EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OOI-kaderregeling)

 

SAMENVATTING VAN:

Mededeling inzake de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie

WAT IS HET DOEL VAN DE MEDEDELING?

De mededeling beschrijft het kader dat de Europese Commissie gebruikt om nationale overheidssteun voor activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OOI) als staatssteun aan te merken, alsmede de verenigbaarheidscriteria die zij toepast om staatssteun voor OOI te beoordelen die bij de Commissie moet worden aangemeld en door de lidstaten van de Europese Unie (EU) niet ten uitvoer kan worden gelegd voordat de Commissie een besluit heeft genomen.

Overeenkomstig de OOI-kaderregeling moet de OOI-steun, om verenigbaar te zijn met de interne markt:

  • de ontwikkeling van een economische activiteit bevorderen;
  • de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, niet zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

Het doel is particuliere investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te moedigen die, door marktfalen, zonder overheidssteun niet zouden plaatsvinden.

KERNPUNTEN

De OOI-kaderregeling is van toepassing op alle technologieën, industrieën en sectoren. Dit omvat sectoren waarvoor specifieke EU-staatssteunregels gelden, tenzij die regels anders bepalen.

De kaderregeling maakt een onderscheid tussen niet-economische en economische activiteiten van organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding en onderzoeksinfrastructuren, waarbij alleen de laatstgenoemde activiteiten als staatssteun worden aangemerkt

Overeenkomstig de richtsnoeren van de kaderregeling valt overheidsfinanciering voor niet-economische activiteiten niet onder de staatssteunregels van de EU wanneer deze activiteiten het volgende omvatten

  • opleiding met het oog op meer en beter gekwalificeerde menselijke hulpbronnen;
  • onafhankelijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) met het oog op meer kennis en een beter inzicht, met inbegrip van O&O in samenwerkingsverband wanneer de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding of onderzoeksinfrastructuur bij daadwerkelijke samenwerking betrokken is;
  • brede verspreiding van onderzoeksresultaten op een niet-exclusieve en niet-discriminerende basis;
  • activiteiten op het gebied van kennisoverdracht.

De Commissie heeft in de OOI-kaderregeling OOI-maatregelen vastgesteld waarvoor staatssteun, onder specifieke voorwaarden, verenigbaar kan zijn met de interne markt. Deze maatregelen zijn:

  • steun voor O&O-projecten (met inbegrip van haalbaarheidsstudies);
  • steun voor het bouwen en upgraden van onderzoeksinfrastructuur;
  • steun voor het bouwen en upgraden van test- en experimenteerinfrastructuur;
  • steun voor innovatieactiviteiten van kmo’s;
  • steun voor proces- en organisatie-innovatie; en
  • steun voor innovatieclusters.

De maximale steunintensiteiten (percentage van de kosten) en subsidiabele kosten die in de OOI-kaderregeling zijn vastgesteld, zorgen ervoor dat de steun in verhouding staat tot het marktfalen dat wordt aangepakt. Deze worden per activiteit en bedrijfsgrootte opgesomd in bijlage II en overweging 95 van de OOI-kaderregeling, en zijn gebaseerd op drie criteria:

  • nabijheid van de steun tot de markt;
  • omvang van de begunstigde onderneming; en
  • omvang van het marktfalen.

Volgens de transparantieregels moeten de lidstaten, hetzij in de “transparency award module” van de Commissie, hetzij op een nationale staatssteunwebsite, het volgende bekendmaken:

  • de tekst van een individueel besluit tot steunverlening;
  • informatie over de begunstigde en de betrokken steun voor elke toekenning van meer dan 100 000 EUR.

De lidstaten moeten:

  • een doorlichting achteraf uitvoeren voor elke steunregeling van meer dan 150 miljoen EUR in een bepaald jaar of 750 miljoen EUR in totaal;
  • gedurende tien jaar gedetailleerde dossiers over alle steunmaatregelen bijhouden.

De verenigbaarheidstoets vereist dat de Commissie beoordeelt of de OOI-steun de ontwikkeling van bepaalde economische activiteiten bevordert en of de steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig verandert dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

Bij haar beoordeling van de verenigbaarheid, uitgevoerd op grond van de OOI-kaderregeling, zal de Commissie de volgende aspecten in aanmerking nemen.

