvatten, ter bestrijding of oplossing van opkomende crises en van ernstige conflictrisico's of het uitbreken van conflicten, en alle organisatorische maatregelen voor de planning, tenuitvoerlegging en controle en het financiële onderzoek van dergelijke steunmaatregelen, waaronder informatie- en communicatiebeheer, technische bijstand en opleiding, de aankoop en/of levering van essentiële producten en outillage, veilig vervoer en alle huishoudelijke uitgaven i.v.m. dergelijke maatregelen, evenals de maatregelen die nodig zijn om de coördinatie van de Gemeenschap met de lidstaten en andere donorlanden, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en hun vertegenwoordigers te verbeteren.

3. Indien de maatregelen voor financiering via ECHO in aanmerking komen, worden zij gefinancierd krachtens Verordening (EG) nr. 1257/96. In bijzondere veiligheids- of crisisbeheersituaties kan de Commissie besluiten dat een SRF-interventie doeltreffender is wanneer deze gecombineerd wordt met een maatregel van ECHO. In deze gevallen wordt zowel op de hoofdzetel als in het veld een strikte taakverdeling tussen ECHO en de Snellereactiefaciliteit aangehouden; met het oog op een zo groot mogelijke algemene samenhang en de veiligheid van de humanitaire hulpverleners wordt echter voor nauwe coördinatie gezorgd.

Artikel 3

1. De communautaire financiering krachtens deze verordening neemt de vorm aan van subsidies.

2. De onder deze verordening vallende steunmaatregelen zijn vrijgesteld van belastingen, heffingen, rechten en douanerechten.

Artikel 4

1. Tot de voor steun krachtens deze verordening in aanmerking komende uitvoeringspartners behoren o.m. nationale regeringen en regeringsinstanties, regionale en internationale organisaties en hun instanties, NGO's en openbare of particuliere ondernemers met ter zake dienende, gespecialiseerde deskundigheid en ervaring.

2. De Commissie mag kaderovereenkomsten sluiten met ter zake bevoegde regeringsinstanties, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en particuliere of openbare ondernemers, op basis van hun vermogen om snel crisisbeheersingsmaatregelen uit te voeren. In situaties waarbij unieke persoonlijke deskundigheid vereist is of waarbij de geloofwaardigheid van de operatie en het vertrouwen van de betrokken partijen verband houden met een specifieke persoon - zoals het geval kan zijn bij bemiddelings-, arbitrage- of adviseringsactiviteiten - mag de Commissie contracten met afzonderlijke organisaties of /ondernemers tekenen, ook al is er van te voren geen kaderovereenkomst gesloten.

3. Nadat de Commissie een financieringsbesluit heeft genomen overeenkomstig artikel 5 en zodra zulks praktisch mogelijk is, zal er een financieringsovereenkomst worden gesloten met NGO's, particuliere of openbare ondernemers, die zijn gekozen om de uitvoering van de steunmaatregel te leiden, aan de hand van de bepalingen van de respectieve kaderovereenkomsten.

4. Niet-gouvernementele organisaties die voor financieringsovereenkomsten voor de uitvoering van de steunmaatregelen krachtens deze verordening in aanmerking komen, dienen aan de volgende criteria te voldoen:

(a) zij moeten zelfstandige organisaties zonder winstoogmerk zijn;

(b) zij moeten hun hoofdkantoor in een lidstaat van de Gemeenschap hebben, of in het derde land dat steun van de Gemeenschap krijgt.

Bij uitzondering mag hun hoofdkantoor in een ander derde land zijn gevestigd.

5. Bij de vaststelling of een particuliere ondernemer of een NGO voor communautaire financiering in aanmerking komt, wordt rekening gehouden met de volgende factoren:

(a) de administratieve en financiële beheerscapaciteit van deze organisatie;

(b) haar technische en organisatorische capaciteit om aan de urgentie van de geplande operaties te voldoen;

(c) haar ervaring op het betrokken gebied;

(d) haar bereidheid om, indien nodig, aan alle specifieke coördinatiesystemen deel te nemen, die voor de leiding van de betrokken steunmaatregel wordt opgezet;

(e) haar reputatie en garantie van onpartijdigheid bij de uitvoering van de haar opgedragen taken.

6. De Commissie zal het bij artikel 8 ingestelde Comité in kennis stellen van de keuze van de uitvoerende instantie en van de redenen van die keuze.

Artikel 5

Tot de steunmaatregelen krachtens deze verordening wordt door de Commissie besloten overeenkomstig de in deze verordening neergelegde procedure.

