ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 338 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
30.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 338/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/2199 VAN DE COMMISSIE
van 17 oktober 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (1), en met name artikel 15, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 428/2009 moeten producten voor tweeërlei gebruik aan een doeltreffende controle worden onderworpen bij uitvoer uit of doorvoer door de Unie, of bij levering aan een derde land als gevolg van tussenhandeldiensten welke worden verleend door een tussenhandelaar die een ingezetene van de Unie is, of die in de Unie is gevestigd. |
(2) |
De gemeenschappelijke lijst van producten voor tweeërlei gebruik die in de Europese Unie aan controle onderhevig zijn, is vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. Besluiten over de producten die aan controle zijn onderworpen, worden genomen in het kader van internationaal overeengekomen vergunningsregelingen voor goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder de Australiëgroep (2), het controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen (MTCR) (3), de Groep van nucleaire exportlanden (4), het Wassenaar Arrangement (5) en het Verdrag inzake chemische wapens (6). |
(3) |
De lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 moet regelmatig worden bijgewerkt, zodat aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid wordt voldaan, de transparantie wordt gewaarborgd en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers wordt behouden. Omdat de controlelijsten die in het kader van de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole waren goedgekeurd in 2018 zijn gewijzigd, moet bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 dienovereenkomstig worden gewijzigd. Teneinde raadpleging door instanties voor uitvoercontrole en door marktdeelnemers te vergemakkelijken, moet bijlage I bij die verordening worden vervangen. |
(4) |
In de bijlagen IIa tot en met IIf bij Verordening (EG) nr. 428/2009 zijn uniale algemene uitvoervergunningen vastgesteld. |
(5) |
In bijlage IIg bij Verordening (EG) nr. 428/2009 is een lijst van producten voor tweeërlei gebruik vastgesteld die zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de nationale algemene uitvoervergunningen en de uniale algemene uitvoervergunningen. |
(6) |
In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 428/2009 zijn de voorwaarden voor vergunningen voor de intracommunautaire overbrenging van producten vastgelegd. |
(7) |
De wijzigingen van de lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I vereisen dienovereenkomstige wijzigingen in de bijlagen IIa tot en met IIg en bijlage IV voor producten voor tweeërlei gebruik die tevens zijn opgenomen in de bijlagen IIa tot en met IIg en bijlage IV. |
(8) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 428/2009 is de Commissie bevoegd de lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I, alsmede in de bijlagen IIa tot en met IIg en bijlage IV, door middel van gedelegeerde handelingen bij te werken overeenkomstig de desbetreffende verplichtingen en verbintenissen en alle wijzigingen daarin waarmee de lidstaten hebben ingestemd als partij bij de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole of door de bekrachtiging van desbetreffende internationale verdragen. |
(9) |
Aangezien het van cruciaal belang is dat zo snel als praktisch mogelijk is aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid wordt voldaan, moet deze verordening op de dag na die van de bekendmaking ervan in werking treden. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 428/2009 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening. |
2) |
De bijlagen IIa tot en met IIg worden vervangen door bijlage II bij deze verordening. |
3) |
Bijlage IV wordt vervangen door bijlage III bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
(2) De Australiëgroep (AG) is een informeel forum van landen dat door de harmonisatie van uitvoercontroles tracht te waarborgen dat uitgevoerde producten niet bijdragen tot de ontwikkeling van chemische of biologische wapens. Zie voor meer informatie: http://www.australiagroup.net/
(3) Het Missile Technology Control Regime (MTCR) is een informele politieke afspraak tussen staten die ernaar streven de proliferatie van raketten, complete raketsystemen, onbemande luchtvaartuigen en verwante technologie te beperken. Zie voor meer informatie: http://mtcr.info/
(4) De Groep van nucleaire exportlanden (NSG, Nuclear Suppliers Group) is een groep van nucleair materiaal leverende landen die ertoe willen bijdragen de verspreiding van kernwapens te voorkomen door de toepassing van twee reeksen richtsnoeren voor de uitvoer van nucleair materiaal en de uitvoer van producten die met kernenergie verband houden. Zie voor meer informatie: http://www.nuclearsuppliersgroup.org/
(5) Het Wassenaar Arrangement (WA) is in het leven geroepen om bij te dragen aan de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit door het bevorderen van de transparantie en het vergroten van de verantwoordelijkheid met betrekking tot overdrachten van conventionele wapens en van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik, teneinde destabiliserende accumulaties te voorkomen. Zie voor meer informatie: https://www.wassenaar.org/
(6) Het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Verdrag inzake chemische wapens of CWC) heeft tot doel een volledige categorie massavernietigingswapens te elimineren middels een verbod op het ontwikkelen, produceren, verwerven, opslaan, in bezit houden, overdragen en gebruiken van chemische wapens door de staten die partij zijn. Zie voor meer informatie: https://www.opcw.org/chemical-weapons-convention
BIJLAGE I
LIJST VAN PRODUCTEN VOOR TWEEËRLEI GEBRUIK
(als bedoeld in artikel 3 van deze verordening)
Deze lijst is een technische implementatie van internationaal overeengekomen vergunningsregelingen voor goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder de Australiëgroep (1), het “Missile Technology Control Regime” (MTCR) (2), de Groep van Nucleaire Exportlanden (3), het Wassenaar Arrangement (4), en het Verdrag inzake chemische wapens (Chemical Weapons Convention — CWC) (5).
INHOUD
Opmerkingen
Acroniemen en afkortingen
Definities
Categorie 0 |
Nucleaire goederen |
Categorie 1 |
Speciale materialen en aanverwante apparatuur |
Categorie 2 |
Materiaalverwerking |
Categorie 3 |
Elektronica |
Categorie 4 |
Computers |
Categorie 5 |
Telecommunicatie en “informatiebeveiliging” |
Categorie 6 |
Sensoren en lasers |
Categorie 7 |
Navigatie en vliegtuigelektronica |
Categorie 8 |
Zeewezen en schepen |
Categorie 9 |
Ruimtevaart en voortstuwing |
ALGEMENE OPMERKINGEN BIJ BIJLAGE I
1. |
Voor de controle op de uitvoer van goederen die zijn ontworpen of aangepast voor militair gebruik, zij verwezen naar de desbetreffende lijst(en) van aan vergunningsplicht onderworpen militaire goederen van de afzonderlijke lidstaten. Verwijzingen in deze bijlage naar de “Lijst militaire goederen” hebben betrekking op deze lijsten. |
2. |
De doelstelling van de controles op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die één of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
NB: Bij de beoordeling van de vraag of de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element dienen te worden aangemerkt, dienen factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt, een rol te spelen. |
3. |
Met “goederen” worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. |
4. |
In sommige gevallen zijn stoffen vermeld met naam en CAS-nummer. Onder de lijst vallen stoffen met dezelfde structuurformule (inclusief hydraten), ongeacht naam of CAS-nummer. De CAS-nummers zijn vermeld om een bepaalde stof of een bepaald mengsel gemakkelijker te kunnen identificeren, ongeacht de nomenclatuur. CAS-nummers kunnen niet als eenduidige identificatienummers gebruikt worden, omdat sommige vormen van de op de lijst vermelde stoffen andere CAS-nummers hebben, en ook mengsels die een op de lijst voorkomende stof bevatten, andere CAS-nummers kunnen hebben. |
NUCLEAIRE TECHNOLOGIE-NOOT (NTN)
(Te lezen in samenhang met sectie E van categorie 0.)
De “technologie” die rechtstreeks samenhangt met goederen die in categorie 0 vallen, valt onder de bepalingen van categorie 0.
“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van aan vergunningsplicht onderworpen goederen is ook aan vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen.
Het verlenen van een uitvoervergunning voor goederen houdt tevens in dat de uitvoer naar dezelfde eindgebruiker van de minimaal noodzakelijke “technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van de goederen is toegestaan.
Vergunningsregelingen voor overdracht van “technologie” zijn niet van toepassing op informatie die “voor iedereen beschikbaar” is, en op “fundamenteel wetenschappelijk onderzoek”.
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
(Te lezen in samenhang met sectie E van de categorieën 1 tot en met 9.)
De uitvoer van “technologie” die “noodzakelijk” is voor de “ontwikkeling”, “productie” of het “gebruik” van in de categorieën 1 tot en met 9 bedoelde goederen, is onderworpen aan de op de categorieën 1 tot en met 9 van toepassing zijnde bepalingen.
“Technologie” die “noodzakelijk” is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van aan vergunningsplicht onderworpen goederen is ook aan vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen.
De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke “technologie” voor installatie, bediening, onderhoud of reparatie van niet onder de vergunningsplicht vallende goederen of op de goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.
Noot: Deze bepaling laat de controlestatus van de in 1E002.e., 1E002.f., 8E002.a. en 8E002.b. bedoelde “technologie” onverlet.
De vergunningsplicht voor de overdracht van “technologie” is niet van toepassing op informatie die “voor iedereen beschikbaar” is, op “fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
NUCLEAIRE PROGRAMMATUURNOOT (NPN)
(Deze noot heeft voorrang boven het bepaalde in sectie D van categorie 0.)
Sectie D van categorie 0 heeft geen betrekking op “programmatuur” die de minimaal noodzakelijke “objectcode” is voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.
Het verlenen van een uitvoervergunning voor goederen houdt tevens in dat de uitvoer naar dezelfde eindgebruiker van de minimaal noodzakelijke “objectcode” voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van de goederen is toegestaan.
Noot: De Nucleaire programmatuurnoot laat de controlestatus van de in categorie 5 — deel 2 (“Informatiebeveiliging”) bedoelde “programmatuur” onverlet.
ALGEMENE PROGRAMMATUURNOOT (APN)
(Deze noot heeft voorrang boven het bepaalde in sectie D van de categorieën 1 tot en met 9.)
De categorieën 1 tot en met 9 van deze lijst zijn niet van toepassing op “programmatuur” die:
a. |
algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat de “programmatuur”:
Noot: Punt a. van de Algemene programmatuurnoot laat de controlestatus van de in categorie 5 — deel 2 (“Informatiebeveiliging”) bedoelde “programmatuur” onverlet. |
b. |
“voor iedereen beschikbaar” is; of |
c. |
de minimaal noodzakelijke “objectcode” voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van goederen waarvan de uitvoer is toegestaan. Noot: Punt c. van de Algemene programmatuurnoot laat de controlestatus van de in categorie 5 — deel 2 (“Informatiebeveiliging”) bedoelde “programmatuur” onverlet. |
ALGEMENE NOOT “INFORMATIEBEVEILIGING” (ANIB)
Producten of functies ten behoeve van “informatiebeveiliging” moeten worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen in categorie 5 — deel 2, ook indien het onderdelen, “programmatuur” of functies van andere producten betreft.
REDACTIONELE CONVENTIES IN HET PUBLICATIEBLAD VAN DE EUROPESE UNIE
In overeenstemming met de regels uiteengezet in alinea 6.5 op pagina 108 van de Interinstitutionele schrijfwijzer (editie 2015), voor in het Nederlands gepubliceerde teksten in het Publicatieblad van de Europese Unie:
— |
worden decimalen van gehele getallen gescheiden door een komma, |
— |
en gehele getallen worden ingedeeld in blokken van drie cijfers die van elkaar worden gescheiden door een dunne spatie. |
In deze bijlage wordt de hierboven beschreven praktijk aangehouden.
IN DEZE BIJLAGE GEBRUIKTE ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN
Een acroniem of afkorting, gebruikt als gedefinieerde term, is te vinden in ‘Definities van in deze bijlage gebruikte termen’.
ACRONIEM OF AFKORTING — BETEKENIS |
|
ABEC |
Annular Bearing Engineers Committee |
ADC |
Analoog-digitaalomzetters |
AGMA |
American Gear Manufacturers Association |
AHRS |
Stand- en koersreferentiesysteem |
AISI |
American Iron and Steel Institute |
ALE |
Atomaire-lagenepitaxie |
ALU |
Logische rekeneenheid |
ANSI |
American National Standards Institute |
APP |
Aangepast piekvermogen |
APU |
Hulpaggregaat |
ASTM |
American Society for Testing and Materials |
ATC |
Luchtverkeersleiding |
BJT |
Bipolaire junctietransistors |
BPP |
Beam Parameter Product |
BSC |
Base Station Controller |
CAD |
Computerondersteund ontwerpen |
CAS |
Chemical Abstracts Service |
CCD |
Ladinggekoppelde componenten |
CDU |
Visualisatie- en bedieningsinrichtingen |
CEP |
Circular error probable (50 %-trefkanscirkel) |
CMM |
Coördinatenmeetmachines |
CMOS |
Componenten met metaaloxide veldeffecttransistoren |
CNTD |
Thermische ontleding met beheerste nucleatie |
CPLD |
Complexe programmeerbare logische bouwsteen |
CPU |
Centrale verwerkingseenheid |
CVD |
Chemische afzetting uit de dampfase |
CW |
Chemische oorlogsvoering |
CW (voor lasers) |
Continugolf |
DAC |
Digitaal-analoogomzetter |
DANL |
Gemiddeld ruisniveau |
DBRN |
Navigatiesystemen met als referentie een gegevensbestand |
DDS |
Directe digitale synthesizer |
DMA |
Dynamisch-mechanische analyse |
DME |
Instrument voor het aangeven van afstand |
DMOSFET |
Gediffundeerde metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor |
DS |
Gerichte stolling |
EB |
Exploding Bridge |
EB-PVD |
Elektronenstraalverdampen |
EBW |
Exploding Bridge Wire |
ECM |
Electro-Chemical Machining |
EDM |
Vonkerosie |
EEPROM |
Elektrisch wisbaar en programmeerbaar ROM-geheugen |
EFI |
“Exploding foil”-ontstekingen |
EIRP |
Effectief isotroop uitgestraald vermogen |
ENOB |
Effectief aantal bits |
ERF |
Elektrorheologisch afwerkingsprocedé |
ERP |
Effectief uitgestraald vermogen |
ETO |
Emitter Turn-Off Thyristor |
ETT |
Electrical Triggering Thyristors |
EUV |
Extreem ultraviolet |
FADEC |
Digitale elektronische motorregelapparatuur welke volledig zelfstandig in de motorregeling kan ingrijpen |
FFT |
Snelle Fourier-transformatie |
FPGA |
Door de gebruiker te programmeren ‹gate array› |
FPIC |
Door de gebruiker te programmeren ‹interconnect› |
FPLA |
Door de gebruiker te programmeren ‹logic array› |
FPO |
Drijvendekommabewerking |
FWHM |
Brandpuntsvlak met een halfwaardebreedte |
GSM |
Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie |
GLONASS |
Wereldwijd satellietnavigatiesysteem |
GPS |
Wereldwijd plaatsbepalingssysteem |
GNSS |
Wereldwijd satellietnavigatiesysteem |
GTO |
Uitschakelbare thyristor |
HBT |
Heterobipolaire transistors |
HEMT |
Transistor met hoge elektronenmobiliteit |
ICAO |
Internationale Burgerluchtvaartorganisatie |
IEC |
Internationale Elektrotechnische Commissie |
IED |
Geïmproviseerde explosieven |
IEEE |
Institute of Electrical and Electronic Engineers |
IFOV |
Momenteel gezichtsveld |
IGBT |
Bipolaire transistors met geïsoleerde poort |
IGCT |
Integrated Gate Commutated thyristor |
IHO |
Internationale Hydrografische Organisatie |
ILS |
Instrumentlandingssysteem |
IMU |
Traagheidsmetingseenheid |
INS |
Traagheidsnavigatiesysteem |
IP |
Internetprotocol |
IRS |
Inertieel referentiesysteem |
IRU |
Inertiële referentie-eenheid |
ISA |
Internationale standaard-atmosfeer |
ISAR |
Radarmodus met omgekeerde kunstmatig ingestelde apertuur |
ISO |
Internationale organisatie voor normalisatie |
ITU |
Internationale Telecommunicatie-unie |
JT |
Joule-Thomson |
LIDAR |
Lichtdetectie- en afstandsbepaling |
LIDT |
Schadegrens veroorzaakt door lasers |
LOA |
Lengte over alles |
LRU |
Line Replaceable Unit |
MLS |
Microgolflandingssysteem |
MMIC |
Monolithisch geïntegreerde microgolfschakeling |
MOCVD |
Chemische afzetting van organometaaldamp |
MOSFET |
Metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor |
MPM |
Microgolfvermogensmodules |
MRAM |
Magnetic Random Access Memory |
MRF |
Magnetorheologisch afwerkingsprocedé |
MRF |
Minimum resolvable feature size |
MRI |
Magnetic resonance imaging (beeldvorming door middel van magnetische resonantie) |
MTBF |
Mean time between failures (gemiddeld storingsvrij interval) |
MTTF |
Mean time to failure (gemiddeld interval vóór storing) |
NA |
Numerieke apertuur |
NDT |
Non-destructive test (niet-destructief onderzoek) |
NEH |
Netto equivalente hoeveelheid |
OAM |
Bediening, beheer en onderhoud |
OSI |
Open Systems Interconnection |
PAI |
Polyamide-imiden |
PAR |
Precisienaderingsradar |
PCL |
Passieve lokalisering |
PDK |
Process Design Kit |
PIN |
Persoonlijk identificatienummer |
PMR |
Particuliere mobiele radio |
PVD |
Physical Vapour Deposition (fysieke afzetting uit de dampfase) |
ppm |
parts per million (delen per miljoen) |
QAM |
Quadrature-Amplitude-Modulation (kwadratuuramplitudemodulatie) |
QE |
Kwantumefficiëntie |
RAP |
Reactive Atom Plasma-technologie (reactief atomair plasma) |
RF |
Radiofrequentie |
rms |
Root mean square (kwadratisch gemiddelde) |
RNC |
Radio Network Controller |
RNSS |
Regionaal satellietnavigatiesysteem |
ROIC |
Read-out Integrated Circuit (geïntegreerde schakeling voor het uitlezen) |
S-FIL |
Step and Flash Imprint Lithography |
SAR |
Synthetic Aperture Radar (radarmodus met kunstmatig ingestelde apertuur) |
SAS |
Synthetic Aperture Sonar |
SC |
Single Crystal (eenkristal) |
SCR |
Gestuurde halfgeleidergelijkrichters |
SFDR |
Spurious Free Dynamic Range (Storingsvrij dynamisch bereik) |
SHPL |
Super High Powered Laser |
SLAR |
Side-looking airborne radar (zijwaarts stralende radarmodus in vliegtuigen) |
SOI |
Silicon-on-Insulator |
SQUID |
Superconducting Quantum Interference Device |
SRA |
Shop replaceable assembly (in de werkplaats vervangbaar moduul) |
SRAM |
Static Random Access Memory |
SSB |
Single sideband (enkele zijband) |
SSR |
Secundaire surveillanceradar |
SSS |
Side Scan Sonar |
TIR |
Total Indicated Reading (totale meetklokuitslag) |
TVR |
Transmitting Voltage Response |
u |
Atomaire massa-eenheid |
UPR |
Unidirectional positioning repeatability (herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering) |
UV |
Ultraviolet |
UTS |
Ultimate tensile strength (eindtreksterkte) |
VJFET |
Verticale junctie-veldeffecttransistor |
VOR |
Very High Frequency Omni-directional Range |
WLAN |
Wireless Local Area Network (draadloos lokaal netwerk) |
DEFINITIES VAN IN DEZE BIJLAGE GEBRUIKTE TERMEN
De definitie van termen tussen enkele aanhalingstekens (‘…’) wordt gegeven in een technische noot bij de betrokken post.
De definitie van de termen tussen dubbele aanhalingstekens (“…”) luidt als volgt:
NB: Na elke gedefinieerde term wordt tussen haakjes verwezen naar de betrokken categorie(ën).
“Nauwkeurigheid” (2 3 6 7 8) (gewoonlijk uitgedrukt in mate van onnauwkeurigheid): de maximale positieve of negatieve afwijking van een aangegeven waarde ten opzichte van een erkende norm of zuivere waarde.
“Actieve vluchtregelsystemen” (7): actieve vluchtregelsystemen die ongewenste bewegingen of structurele belastingen van het “vliegtuig” of de raket voorkomen door de onafhankelijke verwerking van signalen van meerdere sensoren waarna preventieve commando’s voor automatische regeling worden gegeven.
“Actieve pixel” (6): het kleinste (afzonderlijke) element van de halfgeleider-“array” dat nog een foto-elektrische overdrachtsfunctie vervult bij blootstelling aan elektromagnetische straling (licht).
“Aangepast piekvermogen” (4): een aangepaste pieksnelheid waarbij “digitale computers” drijvendekommaoptellingen en -vermenigvuldigingen van 64 bit of meer uitvoeren, die wordt uitgedrukt in gewogen TeraFLOPS (‹Weighted TeraFLOPS (WT)›), in eenheden van 1012 aangepaste drijvendekommabewerkingen per seconde.
NB: Zie categorie 4, Technische noot.
“Vliegtuigen” (1 6 7 9): luchtvaartuigen met vaste, draaibare of roterende vleugel(helikopter) of verticaal opstijgende luchtvaartuigen (met kantelende rotor of vleugel).
NB: Zie ook “civiele vliegtuigen”.
“Luchtschip” (9): een door een motor aangedreven luchtvaartuig dat in de lucht wordt gehouden door een massa aan gas (gewoonlijk helium, voordien waterstof) dat lichter is dan lucht.
“Inclusief alle compensaties” (2): nadat alle uitvoerbare maatregelen waarover de fabrikant beschikt om alle systematische instelfouten voor het betrokken werktuigmachinemodel of alle meetfouten voor de betrokken coördinaten-meetmachine tot een minimum te beperken, bekeken zijn.
“Door de ITU toegewezen” (3 5): toewijzing van de frequentiebanden overeenkomstig de huidige uitgave van het Radioreglement van de ITU voor primaire, toegelaten en secundaire diensten.
NB: Extra en alternatieve toewijzingen vallen hier niet onder.
“Hoekafwijking” (2): het maximale verschil tussen de aangegeven hoekpositie en de feitelijke, zeer nauwkeurig gemeten hoekpositie nadat de houder van het werkstuk op de tafel uit zijn oorspronkelijke positie is weggedraaid.
“Angle random walk” (7): de foutenontwikkeling bij hoekversnellingsmeting in tijd door witte ruis in de snelheid van de hoekbeweging. (IEEE STD 528-2001).
“APP” (4): (“Adjusted Peak Performance”) “Aangepast piekvermogen”.
“Asymmetrisch algoritme” (5): cryptografisch algoritme waarin voor encryptie andere wiskundige sleutels worden gebruikt dan voor decryptie.
NB: Voor sleutelbeheer worden gewoonlijk “asymmetrische algoritmen” gebruikt.
“Authentificatie” (5): verificatie van de identiteit van een gebruiker, programma of apparaat, vaak als voorwaarde voor toegang tot bronnen in een informatiesysteem. Dit omvat een verificatie van de oorsprong of inhoud van een bericht of andere informatie en alle aspecten van toegangscontrole waarbij geen encryptie van bestanden of tekst betrokken is, behalve wanneer deze rechtstreeks verband houdt met de bescherming van wachtwoorden, persoonlijke identificatienummers (PIN-codes) of vergelijkbare informatie ter voorkoming van toegang zonder toestemming.
“Gemiddeld uitgangsvermogen” (6): de totale outputenergie van een “laser” in joules, gedeeld door de periode waarin een reeks opeenvolgende pulsen wordt uitgezonden, in seconden. Voor een reeks gelijkmatig verdeelde pulsen is het gelijk aan het totale uitgangsvermogen van de “laser” in een enkele puls, in joules, vermenigvuldigd met de pulsfrequentie van de “laser”, in Hertz.
“Voortplantingsvertragingstijd van de basispoort” (3): de waarde van de voortplantingsvertragingstijd die overeenkomt met die van de basispoort binnen een “monolithische geïntegreerde schakeling”. Deze kan voor een bepaalde ‘familie’ van “monolithische geïntegreerde schakelingen” gespecificeerd zijn als de voortplantingsvertragingstijd per typerende poort binnen die ‘familie’ of als de typerende voortplantingsvertragingstijd per poort binnen die ‘familie’.
NB 1: De “voortplantingsvertragingstijd van de basispoort” moet niet worden verward met de in/uitgangsvertragingstijd van een complexe “monolithische geïntegreerde schakeling”.
NB 2: Een ‘familie’ bestaat uit alle geïntegreerde schakelingen waarop alle onderstaande elementen zijn toegepast als fabricagemethoden en -specificaties, met uitzondering van hun respectieve functies:
a. |
de gebruikelijke hardware- en programmatuurarchitectuur; |
b. |
de gebruikelijke ontwerp- en verwerkingstechnologie; en |
c. |
de gebruikelijke basiskenmerken. |
“Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” (ATN NTN): experimenteel of theoretisch werk dat hoofdzakelijk wordt gedaan om nieuwe kennis te verkrijgen over de fundamentele beginselen van verschijnselen of waarneembare feiten, en dat in eerste instantie niet is gericht op een bepaald praktisch doel of oogmerk.
“Bias” (versnellingsmeters) (7): het gemiddelde uitgangssignaal van een versnellingsmeter over een bepaalde tijd, gemeten onder gespecificeerde werkingsomstandigheden dat geen correlatie heeft met een aanzetversnelling of -rotatie. “Bias” wordt uitgedrukt in graden of in meter per secondekwadraat (m/s2). (IEEE STD 528-2001) (Micrograden = 1 × 10-6 graden).
“Bias” (gyroscopen) (7): het gemiddelde uitgangssignaal van een gyroscoop over een bepaalde tijd, gemeten onder gespecificeerde werkingsomstandigheden dat geen correlatie heeft met een aanzetrotatie of -versnelling. “Bias” wordt typisch uitgedrukt in graden per uur (graden/u). (IEEE STD 528-2001).
“Biologische stoffen” (1): pathogenen of toxinen, geselecteerd of aangepast (zoals een wijziging van de zuiverheid, houdbaarheid, virulentie, verspreidingskenmerken, of weerstand tegen UV-straling) om menselijke of dierlijke slachtoffers, schade aan uitrusting of aan gewassen, en aantasting van het milieu te veroorzaken.
“Axiale slag” (2): axiale verplaatsing tijdens één omwenteling van de hoofdspil, gemeten in een vlak loodrecht op de stelplaat van de spil aan een punt dat grenst aan de omtrek van de stelplaat van de spil. (Referentie: ISO 230/1 1986, paragraaf 5.63).
“CEP” (7) (“Circular Error Probable”): bij normale cirkelvormige spreiding de straal van de cirkel die 50 % bestrijkt van de afzonderlijke metingen die worden verricht, of de straal van de cirkel waarbinnen er 50 % kans is om te worden gelokaliseerd.
“Chemische laser” (6): een “laser” waarin de geëxciteerde stof wordt geproduceerd door de door een chemische reactie voortgebrachte energie.
“Chemisch mengsel” (1): een vast, vloeibaar of gasvormig product dat bestaat uit twee of meer bestanddelen die niet samen reageren onder de omstandigheden waarin het mengsel is opgeslagen.
“Luchtstroom-beheerste antitorsie- of richtingsregelsystemen” (7): systemen die gebruikmaken van lucht die over aerodynamische vlakken wordt geblazen om de door deze oppervlakken gegenereerde krachten te verhogen en te beheersen.
“Civiele vliegtuigen” (1 3 4 7): die types “vliegtuigen” die als zodanig zijn aangeduid in gepubliceerde overzichten van luchtwaardigheidsbewijzen van de civiele luchtvaartautoriteiten van een of meer EU-lidstaten of “deelnemende staten” aan het “Wassenaar Arrangement” voor het vliegen van commerciële binnenlandse en buitenlandse lijnen of voor wettig civiel, privé of zakelijk gebruik.
NB: Zie ook “vliegtuigen”.
“Communicatiekanaalbesturingseenheid” (4): de fysieke verbinding die de stroom synchrone of asynchrone digitale informatie bestuurt. Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.
“Compensatiesystemen” (6): bestaan uit de primaire scalaire sensor, een of meer referentiesensoren (bv. vector-“magnetometers”), en programmatuur om de starlichaamrotatieruis van het platform te reduceren.
“Composiet” (1 2 6 8 9): een “matrix” en één of meer toegevoegde fasen bestaande uit deeltjes, whiskers, vezels of iedere combinatie daarvan, aanwezig voor een specifiek doel of voor specifieke doelen.
“III/V-verbindingen” (3 6): polykristallijne, binaire of complexe monokristallijne producten bestaande uit elementen uit de groepen IIIA en VA van het periodieke systeem van Mendelejev (galliumarsenide, galliumaluminiumarsenide, indiumfosfide, enz.).
“Contourbesturen” (2): twee of meer “numeriek bestuurde” bewegingen volgens instructies die de eerstvolgende vereiste positie en de vereiste voedingssnelheden naar die positie specificeren. Deze snelheden worden in afhankelijkheid van elkaar gevarieerd, zodat een gewenste contour wordt verkregen. (Referentie: ISO/DIS 2806-1980).