  • Onder de eerste voorwaarde (dat de OOI-steun de ontwikkeling van een economische activiteit bevordert) zal de Commissie:
    • vaststellen welke economische activiteit door de OOI-steun wordt ondersteund;
    • het stimulerende effect van de OOI-steun beoordelen — of de steun extra OOI-activiteiten stimuleert die anders niet of slechts in beperkte mate zouden hebben plaatsgevonden;
    • nagaan of de steun in strijd is met de relevante regels en beginselen van het relevante EU-recht.
  • Onder de tweede voorwaarde (dat de OOI-steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig verandert dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad) gaat de Commissie het volgende na:
    • de noodzaak van overheidsmaatregelen — of de OOI-steun een materiële verbetering oplevert die de markt zelf niet kan realiseren;
    • de geschiktheid van de OOI-steun in vergelijking met andere beleidsinstrumenten en financieringsvormen;
    • de evenredigheid van de OOI-steun — dat de OOI-steun beperkt is tot het minimumbedrag dat nodig is om de doelstelling te bereiken:
      • de steun mag alleen de in bijlage I van de OOI-kaderregeling gespecificeerde subsidiabele kosten ondersteunen, en
      • de steun mag de in de OOI-kaderregeling en bijlage II daarvan vastgestelde maximale steunintensiteiten niet overschrijden;
    • de transparantie van de OOI-steun;
    • dat de negatieve gevolgen van de OOI-steun voor de mededinging en het handelsverkeer tot een minimum beperkt of vermeden worden. De Commissie zal onder meer kijken naar:
      • de effecten van de OOI-steun op de productmarkten (inclusief het potentieel om dynamische prikkels te verstoren, om marktmacht te creëren of te handhaven, om inefficiënte marktstructuren in stand te houden, enz.),
      • de gevolgen van de steun op het handelsverkeer en de locatiekeuze, en
      • duidelijke negatieve effecten.

De Commissie zal de vastgestelde negatieve effecten van de voorgenomen OOI-steun op de mededinging en het handelsverkeer afwegen tegen de positieve effecten ervan.

Bij de afweging van de negatieve en positieve effecten van de OOI-steun zal de Commissie rekening houden met de bijdrage van de OOI-steun aan het bredere EU-beleid:

VANAF WANNEER IS DE MEDEDELING VAN TOEPASSING?

De mededeling is sinds 19 oktober 2022 van toepassing.

ACHTERGROND

  • Om te voorkomen dat staatssteun de mededinging op de interne markt vervalst of dreigt te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt, is in artikel 107 lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het beginsel vastgelegd dat staatssteun verboden is. Deze steun kan echter in bepaalde gevallen verenigbaar zijn met de interne markt op grond van artikel 107, leden 2 en 3, VWEU.
  • De kaderregeling draagt bij aan de strategische doelstellingen van de EU om over te schakelen op een groene en digitale economie. Deze wordt aangevuld met de algemene groepsvrijstellingsverordening. Hierin zijn de voorwaarden voor staatssteun vastgelegd die de lidstaten zonder voorafgaande aanmelding bij de Commissie ten uitvoer kunnen leggen (zie samenvatting).
  • De nieuwe kaderregeling volgt op een evaluatie die in 2019 van start is gegaan in het kader van de geschiktheidscontrole voor staatssteun van de Commissie.
  • Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 414 van 28.10.2022, blz. 1-38)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatie (COM(2020) 628 final van 30.9.2020)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een nieuwe industriestrategie voor Europa (COM(2020) 102 final van 10.3.2020)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De digitale toekomst van Europa vormgeven (COM(2020) 67 final van 19.2.2020)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final van 11.12.2019)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VII — Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen — Hoofdstuk 1 — Regels betreffende de mededinging — Tweede afdeling — Steunmaatregelen van de staten — Artikel 107 (oud artikel 87 VEG) ) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 91-92)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VII — Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen — Hoofdstuk 1 — Regels betreffende de mededinging — Tweede afdeling — Steunmaatregelen van de staten — Artikel 108 (oud artikel 88 VEG) ) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 92-93)

Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde soorten horizontale steunmaatregelen (codificatie) (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 1-8)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2015/1588 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1-78)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1-8)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 07.12.2022

Top