EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012L0029R(05)

Rectificatie van Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (Publicatieblad van de Europese Unie L 315 van 14 november 2012)

ST/12212/2023/INIT

OJ L 220, 7.9.2023, p. 23–25 (NL)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2012/29/corrigendum/2023-09-07/oj

7.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 220/23


Rectificatie van Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ

( Publicatieblad van de Europese Unie L 315 van 14 november 2012 )

1.

Bladzijde 65, artikel 1, lid 1, tweede alinea:

in plaats van:

“De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers op een respectvolle, tactvolle, geïndividualiseerde, professionele en niet-discriminerende manier worden erkend en bejegend in alle contacten met slachtofferhulp- of herstelrechtorganisaties of een bevoegde autoriteit, die in het kader van de strafprocedure optreedt. De in deze richtlijn opgenomen rechten worden jegens slachtoffers op niet-discriminerende wijze toegepast, mede wat hun verblijfsstatus betreft.”,

lezen:

“De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers op een respectvolle, tactvolle, geïndividualiseerde, professionele en niet-discriminerende manier worden erkend en bejegend in alle contacten met slachtofferhulp- of herstelrechtdiensten of een bevoegde autoriteit, die in het kader van de strafprocedure optreedt. De in deze richtlijn opgenomen rechten worden jegens slachtoffers op niet-discriminerende wijze toegepast, mede wat hun verblijfsstatus betreft.”.

2.

Bladzijde 68, artikel 8, leden 1 tot en met 4:

in plaats van:

“Artikel 8

Recht op toegang tot slachtofferhulporganisaties

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat het slachtoffer, overeenkomstig zijn behoeften, voor, tijdens en gedurende een passende termijn na de strafprocedure kosteloos toegang heeft tot slachtofferhulporganisaties, die vertrouwelijk en in het belang van het slachtoffer handelen. De familieleden van het slachtoffer hebben toegang tot slachtofferhulporganisaties, overeenkomstig hun behoeften en de mate waarin hen als gevolg van het tegen het slachtoffer gepleegde strafbare feit schade is berokkend.

2.   De lidstaten bevorderen dat het slachtoffer door de bevoegde autoriteit waarbij aangifte is gedaan en door andere relevante instanties wordt doorverwezen naar slachtofferhulporganisaties.

3.   De lidstaten nemen maatregelen om naast of als geïntegreerd deel van algemene slachtofferhulporganisaties kosteloze en gespecialiseerde hulporganisaties die vertrouwelijk handelen op te richten, of om slachtofferhulporganisaties in staat te stellen een beroep te doen op bestaande gespecialiseerde instanties die dergelijke gespecialiseerde ondersteuning verstrekken. Het slachtoffer heeft toegang tot die organisaties overeenkomstig zijn behoeften en zijn familieleden hebben toegang overeenkomstig hun behoeften en de mate waarin hen als gevolg van het tegen het slachtoffer gepleegde strafbare feit schade is berokkend.

4.   Slachtofferhulporganisaties en alle gespecialiseerde hulporganisaties kunnen als openbare of niet-gouvernementele organisaties worden opgericht en op professionele of vrijwillige basis worden georganiseerd.”,

lezen:

“Artikel 8

Recht op toegang tot slachtofferhulpdiensten

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat het slachtoffer, overeenkomstig zijn behoeften, voor, tijdens en gedurende een passende termijn na de strafprocedure kosteloos toegang heeft tot slachtofferhulpdiensten, die vertrouwelijk en in het belang van het slachtoffer handelen. De familieleden van het slachtoffer hebben toegang tot slachtofferhulpdiensten, overeenkomstig hun behoeften en de mate waarin hen als gevolg van het tegen het slachtoffer gepleegde strafbare feit schade is berokkend.

2.   De lidstaten bevorderen dat het slachtoffer door de bevoegde autoriteit waarbij aangifte is gedaan en door andere relevante instanties wordt doorverwezen naar slachtofferhulpdiensten.

3.   De lidstaten nemen maatregelen om naast of als geïntegreerd deel van algemene slachtofferhulpdiensten kosteloze en gespecialiseerde hulpdiensten die vertrouwelijk handelen op te richten, of om slachtofferhulpdiensten in staat te stellen een beroep te doen op bestaande gespecialiseerde instanties die dergelijke gespecialiseerde ondersteuning verstrekken. Het slachtoffer heeft toegang tot die diensten overeenkomstig zijn behoeften en zijn familieleden hebben toegang overeenkomstig hun behoeften en de mate waarin hen als gevolg van het tegen het slachtoffer gepleegde strafbare feit schade is berokkend.

4.   Slachtofferhulpdiensten en alle gespecialiseerde hulpdiensten kunnen als openbare of niet-gouvernementele organisaties worden opgericht en op professionele of vrijwillige basis worden georganiseerd.”.

3.