“Kritische temperatuur” (1 3 5): de “kritische temperatuur” (ook wel overgangstemperatuur genoemd) van een bepaald “supergeleidend” materiaal is de temperatuur waarbij de gelijkstroomweerstand van het materiaal nul wordt.
“Cryptografische activatie” (5): een specifieke techniek om cryptografisch vermogen te activeren of mogelijk te maken, via een mechanisme dat door de fabrikant van het product wordt toegepast, waarbij dit mechanisme uniek is voor:
1. |
een enkel exemplaar van het item; of |
2. |
een klant, voor meerdere exemplaren van het item. |
Technische noten:
1. |
Technieken en mechanismen voor “cryptografische activatie” kunnen de vorm aannemen van hardware, “programmatuur” of “technologie”. |
2. |
Mechanismen voor “cryptografische activatie” kunnen bijvoorbeeld een vergunningssleutel op basis van een serienummer of een authentificatie-instrument, zoals een digitaal ondertekend certificaat, zijn. |
“Cryptografie” (5): de tak van wetenschap die zich bezighoudt met de grondbeginselen, middelen en methoden voor het omzetten van gegevens teneinde de inhoud daarvan te verbergen, te voorkomen dat deze inhoud ongemerkt wordt gewijzigd of zonder toestemming wordt gebruikt. “Cryptografie” is beperkt tot het omzetten van gegevens met gebruikmaking van één of meer ‘geheime parameters’ (bv. cryptovariabelen) of aanverwante sleutels.
Noten:
1. |
Tot “cryptografie” worden niet gerekend: technieken van ‘vaste’ gegevenscomprimering of -codering. |
2. |
“Cryptografie” omvat ook decryptie. |
Technische noten:
1. |
Een ‘geheime parameter’ is een constante of sleutel die voor anderen geheim wordt gehouden of slechts binnen een groep bekend wordt gemaakt. |
2. |
‘Vast’: het coderings- of comprimeringsalgoritme kan geen parameters van buitenaf ontvangen (bv. cryptografische of sleutelvariabelen) noch gewijzigd worden door de gebruiker. |
“CW-laser” (6): een “laser” die langer dan 0,25 seconden een nominaal constante energie voortbrengt.
“Navigatiesystemen met als referentie een gegevensbestand” (“DBRN-systemen”) (7): systemen die gebruikmaken van verschillende bronnen van eerder gemeten gegevens die aan een geografische referentie zijn toegewezen, welke zijn geïntegreerd om onder dynamische omstandigheden accurate navigatie-informatie te verstrekken. De gegevensbronnen omvatten bathymetrische kaarten, sterrenkaarten, zwaartekrachtkaarten, magnetische kaarten of 3-D digitale terreinkaarten.
“Verarmd uraan” (0): uraan met een gehalte aan de uraan-235-isotoop dat lager is dan in de natuur voorkomt.
“Ontwikkeling” (ATN NTN Alle) bestrijkt alle fasen voorafgaand aan serieproductie, zoals: ontwerp, ontwerponderzoek, ontwerpanalyse, ontwerpideeën, assemblage en testen van prototypen, proefproductieplannen, ontwerpgegevens, het vertalen van ontwerpgegevens in een product, ontwerp van configuraties, integratieontwerp, opmaak.
“Diffusielassen” (1 2 9): het in de vaste fase (‹solid-state›) met elkaar verbinden van tenminste twee aparte metalen tot één stuk met een bindingssterkte tenminste gelijk aan die van het zwakste materiaal waarbij het voornaamste mechanisme bestaat uit interdiffusie van atomen over het oppervlak heen.
“Digitale computer” (4 5): een apparaat dat, in de vorm van één of meer discrete variabelen, alle volgende functies kan verrichten:
a. |
gegevens opnemen; |
b. |
gegevens of opdrachten in onuitwisbare of wijzigbare (beschrijfbare) geheugens opslaan; |
c. |
gegevens met behulp van een opgeslagen veranderbare reeks opdrachten verwerken; en |
d. |
gegevens afgeven. |
NB: Onder veranderen van een opgeslagen reeks opdrachten wordt mede verstaan het vervangen van onuitwisbare geheugenelementen, doch hieronder valt niet het in fysieke zin wijzigen van bedrading of onderlinge verbindingen.
“Digitale overbrengsnelheid” (def): de totale bitsnelheid van de informatie die direct wordt overgebracht op ieder type medium.
NB: Zie ook “totale digitale overbrengsnelheid”.
“Verloopsnelheid” (gyroscopen) (7): de component van de gyroscoopuitvoer die functioneel onafhankelijk is van de invoerrotatie. Wordt uitgedrukt als hoeksnelheid. (IEEE STD 528-2001).
“Effectieve gram” (0 1) (van “speciale splijtstoffen”):
a. |
voor plutoniumisotopen en uraan-233: het gewicht van de isotoop in gram; |
b. |
voor uraan dat 1 % of meer verrijkt is in de isotoop uraan-235: het gewicht van het element in gram, vermenigvuldigd met het kwadraat van de verrijking, uitgedrukt in decimalen als gewichtsverhouding; |
c. |
voor uraan dat minder dan 1 % verrijkt is in de isotoop uraan-235: het gewicht van het element in gram, vermenigvuldigd met 0,0001. |
“Samenstelling” (2 3 4): een aantal elektronische componenten (bijvoorbeeld ‘schakelelementen’, ‘discrete onderdelen’, geïntegreerde schakelingen, enz.) die onderling verbonden zijn om één of meer specifieke functies te vervullen en die als een eenheid vervangbaar en gewoonlijk demonteerbaar zijn.
NB 1: Een ‘schakelelement’ is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator, enz.
NB 2: Een ‘discreet onderdeel’ is een afzonderlijk omhuld ‘schakelelement’ met eigen uitwendige aansluitingen.
“Energetische materialen” (1): stoffen of mengsels die chemisch reageren waarbij energie vrijkomt die noodzakelijk is voor de beoogde toepassing ervan. “Springstoffen”, “pyrotechnische middelen” en “stuwstoffen” zijn subklassen van energetische materialen.
“Eindeffectors” (2): grijpers, ‘actieve gereedschapseenheden’ en alle andere gereedschappen die zijn verbonden met de grondplaat aan het uiteinde van de manipulatiearmen van een “robot”.
NB: Een ‘actieve gereedschapseenheid’ is een voorziening die beweegkracht of procesenergie op het werkstuk overbrengt of waarnemingen daarvan verzorgt.
“Equivalente dichtheid” (6): de massa van een optisch element per optische oppervlakte-eenheid geprojecteerd op het optisch oppervlak.
“Springstoffen” (1): stoffen in vaste, vloeibare of gasvorm of mengsels van stoffen die moeten detoneren als primaire, aanjaag- of hoofdlading in koppen, bij sloopwerkzaamheden of bij andere toepassingen.
“Digitale elektronische motorregelsystemen welke volledig zelfstandig in de motorregeling kunnen ingrijpen” (“FADEC-systemen”) (9) (‹full authority digital engine control systems›): digitale elektronische regelsystemen voor gasturbinemotoren die autonoom kunnen ingrijpen in de motorregeling over het hele werkbereik van de motor vanaf de gevraagde motorstart tot het gevraagde stilleggen van de motor, zowel in normale omstandigheden als in het geval van storingen.
“Stapel- en continuvezelmateriaal” (0 1 8 9). Dit omvat:
a. |
continue “monofilamenten”; |
b. |
continu “garens”; en “‹rovings›”; |
c. |
“banden”, weefsels en onregelmatig gelaagde matten en gevlochten banden; |
d. |
op lengte gesneden vezels, stapelvezels en samenhangende vezeldekens; |
e. |
whiskers, hetzij monokristallijn hetzij polykristallijn, ongeacht hun lengte; |
f. |
aromatische polyamidepulp. |
“Geïntegreerde schakeling van het filmtype” (3): een reeks ‘schakelelementen’ en metallieke doorverbindingen, die gevormd zijn door afzetting van een dikke of dunne laag op een isolerend “substraat”.
NB: Een ‘schakelelement’ is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator, enz.
“‹Fly-by-light›-systeem” (7): een primair digitaal vluchtregelsysteem dat terugkoppeling gebruikt voor de controle van het “vliegtuig” tijdens de vlucht, waarbij de opdrachten aan de effectors/aandrijvers optische signalen zijn.
“‹Fly-by-wire›-systeem” (7): een primair digitaal vluchtregelsysteem dat terugkoppeling gebruikt voor de controle van het “vliegtuig” tijdens de vlucht, waarbij de opdrachten aan de effectors/aandrijvers elektrische signalen zijn.
“‹Focal plane array›” (6 8): een lineaire of tweedimensionale vlakke laag of combinatie van vlakke lagen met afzonderlijke detectorelementen, met of zonder uitlees-elektronica, die in het brandvlak “‹focal plane›” worden geplaatst.
NB: Stapels afzonderlijke detectorelementen of detectoren met twee, drie of vier elementen vallen hier niet onder, op voorwaarde dat in het element geen tijdvertraging en integratie plaatsvindt.
“Fractionele bandbreedte” (3 5): de “momentele bandbreedte” gedeeld door de centrale frequentie, uitgedrukt in procenten.
“‹Frequency hopping›” (5 6): een vorm van “spread spectrum” waarbij de zendfrequentie van één enkel communicatiekanaal wordt verschoven in een willekeurige of pseudowillekeurige reeks discrete stappen.
“Frequentiewisseltijd” (3): de tijd (d.w.z. vertraging) welke benodigd is om van de oorspronkelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie over te schakelen naar of te komen binnen:
a. |
± 100 Hz van een uiteindelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie van minder dan 1 GHz; of |
b. |
± 0,1 ppm (deel per miljoen) van een uiteindelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie van 1 GHz of meer. |
“Brandstofcel” (8): een elektrochemische inrichting die chemische energie rechtstreeks in gelijkstroom (DC) omzet door van een externe bron afkomstige brandstof te verbruiken.
“Samensmeltbaar” (vernetbaar) (1): in staat zijn om door verhitting, straling, katalyse, enz., te vernetten of verder te polymeriseren, dan wel zonder pyrolyse (verkoling) te smelten.
“Geleidingssysteem” (7): systemen waarin de meting en berekening van de positie en snelheid van een voertuig (navigatie) worden gecombineerd met de berekening en verzending van opdrachten naar de vluchtregelsystemen van het voertuig om de baan te corrigeren.
“Hybride geïntegreerde schakeling” (3): elke willekeurige combinatie van geïntegreerde schakelingen, ‘schakelelementen’ of “discrete onderdelen” die onderling verbonden zijn om één of meer specifieke functies te vervullen en met alle volgende kenmerken:
a. |
met tenminste één niet-omhuld element; |
b. |
onderling verbonden met gebruikmaking van kenmerkende productiemethoden voor geïntegreerde schakelingen; |
c. |
als eenheid vervangbaar; en |
d. |
gewoonlijk niet demonteerbaar. |
NB 1: Een ‘schakelelement’ is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator, enz.
NB 2: Een ‘discreet onderdeel’ is een afzonderlijk omhuld ‘schakelelement’ met eigen uitwendige aansluitingen.
“Beeldverbetering” (4): het verwerken van elders verkregen informatiedragende beelden met behulp van algoritmen, zoals tijdcompressie, filteren, extractie, selectie, correlatie, convolutie of transformatie tussen domeinen (bv. de snelle Fouriertransformatie (‹fast Fourier transform›) of de Walsh-transformatie (‹Walsh transform›)). Hieronder zijn niet begrepen algoritmen die slechts lineaire of draaiende omzettingen op een enkel beeld toepassen, zoals verschuivingen, extractie van specifieke kenmerken, registratie of het vals kleuren.
“Immunotoxine” (1): een samenvoeging van een celspecifieke monoklonale antistof en een “toxine” of een “subeenheid van een toxine” die zieke cellen selectief aantast.
“Voor iedereen beschikbaar” (ATN NTN APN): “technologie” of “programmatuur” die zonder beperkingen aan de verdere verspreiding daarvan beschikbaar zijn gesteld. (Auteursrechtelijke beperkingen hebben niet tot gevolg dat “technologie” of “programmatuur” niet langer “voor iedereen beschikbaar” is.)
“Informatiebeveiliging” (APN ANIB 5): alle middelen en functies ter verzekering van de toegankelijkheid, geheimhouding of integriteit van gegevens of communicaties, zonder inbegrip van de middelen en functies die zijn bedoeld als beveiliging tegen storingen. Het begrip omvat o.a. “cryptografie”, “cryptografische activatie”, ‘cryptanalyse’, bescherming tegen confidentiële uitstralingen en computerbeveiliging.
Technische noot:
‘Cryptanalyse’: de analyse van een cryptografisch systeem of de in- en uitvoer daarvan om daaraan vertrouwelijke variabelen of gevoelige gegevens te ontlenen, met inbegrip van niet-gecodeerde tekst.
“Momentele bandbreedte” (3 5 7): de bandbreedte waarover het uitgangsvermogen binnen 3 dB constant blijft zonder bijstelling van andere werkparameters.
“Geïnstrumenteerd bereik” (6): het gespecificeerde ondubbelzinnige beeldbereik van een radar.
“Isolatie” (9): de isolatie van de onderdelen van een raketmotor, d.w.z. omhulling, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de omhulling, waaronder gevulkaniseerd of half-gevulkaniseerd samengesteld rubber plaatmateriaal dat een isolerend of hittebestendig materiaal omvat. Isolatie kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen om spanningen te ontlasten.
“Binnenbekleding” (9): de hechtlaag tussen de vaste stuwstof en de omhulling of isolerende bekleding. Doorgaans een op vloeibare polymeren gebaseerde dispersie van hittebestendige of isolerende materialen, bijvoorbeeld polybutadieen met hydroxy-eindgroep (HTPB) met koolstof als vulmateriaal of een andere polymeer waaraan hardingsmiddelen zijn toegevoegd, waarmee het inwendige van een omhulling wordt gespoten of bestreken.
“Interleaved-analoog-digitaalomzetter (ADC)” (3): toestellen met meerdere ADC-eenheden die dezelfde analoge input op verschillende tijdstippen bemonsteren, zodat bij het samenvoegen van de outputs de analooginput doeltreffend is bemonsterd en op een hogere bemonsteringsnelheid is omgezet.
“Intrinsieke magnetische gradiëntmeter” (6): één enkel waarnemingselement voor de gradiënt van magnetische velden en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van de gradiënt van het magnetisch veld.
NB: Zie ook “magnetische gradiëntmeter”.
“Inbraakprogrammatuur” (4): ‹intrusion software›, “programmatuur” die speciaal is ontworpen of aangepast om opsporing door ‘bewakingshulpmiddelen’ te voorkomen of om ‘beschermende tegenmaatregelen’ van een computer of apparaat met netwerkcapaciteit te omzeilen en die één van de volgende functies verricht:
a. |
het onttrekken van gegevens of informatie uit een computer of apparaat met netwerkcapaciteit of het wijzigen van systeem- of gebruikersgegevens; of |
b. |
het wijzigen het normale executiepad van een programma of proces om de uitvoering van buitenaf geleverde instructies mogelijk te maken. |
Noten:
1. |
“Inbraakprogrammatuur” omvat niet het volgende:
|
2. |
Apparaten met netwerkcapaciteit omvatten mobiele apparaten en slimme meters. |
Technische noten:
1. |
‘Bewakingshulpmiddelen’: “programmatuur” of hardwareapparaten die het systeemgedrag of de processen die op een apparaat worden uitgevoerd, bewaken. Dit omvat antivirus (AV)-producten, producten voor eindpuntbeveiliging, producten voor persoonlijke veiligheid (PSP: Personal Security Products), inbraakdetectiesystemen (IDS: Intrusion Detection Systems), inbraakpreventiesystemen (IPS: Intrusion Prevention Systems) of firewalls. |
2. |
‘Beschermende tegenmaatregelen’: technieken die zijn ontworpen om te zorgen voor de veilige uitvoering van programmacode, zoals preventie van gegevensuitvoering, Data Execution Prevention DEP), willekeurige adresruimte-indeling (ASLR: Address Space Layout Randomisation) of ‹sandboxing›. |
“Geïsoleerde levende culturen” (1): levende culturen met inbegrip van culturen waarvan de organismen zich in een ruststadium bevinden en levende culturen in gedroogde preparaten.
“Isostatische persen” (2): apparatuur, geschikt voor het onder druk brengen van een gesloten holte door middel van een bepaalde stof (een gas, een vloeistof, vaste deeltjes, enz.) teneinde te bereiken dat binnen de holte op een werkstuk of materiaal gelijke druk in alle richtingen wordt uitgeoefend.
“Laser” (0 1 2 3 5 6 7 8 9): een product dat zowel in de ruimte als in de tijd coherent licht produceert dat wordt versterkt door de gestimuleerde emissie van straling.
NB: Zie ook |
“chemische laser”; “CW-laser”; “gepulseerde laser”; “Super High Power Laser”. |
“Bibliotheekprogramma’s” (1) (parametrische technische gegevensbestanden): een verzameling technische gegevens, waarvan de raadpleging de prestaties van relevante apparatuur of systemen kan verhogen.
“Lichter-dan-luchttoestellen” (9): ballonnen of “luchtschepen” die voor het creëren van lift gebruikmaken van hete lucht of andere gassen die lichter zijn dan lucht, bijvoorbeeld helium of waterstof.
“Lineariteit” (2) (gewoonlijk gemeten als non-lineariteit): de maximale positieve of negatieve afwijking van het feitelijke kenmerk (gemiddelde van naar boven en naar beneden gemeten waarden) van een rechte lijn die zo is geplaatst dat de maximale afwijkingen gelijk worden gemaakt en geminimaliseerd.
“Lokaal netwerk” (4 5): een datacommunicatiesysteem dat alle onderstaande eigenschappen combineert:
a. |
het stelt een willekeurig aantal onafhankelijke ‘datatoestellen’ in staat, rechtstreeks met elkaar in verbinding te staan; en |
b. |
het is beperkt tot een geografisch betrekkelijk klein gebied (bijvoorbeeld een kantoorgebouw, een fabriek, een universiteitscomplex of een magazijn). |
NB: Een ‘datatoestel’ is een apparaat voor het zenden of ontvangen van reeksen digitale informatie.
“Magnetische gradiëntmeters” (6): deze zijn ontworpen voor het opsporen van de ruimtelijke variaties van magnetische velden van bronnen buiten het instrument. Zij bestaan uit verscheidene “magnetometers” en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van de gradiënt van het magnetisch veld.
NB: Zie ook “intrinsieke magnetische gradiëntmeter”.
“Magnetometers” (6): deze zijn ontworpen voor het opsporen van magnetische velden van bronnen buiten het instrument. Zij bestaan uit één enkel sensorelement voor het waarnemen van magnetische velden en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van het magnetisch veld.
“Materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6” (0): koper, roestvast staal, aluminium, aluminiumoxide, aluminiumlegeringen, nikkel of legeringen met 60 of meer gewichtspercenten nikkel en gefluoreerde koolwaterstofpolymeren.
“Matrix” (1 2 8 9): een in hoofdzaak continue fase die de ruimte tussen deeltjes, whiskers of vezels vult.
“Meetonzekerheid” (2): de kenmerkende parameter die specificeert binnen welk bereik rond de uitvoerwaarde de juiste waarde van de te meten variabele ligt met een betrouwbaarheidsniveau van 95 %. Deze omvat de ongecorrigeerde systematische afwijkingen, de ongecorrigeerde speling en de willekeurige afwijkingen. (Referentie: ISO 10360-2).
“Microcomputer-microschakeling” (3): een “monolithische geïntegreerde schakeling” of “multichip geïntegreerde schakeling” met een logische rekeneenheid (ALU), die in staat is om vanuit een intern geheugen algemene opdrachten uit te voeren op basis van gegevens opgeslagen in het interne geheugen.
NB: Het interne geheugen kan worden uitgebreid met een extra geheugen.
“Microprocessor-microschakeling” (3): een “monolithische geïntegreerde schakeling” of “multichip geïntegreerde schakeling” met een logische rekeneenheid (ALU), die in staat is om vanuit een extern geheugen een reeks algemene opdrachten uit te voeren.
NB 1: De “microprocessor-microschakeling” bevat gewoonlijk geen toegankelijkheid van het interne geheugen voor de gebruiker, hoewel op de “chip” aanwezig geheugen kan worden gebruikt voor uitvoering van de logische functie.
NB 2: Hieronder vallen tevens “chip sets” die zijn ontworpen om samen de functie van een “microprocessor microschakeling” te leveren.
“Micro-organismen” (1 2): bacteriën, virussen, mycoplasma’s, rickettsiae, chlamydiae of schimmels, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van “geïsoleerde levende culturen” of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet.
“Raketten” (1 3 6 7 9): complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen die een nuttige lading van tenminste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km.
“Monofilament” (1) of filament: de kleinste maat vezel, gewoonlijk enkele μm (micrometer) in diameter.
“Monolithische geïntegreerde schakeling” (3): een combinatie van passieve en/of actieve ‘schakelelementen’ welke:
a. |
wordt gevormd door middel van diffusie, implanteren of opdampen in of op één enkel halfgeleidend stukje materiaal, een zogenaamde ‘chip’; |
b. |
wordt beschouwd als een ondeelbaar iets; en |
c. |
de functie(s) uitvoert van een schakeling. |
NB: Een ‘schakelelement’ is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator, enz.
“Monolithisch geïntegreerde microgolfschakeling” (“MMIC”) (3 5): een “monolithische geïntegreerde schakeling” die werkzaam is op microgolf- of millimetergolffrequenties.
“Monospectrale beeldsensoren” (6): deze zijn geschikt voor het vergaren van beeldgegevens van één afzonderlijke spectrumband.
“Multichip geïntegreerde schakeling” (3): twee of meer “monolithische geïntegreerde schakelingen”, verbonden op een gemeenschappelijk “substraat”.
“Meerkanalen-analoog-digitaalomzetter (ADC)” (3): toestellen waarin meer dan één ADC is geïntegreerd en die zo zijn ontworpen dat elke ADC een aparte analoge input heeft.
“Multispectrale beeldsensoren” (6): deze zijn geschikt voor het gelijktijdig of serieel vergaren van beeldgegevens van twee of meer afzonderlijke spectrumbanden. Sensoren met meer dan twintig afzonderlijke spectrumbanden worden ook wel hyperspectrale beeldsensoren genoemd.
“Natuurlijk uraan” (0): uraan met dezelfde isotopensamenstelling als in de natuur voorkomt.
“Netwerktoegangsbesturingseenheid” (4): een fysieke verbinding met een gedistribueerd schakelnetwerk. Deze verbinding maakt gebruik van een gemeenschappelijk medium dat steeds met dezelfde “digitale overbrengsnelheid” werkt en voor de transmissie gebruikmaakt van ‹arbitration› (bijvoorbeeld ‹token› of ‹carrier sense›). Geheel onafhankelijk selecteert de eenheid aan haar geadresseerde gegevenspakketten of gegevensgroepen (bv. IEEE 802). Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.
“Kernreactor” (0): een volledige reactor die in staat is om een beheerste zichzelf onderhoudende kettingreactie van kernsplijting te handhaven. Een “kernreactor” omvat de delen in of rechtstreeks bevestigd aan het reactorvat, de uitrusting die het vermogensniveau in de kern regelt, alsmede de onderdelen die gewoonlijk het primaire koelmiddel van de reactorkern bevatten, daarmee in rechtstreeks contact komen of dit reguleren.
“Numerieke besturing” (2): de automatische besturing van een proces, uitgevoerd door een apparaat dat gebruikmaakt van numerieke gegevens die gewoonlijk worden ingevoerd tijdens de voortgang van het proces. (Referentie ISO 2382:2015).
“Objectcode” (APN): een door apparatuur uitvoerbare vorm van een geschikte expressie van één of meer processen (“broncode” (brontaal)) die door een programmeersysteem is gecompileerd.
“Bediening, beheer en onderhoud” (“OAM”) (5): de uitoefening van één of meer van de volgende taken:
a. |
instelling of beheer van één van het volgende:
|
b. |
monitoren of beheren van de gebruiksomgeving of prestaties van een product; of |
c. |
beheersverslagen of auditgegevens ter ondersteuning van een of meer van de taken die worden omschreven in punt a of punt b. |
Noot:“Bediening, beheer en onderhoud” (“OAM”) omvat niet één van de volgende taken of de daarmee samenhangende sleutelbeheersfuncties:
a. |
toelevering en upgrading van een cryptografische functionaliteit die niet rechtstreeks verband houdt met de instelling of het beheer van authenticatiegegevens ter ondersteuning van de taken die hierboven worden omschreven in punt a.1. of punt a.2.; of |
b. |
uitvoering van een cryptografische functionaliteit op het doorsturings- of gegevensniveau (“data plane”) van een product. |
“Optische geïntegreerde schakeling” (3): een “monolithische geïntegreerde schakeling” of “hybride geïntegreerde schakeling” die één of meer delen bevat die zijn ontworpen om als een fotosensor of foto-emitter te werken of om één of meer optische of elektro-optische functies te vervullen.
“Optisch schakelen” (5): bepaling van de route of schakelen van optische signalen zonder omzetting in elektrische signalen.
“Totale stroomdichtheid” (3): het totale aantal ampèrewikkelingen in de spoel (d.w.z. de som van het aantal wikkelingen vermenigvuldigd met de maximale stroom die door elke wikkeling wordt gevoerd), gedeeld door de totale doorsnede van de spoel (met inbegrip van de supergeleidende draden, de metalen matrix waarin de supergeleidende draden zijn ingebed, het omgevende materiaal, eventuele koelkanalen, enz.).
“Deelnemende staat” (7 9): een staat die deelneemt aan het “Wassenaar Arrangement”. (Zie www.wassenaar.org).
“Piekvermogen” (6): het hoogste vermogensniveau dat tijdens de “pulsduur” wordt bereikt.
“Persoonlijk netwerk” (5): een datacommunicatiesysteem dat alle onderstaande eigenschappen combineert:
a. |
het stelt een willekeurig aantal onafhankelijke of onderling verbonden ‘datatoestellen’ in staat, rechtstreeks met elkaar in verbinding te staan; en |
b. |
het is beperkt tot communicatie tussen toestellen in de onmiddellijke nabijheid van een persoon of toestelbeheerder (bv. één kamer, één kantoor of voertuig en de ruimte in de directe omgeving daarvan). |
Technische noot:
Een ‘datatoestel’ is een apparaat voor het zenden of ontvangen van reeksen digitale informatie.
“Door opwerking verkregen” (1): het toepassen van ieder procedé dat tot doel heeft het gehalte van de betrokken isotoop te doen toenemen.
“Voornaamste deel” (4): zoals toegepast in categorie 4, een deel is een “voornaamste deel” wanneer de vervangingswaarde hoger is dan 35 % van de totale waarde van het systeem waarvan het deel uitmaakt. De waarde van een deel is de prijs die door de fabrikant of door degene die het systeem heeft geïntroduceerd voor het deel is betaald. De totale waarde is de normale internationale verkoopprijs bij verkoop aan een niet-gelieerde partij af fabriek of bij bevestiging van de verzending.
“Productie” (ATN NTN Alle): hieronder vallen alle productiestadia, zoals: bouw, productie, engineering, fabricage, integratie, assemblage (monteren), inspectie, testen, kwaliteitsborging.
“Productieapparatuur” (1 7 9): gereedschap, mallen, kalibers, mandrellen, matrijzen, bevestigingsmiddelen, uitlijnmiddelen, testapparatuur, andere apparatuur en componenten daarvoor, beperkt tot datgene dat speciaal is ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling” of voor een of meer fasen van de “productie”.
“Productiefaciliteiten” (7 9): “productieapparatuur” en speciaal ontworpen “programmatuur”, samengesteld tot installaties voor de “ontwikkeling” of voor een of meer fasen van de “productie”.
“Programma” (2 6): een reeks opdrachten voor het volbrengen van een handeling in een vorm, of om te zetten in een vorm, die voor de uitvoering door een elektronische computer geschikt is.
“Pulscompressie” (6): codering en verwerking van een radarsignaalpuls met een lange duur tot een kortstondige puls, met behoud van de voordelen van een hoge pulsenergie.
“Pulsduur” (6) (van een “laser”): de tijd tussen de halfvermogenspunten op de voor- en achterkant van één “laser” puls.
“Gepulseerde laser” (6): een “laser” met een “pulsduur” korter dan of gelijk aan 0,25 seconden.
“Kwantumcryptografie”: (5) een groep technieken voor het opstellen van een gemeenschappelijke encryptiesleutel door meting van de kwantummechanische eigenschappen van een fysisch systeem (met inbegrip van de fysische eigenschappen die expliciet beheerst worden door kwantumoptica, de kwantumveldtheorie en de kwantumelektrodynamica).
“Radar ‹frequency agility›” (6): iedere techniek waarbij de draaggolffrequentie van een gepulseerde radarzender in een pseudo-willekeurige volgorde van puls tot puls of van de ene groep pulsen tot de volgende groep kan veranderen met een hoeveelheid gelijk aan of groter dan de bandbreedte van de puls.