Die maatregelen worden door de Commissie uitgevoerd overeenkomstig de geldende begrotings- en andere procedures, waaronder die welke zijn vastgelegd in de artikelen 116 en 118 van het Financieel reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

Artikel 6

1. Alle krachtens deze verordening gesloten financieringsovereenkomsten of -contracten behelzen de bepaling dat de Commissie, het Fraudebestrijdingsbureau en de Rekenkamer controle ter plaatse mogen uitoefenen volgens de geldende voorschriften.

2. De Commissie mag verificatiecontrole en inspectie uitoefenen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2185/96 van de Raad [6]. De door de Commissie getroffen maatregelen dienen erin te voorzien dat de financiële belangen van de Gemeenschap naar behoren worden behartigd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2988/95 van de Raad [7].

[6] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

[7] PB L 312 van 9.3.1995, blz. 1.

Artikel 7

1. Geen enkele krachtens deze verordening te financieren steunmaatregel mag communautaire bijdragen van meer dan 12 miljoen euro ontvangen.

2. De uitvoeringsperiode voor alle steunmaatregelen krachtens deze verordening mag niet langer duren dan een beperkte periode van hoogstens negen maanden.

3. Mocht de uitvoeringsperiode in uitzonderlijke gevallen ontoereikend blijken om de in artikel 1, lid 1, aangegeven doelstellingen te bereiken, wegens de specifieke aard of de intensiteit van de betrokken crisissituatie, dan brengt de Commissie uiterlijk één maand voor de afloop van de oorspronkelijke actie verslag uit aan het bij artikel 8 ingestelde Comité. Daarna mag de Commissie het Comité een ontwerp voorleggen voor een uitbreiding van de steunmaatregel en de daarmee verband houdende financiële vereisten voor dezelfde crisissituatie. Deze voortgezette steunmaatregel zal aan de vereisten van artikel 1 moeten voldoen.

4. Wanneer de bij deze verordening voorgeschreven steunmaatregelen een communautaire bijdrage van meer dan 5 miljoen euro vereisen of in een uitzonderingsgeval zoals bedoeld in lid 3, neemt de Commissie haar besluit na het bij artikel 8 ingestelde Comité te hebben geraadpleegd.

Artikel 8

1. De Commissie wordt in haar taak bijgestaan door een comité (hierna "het Crisiscomité" genoemd), dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Wanneer er naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegingsprocedures zoals vastgesteld in artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van dat besluit.

Artikel 9

1. Bij de goedkeuring van zijn reglement van orde overeenkomstig artikel 7, lid 1 van Besluit 1999/468/EG houdt het Crisiscomité rekening met de doelstellingen van de Snellereactiefaciliteit en in het bijzonder met:

(a) de noodzaak van snelle besluitvorming en tenuitvoerlegging, gezien de uitzonderlijke, dringende aard van de crisisomstandigheden waardoor men ertoe overgaat van de Snellereactiefaciliteit gebruik te maken;

(b) de nodige flexibiliteit om de veranderingen in de aard van de crisis te kunnen volgen.

2. Het Crisiscomité mag ook alle andere vraagstukken in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening bespreken en in het bijzonder de regelingen voor de wijze waarop de actie wordt gevolgd en, zonodig, naar andere instrumenten wordt overgeheveld, wanneer de steunmaatregel krachtens deze verordening is afgelopen.

Artikel 10

1. De Commissie zal door middel van wederzijdse regelmatige uitwisseling van informatie, waaronder ook informatie-uitwisseling ter plaatse, ervoor zorg dragen dat haar crisisbeheersingsacties daadwerkelijk met die van de lidstaten worden gecoördineerd, teneinde tot een betere samenhang en complementariteit van alle steunmaatregelen te komen.

2. In het belang van de algemene samenhang van de communautaire strategie om snel te kunnen reageren op crisissituaties en zich daarbij van civiele instrumenten te bedienen, kan het Crisiscomité ook een forum zijn voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie.

3. De Commissie bevordert de coördinatie en de samenwerking met internationale en regionale organisaties.

4. Er zullen de nodige maatregelen worden getroffen om de bijdrage van de Gemeenschap zichtbaar te maken.

Artikel 11

1. De Commissie zal de crisisbeheersingsmaatregelen krachtens deze verordening regelmatig evalueren, om na te gaan of de doelstellingen van die maatregelen zijn bereikt en richtsnoeren aan te geven om toekomstige steunmaatregelen doeltreffender te maken.

2. De Commissie brengt tegen 30 april van elk jaar verslag uit aan het Europees Parlement en aan de Raad, met een beknopt overzicht van de snellereactiemaatregelen van de Gemeenschap tijdens het voorgaande jaar, en evalueert bij de voltooiing van de krachtens deze verordening gesteunde interventiemaatregelen, hoe deze zijn uitgevoerd.