Bladzijde 68, artikel 9:

in plaats van:

“Artikel 9

Ondersteuning door slachtofferhulporganisaties

1.   De slachtofferhulporganisaties, als bedoeld in artikel 8, lid 1, zorgen ten minste voor het volgende:

a)

informatie, advies en ondersteuning die relevant is voor de rechten van het slachtoffer, onder meer inzake toegang tot nationale stelsels voor vergoeding van schade als gevolg van strafbare feiten, en over diens rol in de strafprocedure, onder meer ter voorbereiding op het bijwonen van de terechtzitting;

b)

informatie over of rechtstreekse doorverwijzing naar relevante bestaande gespecialiseerde hulporganisaties;

c)

emotionele en, waar beschikbaar, psychologische ondersteuning;

d)

advies over financiële en praktische kwesties naar aanleiding van het strafbare feit;

e)

tenzij anderszins verstrekt door andere openbare of particuliere organisaties, advies over het risico en het voorkomen van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding.

2.   De lidstaten sporen de slachtofferhulporganisaties aan om bijzondere aandacht te schenken aan de specifieke behoeften van slachtoffers die aanzienlijke schade hebben geleden als gevolg van de ernst van het strafbare feit.

3.   Tenzij anderszins verleend door andere openbare of particuliere organisaties, ontwikkelen en voorzien de in artikel 8, lid 3, bedoelde gespecialiseerde hulporganisaties ten minste in:

a)

een toevluchtsoord of andere passende tussentijdse opvang voor slachtoffers die wegens een dreigend risico van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding een veilige schuilplaats nodig hebben;

b)

gerichte en geïntegreerde ondersteuning voor slachtoffers met specifieke behoeften, zoals slachtoffers van seksueel geweld, slachtoffers van gendergerelateerd geweld en slachtoffers van geweld in hechte relaties, onder meer traumazorg en counseling.”,

lezen:

“Artikel 9

Ondersteuning door slachtofferhulpdiensten

1.   De slachtofferhulpdiensten, als bedoeld in artikel 8, lid 1, zorgen ten minste voor het volgende:

a)

informatie, advies en ondersteuning die relevant is voor de rechten van het slachtoffer, onder meer inzake toegang tot nationale stelsels voor vergoeding van schade als gevolg van strafbare feiten, en over diens rol in de strafprocedure, onder meer ter voorbereiding op het bijwonen van de terechtzitting;

b)

informatie over of rechtstreekse doorverwijzing naar relevante bestaande gespecialiseerde hulpdiensten;

c)

emotionele en, waar beschikbaar, psychologische ondersteuning;

d)

advies over financiële en praktische kwesties naar aanleiding van het strafbare feit;

e)

tenzij anderszins verstrekt door andere openbare of particuliere diensten, advies over het risico en het voorkomen van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding.

2.   De lidstaten sporen de slachtofferhulpdiensten aan om bijzondere aandacht te schenken aan de specifieke behoeften van slachtoffers die aanzienlijke schade hebben geleden als gevolg van de ernst van het strafbare feit.

3.   Tenzij anderszins verleend door andere openbare of particuliere diensten, ontwikkelen en voorzien de in artikel 8, lid 3, bedoelde gespecialiseerde hulpdiensten ten minste in:

a)

een toevluchtsoord of andere passende tussentijdse opvang voor slachtoffers die wegens een dreigend risico van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding een veilige schuilplaats nodig hebben;

b)

gerichte en geïntegreerde ondersteuning voor slachtoffers met specifieke behoeften, zoals slachtoffers van seksueel geweld, slachtoffers van gendergerelateerd geweld en slachtoffers van geweld in hechte relaties, onder meer traumazorg en counseling.”.

4.

Bladzijde 69, artikel 12, lid 1, inleidend gedeelte, en lid 2:

in plaats van:

“Artikel 12

Recht op waarborgen in het kader van herstelrechtvoorzieningen

1.   De lidstaten nemen maatregelen ter bescherming om het slachtoffer te vrijwaren van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding die bij de verstrekking van alle herstelrechtvoorzieningen in acht moeten worden genomen. Die maatregelen zorgen ervoor dat het slachtoffer dat ervoor kiest deel te nemen aan herstelrechtprocessen toegang heeft tot veilige en competente herstelrechtorganisaties, onder ten minste de volgende voorwaarden:

(…)

2.   De lidstaten vergemakkelijken de doorverwijzing van zaken, waar passend, naar herstelrechtorganisaties, onder meer door het opstellen van procedures of richtsnoeren waarin de voorwaarden voor een dergelijke doorverwijzing zijn vastgelegd.”,

lezen:

“Artikel 12

Recht op waarborgen in het kader van herstelrechtvoorzieningen

1.   De lidstaten nemen maatregelen ter bescherming om het slachtoffer te vrijwaren van secundaire en herhaalde victimisatie, van intimidatie en van vergelding die bij de verstrekking van alle herstelrechtvoorzieningen in acht moeten worden genomen. Die maatregelen zorgen ervoor dat het slachtoffer dat ervoor kiest deel te nemen aan herstelrechtprocessen toegang heeft tot veilige en competente herstelrechtdiensten, onder ten minste de volgende voorwaarden:

(…)

2.   De lidstaten vergemakkelijken de doorverwijzing van zaken, waar passend, naar herstelrechtdiensten, onder meer door het opstellen van procedures of richtsnoeren waarin de voorwaarden voor een dergelijke doorverwijzing zijn vastgelegd.”.


Top