“Radar ‹spread spectrum›” (6): iedere modulatietechniek voor het spreiden van energie afkomstig van een signaal met een relatief smalle frequentieband over een veel bredere frequentieband, met gebruikmaking van willekeurige of pseudo-willekeurige codering.
“Stralingsgevoeligheid” (6): stralingsgevoeligheid (mA/W) = 0,807 × (golflengte in nm) × kwantumefficiëntie (QE).
Technische noot:
QE wordt meestal in procenten uitgedrukt; voor deze formule wordt de QE echter uitgedrukt als een decimaal cijfer kleiner dan één, bv. 78 % is 0,78.
“Onvertraagde verwerking” (‹real time processing›) (6): het verwerken van gegevens door een computersysteem dat afhankelijk van de beschikbare middelen een bepaalde prestatie levert binnen een gewaarborgde responsietijd als reactie op een externe gebeurtenis, ongeacht de belasting van het systeem.
“Herhaalbaarheid” (7): de nauwkeurigheid van overeenstemming tussen herhaalde metingen van dezelfde variabele onder dezelfde gebruiksomstandigheden wanneer zich tussen metingen veranderingen in de omstandigheden of perioden zonder gebruik voordoen. (Referentie: IEEE STD 528-2001 (standaardafwijking van 1 sigma)).
“Noodzakelijk” (ATN 5 6 7 9): met betrekking tot “technologie” wordt hieronder verstaan uitsluitend dat deel van de “technologie” dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor het bereiken of te boven gaan van de onder de controle vallende prestatieniveaus, kenmerken of functies. Verschillende producten kunnen dergelijke “noodzakelijke”“technologie” gemeen hebben.
“Resolutie” (2): de kleinste stap van een meettoestel; op digitale instrumenten het minst significante bit (referentie: ANSI B-89.1.12).
“Stoffen voor oproerbeheersing” (1): stoffen die, onder de verwachte gebruiksomstandigheden van het gebruik voor oproerbeheersing, bij mensen snel sensoriële irritatie of fysiek onvermogen veroorzaken, welke effecten echter korte tijd na beëindiging van de blootstelling verdwijnen.
Technische noot:
Traangassen zijn een subklasse van “stoffen voor oproerbeheersing”.
“Robot” (2 8): een manipulatiemechanisme, dat kan zijn van een type dat een continu pad aflegt of van een type dat van punt naar punt gaat, eventueel voorzien van “sensoren”, en dat alle volgende kenmerken heeft:
a. |
multifunctioneel; |
b. |
geschikt voor het positioneren of oriënteren van materialen, onderdelen, gereedschappen of speciale elementen door middel van regelbare bewegingen in de driedimensionale ruimte; |
c. |
met drie of meer servomechanismen met open of gesloten lus, waarbij inbegrepen kunnen zijn stappenmotoren; en |
d. |
met “toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker” door middel van de leer-en-terugspeelmethode (teach/playback) of door middel van een elektronische computer die een programmeerbare logische regeleenheid kan zijn (PLC), d.w.z. zonder mechanische interventie. |
NB: Bovenstaande definitie slaat niet op de volgende toestellen:
1. |
manipulatiemechanismen die alleen met de hand of met een mechanisme voor afstandsbediening te regelen zijn; |
2. |
manipulatiemechanismen die in een vaste volgorde werken en geautomatiseerde bewegende toestellen zijn, die mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma is mechanisch beperkt door vaste aanslagen, zoals pennen of nokken. De volgorde van de bewegingen en de keuze van trajecten of hoeken mag niet op mechanische, elektronische of elektrische wijze beïnvloedbaar zijn; |
3. |
mechanisch geregelde manipulatiemechanismen met een variabele volgorde van bewegingen, die geautomatiseerde bewegende toestellen zijn welke mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma is mechanisch beperkt door vaste, maar verplaatsbare aanslagen, zoals pennen en nokken. De volgorde van de bewegingen en de keuze van de trajecten of hoeken kan binnen het vaste programmapatroon worden gevarieerd. Variaties of wijzigingen in het programmapatroon (bv. verwisselen van pennen of uitwisselen van nokschijven) in één of meer bewegingsassen mogen alleen langs mechanische weg bewerkstelligd worden; |
4. |
niet van een servomechanisme voorziene manipulatiemechanismen met een variabele volgorde van bewegingen, die geautomatiseerde bewegende toestellen zijn welke mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma mag variabel zijn maar de volgorde mag slechts op grond van het binaire signaal van mechanisch vaste elektrische binaire voorzieningen of verplaatsbare aanslagen verlopen; |
5. |
stapelkranen, waaronder te verstaan met cartesische coördinaten werkende manipulatiesystemen, vervaardigd als integraal onderdeel van een verticale opstelling van opslagbakken en ontworpen voor het bereiken van de inhoud van deze bakken voor opslag of leeghalen. |
“Roving” (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige ‘strengen’.
NB:‘Streng’: een bundel “monofilamenten” (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.
“Rondloopnauwkeurigheid” (‹run-out›) (2): radiale verplaatsing tijdens één omwenteling van de hoofdspil gemeten in een vlak loodrecht op de hartlijn van de spil aan een punt op het te testen uitwendige of inwendige omwentelingsoppervlak. (Referentie: ISO 230-1:1986, paragraaf 5.61).
“Bemonsteringssnelheid” (3) van een analoog-digitaalomzetter (ADC): het maximale aantal monsters dat gedurende een periode van één seconde bij het analoogoutput wordt gemeten, behalve voor overbemonsterende ADC’s. Voor overbemonsterende ADC’s wordt de outputwoordsnelheid als “bemonsteringssnelheid” genomen. “Bemonsteringssnelheid”, doorgaans uitgedrukt in megasamples per seconde (MSPS) of gigasamples per seconde (GSPS), kan ook worden aangeduid als conversiesnelheid, doorgaans uitgedrukt in Hertz (Hz).
“Satellietnavigatiesysteem” (5 7): een systeem dat bestaat uit grondstations, een constellatie van satellieten, en ontvangers, dat het mogelijk maakt om op basis van signalen die van de satellieten worden ontvangen, de locatie van ontvangers te bepalen. Het omvat wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS) en regionale satellietnavigatiesystemen (RNSS).
“Schaalfactor” (gyroscoop of versnellingsmeter) (7): de verhouding tussen de uitvoerverandering en de te meten invoerverandering. De schaalfactor wordt gewoonlijk gegeven als de hellingshoek van de rechte lijn die volgens de kleinste kwadraten-methode past bij de invoer-uitvoergegevens, verkregen door cyclische variatie van de invoer over het ingangstraject.
“Signaalanalysatoren” (3): instrumenten, geschikt voor het meten en afbeelden van de basiseigenschappen van de individuele frequentiecomponenten van meervoudige-frequentiesignalen.
“Signaalverwerking” (3 4 5 6): het verwerken van elders verkregen informatiedragende signalen met behulp van algoritmen, zoals tijdcompressie, filteren, extractie, selectie, correlatie, convolutie of transformatie tussen domeinen (bv. de snelle Fouriertransformatie (‹fast Fourier transform›) of de Walsh-transformatie (‹Walsh transform›)).
“Programmatuur” (APN Alle): een verzameling van één of meer “programma’s” of ‘microprogramma’s’, vastgelegd op enig tastbaar medium.
NB:‘Microprogramma’: een reeks elementaire instructies die in een speciaal geheugen wordt bewaard en waarvan de uitvoering wordt gestart door de invoer van de bijbehorende verwijsopdracht in het instructieregister.
“Broncode” (of brontaal) (6 7 9): een geschikte expressie van één of meer processen, die door een programmeersysteem kan worden omgezet in een door apparatuur uitvoerbare vorm (“objectcode” (of doeltaal)).
“Ruimtevaartuig” (9): actieve en passieve satellieten en ruimtesondes.
“Platform van het ruimtevaartuig” (9): apparatuur die de ondersteunende infrastructuur van het “ruimtevaartuig” vormt en ruimte biedt voor de “nuttige lading van het ruimtevaartuig”.
“Nuttige lading van het ruimtevaartuig” (9): apparatuur die is gekoppeld aan het “platform van het ruimtevaartuig” en ontworpen is voor een taak in de ruimte (bv. communicatie, observatie, wetenschappelijk onderzoek).
“Voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd(e)” (3 6 7) (producten): producten die zijn ontworpen, vervaardigd en gekwalificeerd na geslaagde testen om te opereren op hoogten van meer dan 100 km boven het aardoppervlak.
NB: De vaststelling door middel van testen dat een specifiek product “voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd” is, impliceert niet dat andere producten van dezelfde productie of modellenserie “voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd” zijn indien zij niet individueel getest zijn.
“Speciale splijtstoffen” (0): plutonium-239, uraan-233, “uraan verrijkt in de isotopen 235 of 233”, en elk materiaal dat het voorgaande bevat.
“Specifieke modulus” (0 1 9): Youngs modulus in pascal, gelijk aan N/m2 gedeeld door het soortelijk gewicht in N/m3, gemeten bij een temperatuur van (296 ± 2) K ((23 ± 2) °C) en een relatieve vochtigheid van (50 ± 5) %.
“Specifieke treksterkte” (0 1 9): de breeksterkte in pascal, gelijk aan N/m2 gedeeld door het soortelijk gewicht in N/m3, gemeten bij een temperatuur van (296 ± 2) K ((23 ± 2) °C) en een relatieve vochtigheid van (50 ± 5) %.
“Gyroscopen met draaimassa” (7): gyroscopen die gebruikmaken van een continu roterende massa voor het waarnemen van de hoekbeweging.
“Spread spectrum” (5): de techniek waarbij de energie in een communicatiekanaal met een relatief smalle band wordt gespreid over een veel breder energiespectrum.
“Spread spectrum” radar (6): zie “Radar ‹spread-spectrum›”.
“Stabiliteit” (7): standaardafwijking (1 sigma) van de miswijzing van een bepaalde parameter van de ijkwaarde, gemeten bij stabiele temperatuuromstandigheden. Deze kan worden uitgedrukt als een functie van de tijd.
“Staten die (geen) partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” (1): staten waarvoor het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens (niet) in werking is getreden. (Zie www.opcw.org)
“Stationair” (9) wijst op werkingsomstandigheden van de motor, waarbij de parameters ervan, zoals stuwkracht/vermogen, omwentelingen per minuut en andere niet betekenisvol schommelen, wanneer de omgevingstemperatuur van de lucht en de luchtdruk aan de inlaat van de motor constant zijn.
“Substraat” (3): een laag basismateriaal met of zonder een onderlinge verbindingsstructuur waarop of waarin ‘discrete onderdelen’ of geïntegreerde schakelingen of beide aanwezig kunnen zijn.
NB 1: Een ‘discreet onderdeel’ is een afzonderlijk omhuld ‘schakelelement’ met eigen uitwendige aansluitingen.
NB 2: Een ‘schakelelement’ is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator, enz.
“Onafgewerkte substraten” (3 6): monolithische verbindingen met afmetingen die geschikt zijn voor de productie van optische elementen zoals spiegels of optische vensters.
“Subeenheid van toxine” (1): een structureel en functioneel losstaand bestanddeel van een hele “toxine”.
“Superlegeringen” (2 9): legeringen op basis van nikkel, kobalt of ijzer, met sterkten hoger dan de standaardwaarden volgens de AIS 300 bij temperaturen boven 922 K (649 °C) onder zware omgevings- en gebruiksomstandigheden.
“Supergeleidend” (1 3 5 6 8): materialen, d.w.z. metalen, legeringen of verbindingen waarvan de elektrische weerstand nul kan worden, d.w.z. dat zij een oneindige elektrische geleidbaarheid kunnen bereiken en zeer grote stromen kunnen geleiden zonder joule-opwarming.
NB: De “supergeleidende” toestand van elk afzonderlijk materiaal wordt gekenmerkt door een “kritische temperatuur”, een kritisch magnetisch veld, dat een functie is van de temperatuur, en een kritische stroomdichtheid, die echter een functie is van zowel het magnetisch veld als de temperatuur.
“Super High Power Laser” (SHPL) (6): een “laser” die geschikt is voor het afgeven van (het totaal of een gedeelte van) de uitgangsenergie van meer dan 1 kJ binnen 50 ms of met een gemiddeld of CW-(continugolf)vermogen van meer dan 20 kW.
“Superplastisch vormen” (1 2): een vervormingsproces waarbij warmte wordt gebruikt om voor metalen die gewoonlijk weinig rek (minder dan 20 %) hebben bij de breeksterktegrens als bepaald bij kamertemperatuur door middel van een conventionele trekproef, tijdens het verwerken minstens tweemaal hogere rekwaarden te bereiken dan genoemde waarden.
“Symmetrisch algoritme” (5): cryptografisch algoritme waarin voor encryptie dezelfde sleutel gebruikt wordt als voor decryptie.
NB:“Symmetrische algoritmen” worden vaak voor vertrouwelijke gegevens gebruikt.
“Band” (1): een materiaal dat bestaat uit in elkaar gevlochten of in één richting liggende “monofilamenten”, ‘strengen’, “‹rovings›”, “linten” of “garens”, enz., gewoonlijk geïmpregneerd met hars.
NB:‘Streng’: een bundel “monofilamenten” (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.
“Technologie” (ATN NTN Alle): specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie is in de vorm van ‘technische gegevens’ of ‘technische bijstand’.
NB 1:‘Technische bijstand’ kan zijn in de vorm van instructie, vaardigheden, opleiding, praktijkkennis, advies e.d. en kan gepaard gaan met de overdracht van ‘technische gegevens’.
NB 2:‘Technische gegevens’ kunnen o.m. bestaan uit blauwdrukken, tekeningen, schema’s, modellen, formules, tabellen, technische ontwerpen en specificaties, handboeken en instructies, in geschreven vorm of vastgelegd op andere media of apparaten zoals schijf, magneetband, leesgeheugens (ROM’s).
“Driedimensionale geïntegreerde schakelingen” (3): een verzameling met elkaar geïntegreerde halfgeleiderplaatjes of actieve matrijzen, met halfgeleider-viaverbindingen die volledig door een interposer, substraat, plaatje of laag heen gaan om onderlinge verbindingen tussen matrijzen te leggen. Een interposer is een tussenlaag die elektrische verbindingen mogelijk maakt.
“Kantelspil” (2): een spil met gereedschap die gedurende het bewerkingsproces de hoek van zijn hartlijn ten opzichte van een andere as kan wijzigen.
“Reactietijdconstante” (6): de tijd vanaf het toepassen van een lichtprikkel totdat de stroomtoename een waarde heeft bereikt van 1-1/e maal de eindwaarde (d.w.z. 63 % van de eindwaarde).
“Tijd tot stationair werkende toestand is bereikt” (6) (ook de responstijd van de gravimeter genoemd): de tijd waarin de storende effecten van de door het platform veroorzaakte versnellingen (hoogfrequent geluid) worden verminderd.
“Schoepuiteindeversterking” (9): een stationaire ring (vast of gesegmenteerd) aan de binnenkant van het turbinehuis van een motor of een onderdeel aan het buitenste schoepuiteinde van het turbineblad dat in hoofdzaak dient als gasafdichting tussen stationaire en roterende onderdelen.
“Totale vluchtregeling” (7): een geautomatiseerde regeling van de toestandsvariabelen en de vliegbaan van een “vliegtuig” om te voldoen aan de doelstellingen van een missie, waarbij wordt gereageerd op real-time veranderingen in de gegevens betreffende doelstellingen, gevaren en andere “vliegtuigen”.
“Totale digitale overbrengsnelheid” (5): het aantal bits, met inbegrip van regelcodering, organisatorische bits enz., dat per tijdseenheid wordt overgebracht tussen overeenkomstige apparatuur in een digitaal transmissiesysteem.
NB: Zie ook “digitale overbrengsnelheid”.
“Lint” (1): een bundel “monofilamenten”, die gewoonlijk ongeveer parallel lopen.
“Toxinen” (1 2): toxinen in de vorm van opzettelijk geïsoleerde preparaten of mengsels, ongeacht de wijze van bereiding, anders dan toxinen die als contaminant aanwezig zijn in andere materialen zoals pathologische monsters, gewassen, levensmiddelen of culturen van “micro-organismen”.
“Afstembaar” (6): het vermogen van een “laser” om binnen een gebied van verschillende “laser”-overgangen bij elke golflengte een continuvermogen op te wekken. Een laser die slechts kan werken op een beperkt aantal vaste golflengten ‹line selectable› wekt discrete golflengten op binnen één “laser”-overgang en wordt niet beschouwd als “afstembaar”.
“Herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering” (“unidirectional positioning repeatability”) (2): de laagste van de waarden R↑ en R↓ (voorwaarts en achterwaarts), zoals omschreven in punt 3.21 van ISO 230-2:2014 of nationale equivalenten, van een individuele as van een werktuigmachine.
“Onbemande luchtvaartuigen” (“UAV”) (9): luchtvaartuigen zonder menselijke aanwezigheid aan boord die kunnen opstijgen en zonder onderbreking gecontroleerde vluchten kunnen uitvoeren en navigatie kunnen aanhouden.
“Uraan verrijkt in de isotopen 235 of 233” (0): uraan dat de isotopen 235 of 233 of beide bevat in een zodanige hoeveelheid, dat de verhouding tussen de som van de hoeveelheden van deze isotopen en de hoeveelheid van de isotoop 238 groter is dan de verhouding tussen de hoeveelheden van de isotoop 235 en de isotoop 238 in natuurlijk uraan (isotoopverhouding: 0,71 %).
“Gebruik” (ATN NTN Alle): bediening, installatie (met inbegrip van installatie ter plaatse), onderhoud (controle), reparatie, revisie en opknappen.
“Toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker” (6): de mogelijkheid voor de gebruiker om “programma’s” in te voegen, te veranderen of te vervangen anders dan door middel van:
a. |
een fysieke wijziging in de bedrading of andere onderlinge verbindingen; of |
b. |
het instellen van functiekeuzen, het inbrengen van parameters daarbij inbegrepen. |
“Vaccin” (1): een medisch preparaat volgens een chemische formule waarvoor een vergunning is afgegeven of waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen of voor klinische proeven is afgegeven door de regelgevende instanties van hetzij het land waar het wordt gefabriceerd, hetzij het land waar het wordt gebruikt, en dat strekt tot stimulering van een beschermende immuunrespons ter voorkoming van ziekten in de mens of het dier aan wie of waaraan het wordt toegediend.
“Elektronische vacuümelementen” (3): elektronische toestellen die werkzaam zijn op basis van de interactie van een elektronenstraal met een elektromagnetische golf die zich voortplant in een vacuümschakelaar of interageert met een radiofrequentievacuümtrilholte. “Elektronische vacuümelementen” omvatten klystrons, lopende golfbuizen en afgeleiden daarvan.
“Garen” (1): een bundel getwijnde ‘strengen’.
NB:‘Streng’: een bundel “monofilamenten” (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.”.
CATEGORIE 0 — NUCLEAIRE GOEDEREN
0A Systemen, apparatuur en onderdelen
0A001 |
“Kernreactoren” en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:
|
0B Test-, inspectie- en productieapparatuur
0B001 |
Fabrieken voor de scheiding van isotopen van “natuurlijk uranium”, “verarmd uranium”, of “speciale splijtstoffen” en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B002 |
Speciaal voor isotoopscheidingsinstallaties als bedoeld in 0B001 ontworpen of vervaardigde hulpsystemen voor uitrusting en onderdelen vervaardigd van of beschermd door “materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B003 |
Fabrieken voor de omzetting van uranium en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B004 |
Fabriek voor de productie of concentratie van zwaar water, deuterium en deuteriumverbindingen en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B005 |
Fabrieken, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor “kernreactoren” en speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting daarvoor. Technische noot: Speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor “kernreactoren” omvat uitrusting die:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B006 |
Fabrieken voor het opwerken van bestraalde splijtstofelementen van “kernreactoren” en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen. Noot: 0B006 omvat:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0B007 |
Fabrieken voor de omzetting van plutonium en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, als hieronder:
|
0C Materialen
0C001 |
“Natuurlijk uranium” of “verarmd uranium” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat het voorgaande bevat; Noot: 0C001 heeft geen betrekking op:
|
||||||||||||||||
0C002 |
“Speciale splijtstoffen” Noot: 0C002 heeft geen betrekking op vier “effectieve gram” of minder, indien in een afgesloten gedeelte van een meetelement in instrumenten. |
||||||||||||||||
0C003 |
Deuterium, zwaar water (deuteriumoxide) en andere deuteriumverbindingen, en mengsels en oplossingen die deuterium bevatten, waarin de isotoopverhouding van deuterium tot waterstof groter is dan 1:5 000. |
||||||||||||||||
0C004 |
Grafiet met een zuiverheid beter dan 5 delen ppm ‘boorequivalent’ en met een dichtheid groter dan 1,50 g/cm3 voor gebruik in een “kernreactor”, in hoeveelheden groter dan 1 kg. NB: ZIE OOK 1C107. Noot 1: Wat betreft de uitvoercontrole, bepalen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd of de uitvoer van grafiet dat aan bovenstaande specificaties voldoet al dan niet bestemd is voor gebruik in “kernreactoren”. Noot 2: In 0C004 wordt ‘boorequivalent’ (BE) gedefinieerd als de som van BEZ voor onzuiverheden (met uitzondering van BEkoolstof aangezien koolstof niet wordt beschouwd als een onzuiverheid), met inbegrip van boor, waarbij geldt: BEZ (ppm) = CF × concentratie van element Z in ppm;
en zijn σB en σZ de doorsneden voor de vangst van thermische neutronen (in barn) voor respectievelijk natuurlijk voorkomend boor en element Z; en zijn AB en AZ de atoommassa’s van respectievelijk natuurlijk voorkomend boor en element Z. |
||||||||||||||||
0C005 |
Speciaal vervaardigde verbindingen of poeders voor de fabricage van membranen voor gasdiffusie die bestand zijn tegen corrosie door UF6 (bv. nikkel of legeringen met 60 gewichtspercent of meer aan nikkel, aluminiumoxide en volledig gefluoreerde koolwaterstofpolymeren), met een zuiverheidsgraad van 99,9 gewichtspercent of meer, met een gemiddelde korrelgrootte van minder dan 10 μm, gemeten volgens Standard B330 van de ASTM (American Society for Testing and Materials) en met een zeer uniforme deeltjesgrootte. |
0D Programmatuur
0D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in deze categorie. |
0E Technologie
0E001 |
“Technologie” overeenkomstig de nucleaire technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in deze categorie. |
CATEGORIE 1 — SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR
1A Systemen, apparatuur en onderdelen
1A001 |
Onderdelen vervaardigd van gefluoreerde verbindingen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A002 |
“Composieten” of laminaten, als volgt: NB: ZIE OOK 1A202, 9A010 EN 9A110.
Noot 1: 1A002 heeft geen betrekking op “composieten” of laminaten gemaakt van met epoxyhars geïmpregneerd koolstof-“stapel- of continuvezelmateriaal” voor de reparatie van structuren of laminaten van “civiele vliegtuigen” met de volgende eigenschappen:
Noot 2: 1A002 heeft geen betrekking op halffabricaten die speciaal zijn ontworpen voor zuiver civiele toepassingen, als hieronder:
Noot 3: 1A002.b.1. heeft geen betrekking op halffabricaten die maximaal tweedimensionaal geweven filament bevatten en speciaal ontworpen zijn voor de volgende toepassingen:
Noot 4: 1A002 heeft geen betrekking op eindproducten die speciaal ontworpen zijn voor een specifieke toepassing. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A003 |
Producten vervaardigd van on “smeltbare” aromatische polyimiden in de vorm van film, vellen, band of lint, met een of meer van de onderstaande eigenschappen:
Noot: 1A003 heeft geen betrekking op producten bekleed of gelamineerd met koper die zijn ontworpen voor de productie van elektronische gedrukte schakelingen. NB: Voor “smeltbare” aromatische polyimiden in eender welk vorm, zie 1C008.a.3. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A004 |
Beschermings- en detectieapparatuur en onderdelen daarvan die niet onder de lijst militaire goederen vallen, als hieronder: NB: ZIE OOK DE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN, 2B351 EN 2B352.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A005 |
Kogelvrije kleding en onderdelen daarvoor, als hieronder: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN.
NB: Voor “stapel- of continuvezelmateriaal” dat gebruikt wordt voor de vervaardiging van kogelvrije kleding, zie 1C010. Noot 1: 1A005 heeft geen betrekking op kogelvrije kleding en beschermende kleding die de gebruiker bij zich heeft voor zijn eigen bescherming. Noot 2: 1A005 heeft geen betrekking op kogelvrije kleding die bestemd is om uitsluitend frontale bescherming te bieden tegen door niet-militaire explosieven veroorzaakte luchtverplaatsingen of scherven. Noot 3: 1A005 heeft geen betrekking op lichaamspantsering die is ontworpen om uitsluitend bescherming te bieden tegen messen, priemen, naalden of stompe voorwerpen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A006 |
Apparatuur als hieronder, die speciaal is ontworpen of aangepast voor het demonteren van geïmproviseerde explosiemiddelen, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en toebehoren: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN.
Technische noot: ‘Disruptoren’ zijn toestellen die speciaal zijn ontworpen om de ontploffing van een explosiemiddel te voorkomen door het afschieten van een vloeibaar, vast of versplinterend projectiel. Noot: 1A006 heeft geen betrekking op apparatuur die door de operator wordt meegevoerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A007 |
Apparatuur en toestellen als hieronder, die speciaal zijn ontworpen om explosieve ladingen en middelen die “energetische materialen” bevatten, op elektrische wijze tot ontploffing te brengen: NB: ZIE OOK DE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN, 3A229 EN 3A232.
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A008 |
Explosieve ladingen, middelen en componenten, waaronder:
1A008 Onder ‘gevormde ladingen’ wordt verstaan explosieve ladingen die zodanig zijn gevormd dat zij het effect van een explosie kunnen sturen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A102 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstofcomponenten bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A202 |
Composiete structuren, met uitzondering van de in 1A002 bedoelde composieten, in buisvorm, met beide volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 9A010 EN 9A110.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A225 |
Geplatineerde katalysatoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A226 |
Specifieke pakkingen die kunnen worden gebruikt voor de scheiding van zwaar water van gewoon water, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1A227 |
Hoge densiteit stralingafschermende ramen (van loodglas of ander materiaal) met alle hiernavolgende eigenschappen en speciaal ontworpen kozijnen daarvoor:
Technische noot: In 1A227 wordt onder ‘koude zone’ verstaan de kijkzone van het raam die is blootgesteld aan het laagste stralingsniveau in de constructietoepassing. |
1B Test-, inspectie- en productieapparatuur
1B001 |
Apparatuur voor de vervaardiging of de inspectie van “composieten” of laminaten als bedoeld in 1A002 of “stapel- of continuvezelmateriaal” als bedoeld in 1C010, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor: NB: ZIE OOK 1B101 EN 1B201.
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B002 |
Apparatuur voor het vervaardigen van metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, speciaal ontworpen om contaminatie te voorkomen en speciaal ontworpen voor gebruik in één van de in 1C002.c.2. bedoelde procedés. NB: ZIE OOK 1B102. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B003 |
Gereedschap, matrijzen, stempels of klemmen voor het “superplastisch vormen” of “diffusielassen” van titaan of aluminium of legeringen daarvan, speciaal ontworpen voor het vervaardigen van één of meer:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B101 |
Apparatuur, met uitzondering van de onder 1B001 bedoelde apparatuur voor de “productie” van composieten, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor: NB: ZIE OOK 1B201. Noot: De in 1B101 bedoelde onderdelen en toebehoren omvatten onder meer matrijzen, doornen, stempels, klemmen en gereedschappen voor het persen van voorvormstukken, of het harden, gieten, sinteren of binden van composieten, laminaten en producten daarvan.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B102 |
Andere metaalpoeder-“productieapparatuur” dan die bedoeld in 1B002 en onderdelen, als hieronder: NB: ZIE OOK 1B115.b.