Artikel 12

Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een algehele evaluatie van de krachtens deze verordening door de Gemeenschap gefinancierde steunmaatregelen voor, samen met eventuele voorstellen tot wijziging daarvan.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Politiek(e) terrein(en): BUITENLANDSE BETREKKINGEN

Activiteit(en): HORIZONTALE ASPECTEN

Benaming van de maatregel: Snellereactiefaciliteit

1. BEGROTINGSLIJN(EN) EN BENAMING(EN)

B7-67 Niet-specifieke maatregelen met derde landen

B7-671A Snellereactiefaciliteit - Uitgaven voor administratief beheer

B7-671 Snellereactiefaciliteit

2. TOTALE CIJFERGEGEVENS

2.1 In totaal voor deze actie uitgetrokken kredietbedrag: 40 miljoen euro per jaar (30 miljoen euro tijdens het eerste toepassingsjaar)

2.2 Toepassingsperiode: onbepaald

2.3 Meerjarige totale raming: 30 miljoen euro voor het eerste jaar en 40 miljoen euro voor de daaropvolgende jaren

Tijdschema vastleggingskredieten en betalingskredieten

Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot op het derde cijfer na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. BEGROTINGSKENMERKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. RECHTSGROND

Artikel 308 EG-Verdrag

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1 Noodzaak van een communautaire steunmaatregel en nagestreefde doeleinden

Het snel vrijmaken van financieringsmiddelen is bedoeld om de tenuitvoerlegging van communautaire interventiemaatregelen ter ondersteuning van EU-activiteiten op de verschillende terreinen van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid te versnellen, tot internationale organisaties ondernomen acties bij te dragen en NGO-activiteiten naar behoren te financieren. Met deze faciliteit wordt de actieradius van hoofdzakelijk bestaande verordeningen van de Gemeenschap uitgebreid. De specifieke toegevoegde waarde van deze faciliteit ligt in: de snelheid van de ingrepen in zeer gespannen situaties, onmiddellijk voorafgaand aan, tijdens en na crisissituaties, hun korte levensduur, hun wereldwijde toepassingsgebied, de mogelijkheid om deze interventie-instrumenten met andere te combineren, al naar gelang de specifieke omstandigheden zulks vereisen (bijvoorbeeld: het uitzenden van een bemiddelaar, terwijl er tegelijkertijd burgerpolitiedeskundigheid wordt verschaft en burgerbeschermingsmaatregelen worden getroffen), waardoor men zowel tot een allesomvattende, samenhangende aanpak i.v.m. veiligheidsmaatregelen komt, als tot meer zichtbaarheid en efficiëntie van de EU.

5.2 Beoogde acties en wijze waarop de begrotingssteun wordt verleend

Het voor deze faciliteit uitgetrokken jaarlijkse maximumbedrag beloopt 30 miljoen euro voor het eerste jaar en 40 miljoen euro voor het daaropvolgende jaar.

De met deze verordening beoogde activiteiten zijn van wereldwijde strekking, tot de doelgroepen behoren zowel EU-burgers met hun belangen in het buitenland, als burgers van derde landen.

5.3 Uitvoeringsmethoden

In eigen beheer door de Commissie (DG Buitenlandse Betrekkingen). De Commissie sluit nieuwe kaderovereenkomsten met partners die krachtens deze verordening voor financiële steun in aanmerking komen. Dit kunnen o.m. regionale en internationale organisaties en sub-organisaties zijn, niet-gouvernementele organisaties, nationale regeringen en hun instanties, evenals openbare en particuliere ondernemers met ter zake dienende, gespecialiseerde deskundigheid en ervaring. Wanneer er specifieke, persoonlijke expertise nodig is of wanneer de geloofwaardigheid van de actie en het vertrouwen van de partners samenhangen met een bepaalde persoon, zoals het geval zou kunnen zijn bij bemiddelings-, arbitrage- of adviseringsactiviteiten, mag de Commissie contracten met afzonderlijke organisaties of ondernemers tekenen, ook al is er niet reeds eerder een kaderovereenkomst gesloten.

Het soort uitgaven bestaat hetzij voor 100% uit subsidies, hetzij uit subsidies voor gezamenlijke financiering met andere bronnen. De contracten worden gesloten voor een periode van hoogstens 9 maanden nadat de beslissing is genomen.

Het is de bedoeling dat kosten i.v.m. alle nodige begeleidende diensten met middelen van begrotingslijn B7-671A worden bestreden. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor voorbereidende studies, voorlichting, communicatie en beheersondersteuning, in het bijzonder de evaluatie van aanbestedingen en de voorbereiding van projectdocumenten, monitoring en audit.

