EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Ervoor zorgen dat overeenkomsten inzake technologieoverdracht de mededingingsregels respecteren

Licentieovereenkomsten die mededinging beperken, zijn in strijd met de mededingingsregels van de Europese Unie (EU). Dergelijke overeenkomsten kunnen echter ook positieve effecten hebben die opwegen tegen de beperkende gevolgen voor mededinging. Een nieuwe „groepsvrijstellingsverordening” * en richtsnoeren met betrekking tot overeenkomsten inzake technologieoverdracht * scheppen voor veel licentieovereenkomsten een zekerheidsgebied.

BESLUIT

Verordening (EU) nr. 316/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht.

SAMENVATTING

In het kader van de wetgeving op het gebied van intellectuele eigendom worden bepaalde bijzondere rechten voor houders van intellectuele-eigendomsrechten gewaarborgd. Hiermee kunnen ze ongeoorloofd gebruik van hun intellectuele eigendom voorkomen en hun eigendom exploiteren, onder meer door haar in licentie te geven aan derden. Overeenkomsten inzake technologieoverdracht hebben betrekking op het in licentie geven van technologie en kunnen bilateraal of multilateraal zijn („octrooipools”*).

In maart 2014 heeft de Europese Commissie een groepsvrijstellingsverordening voor technologieoverdracht (GVTO) aangenomen die een tekst uit 2004 vervangt. Het verduidelijkt hoe het EU-mededingingsrecht (in dit geval artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de EU) van toepassing is op bepaalde categorieën licentieovereenkomsten en de criteria die worden gebruikt om deze overeenkomsten te beoordelen. Net als vorige verordeningen gaat ook deze verordening vergezeld van richtsnoeren met aanwijzingen over de toepassing van de regels.

Toepassingsgebied en uitzonderingen

De GVTO ontheft licentieovereenkomsten tussen bedrijven met beperkte marktmacht (bijv. een marktaandeel van minder dan 20 % voor overeenkomsten tussen concurrenten en 30 % voor overeenkomsten tussen niet-concurrenten), en die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze worden geacht geen concurrentieverstorende effecten of zelfs positieve effecten te hebben die opwegen tegen de negatieve effecten en dus niet in strijd zijn met de EU-antitrustregels.

De GVTO geldt alleen voor overeenkomsten voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) indien de specifieke groepsvrijstellingsverordeningen (GV’s) voor O&O-overeenkomsten en specialisatieovereenkomsten * niet van toepassing zijn.

De GVTO is alleen van toepassing op bilaterale overeenkomsten; de richtsnoeren hebben ook betrekking op octrooipools.

Belangrijkste ingevoerde veranderingen

  • een nieuwe test om te bepalen of bepaalde clausules in een overeenkomst inzake technologieoverdracht (met name met betrekking tot de aankoop van grondstoffen of apparatuur van een licentiegever of het gebruik van het merk van de licentiegever) van artikel 101 VWEU zijn vrijgesteld, samen met de overeenkomst inzake technologieoverdracht zelf;
  • passieve verkoopbeperkingen* tussen licentiehouders worden toegevoegd aan de lijst van de in artikel 4 genoemde „hardcore” beperkingen (praktijken die zo ernstig worden geacht, dat ze, samen met de rest van de overeenkomst waarin ze zijn gevonden, worden uitgesloten van de bescherming van een GV), en kunnen dus nooit worden vrijgesteld door de GVTO;
  • alle exclusieve„grant back”-verplichtingen* vallen buiten de bescherming van de GVTO (niet-exclusieve „grant back”-verplichtingen vallen nog steeds onder de verordening);
  • opzeggingsclausules waardoor de licentiegever de licentieovereenkomst kan beëindigen indien de andere partij de geldigheid van de in licentie gegeven technologie in twijfel trekt, vallen buiten de bescherming van de GVTO.

Toepassing

De nieuwe regels zijn niet alleen geldig voor overeenkomsten die gesloten zijn na inwerkingtreding ervan (1 mei 2014). Overeenkomsten in het kader van het vorige stelsel moesten voor 30 april 2015 zijn aangepast.

KERNBEGRIPPEN

* Overeenkomst inzake technologieoverdracht: een overeenkomst inzake de overdracht van vaardigheden, technologie, technieken tussen twee of meer partijen.

* Groepsvrijstelling: in het kader van deze regeling kan de Europese Commissie bepaalde categorieën staatssteun compatibel verklaren met het Verdrag betreffende de werking van de EU als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Hierdoor worden ze vrijgesteld van de verplichting tot voorafgaande kennisgeving en goedkeuring door de Commissie.

* Octrooipools: een overeenkomst tussen twee of meer octrooihouders om een of meer van hun octrooien aan elkaar of aan derden in licentie te geven.

* Specialisatieovereenkomsten: moeten samenwerking tussen bedrijven op het gebied van specialisatie bij het produceren van goederen en het leveren van diensten bevorderen.

* Passieve verkoopbeperkingen: er is sprake van passieve verkoop wanneer een partij op spontane verzoeken van individuele klanten reageert.

* Grant back-verplichtingen: in een licentieovereenkomst kan een licentiehouder worden verplicht alle verbeteringen (met inbegrip van bijbehorende knowhow) aan de in licentie gegeven technologie tijdens de licentieperiode openbaar te maken en over te dragen.

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EU) nr. 316/2014

1.5.2014

-

PB L 93 van 28.3.2014, blz. 17-23

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie - Richtsnoeren voor de toepassing van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op overeenkomsten inzake technologieoverdracht (PB C 89 van 28.3.2014, blz. 3-50).

Laatste bijwerking 29.07.2015

Top