Noot: 1B102 omvat:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B115 |
Andere apparatuur dan die bedoeld in 1B002 en 1B102, voor de productie van stuwstoffen en bestanddelen daarvan, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Noot 1: Zie de lijst van militaire goederen voor apparatuur speciaal ontworpen voor de “productie” van militaire goederen. Noot 2: 1B115 heeft geen betrekking op apparatuur voor de “productie”, het hanteren en het keuren van boorcarbide. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B116 |
Speciaal ontworpen spuitmonden (sproeikoppen) voor de “productie” van pyrolytisch gevormde materialen op een as, mal of ander substraat van voorlopergassen die ontleden bij temperaturen van 1 573 K (1 300 °C) tot 3 173 K (2 900 °C) en een druk van 130 Pa tot 20 kPa. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B117 |
Niet-continumengers met alle hiernavolgende eigenschappen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Noot: In 1B117.d. verwijst de term ‘meng- of kneedas’ niet naar deagglomeratoren of mesassen. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B118 |
Continumengers met alle hiernavolgende eigenschappen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B119 |
Luchtstraalmolens die gebruikt kunnen worden om de stoffen, genoemd in 1C011.a., 1C011.b., 1C111 of in de lijst van militaire goederen, te malen of te stampen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B201 |
continuvezelwindmachines, uitgezonderd machines als bedoeld in 1B001 of 1B101, en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B225 |
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor met een capaciteit van meer dan 250 g fluor per uur. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B226 |
Elektromagnetische isotopenscheiders, ontworpen voor of uitgerust met enkelvoudige of meervoudige ionenbronnen die een totale ionenbundelstroom van 50 mA of meer kunnen leveren. Noot: 1B226 omvat tevens scheiders:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B228 |
Kolommen voor de cryogene distillatie van waterstof met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: In 1B228 betekent ‘nuttige lengte’ de actieve hoogte van het verpakkingsmateriaal in een kolom van het gestapelde type of de actieve hoogte van de platen van het interne contactorgaan in een kolom van het plaattype. |
||||||||||||||||||||||||||||||
1B230 |
Pompen, geschikt voor de circulatie van geconcentreerde of verdunde oplossingen van de katalysator kaliumamide in vloeibare ammoniak (KNH2/NH3), met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B231 |
Tritiuminstallaties of -fabrieken, en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B232 |
Turbo expanders of turbo-expansie/compressiesets met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B233 |
Installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen en systemen en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B234 |
Brisante insluitingsvaten, -kamers of -containers en andere soortgelijke insluitingsinrichtingen die zijn ontworpen voor het testen van brisante springstoffen of explosiemiddelen, met beide volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1B235 |
Doelelementen en -onderdelen voor de productie van tritium, als volgt:
Technische noot: Bij onderdelen, speciaal ontworpen voor doelelementen voor de productie van lithium, kunnen zijn inbegrepen lithiumpellets, tritiumgetters en speciaal bedekte hulzen. |
1C Materialen
Technische noot:
Metalen en legeringen:
behoudens andersluidende bepalingen wordt in 1C001 tot en met 1C012 onder ‘metalen’ en ‘legeringen’ verstaan, ruwe of onbewerkte vormen en halffabricaten, als hieronder:
Ruwe of onbewerkte vormen:
anoden, kogels, staven (met inbegrip van gekerfde proefstaven en draadmetaal), knuppels, blokken, blooms, briketten, uitgangsblokken, kathoden, kristallen, kubussen, blokjes, korrels, granules, walsblokken, bobbels, pastilles, gietelingen, poeder, rondellen, schroot, plakken, brokken, sponsen, stiften;
Halffabricaten (al dan niet bekleed, beplaat, geboord of gestanst):
a. |
gesmede of bewerkte materialen die zijn vervaardigd door middel van walsen, doortrekken, spuitgieten, smeden, slagextrusie, persen, korrelen, verstuiven en slijpen, namelijk: hoekstaven, gootmetaal, ronde voorprofielen, schijven, stof, vlokken, foelies en bladmetaal, smeedstukken, platen, poeder, geperste stukken allerhande, linten, ringen, staven (met inbegrip van ruwe lasstaven, walsdraad en diverse gewalste draden), profielen, gietvormen, dunne platen, banden en buizen allerhande (met inbegrip van ronde, vierkante en holle pijpen), getrokken of geëxtrudeerde draad; |
b. |
gegoten metaal vervaardigd door gieten in zand, metaal, gips of andere types gietvormen, met inbegrip van onder hoge druk gegoten producten, gesinterde vormen en door middel van poedermetallurgie vervaardigde producten. |
De doelstellingen van de controle mogen niet worden omzeild door de uitvoer van niet gespecificeerde vormen waarvan wordt beweerd dat het om afgewerkte producten gaat, maar die in feite onbewerkte vormen of halffabricaten zijn.
1C001 |
Materialen, speciaal ontworpen voor het absorberen van elektromagnetische straling, of intrinsiek geleidende polymeren, als hieronder: NB: ZIE OOK 1C101.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C002 |
Metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, als hieronder: NB: ZIE OOK 1C202. Noot: 1C002 heeft geen betrekking op: metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, speciaal samengesteld voor bekledingsdoeleinden. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C003 |
Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C004 |
Uraan-titaanlegeringen of wolfraamlegeringen met een “matrix” op basis van ijzer, nikkel of koper, met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C005 |
“Supergeleidende”“composiet”-geleiders in lengten groter dan 100 m of met een massa groter dan 100 g, als hieronder:
Technische noot: Voor de toepassing van 1C005 kunnen de ‘filamenten’ de vorm van een draad, cilinder, film, band of lint hebben. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C006 |
Vloeistoffen en smeermiddelen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C007 |
Keramische poeders, “composieten” met een keramische “matrix”, en ‘voorlopermaterialen’, als hieronder: NB: ZIE OOK 1C107.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C008 |
Niet-gefluoreerde polymeren, als hieronder:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C009 |
Onbewerkte fluorverbindingen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C010 |
“Stapel- en continuvezelmateriaal”, als hieronder: NB: ZIE OOK 1C210 EN 9C110. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C011 |
Metalen en verbindingen, als hieronder: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN en 1C111.
NB: Zie tevens de lijst van militaire goederen voor metaalpoeders die met andere stoffen worden gemengd tot mengsels voor militair gebruik. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C012 |
Materialen, als hieronder: Technische noot: Deze materialen worden doorgaans voor nucleaire warmtebronnen gebruikt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C101 |
Materialen voor het beperken van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestische beeld, anders dan de materialen bedoeld in 1C001, geschikt voor gebruik in ‘raketten’, subsystemen van “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, bedoeld in 9A012 of 9A112.a. Noot 1: 1C101 omvat:
Noot 2: 1C101 omvat niet deklagen die speciaal bedoeld zijn om de thermische stabiliteit van satellieten te regelen. Technische noot: In 1C101 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C102 |
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstof-materialen bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C107 |
Niet in 1C007 beschreven grafiet en keramische materialen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C111 |
Niet in 1C011 beschreven stuwstoffen en chemicaliën voor de vervaardiging van stuwstoffen, als hieronder:
Noot: Zie voor andere niet in 1C111 vermelde stuwstoffen en chemicaliën voor de vervaardiging van stuwstoffen de lijst van militaire goederen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C116 |
Maragingstaal, bruikbaar in ‘raketten’, met alle volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 1C216.
Technische noot 1: Maragingstaal is een ijzerlegering die:
Technische noot 2: In 1C116 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C117 |
Materiaal voor de productie van onderdelen van ‘raketten’, als hieronder:
Technische noot: In 1C117 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C118 |
Duplex roestvast staal met titaanstabilisatie (Ti-DSS), met de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C202 |
Legeringen, anders dan bedoeld in 1C002.b.3. of 1C002.b.4., als hieronder:
Technische noot: De zinsnede legeringen ‘geschikt voor’ omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C210 |
‘Stapel- en continuvezelmateriaal’ of ‹prepregs›, anders dan bedoeld in 1C010.a., 1C010.b. of 1C010.e., als hieronder:
Noot: In 1C210 is ‘stapel- of continuvezelmateriaal’ beperkt tot continue “monofilamenten”“garens”, “‹rovings›”, “linten” of “banden”. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C216 |
Maragingstaal, anders dan bedoeld in 1C116, ‘geschikt voor’ een treksterkte van 1 950 MPa of meer bij 293 K (20 °C). Noot: 1C216 heeft geen betrekking op maragingstaal in een vorm waarin geen enkele lineaire maat groter is dan 75 mm. Technische noot: De zinsnede maragingstaal ‘geschikt voor’ omvat maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C225 |
Boor, verrijkt in de boor-10-isotoop (10B) tot meer dan de natuurlijke abundantie, in de hiernavolgende vormen: elementair boor, boorverbindingen, boorhoudende mengsels, fabricaten daarvan, afval en schroot van deze stoffen. Noot: De in 1C225 bedoelde boorhoudende mengsels omvatten met boor beladen materialen. Technische noot: De natuurlijke abundantie van boor-10 is ongeveer 18,5 gewichtspercenten (20 % op atomaire basis). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C226 |
Wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen die meer dan 90 gewichtspercenten wolfraam bevatten, anders dan bedoeld in 1C117, met beide volgende eigenschappen:
Noot: 1C226 heeft geen betrekking op fabrikaten die speciaal ontworpen zijn als gewicht of collimator voor gammastralen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C227 |
Calcium met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C228 |
Magnesium met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C229 |
Bismut met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C230 |
Beryllium, als hierna: metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten beryllium bevatten, berylliumverbindingen, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen, anders dan vermeld in de lijst militaire goederen. NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. 1C230
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C231 |
Hafnium, als hierna: metaal, legeringen die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevatten, verbindingen van hafnium die meer dan 60 gewichtspercenten hafnium bevat, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C232 |
Helium-3 (3He), mengsels die helium-3 bevatten, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten. Noot: 1C232 heeft geen betrekking op een product of apparaat dat minder dan 1 g helium-3 bevat. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C233 |
Lithium, verrijkt in de lithium-6-isotoop (6Li) tot meer dan de natuurlijke abundantie, of producten of toestellen die verrijkt lithium bevatten, als hierna: elementair lithium, legeringen, lithiumverbindingen, mengsels die lithium bevatten, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen. Noot: 1C233 heeft geen betrekking op thermoluminescentie-stralingsmeters. Technische noot: De natuurlijk abundantie van de lithium-6-isotoop is ongeveer 6,5 gewichtspercenten (7,5 % op atomaire basis). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C234 |
Zirkonium met een hafniumgehalte van minder dan 1 gewichtsdeel hafnium op 500 gewichtsdelen zirkonium, als hierna: metaal, legeringen die meer dan 50 gewichtspercenten zirkonium bevatten, verbindingen, fabricaten daarvan, afval of schroot van deze stoffen, anders dan die vermeld zijn in 0A001.f. Noot: 1C234 heeft geen betrekking op zirkonium in de vorm van folie met een dikte van 0,10 mm of minder. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C235 |
Tritium, tritiumverbindingen en mengsels welke tritium bevatten, waarin de verhouding van het aantal tritiumatomen tot het aantal waterstofatomen groter is dan 1:1 000, en producten of toestellen die een van voorgaande stoffen bevatten. Noot: 1C235 heeft geen betrekking op een product of toestel dat minder dan 1,48 × 103 GBq (40 Ci) tritium in welke vorm dan ook bevat. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C236 |
‘Radionucliden’ geschikt voor het maken van neutronenbronnen op basis van alfa-n-reactie, anders dan die bedoeld in 0C001 en 1C012.a., in de volgende vormen:
Noot: 1C236 heeft geen betrekking op een product of toestel dat minder dan 3,7 GBq (100 millicurie) activiteit bevat. Technische noot: In 1C236 wordt onder ‘radionucliden’ verstaan:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C237 |
Radium-226 (226Ra), radium-226-legeringen, radium-226-verbindingen, mengsels die radium-226 bevatten, fabricaten daarvan, en producten of toestellen die een van deze stoffen bevatten. Noot: 1C237 heeft geen betrekking op:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C238 |
Chloortrifluoride (ClF3). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C239 |
Brisante springstoffen, anders dan bedoeld in de Lijst militaire goederen, of stoffen of mengsels met een gehalte van meer dan 2 gewichtspercenten aan deze springstoffen, met een kristaldichtheid groter dan 1,8 g/cm3 en een detonatiesnelheid groter dan 8 000 m/s. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C240 |
Nikkelpoeder en poreus nikkelmetaal, anders dan bedoeld in 0C005, als hieronder:
Noot: 1C240 heeft geen betrekking op:
Technische noot: 1C240.b. heeft betrekking op poreus metaal dat gevormd is door samenpersing en sintering van de materialen in 1C240.a., om een materiaal van metaal te vormen met fijne poriën die door de gehele structuur heen onderling verbonden zijn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C241 |
Renium en legeringen die 90 gewichtsprocenten of meer renium bevatten; en legeringen van renium en wolfraam die voor 90 gewichtsprocenten of meer bestaan uit een combinatie van renium en wolfraam, anders dan bedoeld in 1C226, met beide onderstaande eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C350 |
Chemische stoffen, geschikt voor het vervaardigen van toxische stoffen, als hieronder, en “chemische mengsels” die een of meer van deze stoffen bevatten: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN EN 1C450
1C350 Noot 2: Voor uitvoer naar “Staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C350 niet bedoeld “chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C350.1, .3, .5, .11, .12, .13, .17, .18, .21, .22, .26, .27, .28, .31, .32, .33, .34, .35, .36, .54, .55, .56, .57, .63 en .65 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Noot 3: 1C350 heeft geen betrekking op “chemische mengsels” die een of meer van de in de 1C350 .2, .6, .7, .8, .9, .10, .14, .15, .16, .19, .20, .24, .25, .30, .37, .38, .39, .40, .41, .42, .43, .44, .45, .46, .47, .48, .49, .50, .51, .52, .53, .58, .59, .60, .61, .62 en 64 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Noot 4: 1C350 heeft geen betrekking op producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelsverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C351 |
Pathogenen voor mensen en dieren en “toxinen”, als hieronder:
Noot: 1C351 heeft geen betrekking op “vaccins” of “immunotoxinen”. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C353 |
‘Genetische elementen’ en ‘genetisch gemodificeerde organismen’, als hieronder:
Technische noten:
Noot: 1C353 heeft geen betrekking op nucleïnezuursequenties en shiga-toxineproducerende Escherichia coli (STEC) van serogroepen O26, O45, O103, O104, O111, O121, O145, O157 en andere shiga-toxineproducerende serogroepen dan die welke coderen voor shiga-toxine of sub-eenheden ervan. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C354 |
Plantpathogenen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1C450 |
Giftige chemische stoffen en voorlopers van giftige chemische stoffen, als hieronder, en “chemische mengsels” die een of meer van deze stoffen bevatten: NB: ZIE OOK 1C350, 1C351.d. EN DE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN.
Noot 1: Voor uitvoer naar “staten die geen partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C450 niet bedoeld “chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.b.1., .b.2., .b.3., .b.4., .b.5. en .b.6. vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 10 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Noot 2: Voor uitvoer naar “staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C450 niet bedoeld “chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.b.1., .b.2., .b.3., .b.4., .b.5. en .b.6. vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Noot 3: 1C450 heeft geen betrekking op “chemische mengsels” die een of meer van de in punt 1C450.b.8. vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Noot 4: 1C450 heeft geen betrekking op producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelsverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik. |
1D Programmatuur
1D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1B001, 1B002 en 1B003. |
1D002 |
“Programmatuur” voor de “ontwikkeling” van laminaten of “composieten” met een organische “matrix”, een metaal“matrix” of een koolstof“matrix”. |
1D003 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast om apparatuur de mogelijkheid te bieden de functies uit te oefenen van apparatuur bedoeld in 1A004.c. of 1A004.d. |
1D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de werking of het onderhoud van in 1B101, 1B102, 1B115, 1B117, 1B118 of 1B119 bedoelde goederen. |
1D103 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld. |
1D201 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor het “gebruik” van de in 1B201 bedoelde goederen. |
1E Technologie
1E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen bedoeld in 1A002 tot en met 1A005, 1A006.b., 1A007, 1B en 1C. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E002 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1A102, 1B001, 1B101, 1B102, 1B115 tot en met 1B119, 1C001, 1C101, 1C107, 1C 111 tot en met 1C118, 1D101 of 1D103. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van “programmatuur” bedoeld in 1D001, 1D101 of 1D103. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E103 |
“Technologie” voor het regelen van de temperatuur, druk of atmosfeer in autoclaven of hydroclaven indien gebruikt voor de “productie” van composieten of halffabricaten van composieten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E104 |
“Technologie” voor de “productie” van pyrolytisch gevormde materialen op een mal, doorn of ander substraat van gassen die ontleden bij temperaturen van 1 573 K (1 300 °C) tot 3 173 K (2 900 °C) en drukken van 130 Pa tot 20 kPa. Noot: 1E104 omvat tevens “technologie” voor het samenstellen van voorlopergassen, schema’s en gegevens in verband met stroomsnelheden en procesregeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1A002, 1A007, 1A202, 1A225 tot en met 1A227, 1B201, 1B225 tot en met 1B234, 1C002.b.3 of .b.4., 1C010.b., 1C202, 1C210, 1C216, 1C225 tot en met 1C241 of 1D201. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E202 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” of de “productie” van goederen, bedoeld in 1A007, 1A202, 1A225 tot en met 1A227. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1E203 |
“Technologie” overeenkomstig algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van “programmatuur”, bedoeld in 1D201. |
CATEGORIE 2 – MATERIAALBEWERKING
2A Systemen, apparatuur en onderdelen
NB: Voor stillopende rollagers, zie de lijst van militaire goederen.
2A001 |
Wrijvingsloze rollagers of rollagersystemen, als hieronder, en onderdelen daarvan: NB: ZIE OOK 2A101. Noot: 2A001 heeft geen betrekking op kogels met toleranties volgens opgave van de fabrikant volgens klasse G5 ISO-norm 3290:2001 (of nationale equivalenten) of slechter.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A101 |
Andere dan onder 2A001 vermelde radiale kogellagers, met alle toleranties volgens ISO 492 tolerantieklasse 2 (of ANSI/ABMA STD 20 tolerantieklasse ABEC-9 of RBEC 9, of andere nationale equivalenten), of beter en met alle hierna volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A225 |
Kroezen vervaardigd van metalen die bestand zijn tegen vloeibare actiniden, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2A226 |
Afsluiters met alle volgende eigenschappen:
Technische noot: Voor afsluiters met verschillende inlaat- en uitlaatopeningen heeft de in 2A226 bedoelde ‘nominale afmeting’ betrekking op de kleinste diameter. |
2B Test-, inspectie- en productieapparatuur
Technische noten:
1. |
Parallelle hulpcontourassen, bijvoorbeeld de w-as op horizontale kotterbanken of een tweede roterende hulpas waarvan de hartlijn parallel loopt met de roterende hoofdas, worden niet bij het totale aantal contourassen gerekend. Roterende assen hoeven niet over 360° draaibaar te zijn. Een roterende as kan worden aangedreven door een lineair mechanisme (bijvoorbeeld een draadspil of een tandheugel met rondsel). |
2. |
Voor de toepassing van 2B is het aantal assen dat gelijktijdig kan samenwerken voor “contourbesturen” het aantal assen waarlangs of waarrond tijdens de bewerking van het werkstuk gelijktijdige en samenhangende bewegingen worden verricht tussen het werkstuk en een gereedschap. Dit omvat niet eventuele extra assen waarlangs of waarrond andere relatieve bewegingen in de machine worden verricht zoals:
|
3. |
De benaming van de assen dient in overeenstemming te zijn met de internationale norm ISO 841:2001, Systemen voor industriële automatisering en integratie - Numerieke besturing van machines - Coördinaatsysteem en nomenclatuur voor bewegingen. |
4. |
Voor de toepassing van 2B001 tot en met 2B009 wordt een “kantelspil” beschouwd als een roterende as. |
5. |
een ‘aangegeven “herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering” (“unidirectional positioning repeatability”) mag voor elk model werktuigmachine worden gebruikt als alternatief voor individuele machinetests en wordt als volgt bepaald:
|
6. |
Voor de toepassing van 2B001.a. tot en met 2B001.c. wordt de meetonzekerheid voor de “herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering” (“unidirectional positioning repeatability”) van werktuigmachines zoals bepaald in de internationale norm ISO 230-2:2014 of nationale equivalenten, niet in aanmerking genomen. |
7. |
Voor de toepassing van 2B001.a. tot en met 2B001.c., vindt de meting van de assen plaats aan de hand van de testprocedures in 5.3.2. van ISO 230-2:2014. Tests voor assen langer dan 2 meter worden uitgevoerd over segmenten van 2 m. Voor assen langer dan 4 m zijn meerdere tests nodig (bv. twee tests voor assen langer dan 4 m en maximaal 8 m, drie tests voor assen langer dan 8 m en maximaal 12 m), waarbij elke test plaatsvindt over segmenten van 2 m die in gelijke intervallen over de aslengte worden gespreid. De volledige aslengte wordt gelijkelijk onderverdeeld in testsegmenten, waarbij eventuele extra lengte gelijk verdeeld wordt over het begin en het eind van de as en tussen de testsegmenten in. De kleinste waarde voor de “herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering” van alle testsegmenten moet worden gemeld. |
2B001 |
Werktuigmachines en combinaties daarvan, voor het verspanen (of snijden) van metalen, keramische materialen of “composieten”, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor “numerieke besturing”, als hieronder: NB: ZIE OOK 2B201. Noot 1: 2B001 heeft geen betrekking op werktuigmachines voor speciale toepassingen die alleen dienen voor het vervaardigen van tandwielen. Zie voor dergelijke machines 2B003. Noot 2: 2B001 heeft geen betrekking op werktuigmachines voor speciale toepassingen die alleen dienen voor het vervaardigen van één van de volgende onderdelen:
Noot 3: Werktuigmachines met ten minste twee van de drie volgende gebruiksmogelijkheden: draaien, frezen of slijpen (bv. een machine voor draaien waarmee ook kan worden gefreesd) moeten op basis van iedere toepasselijke rubriek 2B001.a., b., of c. worden beoordeeld. NB: Voor werktuigmachines voor optische afwerking, zie 2B002.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B002 |
Numeriek bestuurde werktuigmachines voor optische afwerking, die zijn uitgerust voor selectieve materiaalverwijdering met het oog op de productie van niet-sferische optische oppervlakken, met alle volgende eigenschappen:
Technische noten: Voor de toepassing van 2B002 geldt:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B003 |
“Numeriek bestuurde” werktuigmachines, speciaal ontworpen voor het snijden, afwerken, slijpen of wetten van geharde (Rc = 40 of meer) rechte, schroef- en dubbelgeschroefde tandwielen met alle hieronder vermelde eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B004 |
Hete “isostatische persen”, met alle hieronder vermelde eigenschappen, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor: NB: ZIE OOK 2B104 EN 2B204.
Technische noot: De binnenmaat betreft de kamer waarin zowel de werktemperatuur als de werkdruk tot stand komt en omvat geen spanstukken. Deze maat is gelijk aan de kleinste van ofwel de binnendiameter van de drukkamer ofwel de binnendiameter van de geïsoleerde ovenkamer, afhankelijk van het feit welke van de twee kamers zich in de andere bevindt. 2B004 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B005 |
Speciaal ontworpen apparatuur voor de afzetting, verwerking en procesbesturing van anorganische deklagen, bekledingen en oppervlakmodificaties, als hieronder, voor in kolom 2 gespecificeerde substraten, door middel van procedés als omschreven in kolom 1 in de tabel na 2E003.f. en speciaal daarvoor ontworpen geautomatiseerde onderdelen voor de hantering, positionering, manipulatie en besturing:
Noot: 2B005 heeft geen betrekking op apparatuur voor chemische afzetting uit de dampfase, voor boogverdamping, sputteren, ‹ion-plating›, of ionenimplantatie die speciaal is ontworpen voor snij- of werktuigmachines. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B006 |
Systemen, apparatuur, plaatsbepalers en “elektronische samenstellingen” voor dimensionale inspectie en meting, als hieronder:
Noot: 2B006 omvat andere dan onder 2B001 omschreven werktuigmachines die als meettoestel kunnen worden gebruikt indien hun prestaties gelijk zijn aan of beter dan de criteria neergelegd voor de meettoestelfunctie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B007 |
“Robots”, met een of meer van de hieronder vermelde eigenschappen, en speciaal ontworpen besturingsapparatuur en “eindeffectoren” daarvoor: NB: ZIE OOK 2B207.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B008 |
‘samengestelde draaitafels’ of “kantelspillen”, speciaal ontworpen voor werktuigmachines, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B009 |
Forceer-(spin-forming) of vloei-(flow-forming) draaibanken, die, volgens de technische specificatie van fabrikant, kunnen worden uitgerust met “numerieke besturings”-eenheden of computerbesturing, en die beide volgende eigenschappen bezitten: NB: ZIE OOK 2B109 EN 2B209.
Technische noot: Voor de toepassing van 2B009 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B104 |
“Isostatische persen”, anders dan bedoeld in 2B004, met alle volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 2B204.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B105 |
Ovens voor chemische afzetting uit de dampfase (CVD), anders dan bedoeld in 2B005.a., ontworpen of aangepast voor het verdichten van koolstof-koolstofcomposieten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B109 |
Andere vloeidraaibanken dan die bedoeld in 2B009, die kunnen worden gebruikt voor de “productie” van onderdelen en uitrusting (bv. motorhuizen en verbindingsstukken) voor de voorstuwing van “raketten”, en speciaal ontworpen onderdelen als hieronder: NB: ZIE OOK 2B209.
Technische noot: Voor de toepassing van 2B109 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B116 |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen en componenten daarvoor, als hieronder:
Technische noot: In 2B116 betekent ‘onbelaste tafel’ een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B117 |
Apparatuur en procesregeleenheden, met uitzondering van die bedoeld in 2B004, 2B005.a., 2B104 of 2B105, ontworpen of aangepast voor de verdichting en pyrolyse van composiet raketstraalpijpen en neuskegels voor terugkeervoertuigen (‹reentry›). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B119 |
Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als hieronder: NB: ZIE OOK 2B219.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B120 |
Bewegingssimulatoren of kwalificatietafels die alle navolgende eigenschappen hebben:
Noot 1: 2B120 heeft geen betrekking op draaitafels die zijn ontworpen of aangepast voor werktuigmachines of voor medische uitrusting. Voor de controle op draaitafels voor werktuigmachines, zie 2B008. Noot 2: Bewegingssimulatoren of kwalificatietafels als bedoeld in 2B120 blijven onder de regeling vallen, ongeacht of de sleepringen dan wel de geïntegreerde onderbrekingsvoorzieningen worden aangebracht op het ogenblik van uitvoer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B121 |
Andere dan de in 2B120 aangegeven insteltafels (apparatuur, geschikt voor precieze roterende instelling in elke as), die alle navolgende eigenschappen hebben:
Noot: 2B121 heeft geen betrekking op draaitafels die zijn ontworpen of aangepast voor werktuigmachines of voor medische uitrusting. Voor de controle op draaitafels voor werktuigmachines, zie 2B008. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B122 |
Centrifuges die versnellingen van meer dan 100 g kunnen overbrengen en die ontworpen of aangepast zijn om sleepringen of geïntegreerde onderbrekingsvoorzieningen te bevatten die geschikt zijn om elektrisch vermogen, signaalinformatie dan wel beiden, over te brengen. Noot: Centrifuges als bedoeld in 2B122 blijven onder de regeling vallen, ongeacht of de sleepringen dan wel de geïntegreerde onderbrekingsvoorzieningen worden aangebracht op het ogenblik van uitvoer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B201 |
Werktuigmachines en iedere andere combinatie daarvan, anders dan bedoeld in 2B001, voor het verspanen of snijden van metalen, keramische materialen of “composieten”, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor gelijktijdig “contourbesturen” in twee of meer assen: Technische noot: De niveaus voor de aangegeven instelnauwkeurigheid die zijn bepaald aan de hand van de volgende procedures op grond van metingen overeenkomstig ISO-norm 230-2:1988 (6) of nationale equivalenten mogen voor elk model werktuigmachine worden gebruikt in plaats van individuele machinetests, indien deze zijn verstrekt aan de nationale autoriteiten en door hen zijn geaccepteerd. Bepaling van de aangegeven instelnauwkeurigheid:
Noot 1: 2B201 heeft geen betrekking op werktuigmachines voor speciale toepassingen die alleen dienen voor het vervaardigen van één van de volgende onderdelen:
Noot 2: Werktuigmachines met ten minste twee van de drie volgende gebruiksmogelijkheden: draaien, frezen of slijpen (bv. een machine voor draaien waarmee ook kan worden gefreesd) moeten op basis van iedere toepasselijke rubriek 2B201.a., b., of c. worden beoordeeld. Noot 3: Onder 2B201.a.3. en 2B201.b.3. vallen machines op basis van een parallel lineair kinematisch ontwerp (bv. ‹hexapods›) met vijf of meer assen waarvan er geen enkele een roterende as is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B204 |
“Isostatische persen”, anders dan die bedoeld in 2B004 of 2B104 en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
Technische noot: In 2B204 betreft de binnenmaat de kamer waarin zowel de werktemperatuur als de werkdruk tot stand komen en zij omvat geen spanstukken. Deze maat is gelijk aan de kleinste van ofwel de binnendiameter van de drukkamer ofwel de binnendiameter van de geïsoleerde ovenkamer, afhankelijk van het feit welke van de twee kamers zich in de andere bevindt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B206 |
Niet onder 2B006 opgenomen meetmachines, -instrumenten of -systemen, als hieronder:
Noot 1: Werktuigmachines, geschikt voor gebruik als meettoestel, worden bedoeld indien hun prestaties gelijk zijn aan of beter zijn dan de criteria neergelegd voor de werktuigmachinefunctie of de meettoestelfunctie. Noot 2: Indien een machine als omschreven in 2B206 op enig punt in haar werkbereik de limieten overschrijdt, wordt de machine bedoeld. Technische noten: Alle parameters van meetwaarden in 2B206 vertegenwoordigen plus/minus-waarden, niet het totale meetbereik. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B207 |
“Robots”, “eindeffectoren” en besturingseenheden, anders dan bedoeld in 2B007, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B209 |
Vloei- (‹flow-forming›)draaibanken, forceer(‹spin-forming›)draaibanken die vloei-draaifuncties kunnen verrichten, anders dan bedoeld in 2B009 of 2B109, en spillen, als hieronder:
Noot: 2B209.a. omvat machines die slechts één enkele rol hebben die ontworpen is om metaal te vervormen, plus twee hulprollen ter ondersteuning van de spil, die echter niet rechtstreeks deelnemen aan het vervormingsproces. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B219 |
Centrifugale balanceermachines voor het uitbalanceren in verscheidene vlakken, vast of draagbaar, horizontaal of verticaal, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B225 |
Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, met één van de volgende eigenschappen:
Technische noot: Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het “meester/slaaf”-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B226 |
Inductieovens, werkend met beheerste atmosfeer (vacuüm of inert gas) en stroombronnen daarvoor, anders dan bedoeld in 9B001 en 3B001, als hieronder: NB: ZIE OOK 3B001 EN 9B001.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B227 |
Metallurgische smelt- en gietovens met vacuüm of op een andere wijze beheerste atmosfeer en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B228 |
Apparatuur voor de vervaardiging of assemblage van rotoren, rotorrichtapparatuur, en matrijzen voor het vormen van balgen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B230 |
Alle soorten ‘drukomzetters’ geschikt voor het meten van de absolute druk en met alle volgende eigenschappen:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B231 |
Vacuümpompen met alle volgende eigenschappen:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B232 |
Kanonsystemen voor hoge snelheden (spoel-, elektromagnetische en thermo-elektrische types en andere geavanceerde systemen) die projectielen kunnen versnellen tot een snelheid van 1,5 km/s of meer. NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B233 |
Compressoren met balgafdichting van het scroll-type en vacuümpompen met balgafdichting van het scroll-type met alle volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 2B350.i.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B350 |
Chemische productie-installaties, productieapparatuur en onderdelen daarvan, als hieronder:
2B350 Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B351 |
Andere dan in 1A004 bedoelde controleapparatuur en -systemen voor giftige gassen en de speciaal daarvoor ontworpen detectieonderdelen ervan, als hieronder, en detectoren; sensoren; en vervangbare sensorpatronen daarvoor:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2B352 |
Uitrusting voor biologische vervaardiging en verwerking, als hieronder:
|
2C Materialen
Geen.