6. TOTAAL FINANCIEEL EFFECT

6.1 Specifieke doelstellingen - deel B - (voor de gehele programmeringperiode)

Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot het derde cijfer na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.2 Berekening van de kosten per in deel B beoogde maatregel (voor de gehele programmeringperiode)

Het maximumbedrag voor elke afzonderlijke steunmaatregel (12 miljoen euro) is berekend op grond van de ervaring van diensten die zich met bijstands- en/of reddingsacties bezighouden. Onbestede gelden komen automatisch vrij binnen een maand na het einde van de interventieperiode.

Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot het derde cijfer na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Zo nodig berekeningsmethode uitleggen

7. FOLLOW-UP EN EVALUATIE

7.1 Follow-up

1. Alle krachtens deze verordening gesloten overeenkomsten of contracten behelzen de bepaling dat de Commissie, de OLAF en de Rekenkamer controle ter plaatse mogen uitoefenen overeenkomstig de volgens de geldende regels door de Commissie vastgestelde procedures, in het bijzonder die van het Financieel reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

2. Bovendien mag de Commissie controle ter plaatse en inspectie uitoefenen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2185/96. Met de door de Commissie getroffen maatregelen moeten de financiële belangen van de Gemeenschap naar behoren worden behartigd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2988/95.

7.2 Wijze en frequentie van de evaluatie

Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een algehele evaluatie van de door de Gemeenschap krachtens deze verordening gefinancierde steunmaatregelen voor, samen met suggesties voor de toekomst van deze verordening en, zo nodig, voorstellen tot wijziging daarvan.

Bovendien zal de Commissie uiterlijk tegen 30 april van elk jaar het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de snelle reactieoperaties in het voorgaande jaar, met een beknopt overzicht daarvan. Ook zal zij een evaluatie maken van de uitvoering van de krachtens deze verordening gesteunde acties, nadat die voltooid zijn.

7.3 Voor de evaluatie vooraf te treffen maatregelen

Binnen de Commissie wordt een systeem opgezet om op het ontstaan van onrust te reageren, teneinde een planning te kunnen maken om aan onmiddellijke, dringende behoeften te voldoen. De bestaande informatiebronnen zullen worden gebundeld, terwijl er gebruik zal worden gemaakt van de analysecapaciteit om dergelijke gevallen die zich in het verleden hebben voorgedaan te evalueren en op de daaruit getrokken lering voort te bouwen. De noodhulpverlening wordt gepland om abrupte besluiten te voorkomen. De aangevraagde nieuwe personeelsleden zullen daarbij in zoverre een sleutelrol spelen, dat zij mensen en kennis bij de Commissiediensten met elkaar in verbinding zullen stellen om de grondslag van de coördinatieregeling te leggen. Dit is echter niet bedoeld als een reactie op de behoefte aan evaluatie achteraf, maar alleen om de hierbij betrokken acties minder onzeker te maken.

7.4 Naar aanleiding van de evaluatie achteraf te treffen maatregelen

De Commissie brengt het Adviescomité, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie verslag uit over iedere uitgevoerde actie en verzamelt de beoordelingen daarvan. Van de regelmatige vergaderingen van dit Comité wordt niet alleen gebruik gemaakt om de resultaten van de steunmaatregelen te evalueren en aan de daarmee gemoeide kosten te toetsen, maar ook om op grond van de daarmee opgedane ervaring controle-indicatoren uit te werken voor toekomstige ingrepen.

8. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1. Alle krachtens deze verordening gesloten financieringsovereenkomsten of -contracten moeten de bepaling behelzen dat de Commissie, de OLAF en de Rekenkamer controle ter plaatse mogen uitoefenen, volgens de overeenkomstig de gebruikelijke, geldende regels door de Commissie vastgestelde procedures, en in het bijzonder die van het Financieel reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

2. Bovendien mag de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2185/96 controle en inspectie ter plaatse uitoefenen. Met de door de Commissie te treffen maatregelen dienen de financiële belangen van de Gemeenschap naar behoren te worden behartigd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2988/95.

9. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (DEEL A)

9.1. Gevolgen voor het aantal ambten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

9.2 Totaal financieel effect van het personeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen komen overeen met de totale uitgaven voor twaalf maanden.

9.3. Andere huishoudelijke uitgaven in verband met deze maatregel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen komen overeen met de totale uitgaven voor deze actie voor 12 maanden.

Het vereiste personeel en de nodige administratieve hulpmiddelen zullen bij de bestaande toewijzingen van DG Buitenlandse Betrekkingen worden gevonden.

I. Jaarlijks totaal (9.2 + 9.3) EURO ...

II. Duur van de actie: Onbepaald

III. Totale kosten voor deze actie (I × II): EURO ...

10. VISUM FINANCIËLE AFDELING BEVOEGD DG/DIENST

Top