2D Programmatuur
2D001 |
“Programmatuur” anders dan bedoeld in 2D002, als hieronder:
Noot: 2D001 heeft geen betrekking op “programmatuur” voor werkstukprogramma’s waarmee “numerieke besturings”-codes voor de bewerking van verschillende onderdelen worden gegenereerd. |
||||
2D002 |
“Programmatuur” voor elektronische toestellen, ook wanneer geïntegreerd in een elektronisch toestel of systeem, waardoor dergelijke toestellen of systemen kunnen functioneren als “numerieke besturings”-eenheid, en geschikt om meer dan vier assen gelijktijdig te laten samenwerken voor “contourbesturen”. Noot 1: 2D002 heeft geen betrekking op “programmatuur” die speciaal is ontworpen of aangepast voor de bediening van goederen die niet zijn vermeld in categorie 2. Noot 2: 2D002 heeft geen betrekking op “programmatuur” voor goederen die zijn vermeld in 2B002. Zie 2D001 en 2D003 voor “programmatuur” voor goederen vermeld in 2B002. Noot 3: 2D002 heeft geen betrekking op “programmatuur” die wordt geëxporteerd met, en het minimale vereiste is voor het gebruik van, goederen die niet zijn vermeld in categorie 2. |
||||
2D003 |
“Programmatuur” ontworpen of aangepast voor de werking van apparatuur, vermeld in 2B002, die het optische ontwerp, de metingen van het werkstuk en de functies voor de verwijdering van materiaal omzet in “numerieke besturings”- opdrachten voor het bereiken van de gewenste werkstukvorm. |
||||
2D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B104, 2B105, 2B109, 2B116, 2B117 of 2B119 tot en met 2B122. NB: ZIE OOK 9D004. |
||||
2D201 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B204, 2B206, 2B207, 2B209, 2B219 of 2B227. |
||||
2D202 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur vermeld in 2B201. Noot: 2D202 heeft geen betrekking op “programmatuur” voor werkstukprogramma’s waarmee wel opdrachtcodes voor “numerieke besturing” worden gegenereerd maar die geen rechtstreeks gebruik van apparatuur voor het bewerken van verscheidene onderdelen mogelijk maakt. |
||||
2D351 |
Andere “programmatuur” dan die als bedoeld in 1D003, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B351. |
2E Technologie
2E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, vermeld in 2A, 2B of 2D. Noot: 2E001 omvat “technologie” voor de integratie van de sondesystemen in de coördinaatmeetmachines gespecificeerd in 2B006.a. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 2A of 2B. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2E003 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2B004, 2B009, 2B104, 2B109, 2B116, 2B119 tot en met 2B122 of 2D101. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 2A225, 2A226, 2B001, 2B006, 2B007.b., 2B007.c., 2B008, 2B009, 2B201, 2B204, 2B206, 2B207, 2B209, 2B225 tot en met 2B233, 2D201 of 2D202. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2E301 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 2B350 tot en met 2B352. |
TABEL
AFZETTINGSTECHNIEKEN
|
|
|
||||||
|
“superlegeringen” |
aluminiden voor inwendige kanalen |
||||||
|
keramische materialen (19) en glazen met een lage uitzettingscoëfficiënt (14) |
siliciden carbiden diëlektrische lagen (15) diamant diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
siliciden carbiden vuurvaste metalen mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) aluminiden gelegeerde aluminiden (2) boriumnitride |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16) siliciumcarbide (18) |
carbiden wolfraam mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
molybdeen en molybdeen- legeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
diëlektrische lagen (15) diamant diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
sensorvenstermaterialen (9) |
diëlektrische lagen (15) diamant diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
|
|
||||||
|
“superlegeringen” |
gelegeerde siliciden gelegeerde aluminiden (2) MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) siliciden aluminiden mengsels daarvan (4) |
||||||
|
keramische materialen (19) en glazen met een lage uitzettingscoëfficiënt (14) |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
roestwerend staal (7) |
MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) mengsels daarvan (4) |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
siliciden carbiden vuurvaste metalen mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) boriumnitride |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16) siliciumcarbide (18) |
carbiden wolfraam mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
molybdeen en molybdeen- legeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
diëlektrische lagen (15) boriden beryllium; |
||||||
|
sensorvenstermaterialen (9) |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
titaanlegeringen (13) |
boriden nitriden |
||||||
|
keramische materialen (19) en glazen met een lage uitzettingscoëfficiënt |
diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16) siliciumcarbide |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
molybdeen en molybdeen- legeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
sensorvenstermaterialen (9) |
diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
keramische materialen (19) en glazen met een lage uitzettingscoëfficiënt (14) |
siliciden diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16), siliciumcarbide |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
molybdeen en molybdeen- legeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
sensorvenstermaterialen (9) |
diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
“superlegeringen” |
gelegeerde siliciden gelegeerde aluminiden (2) MCrAIX (5) |
||||||
|
polymeren (11) en “composieten” met een organische “matrix” |
boriden carbiden nitriden diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
siliciden carbiden mengsels daarvan (4) |
||||||
|
titaanlegeringen (13) |
siliciden aluminiden gelegeerde aluminiden (2) |
||||||
|
vuurvaste metalen en legeringen (8) |
siliciden oxiden |
||||||
|
“superlegeringen” |
MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) mengsels daarvan (4) slijtbaar nikkelgrafiet slijtbare materialen met Ni-Cr-Al slijtbaar Al-Si-polyester gelegeerde aluminiden (2) |
||||||
|
aluminiumlegeringen (6) |
MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) siliciden mengsels daarvan (4) |
||||||
|
vuurvaste metalen en legeringen (8) |
aluminiden siliciden carbiden |
||||||
|
roestwerend staal (7) |
MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) mengsels daarvan (4) |
||||||
|
titaanlegeringen (13) |
carbiden aluminiden siliciden gelegeerde aluminiden (2) slijtbaar nikkelgrafiet slijtbare materialen met Ni-Cr-Al slijtbaar Al-Si-polyester |
||||||
|
vuurvaste metalen en legeringen (8) |
ineengesmolten siliciden ineengesmolten aluminiden met uitzondering van weerstandsverhittingselementen |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
siliciden carbiden mengsels daarvan (4) |
||||||
|
“superlegeringen” |
gelegeerde siliciden gelegeerde aluminiden (2) aluminiden gemodificeerd met edele metalen (3) MCrAIX (5) gemodificeerd zirkoniumoxide (12) platina mengsels daarvan (4) |
||||||
|
keramische materialen en glazen met een lage uitzettingscoëfficiënt (14) |
siliciden platina mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
titaanlegeringen (13) |
boriden nitriden oxiden siliciden aluminiden gelegeerde aluminiden (2) carbiden |
||||||
|
“composieten” met een koolstof-koolstof-, keramische of metaal“matrix” |
siliciden carbiden vuurvaste metalen mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) boriumnitride |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16) siliciumcarbide (18) |
carbiden wolfraam mengsels daarvan (4) diëlektrische lagen (15) boriumnitride |
||||||
|
molybdeen en molybdeen- legeringen |
diëlektrische lagen (15) |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
boriden diëlektrische lagen (15) beryllium; |
||||||
|
sensorvenstermaterialen (9) |
diëlektrische lagen (15) diamantachtige koolstof (17) |
||||||
|
vuurvaste metalen en legeringen (8) |
aluminiden siliciden oxiden carbiden |
||||||
|
hogetemperatuurlager- staalsoorten |
toevoeging van chroom, tantaal of niobium (columbium) |
||||||
|
titaanlegeringen (13) |
boriden nitriden |
||||||
|
beryllium en berylliumlegeringen |
boriden |
||||||
|
gecementeerde wolfraamcarbide (16) |
carbiden nitriden |
TABEL – AFZETTINGSTECHNIEKEN – NOTEN
1. |
‘Bekledingsprocedé’ behelst zowel het herstel en opknappen van de deklaag als het aanbrengen van een oorspronkelijke deklaag. |
2. |
Eénfasige of meerfase-bekledingen waarbij één of meer elementen worden afgezet vóór of tijdens het aanbrengen van de aluminidebekleding, worden, zelfs wanneer deze elementen door middel van een ander bekledingsprocedé worden afgezet, mede begrepen onder de term ‘bekleding met gelegeerde aluminide’; daaronder wordt echter niet begrepen het meerdere malen toepassen van éénfasige ‹pack› cementeringsprocedés om gelegeerde aluminiden te verkrijgen. |
3. |
Meerfase-bekleding waarbij het edele metaal of de edele metalen worden opgebracht door middel van een ander bekledingsprocedé voordat de aluminidebekleding wordt aangebracht, wordt mede begrepen onder de term ‘met edelmetaal gemodificeerde aluminide’-bekleding. |
4. |
Het begrip ‘mengsels daarvan’ omvat geïnfiltreerd materiaal, samenstellingen met een verlopend gehalte, gelijktijdig afgezette materialen en afzettingen bestaande uit meerdere lagen en zij worden verkregen door middel van één of meer van de in de tabel vermelde bekledingsprocedés. |
5. |
Met ‘MCrAlX’ wordt bedoeld een bekledingslegering waarbij M staat voor kobalt, ijzer, nikkel of combinaties daarvan en X staat voor hafnium, yttrium, silicium, tantaal in iedere hoeveelheid of voor andere opzettelijke toevoegingen van meer dan 0,01 gewichtspercent in verschillende verhoudingen en combinaties, met uitzondering van:
|
6. |
Met ‘aluminiumlegeringen’ worden bedoeld legeringen met een treksterkte van 190 MPa of meer gemeten bij 293 K (20 °C). |
7. |
Met ‘roestwerend staal’ wordt bedoeld AISI (American Iron and Steel Institute) serie 300 of naar gelijkwaardige nationale normen geclassificeerde staalsoorten. |
8. |
‘Vuurvaste metalen en legeringen’ omvatten de volgende metalen en hun legeringen: niobium (columbium), molybdeen, wolfraam en tantaal. |
9. |
‘Sensorvenstermaterialen’, als hierna: aluminiumoxide, silicium, germanium, zinksulfide, zinkselenide, galliumarsenide, diamant, galliumfosfide, saffier en de volgende metaalhaliden: sensorvenstermaterialen met een diameter groter dan 40 mm indien gemaakt van zirconiumfluoride en hafniumfluoride. |
10. |
Categorie 2 heeft geen betrekking op “technologie” voor het in één fase ‹pack› cementeren van massieve aerodynamische vlakken. |
11. |
‘Polymeren’, als hierna: polyimide, polyester, polysulfide, polycarbonaten en polyurethanen. |
12. |
‘Gemodificeerd zirkoniumoxide’ verwijst naar toevoegingen van andere metaaloxiden, bv. calciumoxide, magnesiumoxide, yttriumoxide, hafniumoxide, zeldzame aardoxiden, enz. aan zirkoniumoxide teneinde bepaalde kristallografische fasen en fasesamenstellingen te stabiliseren. Warmtebarrièrebekledingen gemaakt van zirkoniumoxide, gemodificeerd met calciumoxide of magnesiumoxide door middel van mengen of versmelting worden niet bedoeld. |
13. |
Met ‘titaanlegeringen’ worden uitsluitend bedoeld ruimtevaartlegeringen met een treksterkte van 900 MPa of meer gemeten bij 293 K (20 °C). |
14. |
Met ‘glazen met een lage thermische uitzettingscoëfficiënt’ worden bedoeld glazen met een uitzettingscoëfficiënt van 1 × 10-7 K-1 of minder gemeten bij 293 K (20 °C). |
15. |
‘Diëlektrische lagen’ zijn bekledingen die zijn opgebouwd uit meerdere lagen bestaande isolatiematerialen waarbij gebruik wordt gemaakt van de interferentie-eigenschappen van een ontwerp dat is samengesteld uit materialen met uiteenlopende brekingsindexen voor de reflectie, transmissie of absorptie van verschillende golflengtebanden. Met diëlektrische lagen worden bedoeld meer dan vier diëlektrische lagen of “composiete” diëlektrische/metaallagen. |
16. |
Materialen voor snij- en vormwerktuigen bestaande uit wolfraamcarbide/(met kobalt, nikkel), titaancarbide/(met kobalt, nikkel), chroomcarbide/(met nikkel, chroom) en chroomcarbide/(met nikkel) zijn niet mede begrepen onder de ‘gecementeerde wolfraamcarbide’ in de tabel. |
17. |
Niet bedoeld wordt “technologie” voor het aanbrengen van diamantachtige koolstof op één van de volgende artikelen:
magnetische diskdrives en koppen, apparatuur voor de vervaardiging van wegwerpartikelen, kleppen of tapkraantjes, akoestische membranen voor luidsprekers, automotoronderdelen, snijmachines, pons- en persmatrijzen, kantoorautomatiseringsapparatuur, microfoons of medische apparatuur of uit legeringen met minder dan 5 % beryllium gemaakte matrijzen voor het gieten of vormen van plastic. |
18. |
‘Siliciumcarbide’ omvat geen materiaal voor snij- of vormwerktuigen. |
19. |
Keramische substraten, zoals onder dit nummer gebruikt, omvatten geen keramische materialen met 5 % of meer gewichtspercent klei- of cementinhoud, als afzonderlijke bestanddelen dan wel in combinatie. |
TABEL – AFZETTINGSTECHNIEKEN – TECHNISCHE NOOT
De definities van de in kolom 1 van de tabel vermelde procedés luiden als volgt:
a. |
Chemische afzetting uit de dampfase (CVD) is een procedé voor deklaagbekleding of voor bekleding door modificatie van het oppervlak waarbij een metaal, legering, “composiet”, diëlektrisch of keramisch materiaal op een verhit substraat wordt afgezet. In de nabijheid van een substraat worden gasvormige reagentia ontleed of gecombineerd, wat leidt tot de afzetting van het gewenste materiaal, zijnde een element, legering of samengesteld materiaal, op het substraat. De energie voor dit proces van ontleding of chemische reactie kan worden geleverd door de hitte van het substraat, door een gloeiontladingsplasma of door “laser”-bestraling. NB 1 CVD omvat de volgende procedés: ‹out-of-pack›-afzetting met gerichte gasstroom, pulserende CVD, thermische afzetting met beheerste kernenvorming (CNTD), met plasma versterkte of met plasma ondersteunde CVD-procedés. NB 2 ‹Pack› geeft aan dat een substraat is ingebed in een poedermengsel. NB 3 Het bij het ‹out-of-pack›-procedé gebruikte gasvormige materiaal wordt verkregen door toepassing van dezelfde basisreacties en parameters als bij het ‹pack› cementeringsprocedé, behalve dat het te bekleden substraat niet in contact komt met het poedermengsel. |
b. |
Thermische verdampingsafzetting (TE-PVD) (opdampen) is een procedé voor deklaagbekleding in een vacuümkamer bij een druk van minder dan 0,1 Pa waarin gebruik wordt gemaakt van een thermische energiebron voor het verdampen van het bekledingsmateriaal. Dit leidt tot de neerslag, of afzetting, van de verdampte stoffen op een in een geschikte positie geplaatst substraat. De toevoeging van gassen aan de vacuümkamer tijdens het bekledingsprocedé voor het opbouwen van een samengestelde bekleding is een gebruikelijke aanpassing van het procedé. Het gebruik van een ionen- of elektronenstraal, of plasma, teneinde de afzetting van de bekleding te activeren of te ondersteunen is eveneens een gebruikelijke aanpassing in deze techniek. Ook kunnen tijdens deze procedés monitoren worden gebruikt voor het tijdens het proces meten van de optische eigenschappen en de dikte van de bekledingslaag. Specifieke TE-PVD-procedés verlopen als volgt:
|
c. |
‹Pack› cementering is een procedé voor bekleding door modificatie van het oppervlak of voor deklaagbekleding waarbij een substraat wordt ingebed in een poedermengsel, een zgn. ‹pack›, dat bestaat uit:
Het substraat en het poedermengsel bevinden zich in een retort die wordt verhit tot 1 030 K (757 °C) à 1 375 K (1 102 °C) gedurende een tijd lang genoeg voor afzetting van de laag. |
d. |
Plasmaspuiten is een deklaagbekledingsprocedé waarbij een spuitpistool, dat een plasma produceert en reguleert, bekledingsmaterialen in poeder- of draadvorm krijgt toegevoerd, deze smelt en naar een substraat drijft, waarop zich een integraal gehechte laag vormt. Plasmaspuiten zoals hier bedoeld is ofwel plasmaspuiten bij lage druk ofwel plasmaspuiten met hoge snelheid. NB 1 Lage druk wil zeggen minder dan de atmosferische omgevingsdruk. NB 2 Met hoge snelheid wordt bedoeld een uitstroomsnelheid van het gas uit het mondstuk hoger dan 750 m/s bij 293 K (20 °C) en 0,1 MPa. |
e. |
Afzetting uit suspensie is een procedé voor bekleding door modificatie van het oppervlak of voor deklaagbekleding waarbij een metaalhoudend of keramisch poeder met een organische bindstof in suspensie wordt gebracht in een vloeistof en op een substraat wordt aangebracht door spuiten, dompelen of penselen; vervolgens droging aan de lucht of in een oven; en warmtebehandeling om de gewenste laag te verkrijgen. |
f. |
Afzetting door middel van sputteren is een deklaagbekledingsprocedé dat is gebaseerd op een verschijnsel van pulsoverdracht, waarbij positief geladen ionen worden versneld door een elektrisch veld naar het oppervlak van een trefplaat (deklaagmateriaal). De kinetische energie van de botsende ionen is voldoende om ervoor te zorgen dat atomen aan het oppervlak van de trefplaat vrijkomen en worden afgezet op een in een geschikte positie geplaatst substraat. NB 1 De tabel verwijst uitsluitend naar afzetting door sputteren met een triode, magnetron of naar reactief sputteren, welke methoden worden toegepast om de hechting van de bekleding en de afzetsnelheid te vergroten, en naar hoogfrequent (RF) versterkte afzetting door sputteren, wat wordt toegepast om de verdamping van niet-metaalhoudende bekledingsmaterialen mogelijk te maken. NB 2 Ionenstralen met lage energie (minder dan 5 keV) kunnen worden toegepast om de afzetting in gang te zetten. |
g. |
Ionenimplantatie is een procedé voor bekleding door modificatie van het oppervlak waarbij het te legeren element wordt geïoniseerd, wordt versneld door een potentiaalgradiënt en in het substraatoppervlak wordt geïmplanteerd. De definitie omvat mede procedés waarbij tegelijk met de ionenimplantatie elektronenstraalverdamping of afzetting door middel van sputtering plaatsvindt. |
CATEGORIE 3 — ELECTRONICA
3A Systemen, apparatuur en onderdelen
Noot 1: De controlestatus van in 3A001 of 3A002 omschreven apparatuur en onderdelen, anders dan die welke zijn omschreven in 3A001.a.3. tot en met 3A001.a.10. of 3A001.a.12. tot en met 3A001.a.14., die speciaal zijn ontworpen voor apparatuur waarvoor een uitvoervergunning vereist is, of die dezelfde functionele eigenschappen hebben, wordt bepaald door de controlestatus van die andere apparatuur.
Noot 2: De controlestatus van geïntegreerde schakelingen als omschreven in 3A001.a.3. tot en met 3A001.a.9. of 3A001.a.12. tot en met 3A001.a.14. die onveranderbaar zijn geprogrammeerd of ontworpen voor een specifieke functie, wordt eveneens bepaald door de controlestatus van die andere apparatuur.
NB: Wanneer de fabrikant of de aanvrager de controlestatus van de andere apparatuur niet kan bepalen, wordt de controlestatus bepaald op grond van 3A001.a.3. tot en met 3A001.a.9. en 3A001.a.12. tot en met 3A001.a.14.
Noot 3: De status van (al dan niet afgewerkte) plakken (‹wafers›) waarin de functie reeds is vastgelegd, dient te worden beoordeeld aan de hand van de parameters in 3A001.a., 3A001.b., 3A001.d., 3A001.e.4., 3A001.g., 3A001.h. of 3A001.i.
3A001 |
Elektronische producten, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A002 |
Universele “elektronische samenstellingen”, modules en apparatuur, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A003 |
Temperatuurregelingssystemen met nevelkoeling die gebruikmaken van apparatuur met een gesloten vloeistofcirculatie en -reconditioneringscircuit in een lucht- en waterdicht omhulsel waarin met speciaal daartoe ontworpen spuitmonden een diëlektrische vloeistof op elektronische componenten wordt verneveld om deze binnen de gebruikstemperatuur te houden, en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A101 |
Elektronische uitrusting, elementen en onderdelen, anders dan vermeld in 3A001, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A102 |
‘Thermische batterijen’ ontworpen of aangepast voor ‘raketten’. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A201 |
Elektronische onderdelen, anders dan vermeld in 3A001, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A225 |
Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren anders dan die, welke zijn vermeld in 0B001.b.13., te gebruiken als: aandrijfeenheden met variabele of vaste frequentie, met alle volgende eigenschappen: NB 1:“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het verbeteren of leveren van de prestaties van een frequentieomzetter of frequentiegenerator om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225, wordt in 3D225 beschreven. NB 2:“Technologie” in de vorm van codes of sleutels voor het verbeteren of leveren van de prestaties van een frequentieomzetter of frequentiegenerator om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225, wordt in 3E225 beschreven.
Noot: 3A225 heeft geen betrekking op frequentieomzetters of frequentiegeneratoren als deze aan hardware, “programmatuur” of “technologie” verbonden beperkingen hebben die de prestaties verlagen tot beneden de bovengenoemde eigenschappen, op voorwaarde dat zij voldoen aan het volgende:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A226 |
Gelijkstroombronnen met hoog vermogen, anders dan bedoeld in 0B001.j.6., met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A227 |
Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan vermeld in 0B001.j.5., met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A228 |
Schakelelementen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A229 |
Pulsgeneratoren met hoge stroomsterkte, als hieronder: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A230 |
Snelle pulsgeneratoren en ‘pulskoppen’ daarvoor, met beide van de volgende eigenschappen:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A231 |
Neutronengeneratorsystemen, met inbegrip van buizen, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A232 |
Andere dan de in 1A007 bedoelde meervoudige ontstekingssystemen, als hieronder: NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. NB: Zie 1A007.b. voor detonatoren.
Noot: 3A232 heeft geen betrekking op detonators die uitsluitend gebruikmaken van primaire springstoffen, zoals loodazide. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A233 |
Massaspectrometers, anders dan vermeld in 0B002.g., die ionen met een massa van 230 u of meer kunnen meten en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 u op 230 u, en ionenbronnen hiervoor, als hieronder:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3A234 |
Striplines om te voorzien in een lage-inductiviteitspad naar ontstekers met de volgende eigenschappen:
|
3B Test-, inspectie- en productieapparatuur
3B001 |
Productieapparatuur voor halfgeleiderelementen of materialen, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor: NB: ZIE OOK 2B226.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3B002 |
Testapparatuur, speciaal ontworpen voor het testen van afgewerkte of half-afgewerkte halfgeleiderelementen, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en toebehoren:
|
3C Materialen
3C001 |
Hetero-epitaxiale materialen bestaande uit een “substraat” met verscheidene gestapelde epitaxiaal gegroeide lagen van één of meer van de volgende stoffen:
Noot: 3C001.d. heeft geen betrekking op “substraat” met één of meer P-type epitaxiale lagen GaN, InGaN, AlGaN, InAlN, InAlGaN, GaP, GaAs, AlGaAs, InP, InGaP, AlInP of InGaAlP, onafhankelijk van de volgorde van de elementen, behalve wanneer de P-type epitaxiale laag zich tussen N-type lagen bevindt. |
||||||||||||||
3C002 |
‹Resists› (gevoelige lagen), als hieronder, en “substraten” bekleed met de volgende ‹resists›:
|
||||||||||||||
3C003 |
Organisch-anorganische verbindingen, als hieronder:
Noot: 3C003 heeft alleen betrekking op verbindingen waarvan het metallische, deels metallische of niet-metallische element direct gekoppeld is aan koolstof in het organische deel van het molecuul. |
||||||||||||||
3C004 |
Hydriden van fosfor, arseen of antimoon, met een zuiverheid hoger dan 99,999 %, zelfs bij verdunning in edelgassen of waterstof. Noot: 3C004 heeft geen betrekking op hydriden die 20 mol % of meer edelgassen of waterstof bevatten. |
||||||||||||||
3C005 |
Materialen met hoge weerstand, zoals hieronder:
|
||||||||||||||
3C006 |
Materialen, niet vermeld in 3C001, bestaande uit een in 3C005 bedoeld “substraat” met ten minste één epitaxiale laag siliciumcarbide, galliumnitride, aluminiumnitride of aluminiumgalliumnitride. |
3D Programmatuur
3D001 |
“Programmatuur” (“software”), speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling” of de “productie” van de apparatuur die is vermeld in 3A001.b. tot en met 3A002.h. of in 3B. |
3D002 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van de apparatuur die is vermeld in 3B001.a. tot en met f., in 3B002 of 3A225. |
3D003 |
‘Op fysische elementen gebaseerde’ simulatieprogrammatuur, speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling” van lithografische, ets- of opdampingsprocedés voor het omzetten van maskerpatronen in specifieke topografische patronen in geleiders, diëlektrische of halfgeleidermaterialen. Technische noot: In 3D003 betekent ‘op fysische elementen gebaseerde’ het gebruikmaken van berekeningen om een fysische oorzaak-en-gevolg-keten te berekenen op basis van fysische grootheden (bv. temperatuur, druk, diffusieconstanten en eigenschappen van halfgeleidermaterialen). Noot: Bibliotheken, ontwerpmodellen of daarmee samenhangende gegevens voor het ontwerpen van halfgeleiderelementen of geïntegreerde schakelingen worden beschouwd als “technologie”. |
3D004 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling” van apparatuur als vermeld in 3A003. |
3D005 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen om de normale werking van een microcomputer, “microprocessor-microschakeling” of “microcomputer-microschakeling” binnen 1 ms na een verstoring door een elektromagnetische puls (EMP) of een elektrostatische ontlading (ESD) te hervatten zonder dat de werking is onderbroken. |
3D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur als vermeld in 3A101.b. |
3D225 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het verbeteren of leveren van de prestaties van frequentieomzetters of frequentiegeneratoren om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225. |
3E Technologie
3E001 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, vermeld in 3A, 3B of C; Noot 1: 3E001 heeft geen betrekking op “technologie” voor apparatuur of onderdelen als vermeld in 3A003. Noot 2: 3E001 heeft geen betrekking op “technologie” voor geïntegreerde schakelingen als vermeld in 3A001.a.3. tot en met 3A001.a.12., met de volgende eigenschappen:
Noot 3: 3E001 heeft geen betrekking op ‘Process Design Kits’ (‘PDK’s’) tenzij die bibliotheekprogramma’s omvatten die functies of technologieën uitvoeren voor in 3A001 bedoelde items. Technische noot: Een ‘Process Design Kit’ (‘PDK’) is een door een halfgeleiderfabrikant verstrekte programmatuurstool die ervoor zorgt dat de vereiste regels en praktijken inzake ontwerp worden gevolgd, voor de juiste productie van een ontwerp van een specifieke geïntegreerde schakeling in een specifieke halfgeleiderbewerking, in overeenstemming met de technologische en fabricagebeperkingen (elk fabricageproces van een halfgeleider heeft zijn eigen ‘PDK’). |
||||||||||||||
3E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot, anders dan vermeld in 3E001, voor de “ontwikkeling” of de “productie” van een “microprocessor-microschakelings-”, een “microcomputer-microschakelings-” of een microbesturings-microschakelingskern met een logische rekeneenheid (ALU) met een toegangsbereik van 32 bit of meer en met één of meer van de volgende eigenschappen:
Noot 1: 3E002 heeft geen betrekking op “technologie” voor multimedia-uitbreidingen. Noot 2: 3E002 heeft geen betrekking op “technologie” voor microprocessorkernen met alle volgende eigenschappen:
Noot 3: 3E002 omvat ook “technologie” voor de “ontwikkeling” of de “productie” van digitale signaalprocessoren en digitale processoren. |
||||||||||||||
3E003 |
Andere “technologie” voor de “ontwikkeling” of “productie” van:
|
||||||||||||||
3E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, vermeld in 3A001.a.1. of 2., 3A101, 3A102 of 3D101. |
||||||||||||||
3E102 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van “programmatuur”, vermeld in 3D101. |
||||||||||||||
3E201 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, vermeld in 3A001.e.2., 3A001.e.3., 3A001.g., 3A201, 3A225 tot en met 3A234. |
||||||||||||||
3E225 |
“Technologie” in de vorm van codes of sleutels voor het verbeteren of leveren van de prestaties van frequentieomzetters of frequentiegeneratoren om te voldoen aan de eigenschappen van 3A225. |
CATEGORIE 4 — COMPUTERS
Noot 1: Computers, aanverwante apparatuur of “programmatuur” die telecommunicatie- of “lokaal netwerk-” functies verrichten, dienen tevens te worden getoetst aan de criteria van categorie 5, deel 1 (Telecommunicatie).
Noot 2: Besturingseenheden die zorgen voor de directe onderlinge verbinding van de hoofdlijnen of kanalen van de centrale verwerkingseenheden, het ‘werkgeheugen’ en de schijvenbesturingseenheden worden niet beschouwd als telecommunicatieapparatuur als omschreven in categorie 5, deel 1 (Telecommunicatie).
NB: Zie 5D001 voor de controlestatus van “programmatuur” die speciaal is ontworpen voor pakketschakelen.
Technische noot:
Onder ‘werkgeheugen’ wordt verstaan: het primaire geheugen voor gegevens of opdrachten, dat voor de centrale verwerkingseenheid snel toegankelijk is. Het bestaat uit het interne geheugen van een “digitale computer” en elke hiërarchische uitbreiding daarvan, zoals ‹cache›-geheugens of niet-sequentieel toegankelijke geheugenuitbreidingen.
4A Systemen, apparatuur en onderdelen
4A001 |
Elektronische computers en aanverwante apparatuur, met één of meer van de volgende en “elektronische samenstellingen” en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor: NB: ZIE OOK 4A101.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4A003 |
“Digitale computers”, “elektronische samenstellingen” en aanverwante apparatuur daarvoor, zoals hieronder vermeld, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: Noot 1: 4A003 heeft mede betrekking op:
Noot 2: De controlestatus van de in 4A003 omschreven “digitale computers” of aanverwante apparatuur wordt bepaald door de controlestatus van andere apparatuur of systemen, mits:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4A004 |
Computers, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen aanverwante apparatuur, “elektronische samenstellingen” en onderdelen daarvoor:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
4A005 |
Systemen, apparatuur en onderdelen daarvan, speciaal ontworpen of aangepast voor het maken, controleren en besturen of leveren van “inbraakprogrammatuur”. |
||||||||||||||||||||||||||||||
4A101 |
Analoge computers, “digitale computers” of digitale differentiaalanalysators, anders dan bedoeld in 4A001.a.1., geschikt voor ruw gebruik en ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, vermeld in 9A004, of sonderingsraketten, vermeld in 9A104. |
||||||||||||||||||||||||||||||
4A102 |
“Hybride computers”, speciaal ontworpen voor het modelleren, simuleren of integreren van het ontwerp van ruimtelanceervoertuigen, vermeld in 9A004, of sonderingsraketten, vermeld in 9A104. Noot: Deze post is alleen van toepassing als de apparatuur wordt geleverd met “programmatuur”, vermeld in 7D103 of 9D103. |
4B Test-, inspectie- en productieapparatuur
Geen.
4C Materialen
Geen.
4D Programmatuur
Noot: De controlestatus van “programmatuur” voor apparatuur, omschreven in andere categorieën, wordt in de desbetreffende categorie behandeld.
4D001 |
“Programmatuur” als hieronder:
|
||||||||
4D002 |
Niet gebruikt |
||||||||
4D003 |
Niet gebruikt. |
||||||||
4D004 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het maken, controleren en besturen of leveren van “inbraakprogrammatuur”. Noot: 4D004 heeft geen betrekking op “programmatuur” die speciaal is ontworpen om en is beperkt tot het leveren van “programmatuur”updates of -upgrades met alle volgende eigenschappen:
|
4E Technologie
4E001 |
|
TECHNISCHE NOOT BETREFFENDE “AANGEPAST PIEKVERMOGEN” (ADJUSTED PEAK PERFORMANCE) (“APP”)
“APP” is een aangepaste pieksnelheid waarbij “digitale computers” zwevendekommaoptellingen en -vermenigvuldigingen van 64 bit of meer uitvoeren.
“APP” wordt uitgedrukt in gewogen teraFLOPS (WT), in eenheden van 1012 aangepaste zwevendekommabewerkingen per seconde.
Afkortingen in deze technische noot
n |
aantal processoren in de “digitale computer” |
i |
processornummer (i,…n) |
ti |
cyclustijd processor (ti = 1/Fi) |
Fi |
processorfrequentie |
Ri |
piekrekensnelheid zwevendekommaberekeningen |
Wi |
aanpassingsfactor architectuur |
Berekening van “APP”
1. |
Bepaal voor elke processor i het piekaantal zwevendekommabewerkingen van 64 bit of meer FPOi per cyclus voor elke processor in de “digitale computer”.
Noot: Bij de bepaling van FPO mag alleen rekening worden gehouden met zwevendekommaoptellingen en/of -vermenigvuldigingen van 64 bit of meer. Alle zwevendekommabewerkingen moeten worden uitgedrukt in bewerkingen per processorcyclus; bewerkingen die verscheidene cycli vereisen, kunnen worden uitgedrukt in fractionele resultaten per cyclus. Bij processoren die geen berekeningen met zwevendekommaoperanden van 64 bit of meer kunnen uitvoeren, is de effectieve rekensnelheid R gelijk aan nul. |
2. |
Bereken de zwevendekommarekensnelheid R voor elke processor Ri = FPOi/ti. |
3. |
Bereken het “APP” als “APP” = W1 × R1 + W2 × R2 + … + Wn × Rn. |
4. |
Voor ‘vectorprocessoren’ is Wi = 0,9. Voor non-‘vectorprocessoren’ is Wi = 0,3.
Noot 1: Voor processoren die in een cyclus samengestelde bewerkingen uitvoeren, zoals optellen en vermenigvuldigen, wordt elke bewerking geteld. Noot 2: Voor een pijplijnprocessor is de effectieve rekensnelheid R de hoogste pijplijnsnelheid, nadat de pijplijn vol is, of de snelheid zonder pijplijn. Noot 3: De rekensnelheid R van elke processor die een bijdrage levert, moet worden berekend als de maximumwaarde die theoretisch mogelijk is voordat het “APP” van de combinatie wordt afgeleid. Gelijktijdige bewerkingen worden geacht te bestaan wanneer de computerfabrikant in een handleiding of folder in verband met de computer stelt dat er zich samenlopende, parallelle of gelijktijdige bewerkingen of uitvoeringen voordoen. Noot 4: Processoren die zijn beperkt tot ‹input/output› en randapparatuurfuncties (bijvoorbeeld ‹disk drive›, communicatie en ‹video display›) worden bij de berekening van het “APP” niet in aanmerking genomen. Noot 5: Er worden geen “APP”-waarden berekend voor processorcombinaties die (onderling) zijn verbonden via “lokale netwerken”, ‹wide area networks›, gemeenschappelijke aansluitingen/apparatuur voor ‹input/output›, ‹input/output controllers› en eventuele via “programmatuur” geïmplementeerde communicatieverbindingen. Noot 6: De “APP”-waarden moeten worden berekend voor processorcombinaties die processoren omvatten welke speciaal zijn ontworpen om hogere prestaties te leveren doordat zij worden gecombineerd, gelijktijdig werken en een geheugen delen. Technische noot:
Noot 7: Een ‘vectorprocessor’ is een processor met ingebouwde instructies waarbij gelijktijdig verscheidene berekeningen worden uitgevoerd op zwevendekommavectoren (eendimensionale ‹arrays› van getallen van 64 bit of meer), met ten minste 2 vectoriële functionele eenheden en ten minste 8 vectorregisters van ten minste 64 elementen elk. |
CATEGORIE 5 — TELECOMMUNICATIE EN “INFORMATIEBEVEILIGING”
Deel 1 — TELECOMMUNICATIE
Noot 1: In categorie 5, deel 1, wordt de controlestatus omschreven van onderdelen, test- en “productie”-apparatuur en “programmatuur” daarvoor, die speciaal zijn ontworpen voor telecommunicatieapparatuur of -systemen.
NB: Voor “lasers” die speciaal zijn ontworpen voor telecommunicatieapparatuur of -systemen, zie 6A005.
Noot 2: Wanneer “digitale computers”, aanverwante apparatuur of “programmatuur” essentieel zijn voor de werking en ondersteuning van in deze categorie omschreven telecommunicatieapparatuur, worden deze beschouwd als speciaal ontworpen onderdelen, mits het de standaarduitvoering betreft die gewoonlijk wordt geleverd door de fabrikant. Hieronder zijn inbegrepen computersystemen voor bediening, beheer, onderhoud, technische wijzigingen en facturering.
5A1 Systemen, apparatuur en onderdelen
5A001 |
Telecommunicatiesystemen, apparatuur, onderdelen en toebehoren, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5A101 |
Apparatuur voor telemetrie en afstandsbesturing, inclusief grondapparatuur die is ontworpen of aangepast voor ‘raketten’. Technische noot: In 5A101 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. Noot: 5A101 heeft geen betrekking op:
|
5B1 Test-, inspectie- en productieapparatuur
5B001 |
Test-, inspectie- en productieapparatuur voor telecommunicatiesystemen, en onderdelen en toebehoren daarvoor, als hieronder:
|
5C1 Materialen
Geen
5D1 Programmatuur
5D001 |
“Programmatuur” als hieronder:
|
||||||||||||||||||||
5D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 5A101. |
5E1 Technologie
5E001 |
“Technologie”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur bedoeld in 5A101. |
Deel 2 — “INFORMATIEBEVEILIGING”
Noot 1: Niet gebruikt.
Noot 2: Categorie 5, deel 2, heeft geen betrekking op producten wanneer deze door de gebruiker voor persoonlijk gebruik worden meegevoerd.
Noot 3: Cryptografienoot
5A002, 5D002.a.1, 5D002.b en 5D002.c.1 zijn niet van toepassing op producten als hieronder:
a. |
producten die aan alle volgende criteria voldoen:
|
b. |
Hardware-onderdelen of ‘uitvoerbare software’, van bestaande producten beschreven in punt a van deze noot, die zijn ontworpen voor deze bestaande producten en voldoen aan de volgende eigenschappen:
Technische noot: Voor de cryptografienoot geldt dat ‘uitvoerbare software’“programmatuur” in de uitvoerbare vorm betekent, van een bestaand hardware-onderdeel dat door de cryptografienoot buiten beschouwing gelaten was van de 5A002. Noot:‘Uitvoerbare software’ omvat geen volledige binaire beelden van de “programmatuur” zoals deze op een eindproduct draait. |
Noot bij de cryptografienoot:
1. |
Om te voldoen aan punt a van noot 3, moet al het volgende van toepassing zijn:
|
2. |
Bij het bepalen van de toepasselijkheid van punt a van noot 3, kunnen de bevoegde autoriteiten rekening houden met relevante factoren zoals hoeveelheid, prijs, vereiste technische vaardigheden, bestaande verkoopkanalen, typische klanten, typisch gebruik of uitsluitingspraktijken van de leverancier. |
5A2 Systemen, apparatuur en onderdelen
5A002 |
Systemen en apparatuur voor “informatiebeveiliging” en componenten, als hieronder: NB: Zie 7A005 voor de controlestatus van ontvangers voor een “satellietnavigatiesysteem” met of gebruikmakend van ontcijfering, en zie 7D005 en 7E001 voor gerelateerde ontcijferings “programmatuur” en -“technologie”.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5A003 |
systemen, apparatuur en onderdelen voor niet-cryptografische “informatiebeveiliging”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5A004 |
systemen, apparatuur en onderdelen voor verslaan, verzwakken of omzeilen van “informatiebeveiliging”, als hieronder:
|
5B2 Test-, inspectie- en productieapparatuur
5B002 |
Test-, inspectie- en “productie”-apparatuur inzake “informatiebeveiliging”, als hieronder:
|
5C2 Materialen
Geen.
5D2 Programmatuur
5D002 |
“Programmatuur” als hieronder:
|
5E2 Technologie
5E002 |
“Technologie”, als hieronder:
Noot: 5E002 omvat technische gegevens inzake “informatiebeveiliging” die verkregen zijn door procedures die zijn uitgevoerd voor het beoordelen of vaststellen van de uitvoering van taken, functies of technieken bedoeld in categorie 5, deel 2. |
CATEGORIE 6 — SENSOREN EN LASERS
6A Systemen, apparatuur en onderdelen
6A001 |
Akoestische systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A002 |
Optische sensoren en apparatuur, en onderdelen daarvoor, als hieronder: NB: ZIE OOK 6A102.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A003 |
Camerasystemen en -apparatuur, en onderdelen daarvoor, als hieronder: NB: ZIE OOK 6A203.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A004 |
Optische apparatuur en onderdelen daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A005 |
“Lasers”, anders dan bedoeld in 0B001.g.5. of 0B001.h.6., onderdelen en optische apparatuur, als hieronder: NB: ZIE OOK 6A205. Noot 1: Onder gepulseerde “lasers” worden mede begrepen “lasers” die werken in continugolf (CW)-modus met gesuperponeerde pulsen. Noot 2: Excimeer-“lasers”, halfgeleider-“lasers”, chemische “lasers”, CO-, CO2-“lasers” en ‘niet-repetitieve gepulseerde’ Nd:glas-“lasers” staan alleen vermeld in 6A005.d. Technische noot: ‘Niet-repetitief gepulseerde’“lasers” zijn “lasers” met een enkelvoudige uitgangspuls of met een interval tussen pulsen van meer dan een minuut. Noot 3: 6A005 omvat vezel-“lasers”. Noot 4: De controlestatus voor “lasers” met frequentieomzetting (d.w.z. verandering van golflengte) anders dan door één “laser” die een andere “laser” pompt, wordt bepaald door toepassing van de controleparameters voor de output van de bron-“laser” en de optische output met omgezette frequentie. Noot 5: 6A005 heeft geen betrekking op onderstaande “lasers”:
Note 6: Voor de toepassing van 6A005.a. en 6A005.b. verwijst ‘enkelvoudige transversale modus’ naar “lasers” met een straalprofiel met een M2-factor van minder dan 1,3, terwijl ‘verschillende transversale modi’ verwijst naar “lasers” met een straalprofiel met een M2-factor van 1,3 of hoger. Technische noot: In 6A005 wordt ‘‹Wall-plug efficiency›’ gedefinieerd als de verhouding tussen het “laser”- uitgangsvermogen (of “gemiddeld uitgangsvermogen”) en het elektrische ingangsvermogen dat nodig is om met de “laser” te werken, inclusief conditionering van de stroombron en thermische conditionering warmtewisselaar.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A006 |
“Magnetometers”, “magnetische gradiëntmeters”, “intrinsieke magnetische gradiëntmeters”, sensoren voor het meten van elektrische velden onder water en “compensatiesystemen”, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder: NB: ZIE OOK 7A103.d. Noot: Niet bedoeld worden in 6A006 instrumenten die speciaal zijn ontworpen voor visserijtoepassingen of biomagnetische metingen ten behoeve van de medische diagnostiek.
Technische noot: Voor de toepassing van 6A006 wordt onder ‘gevoeligheid’ (ruisniveau) verstaan de effectieve waarde van het componentspecifieke laagst meetbare achtergrondgeluid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A007 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en zwaartekrachtgradiëntmeters, als hieronder: NB: ZIE OOK 6A107.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A008 |
Radarsystemen, -apparatuur en -samenstellingen met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: NB: ZIE OOK 6A108. Noot: 6A008 heeft geen betrekking op:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A102 |
Stralingbestendige ‘detectoren’, anders dan vermeld in 6A002, speciaal ontworpen of aangepast ter bescherming tegen nucleaire effecten (bijvoorbeeld elektromagnetische puls (EMP), röntgenstraling, combinatie van drukgolf en hitte) en geschikt voor gebruik in “raketten”, ontworpen of gespecificeerd als zijnde bestand tegen stralingsniveaus die overeenkomen met een totale stralingsdosis van 5 × 105 rad silicium of meer. Technische noot: In 6A102 is een ‘detector’ gedefinieerd als een mechanisch, elektrisch, optisch of chemisch element dat een prikkel, bijvoorbeeld een verandering van de omgevingsdruk of -temperatuur, een elektrisch of elektromagnetisch signaal of straling van radioactief materiaal automatisch herkent en vastlegt of registreert. Dit omvat elementen die een werking of storing per keer waarnemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A107 |
Zwaartekrachtmeters (gravimeters) en onderdelen voor zwaartekrachtmeters, en zwaartekracht-gradiëntmeters, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A108 |
Radarsystemen, volgsystemen en radarkoepels, anders dan bedoeld in 6A008, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A202 |
Fotomultiplicatorbuizen met de volgende twee eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A203 |
Camera’s en onderdelen, anders dan bedoeld in 6A003, als hieronder: NB 1:“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het verbeteren van de prestaties of leveren van de functies van een camera- of grafisch apparaat om te voldoen aan de eigenschappen van 6A203.a., 6A203.b. of 6A203.c. staat in 6D203. NB 2:“Technologie”, in de vorm van codes of de sleutels voor het verbeteren van de prestaties of leveren van de functies van een camera- of grafisch apparaat om te voldoen aan de eigenschappen van 6a203.a., 6A203.b. of 6A203.c. staat in 6E203. 6A203
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A205 |
“Lasers”, “laser”-versterkers en -oscillatoren, anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. en 6A005, als hieronder: NB: Voor koperdamplasers, zie 6A005.b.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A225 |
Snelheidsinterferometers voor het meten van snelheden van meer dan 1 km per seconde over een tijdsinterval van minder dan 10 μs. Noot: 6A225 heeft betrekking op snelheidsinterferometers zoals VISARs (‹Velocity Interferometer Systems for Any Reflector›), DLI’s (‹Doppler Laser Interferometers›) en PDV (Photonic Doppler Velocimeters) ook bekend als Het-V (‹Heterodyne Velocimeters›). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6A226 |
Druksensoren, als hieronder:
|
6B Test-, inspectie- en productieapparatuur
6B002 |
Maskers en fijne optische netwerken (‹reticles›), speciaal ontworpen voor optische sensoren vermeld in 6A002.a.1.b. of 6A002.a.1.d. |
||||
6B004 |
Optische apparatuur, als hieronder:
Noot: 6B004 heeft geen betrekking op microscopen. |
||||
6B007 |
Apparatuur voor de productie, het richten en het ijken van op de grond gestationeerde zwaartekrachtmeters met een statische “nauwkeurigheid” beter dan 0,1 mGal. |
||||
6B008 |
Gepulseerde radarsystemen voor het meten van de dwarsdoorsnede met een zendpuls-duur van 100 ns of minder en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. NB: ZIE OOK 6B108. |
||||
6B108 |
Systemen, anders dan vermeld in 6B008, speciaal ontworpen voor het meten van radardwarsdoorsnedes geschikt voor gebruik in ‘raketten’, alsook subsystemen daarvan. Technische noot: In 6B108 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
6C Materialen
6C002 |
Materialen voor optische sensoren, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6C004 |
Optische materialen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6C005 |
“Laser”-materialen, als hieronder:
|
6D Programmatuur
6D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur, vermeld in 6A004, 6A005, 6A008 of 6B008. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6D002 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor het “gebruik” van apparatuur, vermeld in 6A002.b., 6A008 of 6B008. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6D003 |
Overige “programmatuur”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6D102 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van in 6A108 bedoelde goederen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6D103 |
“Programmatuur” voor het na de vlucht verwerken van geregistreerde gegevens, waarmee de positie tijdens het gehele vluchttraject kan worden bepaald, speciaal ontworpen of aangepast voor ‘raketten’. Technische noot: In 6D103 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6D203 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen om de prestaties van camera’s of beeldvormingsapparaten te verbeteren of te leveren of om te voldoen aan de eigenschappen van 6A203.a. tot en met 6A203.c. |
6E Technologie
6E001 |
“technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van apparatuur, materialen of “programmatuur”, vermeld in 6A, 6B, 6C of 6D. |
||||||||
6E002 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur of materialen, vermeld in 6A, 6B of 6C. |
||||||||
6E003 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
||||||||
6E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 6A002, 6A007.b. en c., 6A008, 6A102, 6A107, 6A108, 6B108, 6D102 of 6D103. Noot: 6E101 heeft alleen betrekking op “technologie” voor in 6A002, 6A007 en 6A008 vermelde producten indien deze zijn ontworpen voor gebruik in vliegtuigen en geschikt zijn voor gebruik in “raketten”. |
||||||||
6E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, vermeld in 6A003, 6A005.a.2., 6A005.b.2., 6A005.b.3., 6A005.b.4., 6A005.b.6., 6A005.c.2., 6A005.d.3.c., 6A005.d.4.c., 6A202, 6A203, 6A205, 6A225 en 6A226. Noot 1: 6E201 heeft alleen betrekking op “technologie” voor in 6A003 vermelde camera’s indien de camera’s ook onder een van de controleparameters van 6A203 vallen. Noot 2: 6E201 heeft alleen betrekking op “technologie” voor in 6A005.b.6 vermelde lasers die neodymium-gedoopt zijn en onder een van de controleparameters van 6A205.f vallen. |
||||||||
6E203 |
“Technologie”, in de vorm van codes of sleutels om de prestaties van camera’s of beeldvormingsapparaten te verbeteren of te leveren, teneinde de eigenschappen van 6A203.a. tot en met 6A203.c. te vervullen. |
CATEGORIE 7 — NAVIGATIE EN VLIEGTUIGELEKTRONICA
7A Systemen, apparatuur en onderdelen
NB: Voor automatische piloten voor onderwatervoertuigen, zie categorie 8.
Voor radar, zie categorie 6.
7A001 |
Versnellingsmeters en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder: NB: ZIE OOK 7A101. NB: Voor hoek- of rotatieversnellingsmeters, zie 7A001.b.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A002 |
Gyroscopen of hoekbewegingsensoren, met één of meer van de volgende eigenschappen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: NB: ZIE OOK 7A102. NB: Voor hoek- of rotatieversnellingsmeters, zie 7A001.b.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A003 |
‘Traagheidsmetingsapparatuur of -systemen’ met één of meer van de volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 7A103. Noot 1:‘Traagheidsmetingsapparatuur of -systemen’ omvatten versnellingsmeters of gyroscopen voor het meten van veranderingen in de snelheid en oriëntatie om de koers of positie te bepalen of te behouden zonder dat na uitrichting een externe verwijzing vereist is. ‘Traagheidsmetingsapparatuur of -systemen’ omvatten:
7A003 Technische noot: ‘Positiereferenties’ verschaffen onafhankelijk posities en omvatten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A004 |
‘Sterrenvolgers’ en onderdelen daarvoor, als hieronder: NB: ZIE OOK 7A104.
Technische noot: ‘Sterrenvolgers’ worden ook sterrenstandsensors (‹stellar attitude sensors›) of astrogyrokompassen genoemd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A005 |
Ontvangstapparatuur voor een “satellietnavigatiesysteem” met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: NB: ZIE OOK 7A105. NB: Voor apparatuur speciaal ontworpen voor militair gebruik, zie de lijst van militaire goederen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A006 |
Hoogtemeters voor gebruik in luchtvaartuigen met werkfrequenties buiten het gebied van 4,2 tot en met 4,4 GHz, met één of meer van de volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 7A106.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A008 |
Onderwatersonarnavigatiesystemen met Doppler- of correlatiesnelheidsapparatuur met een richtingsbron, met een positioneringsnauwkeurigheid gelijk aan of minder (beter) dan 3 % van de “Circular Error Probable” (“CEP”) van de afgelegde afstand en met speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. Noot: 7A008 geldt niet voor systemen die speciaal zijn ontworpen voor installatie op oppervlakteschepen of systemen die voor positioneringsgegevens akoestische bakens of boeien nodig hebben. NB: Zie 6A001.a. voor akoestische systemen en 6A001.b. voor sonar-logapparatuur voor correlatie- en dopplersnelheidsbepaling. Zie 8A002 voor andere mariene systemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A101 |
Lineaire versnellingsmeters, anders dan bedoeld in 7A001, die ontworpen zijn voor gebruik in traagheidsnavigatiesystemen of in geleidingssystemen van alle soorten, geschikt voor gebruik in ‘raketten’, met de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Noot: 7A101 heeft geen betrekking op versnellingsmeters speciaal ontworpen en ontwikkeld als sensoren voor gebruik in boorputten als sensoren voor gebruik tijdens het boren (‹Measurement While Drilling› (MWD-sensoren)). Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A102 |
Alle types gyroscopen, anders dan bedoeld in 7A002, geschikt voor gebruik in ‘raketten’, met een gespecificeerde ‘stabiliteit’ van de “verloopsnelheid” (een gespecificeerde vrije precessie) van minder dan 0,5° (1 sigma of effectief (rms)) per uur bij een versnellingsniveau van 1 g, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A103 |
Instrumentatie, navigatieapparatuur en systemen, anders dan bedoeld in 7A003, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Technische noot: In 7A103 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A104 |
Astrogyrokompassen en andere apparaten, anders dan bedoeld in 7A004, voor het bepalen van plaats en richting door het automatisch volgen van hemellichamen of satellieten, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A105 |
Ontvangstapparatuur voor ‘satellietnavigatiesystemen’, anders dan bedoeld in 7A005, met één of meer van de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Technische noot: ‘Satellietnavigatiesystemen’ in 7A105 omvatten wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS; bv. GPS, GLONASS, Galileo of BeiDou) en regionale satellietnavigatiesystemen (RNSS; bv. NavIC, QZSS). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A106 |
Hoogtemeters, anders dan bedoeld in 7A006, van het radar- of laserradartype, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderings-raketten, bedoeld in 9A104. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A115 |
Passieve sensoren voor het bepalen van de positie ten opzichte van bepaalde elektromagnetische bronnen (richtingsbepalingsapparatuur) of van karakteristieken van het terrein, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. Noot: De in 7A105, 7A106 en 7A115 vermelde apparatuur bevat onder meer:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A116 |
Vluchtregelsystemen en servokleppen, als hieronder, ontworpen of aangepast voor gebruik in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, sonderingsraketten, bedoeld in 9A104, of “raketten”.
Noot: voor het converteren van bemande vliegtuigen om als “raket” te kunnen werken, omvat 7A116 de systemen, apparatuur en kleppen die zijn ontworpen of aangepast om bediening van het bemande vliegtuig als onbemand luchtvaartuig mogelijk te maken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7A117 |
“Geleidingssystemen” geschikt voor gebruik in “raketten” met een systeemnauwkeurigheid van 3,33 % of minder van het bereik (bijv. een ‘Circle of Equal Probability’ van 10 km of minder bij een bereik van 300 km). Technische noot: In 7A117 is ‘Circle of Equal Probability’ een nauwkeurigheidsmaat, waaronder wordt verstaan de straal van de cirkel met het doel in het middelpunt, bij een bepaald bereik, waarbinnen 50 % van de nuttige ladingen terechtkomen. |
7B Test-, inspectie- en productieapparatuur
7B001 |
Test-, ijk- of uitrichtapparatuur, speciaal ontworpen voor apparatuur, als bedoeld in 7A. Noot: 7B001 heeft geen betrekking op test-, ijk- of uitrichtapparatuur voor ‘onderhoudsniveau I’ of ‘onderhoudsniveau II’. 7B001
|
||||||||||||||
7B002 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor het bepalen van de karakteristieken van spiegels voor ring-“laser”-gyroscopen, als hieronder: NB: ZIE OOK 7B102.
|
||||||||||||||
7B003 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 7A. Noot: 7B003 omvat:
|
||||||||||||||
7B102 |
Reflectometers, speciaal ontworpen voor het karakteriseren van spiegels voor “laser”-gyroscopen met een meetnauwkeurigheid van minder (of beter) dan 50 ppm. |
||||||||||||||
7B103 |
“Productiefaciliteiten” en “productieapparatuur”, als hieronder:
|
7C Materialen
Geen.
7D Programmatuur
7D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur, als bedoeld in 7A of 7B. |
||||||||||||||||
7D002 |
“Broncode” voor het gebruik of onderhoud van iedere traagheidsnavigatieapparatuur met inbegrip van traagheidsapparatuur die niet is bedoeld in 7A003 of 7A004, of stand- en koersreferentiesystemen (‹Attitude and Heading Reference Systems› (AHRS)). Noot: 7D002 heeft geen betrekking op “broncode” voor het “gebruik” van AHRS met cardanische ophanging. Technische noot: Het verschil tussen AHRS en traagheidsnavigatiesystemen (INS) is dat in het algemeen AHRS stand- en koersgegevens verschaft en gewoonlijk niet de gegevens omtrent versnelling, snelheid en positie verschaft die een INS wel levert. |
||||||||||||||||
7D003 |
Overige “programmatuur”, als hieronder:
|
||||||||||||||||
7D004 |
“Broncode”, waarin de “ontwikkelings”-“technologie”, bedoeld in 7E004.a.2, 7E004.a.3., 7E004.a.5., 7E004.a.6. of 7E004.b., wordt opgenomen, voor één of meer van de volgende systemen of toepassingen:
Noot: 7D004 heeft geen betrekking op “broncode” die verband houdt met gangbare computerelementen en -toepassingen (bijvoorbeeld verzamelen van ingangssignalen, overdragen van uitgangssignalen, inladen van computerprogramma’s en gegevens, ingebouwde test, mechanismen voor taakplanningen) die geen specifieke functies voor vluchtregelsystemen verschaffen. |
||||||||||||||||
7D005 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het decoderen van voor gebruik door de overheid ontworpen bepalingscodes voor een “satellietnavigatiesysteem”. |
||||||||||||||||
7D101 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A006, 7A101 tot en met 7A106, 7A115, 7A116.a., 7A116.b., 7B001, 7B002, 7B003, 7B102 of 7B103. |
||||||||||||||||
7D102 |
Integratie-“programmatuur”, als hieronder:
Noot: Een veel voorkomende vorm van integratie-“programmatuur” maakt gebruik van kalmanfiltering. |
||||||||||||||||
7D103 |
“Programmatuur” speciaal ontworpen voor het modelleren of simuleren van de “geleidingssystemen”, bedoeld in 7A117, of voor de ontwerpintegratie met de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. Noot:“Programmatuur” bedoeld in 7D103 blijft bedoeld, ook wanneer deze wordt gecombineerd met de speciaal ontworpen apparatuur bedoeld in 4A102. |
||||||||||||||||
7D104 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de werking of het onderhoud van in 7A117 bedoelde “geleidingssystemen”. Noot: 7D104 omvat “programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast om de prestaties van “geleidingssystemen” te verbeteren teneinde de onder 7A117 vermelde nauwkeurigheid te bereiken of te overschrijden. |
7E Technologie
7E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 7A, 7B, 7D001, 7D002, 7D003, 7D005 en 7D101 tot en met 7D103. Noot: 7E001 omvat “technologie” voor sleutelbeheer, uitsluitend voor apparatuur bedoeld in 7A005.a. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 7 A of 7 B. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E003 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor reparatie, opknappen of revisie van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A004. Noot: 7E003 heeft geen betrekking op “technologie” voor onderhoud dat rechtstreeks verband houdt met de ijking, verwijdering of vervanging van beschadigde of onbruikbare LRU’s en SRA’s van “civiele vliegtuigen” als omschreven in ‘onderhoudsniveau I’ en ‘onderhoudsniveau II’. NB: Zie de technische noten bij 7B001. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E004 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 7A001 tot en met 7A006, 7A101 tot en met 7A106, 7A115 tot en met 7A117, 7B001, 7B002, 7B003, 7B102, 7B103, 7D101 tot en met 7D103. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E102 |
“Technologie” voor de bescherming van elektronische vliegtuigsystemen en elektrische subsystemen tegen elektromagnetische pulsen (EMP) en elektromagnetische storingen (EMI) door buiten het systeem gelegen bronnen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7E104 |
“Technologie” voor het integreren van vluchtregel-, navigatie- en voortstuwingsregelgegevens in een vluchtbeheerssysteem om de baan van raketten te optimaliseren. |
CATEGORIE 8 — ZEEWEZEN EN SCHEPEN
8A Systemen, apparatuur en onderdelen
8A001 |
Onderwatervoertuigen en oppervlaktevaartuigen, als hieronder: NB: Voor de controlestatus van apparatuur voor onderwatervoertuigen, zie:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8A002 |
Mariene systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder: Noot: Zie categorie 5, deel 1 (Telecommunicatie) voor communicatiesystemen voor gebruik onder water.
|
8B Test-, inspectie- en productieapparatuur
8B001 |
Watertunnels ontworpen om de achtergrondruis te beperken tot minder dan 100 dB (referentie: 1 μPa, 1 Hz) binnen het frequentiegebied hoger dan 0 Hz tot ten hoogste 500 Hz en ontworpen voor het meten van akoestische velden voortgebracht door een waterstroming rond modellen van voortstuwingssystemen. |
8C Materialen
8C001 |
‘Syntactisch schuim’ voor gebruik onder water, met de volgende eigenschappen: NB: Zie ook 8A002.a.4.
Technische noot: ‘Syntactisch schuim’ bestaat uit holle bolletjes van kunststof of glas die zijn ingebed in een hars-“matrix”. |
8D Programmatuur
8D001 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van apparatuur of materialen, bedoeld in 8A, 8B of 8C. |
8D002 |
Specifieke “programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie”, het herstel, de revisie of het opknappen (opnieuw machinaal bewerken) van schroeven die speciaal zijn ontworpen om onderwatergeluid te beperken. |
8E Technologie
8E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, bedoeld in 8A, 8B of 8C. |
||||||||||||||||||||||||
8E002 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
CATEGORIE 9 — RUIMTEVAART EN VOORTSTUWING
9A Systemen, apparatuur en onderdelen
NB: Zie lijst militaire goederen voor voortstuwingssystemen die zijn ontworpen of gespecificeerd tegen neutronenstraling of kortstondige ioniserende straling.
9A001 |
Gasturbinemotoren voor luchtvaartuigen met één of meer van de volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 9A101.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A002 |
‘Gasturbinemotoren voor schepen’ ontworpen om vloeibare brandstof te gebruiken, met alle volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen samenstellingen en onderdelen:
Noot: De term ‘gasturbinemotoren voor schepen’ omvat tevens industriële of oorspronkelijk voor vliegtuigen bestemde gasturbinemotoren die zijn aangepast voor de voortstuwing van schepen of de opwekking van elektriciteit aan boord van schepen. Technische noot: Voor de toepassing van 9A002 wordt onder ‘gecorrigeerd specifiek brandstofverbruik’ verstaan: het specifieke brandstofverbruik van de motor, gecorrigeerd naar een gedistilleerde vloeibare brandstof voor schepen met een netto specifieke energie (d.w.z. effectieve warmtewaarde) van 42 MJ/kg (ISO 3977-2:1997). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A003 |
Speciaal ontworpen samenstellingen of onderdelen, die één of meer van de “technologieën” bevatten zoals vermeld in 9E003.a., in 9E003.h. of in 9E003.i., voor één of meer van de volgende gasturbinemotoren:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A004 |
Ruimtelanceervoertuigen, “ruimtevaartuigen”, “platforms van ruimtevaartuigen”, “nuttige ladingen van ruimtevaartuigen”, boordsystemen of -apparatuur voor “ruimtevaartuigen”, grondapparatuur en platforms voor lancering vanuit de lucht als hieronder: NB: ZIE OOK 9A104.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A005 |
Raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof die systemen of onderdelen bevatten die zijn bedoeld in 9A006. NB: ZIE OOK 9A105 EN 9A119. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A006 |
Systemen of onderdelen, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof, als hieronder: NB: ZIE OOK 9A106, 9A108 EN 9A120.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A007 |
Raketvoortstuwingssystemen met vaste stuwstof met één of meer van de volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 9A107 EN 9A119.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A008 |
Onderdelen, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste stuwstof, als hieronder: NB: ZIE OOK 9A108.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A009 |
Hybride raketvoortstuwingssystemen met: NB: ZIE OOK 9A109 EN 9A119.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A010 |
Speciaal ontworpen onderdelen, systemen en structuren voor lanceervoertuigen, voortstuwingssystemen voor lanceervoertuigen of “ruimtevaartuigen”, als hieronder: NB: ZIE OOK 1A002 EN 9A110.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A011 |
Stuwstraalmotoren (‹ramjet› en ‹scramjet›) of motoren met een gecombineerde thermodynamische cyclus, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. NB: ZIE OOK 9A111 en 9A118. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A012 |
“Onbemande luchtvaartuigen” (“UAV’s”), onbemande “luchtschepen”, verwante systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder: NB: ZIE OOK 9A112.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A101 |
Turbinestraal- en turbofanmotoren, anders dan bedoeld in 9A001, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A102 |
‘Motorsystemen met turbopropeller’, speciaal ontworpen voor onbemande luchtvaartuigen als bedoeld in 9A012 of 9A112.a., en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met een ‘maximaal vermogen’ van meer dan 10 kW. Noot: 9A102 heeft geen betrekking op voor civiele toepassingen gecertificeerde motoren. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A104 |
Sonderingsraketten met een bereik van minstens 300 km. NB: ZIE OOK 9A004. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A105 |
Raketmotoren voor vloeibare stuwstof of raketmotoren voor gel-stuwstof (‹gel propellant›), als hieronder: NB: ZIE OOK 9A119.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A106 |
Systemen of onderdelen, anders dan bedoeld in 9A006, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof of met gel-stuwstof (‹gel propellant›):
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A107 |
Raketmotoren voor vaste stuwstof, geschikt voor gebruik in complete raketsystemen of onbemande luchtvaartuigen met een bereik van 300 km, anders dan bedoeld in 9A007, met een totaal impulsvermogen gelijk aan of groter dan 0,841 MNs. NB: ZIE OOK 9A119. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A108 |
Onderdelen, andere dan bedoeld in 9A008, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste en hybride brandstof:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A109 |
Hybride raketmotoren en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
NB: ZIE OOK 9A009 EN 9A119. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A110 |
Composietmateriaal structuren, laminaten en daarvan vervaardigde producten, anders dan bedoeld in 9A010, speciaal ontworpen voor gebruik in ‘raketten’ of in de subsystemen, bedoeld in 9A005, 9A007, 9A105, 9A106.c., 9A107, 9A108.c., 9A116 of 9A119. NB: ZIE OOK 1A002. Technische noot: In 9A110 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan met een bereik van meer dan 300 km. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A111 |
Pulserende straalmotoren of detonatiemotoren, geschikt voor gebruik in “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, genoemd in 9A012 of 9A112.a., en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. NB: ZIE OOK 9A011 EN 9A118. Technische noot: De in 9A111 genoemde detonatiemotoren gebruiken detonatie om de effectieve druk in de hele verbrandingskamer te verhogen. Voorbeelden van detonatiemotoren zijn motoren met pulserende detonatie, motoren met roterende detonatie en motoren met continuegolfdetonatie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A112 |
“Onbemande luchtvaartuigen” (“UAV’s”), anders dan bedoeld in 9A012, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A115 |
Lanceerinrichtingen, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A116 |
Terugkeervoertuigen, geschikt voor gebruik in “raketten”, en apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A117 |
Systemen voor het scheiden of afwerpen van rakettrappen en verbindingsstukken tussen rakettrappen, geschikt voor gebruik in “raketten”. NB: ZIE OOK 9A121. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A118 |
Apparaten voor het regelen van de verbranding van stuwstof voor motoren, geschikt voor gebruik in “raketten” of onbemande luchtvaartuigen, genoemd in 9A012 of 9A112.a., als bedoeld in 9A011 of 9A111. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A119 |
Afzonderlijke rakettrappen, geschikt voor gebruik in volledige raketsystemen of onbemande luchtvaartuigen, met een bereik van 300 km, anders dan bedoeld in 9A005, 9A007, 9A009, 9A105, 9A107 en 9A109. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A120 |
Tanks voor vloeibare stuwstof of gel-stuwstof (‹gel propellant›), anders dan vermeld onder 9A006, speciaal ontworpen voor de onder 1C111 vermelde stuwstoffen of ‘andere vloeibare stuwstoffen of gel-stuwstoffen (‹gel propellant›)’ die worden gebruikt in raketsystemen die een nuttige last van ten minste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. Noot: Onder ‘andere vloeibare stuwstoffen of gel-stuwstoffen (‹gel propellant›)’ in 9A120 zijn onder meer de stuwstoffen begrepen die zijn vermeld in de lijst militaire goederen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A121 |
Afwerpbare aansluitingen en verbindingsstukken voor elektrische connectoren, speciaal ontworpen voor “raketten”, ruimtelanceervoertuigen bedoeld in 9A004 of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. Technische noot: Verbindingsstukken voor connectoren bedoeld in 9A121 omvatten tevens elektrische connectoren tussen de “raketten”, ruimtelanceervoertuigen of sonderingsraketten en hun nuttige lading. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9A350 |
Spuit- of vernevelsystemen, speciaal ontworpen of aangepast voor bevestiging aan vliegtuigen, “lichter-dan-luchttoestellen” of onbemande luchtvaartuigen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
Noot: 9A350 heeft geen betrekking op spuit- of vernevelsystemen en onderdelen daarvan waarvan is aangetoond dat ze geen biologische agentia in de vorm van infectieuze aerosolen kunnen voortbrengen. Technische noten:
|
9B Test-, inspectie- en productieapparatuur
9B001 |
Fabricageapparatuur, gereedschappen of klemmen, als hieronder: NB: ZIE OOK 2B226
|
||||||||||||||||||||||||
9B002 |
Gekoppelde (onvertraagde (‹real time›)) regelsystemen, instrumentatie (met inbegrip van sensoren) of geautomatiseerde apparatuur voor het verzamelen en verwerken van gegevens, met alle volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||||||||||
9B003 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor de “productie” of het testen van gasturbineborstelafsluitingen ontworpen om te werken bij een vleugeltipsnelheid groter dan 335 m/s en temperaturen boven 773 K (500 °C), en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen of toebehoren daarvoor. |
||||||||||||||||||||||||
9B004 |
Gereedschappen, stempels of klemmen voor het maken van vaste-fase-verbindingen van bladen waarbij het aerodynamische vlak doorloopt tot aan de schijf voor gasturbines, uit “superlegeringen”, titaan of intermetallieke materialen, als omschreven in 9E003.a.3. of 9E003.a.6. |
||||||||||||||||||||||||
9B005 |
Gekoppelde (onvertraagde (‹real time›)) regelsystemen, instrumentatie (met inbegrip van sensoren) en geautomatiseerde apparatuur voor het verzamelen en verwerken van gegevens, speciaal ontworpen voor gebruik met: NB: ZIE OOK 9B105.
|
||||||||||||||||||||||||
9B006 |
Apparatuur voor het testen door middel van akoestische trillingen, geschikt voor het voortbrengen van een geluidsdrukniveau van 160 dB of meer (referentiestandaard: 20 μΡa) met een gespecificeerd uitgangsvermogen van 4 kW of meer bij een temperatuur van de testruimte hoger dan 1 273 K (1 000 °C), en speciaal daarvoor ontworpen kwarts-verwarmingselementen. NB: ZIE OOK 9B106. |
||||||||||||||||||||||||
9B007 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor het inspecteren van raketmotoren op de afwezigheid van defecten met gebruikmaking van technieken die het materiaal niet beschadigen (NDT-technieken), anders dan analyse door middel van röntgenstraling in een vlak of elementaire fysische of chemische analyse. |
||||||||||||||||||||||||
9B008 |
Omzetters voor het direct meten van de oppervlaktewrijving, speciaal ontworpen voor gebruik bij een teststroming op een totale temperatuur (stagnatietemperatuur) van meer dan 833 K (560 °C). |
||||||||||||||||||||||||
9B009 |
Gereedschappen, speciaal ontworpen voor de “productie”, door middel van poedermetallurgie, van rotoronderdelen voor gasturbinemotoren, met alle volgende eigenschappen:
Noot: 9B009 heeft geen betrekking op de gereedschappen voor het vervaardigen van poeder. |
||||||||||||||||||||||||
9B010 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor de “productie” van producten, bedoeld in 9A012. |
||||||||||||||||||||||||
9B105 |
‘Aerodynamische testfaciliteiten’ voor snelheden van Mach 0,9 of meer, geschikt voor ‘raketten’ en subsystemen daarvan. NB: ZIE OOK 9B005. Noot: 9B105 heeft geen betrekking op windtunnels voor snelheden van Mach 3 of minder waarvan de ‘dwarsdoorsnede van het testgedeelte’ 250 mm bedraagt of minder. Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||
9B106 |
Klimaatkamers en echovrije kamers, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||
9B107 |
‘Aerodynamische testfaciliteiten’, geschikt voor ‘raketten’, ‘raket’-voortstuwingssystemen en terugkeervoertuigen en -apparatuur zoals vermeld in 9A116, met één of meer van de volgende eigenschappen:
Technische noten:
|
||||||||||||||||||||||||
9B115 |
Speciaal ontworpen “productieapparatuur” voor de systemen, subsystemen en onderdelen bedoeld in 9A005 tot en met 9A009, 9A011, 9A101, 9A102, 9A105 tot en met 9A109, 9A111, 9A116 tot en met 9A120. |
||||||||||||||||||||||||
9B116 |
Speciaal ontworpen “productiefaciliteiten” voor de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of systemen, subsystemen en onderdelen bedoeld in 9A005 tot en met 9A009, 9A011, 9A101, 9A102, 9A104 tot en met 9A109, 9A111, 9A116 tot en met 9A120 of ‘raketten’. Technische noot: In 9B116 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
||||||||||||||||||||||||
9B117 |
Testbanken en testopstellingen voor het testen van raketten of raketmotoren met vaste of vloeibare stuwstof, met een van de twee hiernavolgende eigenschappen:
|
9C Materialen
9C108 |
Los “isolatie”-materiaal en “binnenbekleding”, anders dan bedoeld in 9A008, voor raketmotoromhullingen die geschikt zijn voor gebruik in “raketten” of speciaal zijn ontworpen voor in 9A007 of 9A107 bedoelde raketmotoren voor vaste stuwstof. |
9C110 |
Met hars geïmpregneerde vezels (‹prepregs›) en met metaal beklede vezels (‹preforms›) daarvoor, voor composiete structuren, laminaten en daarvan vervaardigde producten als bedoeld in 9A110, met een organische of metaalmatrix versterkt met stapel- of continuvezels met een “specifieke treksterkte” van meer dan 7,62 × 104 m en een “specifieke modulus” van meer dan 3,18 × 106 m. NB: ZIE OOK 1C010 EN 1C210. Noot: De enige met hars geïmpregneerde vezels (‹prepregs›) bedoeld in 9C110 zijn die welke harsen gebruiken met een glasovergangstemperatuur (Tg), na uitharden, van meer dan 418 K (145 °C) zoals bepaald met ASTM D 4065 of een gelijkwaardige methode. |
9D Programmatuur
9D001 |
“Programmatuur”, m.u.v. die bedoeld wordt in 9D003 of 9D004, die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “technologie”, bedoeld in 9A001 tot en met 9A119, 9B of 9E003. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D002 |
“Programmatuur”, m.u.v. die bedoeld wordt in 9D003 of 9D004, die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 9A001 tot en met 9A119 of 9B. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D003 |
“Programmatuur” met “technologie”, bedoeld in 9E003.h., en die wordt gebruikt in “FADEC-systemen” voor systemen bedoeld in 9A, of apparatuur, bedoeld in 9B. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D004 |
Overige “programmatuur”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
9D005 |
“Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de “werking” van apparatuur, bedoeld in 9A004.e. of 9A004.f. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D101 |
Speciaal ontworpen of aangepaste “programmatuur” voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 9B105, 9B106, 9B116 of 9B117. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D103 |
Speciaal ontworpen “programmatuur” voor het modelleren, het simuleren of de ontwerpintegratie van de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, sonderingsraketten, bedoeld in 9A104, of “raketten” of de subsystemen, bedoeld in 9A005, 9A007, 9A105, 9A106.c., 9A107, 9A108.c., 9A116 of 9A119. Noot:“Programmatuur”, bedoeld in 9D103, blijft bedoeld, ook wanneer deze wordt gecombineerd met speciaal ontworpen apparatuur, bedoeld in 4A102. |
||||||||||||||||||||||||||||||
9D104 |
“Programmatuur”, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
9D105 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de coördinatie van de functies van meer dan één subsysteem, anders dan bedoeld in 9D004.e., in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104., of ‘raketten’. Noot: 9D105 omvat “programmatuur” die speciaal is ontworpen voor een bemand “vliegtuig” dat is geconverteerd om te werken als een “onbemand luchtvaartuig”, als hieronder:
Technische noot: In 9D105 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een afstand van meer dan 300 km kunnen overbruggen. |
9E Technologie
Noot:“Technologie” voor “ontwikkeling” of “productie” als bedoeld in 9E001 tot en met 9E003 voor gasturbinemotoren blijft bedoeld ook wanneer deze wordt gebruikt ten behoeve van reparatie of revisie. Niet bedoeld zijn technische gegevens, tekeningen of documentatie voor onderhoudswerkzaamheden die direct verband houden met ijking, het verwijderen of vervangen van beschadigde of onbruikbare, uit het assortiment vervangbare, eenheden, de vervanging van gehele motoren of motorelementen daaronder begrepen.
9E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 9A001.c., 9A004 tot en met 9A012, 9A350, 9B of 9D. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9E002 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 9A001.b., 9A004 tot en met 9A011, 9A350 of 9B. NB: Zie 1E002.f voor “technologie” voor de reparatie van in de lijst bedoelde constructies, laminaten of materialen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9E003 |
Andere “technologie”, als hieronder:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9E101 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van ruimtelanceervoertuigen bedoeld in 9A004, goederen bedoeld in 9A005 tot en met 9A011, “onbemande luchtvaartuigen” bedoeld in 9A012 of goederen, bedoeld in 9A101, 9A102, 9A104 tot en met 9A111, 9A112.a., 9A115 tot en met 9A121, 9B105, 9B106, 9B115, 9B116, 9B117, 9D101 of 9D103. Technische noot: In 9E102 wordt onder “onbemande luchtvaartuigen” verstaan onbemande luchtvaartuigen met een actieradius van meer dan 300 km. |
(1) https://www.australiagroup.net/
(2) http://mtcr.info/
(3) http://www.nuclearsuppliersgroup.org/
(4) https://www.wassenaar.org/
(5) https://www.opcw.org/chemical-weapons-convention
(6) Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO-norm 230-2:1997 of 2006 dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn.
(*1) De nummers tussen haakjes verwijzen naar de noten na deze tabel.
BIJLAGE II
“BIJLAGE IIa
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU001
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Uitvoer naar Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zwitserland, met inbegrip van Liechtenstein, en de Verenigde Staten
Afgevende instantie: Europese Commissie
Deel 1
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van die genoemd in bijlage IIg.
Deel 2
Deze uitvoervergunning geldt in de gehele Unie voor uitvoer naar onderstaande bestemmingen:
— |
Australië |
— |
Canada |
— |
Japan |
— |
Nieuw-Zeeland |
— |
Noorwegen |
— |
Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein) |
— |
Verenigde Staten van Amerika |
Voorwaarden en eisen voor het gebruik van deze vergunning
1. |
Exporteurs die gebruikmaken van deze vergunning, stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij gevestigd zijn, uiterlijk 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer heeft plaatsgevonden, ervan in kennis dat zij deze vergunning voor het eerst hebben gebruikt.
Exporteurs vermelden in het enig administratief document tevens dat zij vergunning EU001 gebruiken en brengen daartoe in vak 44 de referentie X002 aan. |
2. |
Deze vergunning mag niet worden gebruikt indien:
|
3. |
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.
Een lidstaat kan voorschrijven dat de in die lidstaat gevestigde exporteurs zich laten registreren vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen de tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd. In voorkomend geval worden de in de eerste twee alinea’s van dit punt opgenomen eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten waar dergelijke vergunningen bestaan. |
“BIJLAGE IIb
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU002
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Uitvoer van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik naar bepaalde bestemmingen
Afgevende instantie: Europese Unie
Deel 1 — Producten
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik:
— |
1A001, |
— |
1A003, |
— |
1A004, |
— |
1C003.b-.c, |
— |
1C004, |
— |
1C005, |
— |
1C006, |
— |
1C008, |
— |
1C009, |
— |
2B008, |
— |
3A001.a.3, |
— |
3A001.a.6-.12, |
— |
3A002.c-.f, |
— |
3C001, |
— |
3C002, |
— |
3C003, |
— |
3C004, |
— |
3C005, |
— |
3C006. |
Deel 2 — Bestemmingen
Deze vergunning is in de gehele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:
— |
Argentinië, |
— |
Kroatië, |
— |
IJsland, |
— |
Zuid-Afrika, |
— |
Zuid-Korea, |
— |
Turkije. |
Deel 3 — Gebruiksvoorwaarden en -eisen
1. |
Deze vergunning staat de uitvoer van producten niet toe indien:
|
2. |
De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van een uniale algemene uitvoervergunning nr. EU002. |
3. |
Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt. Een lidstaat kan voorschrijven dat de in die lidstaat gevestigde exporteurs zich laten registreren vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening. In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien. |
“BIJLAGE IIc
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU003
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Uitvoer na reparatie/vervanging
Afgevende instantie: Europese Unie
Deel 1 — Producten
1. |
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van die genoemd in punt 2, indien:
|
2. |
Uitgesloten producten:
|
Deel 2 — Bestemmingen
Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:
Albanië |
Argentinië |
Bosnië en Herzegovina |
Brazilië |
Chili |
China (met inbegrip van Hongkong en Macau) |
Kroatië |
Franse overzeese gebieden |
IJsland |
India |
Kazachstan |
Mexico |
Montenegro |
Marokko |
Republiek Noord-Macedonië |
Rusland |
Servië |
Singapore |
Zuid-Afrika |
Zuid-Korea |
Tunesië |
Turkije |
Oekraïne |
Verenigde Arabische Emiraten |
Deel 3 — Gebruiksvoorwaarden en -eisen
1. |
Deze vergunning kan alleen worden gebruikt als de oorspronkelijke uitvoer op grond van een uniale algemene uitvoervergunning heeft plaatsgevonden of door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de oorspronkelijke exporteur gevestigd was, een oorspronkelijke uitvoervergunning is verleend voor de uitvoer van de producten die later in het douanegebied van de Europese Unie zijn wederingevoerd voor onderhoud, reparatie of vervanging. Deze vergunning is alleen geldig voor uitvoer naar de oorspronkelijke eindgebruiker. |
2. |
Deze vergunning staat de uitvoer van producten niet toe indien:
|
3. |
Bij de uitvoer van goederen op grond van deze vergunning moeten de exporteurs:
|
4. |
Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt. Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteur zich laat registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening. In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien. |
5. |
Deze vergunning geldt voor producten die ‘reparatie’, ‘vervanging’ of ‘onderhoud’ ondergaan. Dit kan gepaard gaan met de gelijktijdige verbetering van de oorspronkelijke goederen, bijvoorbeeld door het gebruik van moderne reserveonderdelen of door de toepassing van een recentere norm om betrouwbaarheids- of veiligheidsredenen, mits dit niet tot gevolg heeft dat de functionele mogelijkheden van de producten worden vergroot of de producten van nieuwe of extra functies worden voorzien. |
“BIJLAGE IId
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU004
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Tijdelijke uitvoer voor tentoonstelling of beurs
Afgevende instantie: Europese Unie
Deel 1 — Producten
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van:
a) |
alle in bijlage IIg vermelde producten; |
b) |
alle producten in sectie D als genoemd in bijlage I bij deze verordening (waaronder niet begrepen software die nodig is voor de goede werking van de apparatuur ten behoeve van de demonstratie); |
c) |
alle producten in sectie E als genoemd in bijlage I bij deze verordening; |
d) |
de producten die vermeld zijn in bijlage I bij deze verordening:
|
Deel 2 — Bestemmingen
Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:
Albanië, Argentinië, Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Chili, China (met inbegrip van Hongkong en Macau), Kroatië, de Franse overzeese gebieden, IJsland, India, Kazachstan, Mexico, Montenegro, Marokko, de Republiek Noord-Macedonië, Rusland, Servië, Singapore, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Tunesië, Turkije, Oekraïne, de Verenigde Arabische Emiraten.
Deel 3 — Gebruiksvoorwaarden en -eisen
1. |
Deze vergunning staat de uitvoer van in deel 1 vermelde producten toe, op voorwaarde dat het daarbij gaat om tijdelijke uitvoer ten behoeve van tentoonstelling of beurs, zoals gedefinieerd in punt 6, en dat de producten binnen een termijn van 120 dagen na de eerste uitvoer volledig en ongewijzigd worden wederingevoerd in het douanegebied van de Unie. |
2. |
De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is als bedoeld in artikel 9, lid 6, van deze verordening, kan op verzoek van de exporteur besluiten dat het vereiste van punt 1 dat de producten worden wederingevoerd, vervalt. Voor een daartoe strekkend besluit is de procedure voor individuele vergunningen als neergelegd in artikel 9, lid 2, en artikel 14, lid 1, van overeenkomstige toepassing. |
3. |
Deze vergunning staat de uitvoer van producten niet toe indien:
|
4. |
De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU004. |
5. |
Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt. Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening. In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien. |
6. |
In het kader van deze vergunning wordt onder ‘tentoonstelling of beurs’ verstaan elk commercieel evenement van een bepaalde duur waar verschillende exposanten hun producten voorstellen aan bezoekende handelaren of aan het grote publiek. |
“BIJLAGE IIe
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU005
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Telecommunicatie
Afgevende instantie: Europese Unie
Deel 1 — Producten
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende producten voor tweeërlei gebruik genoemd in bijlage I bij deze verordening:
a) |
de volgende producten van categorie 5, deel 1:
|
b) |
technologie als bedoeld in 5E001.a die nodig is voor de installatie, de bediening, het onderhoud of de reparatie van de onder a) bedoelde producten en bestemd is voor dezelfde eindgebruiker. |
Deel 2 — Bestemmingen
Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:
Argentinië, China (met inbegrip van Hongkong en Macau), Kroatië, India, Rusland, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Turkije, Oekraïne.
Deel 3 — Gebruiksvoorwaarden en -eisen
1. |
Deze vergunning staat de uitvoer van producten niet toe indien:
|
2. |
De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU005. |
3. |
Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt. Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening. In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien. |
“BIJLAGE IIf
UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING VAN DE UNIE Nr. EU006
(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze Verordening)
Chemicaliën
Deel 1 — Producten
Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende producten voor tweeërlei gebruik genoemd in bijlage I bij deze verordening:
1C350:
1. |
thiodiglycol (CAS 111-48-8); |
2. |
fosforoxychloride (CAS 10025-87-3); |
3. |
dimethylmethylfosfonaat (CAS 756-79-6); |
5. |
methylfosfonyldichloride (CAS 676-97-1); |
6. |
dimethylfosfiet (DMP) (CAS 868-85-9); |
7. |
fosfortrichloride (CAS 7719-12-2); |
8. |
trimethylfosfiet (TMP) (CAS121-45-9); |
9. |
thionylchloride (CAS 7719-09-7); |
10. |
3-hydroxy-1-methylpiperidine (CAS 3554-74-3); |
11. |
N,N-diisopropyl-(β)-aminoethylchloride (CAS 96-79-7); |
12. |
N,N-diisopropyl-(β)-aminoethaanthiol (CAS 5842-07-9); |
13. |
chinuclidine-3-ol (CAS 1619-34-7); |
14. |
kaliumfluoride (CAS 7789-23-3); |
15. |
2-chloorethanol (CAS 107-07-3); |
16. |
dimethylamine (CAS 124-40-3); |
17. |
diethylethylfosfonaat (CAS 78-38-6); |
18. |
diethyl-N,N-dimethylfosforamidaat (CAS 2404-03-7); |
19. |
diethylfosfiet (CAS 762-04-9); |
20. |
dimethylaminehydrochloride (CAS 506-59-2); |
21. |
dichloorethylfosfine (CAS 1498-40-4); |
22. |
ethylfosfonyldichloride (CAS 1066-50-8); |
24. |
waterstoffluoride (CAS 7664-39-3); |
25. |
methylbenzilaat (CAS 76-89-1); |
26. |
dichloormethylfosfine (CAS 676-83-5); |
27. |
N,N-diisopropyl-(β)-aminoethanol (CAS 96-80-0); |
28. |
pinacolylalcohol (CAS 464-07-3); |
30. |
triethylfosfiet (CAS 122-52-1); |
31. |
arseentrichloride (CAS 7784-34-1); |
32. |
benzilzuur (CAS 76-93-7); |
33. |
diethylmethylfosfoniet (CAS 15715-41-0); |
34. |
dimethylethylfosfonaat (CAS 6163-75-3); |
35. |
difluorethylfosfine (CAS 430-78-4); |
36. |
difluormethylfosfine (CAS 753-59-3); |
37. |
chinuclidine-3-on (CAS 3731-38-2); |
38. |
fosforpentachloride (CAS 10026-13-8); |
39. |
pinacolon (CAS 75-97-8); |
40. |
kaliumcyanide (CAS 151-50-8); |
41. |
kaliumbifluoride (CAS 7789-29-9); |
42. |
ammoniumbifluoride (CAS 1341-49-7); |
43. |
natriumfluoride (CAS 7681-49-4); |
44. |
natriumbifluoride (CAS 1333-83-1); |
45. |
natriumcyanide (CAS 143-33-9); |
46. |
triethanolamine (CAS 102-71-6); |
47. |
fosforpentasulfide (CAS 1314-80-3); |
48. |
diisopropylamine (CAS 108-18-9); |
49. |
diethylaminoethanol (CAS 100-37-8); |
50. |
natriumsulfide (CAS 1313-82-2); |
51. |
zwavelmonochloride (CAS 10025-67-9); |
52. |
zwaveldichloride (CAS 10545-99-0); |
53. |
triethanolaminehydrochloride (CAS 637-39-8); |
54. |
N,N-diisopropyl-(β)-aminoethylchloride hydrochloride (CAS 4261-68-1); |
55. |
methylfosfonzuur (CAS 993-13-5); |
56. |
diethylmethylfosfonaat (CAS 683-08-9); |
57. |
N,N-dymethylaminofosforyldichloride (CAS 677-43-0); |
58. |
tri-isopropylfosfiet (CAS 116-17-6); |
59. |
ethyldiethanolamine (CAS 139-87-7); |
60. |
O,O-diethylfosforothioaat (CAS 2465-65-8); |
61. |
O,O-diethylfosforodithioaat (CAS 298-06-6); |
62. |
natriumhexafluorosilicaat (CAS 16893-85-9); |
63. |
methylfosfonthiodichloride (CAS 676-98-2); |
64. |
diethylamine (CAS 109-89-7); |
65. |
N,N-diisopropylaminoethaanethiolhydrochloride (CAS 41480-75-5) |
1C450.a:
4. |
fosgeen: carbonyldichloride (CAS 75-44-5); |
5. |
chloorcyaan (CAS 506-77-4); |
6. |
cyaanwaterstof (CAS 74-90-8); |
7. |
chloorpicrine: trichloornitromethaan (CAS 76-06-2). |
1C450.b:
1. |
chemische stoffen, andere dan die welke zijn opgenomen in de lijst van militaire goederen of in 1C350, die een fosforatoom bevatten met daaraan gebonden een methyl-, ethyl- of (normale of iso-) propylgroep maar geen andere koolstofatomen; |
2. |
andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]fosforamidodihalogeniden dan N,N-dimethylaminofosforyldichloride, dat in 1C350.57 opgenomen is; |
3. |
andere dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]-N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]fosforamidaten dan diethyl-N,N-dimethylfosforamidaat, dat in 1C350 opgenomen is; |
4. |
andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethyl-2-chloriden en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(β)-aminoethylchloride of N,N-diisopropyl-(β)-aminoethylchloride - hydrochloride, die in 1C350 opgenomen zijn; |
5. |
andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-olen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(β)-aminoethanol (CAS 96-80-0) en N,N-diethylaminoethanol (CAS 100-37-8) die in 1C350 opgenomen zijn; |
6. |
andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-thiolen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(β)-aminoethaanthiol en N,N-diisopropylaminoethaanethiolhydrochloride (CAS 41480-75-5), die in 1C350 opgenomen zijn; |
8. |
methyldiethanolamine (CAS 105-59-9). |
Deel 2 — Bestemmingen
Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:
Argentinië, Kroatië, IJsland, Zuid-Korea, Turkije, Oekraïne.
Deel 3 — Gebruiksvoorwaarden en -eisen
1. |
Deze vergunning staat de uitvoer van producten niet toe indien:
|
2. |
De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de betrokken producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU006. |
3. |
Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt. Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening. In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien. |
“BIJLAGE IIg
(Lijst bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a), van deze verordening en de bijlagen IIa, IIc en IId bij deze verordening)
De punten geven niet altijd een volledige omschrijving van de producten en de bijbehorende noten in bijlage I. Alleen bijlage I geeft een volledige omschrijving van de producten. De termen tussen rechte dubbele aanhalingstekens worden gedefinieerd in de algemene lijst met definities in bijlage I.
De vermelding van een product in deze bijlage laat de toepassing van de algemene programmatuurnoot (APN) in bijlage I onverlet.
— |
Alle in bijlage IV vermelde producten. |
— |
0C001 “Natuurlijk uraan” of “verarmd uraan” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat het voorgaande bevat. |
— |
0C002 “Speciale splijtstoffen”, andere dan die welke in bijlage IV zijn vermeld. |
— |
0D001 “Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van in categorie 0 bedoelde goederen, voor zover betrekking hebbend op punt 0C001 of producten van punt 0C002 die niet in bijlage IV zijn opgenomen. |
— |
0E001 “Technologie” overeenkomstig de nucleaire technologienoot voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van in categorie 0 bedoelde goederen, voor zover betrekking hebbend op punt 0C001 of op producten van punt 0C002 die niet in bijlage IV zijn opgenomen. |
— |
1A102 Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstof-componenten bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104. |
— |
1C351 Pathogenen voor mensen en dieren en “toxinen”. |
— |
1C353 Genetische elementen en genetisch gemodificeerde organismen. |
— |
1C354 Plantpathogenen. |
— |
1C450.a.1. Amiton: O,O-diethyl-S-[2-(diëthylamino)ethyl]fosforothioaat (CAS 78-53-5) en de overeenkomstige gealkyleerde of geprotoneerde zouten. |
— |
1C450.a.2. PFIB: 1,1,3,3,3-pentafluor-2-(trifluormethyl)-1-propeen (CAS 382-21-8). |
— |
7E104 “Technologie” voor het integreren van vluchtregel-, navigatie- en voortstuwingsregelgegevens in een vluchtbeheerssysteem om de baan van raketten te optimaliseren. |
— |
9A009.a. Hybride raketvoortstuwingssystemen met een totaal impulsvermogen groter dan 1,1 MNs. |
— |
9A117 Systemen voor het scheiden of afwerpen van rakettrappen en verbindingsstukken tussen rakettrappen, geschikt voor gebruik in “raketten”. |
BIJLAGE III
“BIJLAGE IV
(Lijst bedoeld in artikel 22, lid 1, van deze verordening)
De punten geven niet altijd een volledige omschrijving van het product en de bijbehorende noten in bijlage I (1) . Alleen bijlage I geeft een volledige omschrijving van de producten.
Vermelding van een product in deze bijlage laat de toepassing van de bepalingen betreffende massaproducten in bijlage I onverlet.
De termen tussen rechte dubbele aanhalingstekens worden gedefinieerd in de algemene lijst met definities in bijlage I.
DEEL I
(mogelijkheid van een nationale algemene vergunning voor intracommunautair handelsverkeer)
Producten voor ‹stealth›-technologie
1C001 |
Materialen speciaal ontworpen om te worden gebruikt voor het absorberen van elektromagnetische golven, of intrinsiek geleidende polymeren. NB: ZIE OOK 1C101 |
1C101 |
Materialen en inrichtingen voor het beperken van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestische beeld, anders dan de materialen bedoeld in 1C001, geschikt voor gebruik in ‘raketten’, subsystemen van “raketten” of onbemande luchtvaartuigen als vermeld onder 9A012. Noot: 1C101 omvat niet materialen indien deze uitsluitend voor civiele toepassingen zijn geformuleerd. Technische noot: In 1C101 worden onder ‘raketten’ complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen verstaan die een last kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. |
1D103 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor de analyse van de beperking van de zichtbaarheid zoals de radarreflectie, het ultraviolet/infrarood of akoestisch beeld. |
1E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende het "gebruik" van goederen, bedoeld in 1C101 of 1D103. |
1E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende de "ontwikkeling" van “programmatuur”, bedoeld in 1D103. |
6B008 |
Gepulseerde radarsystemen voor het meten van de dwarsdoorsnede met een zendpuls-duur van 100 ns of minder en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. NB: ZIE OOK 6B108 |
6B108 |
Systemen, speciaal ontworpen voor radardwarsdoorsnedemeting, te gebruiken voor “raketten” en subsystemen daarvan. |
Producten voor communautaire strategische controle
1A007 |
Apparatuur en toestellen als hieronder, die speciaal zijn ontworpen om explosieve ladingen en middelen die “energetische materialen” bevatten, op elektrische wijze tot ontploffing te brengen: NB: ZIE OOK DE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN, 3A229 EN 3A232.
Noot: 1A007.b. heeft geen betrekking op detonators die uitsluitend gebruikmaken van primaire springstoffen, zoals loodazide. |
||||||||||||
1C239 |
Brisante springstoffen, anders dan bedoeld in de Lijst militaire goederen, of stoffen of mengsels met een gehalte van meer dan 2 gewichtspercenten aan deze springstoffen, met een kristaldichtheid groter dan 1,8 g/cm3 en een detonatiesnelheid groter dan 8 000 m/s. |
||||||||||||
1E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1C239. |
||||||||||||
3A229 |
Pulsgeneratoren met hoge stroomsterkte, als hieronder … NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN |
||||||||||||
3A232 |
Andere dan de hierboven in 1A007 bedoelde meervoudige ontstekingssystemen, als hieronder: … NB: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN |
||||||||||||
3E201 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 3A229 of 3A232. |
||||||||||||
6A001 |
Akoestische apparatuur, beperkt tot: |
||||||||||||
6A001.a.1.b. |
Systemen voor de opsporing of plaatsbepaling van objecten, met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||
6A001.a.2.a.2. |
Hydrofoons … Met ingebouwde … |
||||||||||||
6A001.a.2.a.3. |
Hydrofoons … Met een of meer … |
||||||||||||
6A001.a.2.a.6. |
Hydrofoons … Ontworpen voor … |
||||||||||||
6A001.a.2.b. |
‹Towed acoustic hydrophone arrays› … |
||||||||||||
6A001.a.2.c. |
Verwerkingsapparatuur, speciaal ontworpen voor ‹ realtimegebruik › met ‹towed acoustic hydrophone arrays›, met “toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker” en verwerking en correlatie van tijd- of frequentiedomeinen, met inbegrip van spectrumanalyse, digitale filtering en bundelvorming met toepassing van snelle Fouriertransformatie (‹Fast Fourier transform›) of andere herleidingen of processen; |
||||||||||||
6A001.a.2.e. |
Bodemkabelsystemen hydrofoon-‹arrays› met één van de volgende eigenschappen:
|
||||||||||||
6A001.a.2.f. |
Verwerkingsapparatuur, speciaal ontworpen voor ‹ realtime › gebruik met bodemkabelsystemen, met “toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker” en verwerking en correlatie van tijd- of frequentiedomeinen, met inbegrip van spectrumanalyse, digitale filtering en bundelvorming met toepassing van snelle Fouriertransformatie of andere herleidingen of processen; |
||||||||||||
6D003.a. |
“Programmatuur”, voor de “onvertraagde verwerking” van akoestische gegevens; |
||||||||||||
8A002.o.3. |
Geluiddempingssystemen voor gebruik in schepen met een waterverplaatsing van 1 000 ton of meer, als hieronder:
|
||||||||||||
8E002.a. |
“Technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie”, het herstel, de revisie of het opknappen (opnieuw machinaal bewerken) van schroeven die speciaal zijn ontworpen om onderwatergeluid te beperken. |
Producten voor communautaire strategische controle — cryptoanalyse — categorie 5, deel 2
5A004.a. |
Apparatuur ontworpen of aangepast voor het uitvoeren van ‘cryptoanalytische functies’. Noot: 5A004.a. omvat systemen of apparatuur, ontworpen of aangepast voor het uitvoeren van ‘cryptoanalytische functies’ door middel van reverse engineering. Technische noot: ‘Cryptoanalytische functies’: functies die zijn ontworpen om cryptografische mechanismen te omzeilen teneinde vertrouwelijke variabelen of gevoelige gegevens te verkrijgen, met inbegrip van niet-gecodeerde tekst, wachtwoorden of cryptografische sleutels. |
||
5D002.a. |
“Programmatuur” speciaal ontworpen of aangepast voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van:
|
||
5D002.c. |
“Programmatuur” die de kenmerken heeft of de functies uitoefent of simuleert van:
|
||
5E002.a. |
Uitsluitend “technologie” voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van de hierboven in 5A004.a., 5D002.a.3. of 5D002.c.3. bedoelde goederen. |
Producten voor MTCR-technologie
7A117 |
“Geleidingssystemen” geschikt voor gebruik in “raketten” met een systeemnauwkeurigheid van 3,33 % of minder van het bereik (een ‘circle of equal probability’) van 10 km of minder bij een bereik van 300 km), uitgezonderd “geleidingssystemen”, ontworpen voor raketten met een bereik van minder dan 300 km of voor bemande luchtvaartuigen . Technische noot: In 7A117 is ‘Circle of Equal Probability’ een nauwkeurigheidsmaat, waaronder wordt verstaan de straal van de cirkel met het doel in het middelpunt, bij een bepaald bereik, waarbinnen 50 % van de nuttige ladingen terechtkomen. |
||||||||||||
7B001 |
Test-, ijk- of uitrichtapparatuur, speciaal ontworpen voor apparatuur, als bedoeld in 7A117 hierboven. Noot: 7B001 heeft geen betrekking op test-, ijk- of uitrichtapparatuur voor ‘onderhoudsniveau I’ of ‘onderhoudsniveau II’. |
||||||||||||
7B003 |
Apparatuur, speciaal ontworpen voor de “productie” van apparatuur, als bedoeld in 7A117 hierboven. |
||||||||||||
7B103 |
Speciaal ontworpen “productiefaciliteiten” voor apparatuur, bedoeld in 7A117 hierboven . |
||||||||||||
7D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontworpen voor apparatuur, als bedoeld in 7B003 of 7B103 hierboven . |
||||||||||||
7E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur”, bedoeld in 7A117, 7B003, 7B103 of 7D101 hierboven . |
||||||||||||
7E002 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “productie” van apparatuur, bedoeld in 7A117, 7B003 en 7B103 hierboven . |
||||||||||||
7E101 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 7A117, 7B003, 7B103 en 7D101 hierboven . |
||||||||||||
9A004 |
Ruimtelanceervoertuigen die een nuttige last van ten minste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. NB: ZIE OOK 9A104. Noot 1: 9A004 is niet van toepassing op de nuttige lading. |
||||||||||||
9A005 |
Raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof die systemen of onderdelen bedoeld in 9A006 bevatten en die bruikbaar zijn in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004 hierboven, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104 hierna. NB: ZIE OOK 9A105 EN 9A119. |
||||||||||||
9A007.a. |
Raketvoortstuwingssystemen met vaste brandstof die bruikbaar zijn in ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004 hierboven, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104 hierna, met één of meer van de volgende eigenschappen: NB: ZIE OOK 9A119.
|
||||||||||||
9A008.d. |
Onderdelen, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste stuwstof: NB: ZIE OOK 9A108.c.
|
||||||||||||
9A104 |
Sonderingsraketten die een nuttige last van ten minste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km. NB: ZIE OOK 9A004. |
||||||||||||
9A105.a. |
Raketmotoren voor vloeibare stuwstof, als hieronder: NB: ZIE OOK 9A119.
|
||||||||||||
9A106.c. |
Systemen of onderdelen, andere dan bedoeld in 9A006, bruikbaar in “raketten”, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vloeibare stuwstof:
Technische noot: Voorbeelden van methoden om de stuwstraalrichting te regelen zoals bedoeld in 9A106.c. zijn:
|
||||||||||||
9A108.c. |
Onderdelen, andere dan bedoeld in 9A008, bruikbaar in ‘raketten’, als hieronder, speciaal ontworpen voor raketvoortstuwingssystemen met vaste brandstof:
Technische noot: Voorbeelden van methoden om de stuwstraalrichting te regelen zoals bedoeld in 9A108.c. zijn:
|
||||||||||||
9A116 |
Terugkeervoertuigen, geschikt voor gebruik in “raketten”, en apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast daarvoor, uitgezonderd terugkeervoertuigen die zijn ontworpen voor het vervoeren van nuttige lading anders dan bewapening , als hieronder:
|
||||||||||||
9A119 |
Individuele rakettrappen geschikt voor gebruik in complete raketsystemen of onbemande luchtvaartuigen die een nuttige last van ten minste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km, andere dan bedoeld in 9A005 of 9A007.a. hierboven. |
||||||||||||
9B115 |
Speciaal ontworpen “productieapparatuur” voor de systemen, subsystemen en onderdelen in 9A005, 9A007.a., 9A008.d., 9A105.a., 9A106.c., 9A108.c., 9A116 of 9A119 hierboven . |
||||||||||||
9B116 |
Speciaal ontworpen “productiefaciliteiten” voor de ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of systemen, subsystemen en onderdelen bedoeld in 9A005, 9A007.a., 9A008.d., 9A104, 9A105.a., 9A106.c., 9A108.c., 9A116 of 9A119 hierboven . |
||||||||||||
9D101 |
“Programmatuur”, speciaal ontwikkeld voor het “gebruik” van de hierboven in 9B116 bedoelde goederen. |
||||||||||||
9E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” van apparatuur of “programmatuur” als omschreven in 9A004, 9A005, 9A007.a., 9A008.d., 9B115, 9B116 of 9D101 hierboven . |
||||||||||||
9E002 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “productie” van uitrusting als omschreven in 9A004, 9A005, 9A007.a., 9A008.d., 9B115 of 9B116 hierboven . Noot: Zie 1E002.f. voor “technologie” voor de reparatie van in de lijst bedoelde constructies, laminaten of materialen. |
||||||||||||
9E101 |
“Technologie”, overeenkomstig de algemene technologienoot, voor de “ontwikkeling” of de “productie” van uitrusting als omschreven in 9A104, 9A105.a., 9A106.c., 9A108.c., 9A116 of 9A119 hierboven . |
||||||||||||
9E102 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor het “gebruik” van ruimtelanceervoertuigen bedoeld in 9A004, 9A005, 9A007.a., 9A008.d., 9A104, 9A105.a., 9A106.c., 9A108.c., 9A116, 9A119, 9B115, 9B116 of 9D101 hierboven . |
Vrijstellingen:
Bijlage IV is niet van toepassing op producten voor MTCR-technologie die:
1. |
worden overgebracht ingevolge een bestelling krachtens een contractuele verbintenis, van het Europees Ruimteagentschap (ESA) of die door het ESA worden overgebracht ten einde zijn officiële taken te vervullen; |
2. |
worden overgebracht ingevolge bestellingen krachtens een contractuele verbintenis, van de nationale ruimteorganisatie van een lidstaat of die door deze organisatie worden overgebracht om haar officiële taken te vervullen; |
3. |
worden overgebracht ingevolge bestellingen krachtens een contractuele verbintenis, in verband met een communautair ruimtevaartprogramma voor ontwikkeling en productie dat door twee of meer Europese regeringen is ondertekend; |
4. |
worden overgebracht naar een door de staat gecontroleerde ruimtevaartbasis op het grondgebied van een lidstaat, tenzij die lidstaat krachtens deze verordening de overbrenging van de betrokken producten controleert. |
DEEL II
(nationale algemene vergunningen voor intracommunautair handelsverkeer niet mogelijk)
Producten uit hoofde van het Verdrag inzake chemische wapens
1C351.d.4. |
ricine; |
1C351.d.5. |
saxitoxine; |
Producten voor NSG-technologie
Categorie 0 van bijlage I is in haar geheel opgenomen in bijlage IV, met uitzondering van de volgende materialen:
— |
0C001: deze rubriek is niet opgenomen in bijlage IV; |
— |
0C002: deze rubriek is niet opgenomen in bijlage IV met uitzondering van speciale splijtstoffen als hieronder:
|
— |
0C003: alleen indien voor gebruik in “kernreactoren” (binnen 0A001.a.); |
— |
0D001: (Programmatuur) is opgenomen in bijlage IV, behoudens voor zover betrekking hebbend op rubriek 0C001 of goederen van rubriek 0C002 die niet zijn opgenomen in bijlage IV; |
— |
0E001: (Technologie) is opgenomen in bijlage IV, behoudens voor zover betrekking hebbend op rubriek 0C001 of op goederen van rubriek 0C002 die niet zijn opgenomen in bijlage IV. |
1B226 |
Elektromagnetische isotopenscheiders, ontworpen voor of uitgerust met enkelvoudige of meervoudige ionenbronnen die een totale ionenbundelstroom van 50 mA of meer kunnen leveren. Noot: 1B226 omvat tevens scheiders:
|
||||||||||||||||
1B231 |
Tritiuminstallaties of -fabrieken, en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||
1B233 |
Installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen en apparatuur daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||
1C012 |
Materialen, als hieronder: Technische noot: Deze materialen worden doorgaans voor nucleaire warmtebronnen gebruikt.
Noot: 1C012.b. heeft geen betrekking op zendingen die hoogstens 1 g neptunium-237 bevatten. |
||||||||||||||||
1C233 |
Lithium, verrijkt in de lithium-6-isotoop (6Li) tot meer dan de natuurlijke abundantie, of producten of toestellen die verrijkt lithium bevatten, als hierna: elementair lithium, legeringen, lithiumverbindingen, mengsels die lithium bevatten, fabricaten daarvan en afval of schroot van deze stoffen. Noot: 1C233 is niet van toepassing op thermoluminescentie-stralingsmeters. Technische noot: De natuurlijke abundantie van de lithium-6-isotoop is ongeveer 6,5 gewichtspercenten (7,5 % op atomaire basis). |
||||||||||||||||
1C235 |
Tritium, tritiumverbindingen en mengsels welke tritium bevatten, waarin de verhouding van het aantal tritiumatomen tot het aantal waterstofatomen groter is dan 1:1 000 , en producten of toestellen die een van voorgaande stoffen bevatten. Noot: 1C235 heeft geen betrekking op een product of toestel dat minder dan 1,48 × 103 GBq (40 Ci) tritium in welke vorm dan ook bevat. |
||||||||||||||||
1E001 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of materialen, bedoeld in 1C012.b. |
||||||||||||||||
1E201 |
“Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot betreffende het “gebruik” van goederen, bedoeld in 1B226, 1B231, 1B233, 1C233 of 1C235. |
||||||||||||||||
3A228 |
Schakelelementen, als hieronder:
|
||||||||||||||||
3A231 |
Neutronengeneratorsystemen, met inbegrip van buizen, met beide volgende eigenschappen:
|
||||||||||||||||
3E201 |
“Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het “gebruik” van apparatuur, bedoeld in 3A228 of 3A231. |
||||||||||||||||
6A203 |
Camera’s en onderdelen, anders dan bedoeld in 6A003, als hieronder:
Noot: De in 6A203.a. bedoelde onderdelen van zulke camera’s zijn onder meer synchroniserende elektronische eenheden en rotorsamenstellen bestaande uit turbines, spiegels en lagers. |
||||||||||||||||
6A225 |
Snelheidsinterferometers voor het meten van snelheden van meer dan 1 km per seconde over een tijdsinterval van minder dan 10 μs. Noot: In 6A225 zijn bedoeld snelheidsinterferometers zoals VISARs (Velocity interferometer systems for any reflector) en Dia’s (Doppler laser interferometers) enz. |
||||||||||||||||
6A226 |
Druksensoren, als hieronder:
|
(1) De verschillen in formulering en werkingssfeer tussen de bijlagen I en IV zijn gecursiveerd en vetgedrukt.