ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
51e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 86/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 318/2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Gemeenschap en de desbetreffende quarantainevoorschriften ( 1 ) |
|
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
Richtlijn 2008/5/EG van de Commissie van 30 januari 2008 betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad voorziet (Gecodificeerde versie) ( 1 ) |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2008/84/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/85/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2008/86/EG |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 84/2008 VAN DE COMMISSIE
van 30 januari 2008
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 31 januari 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 januari 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 30 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
138,6 |
MA |
40,0 |
|
SN |
192,7 |
|
TN |
129,8 |
|
TR |
92,3 |
|
ZZ |
118,7 |
|
0707 00 05 |
EG |
190,8 |
JO |
202,1 |
|
MA |
50,4 |
|
TR |
111,7 |
|
ZZ |
138,8 |
|
0709 90 70 |
MA |
68,0 |
TR |
155,5 |
|
ZA |
79,4 |
|
ZZ |
101,0 |
|
0709 90 80 |
EG |
355,3 |
ZZ |
355,3 |
|
0805 10 20 |
EG |
48,1 |
IL |
61,1 |
|
MA |
60,9 |
|
TN |
56,1 |
|
TR |
69,5 |
|
ZA |
22,3 |
|
ZZ |
53,0 |
|
0805 20 10 |
IL |
107,2 |
MA |
83,8 |
|
TR |
95,7 |
|
ZZ |
95,6 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
CN |
85,9 |
IL |
69,7 |
|
JM |
103,1 |
|
MA |
154,5 |
|
PK |
46,3 |
|
TR |
75,6 |
|
US |
60,1 |
|
ZZ |
85,0 |
|
0805 50 10 |
EG |
74,2 |
IL |
126,6 |
|
MA |
90,6 |
|
TR |
118,9 |
|
ZZ |
102,6 |
|
0808 10 80 |
CA |
84,1 |
CL |
60,8 |
|
CN |
83,0 |
|
MK |
39,9 |
|
US |
112,7 |
|
ZZ |
76,1 |
|
0808 20 50 |
CL |
59,3 |
CN |
57,3 |
|
TR |
159,1 |
|
US |
96,5 |
|
ZA |
91,9 |
|
ZZ |
92,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
31.1.2008 |
NL XM |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 85/2008 VAN DE COMMISSIE
van 30 januari 2008
betreffende de bijzondere voorwaarden voor de toekenning van steun aan de particuliere opslag in de sector schapen- en geitenvlees
(Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (1), en met name op artikel 12, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 3447/90 van de Commissie van 28 november 1990 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de toekenning van steun aan de particuliere opslag in de sector schapen- en geitenvlees (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 6/2008 van de Commissie van 4 januari 2008 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees (4) moet in acht worden genomen bij de toekenning van steun voor de particuliere opslag van schapenvlees. Het is dienstig de voorschriften van die verordening aan te vullen of aan te passen. |
(3) |
Het is wenselijk om, naast de voor een bepaalde opslagtermijn vastgestelde steunbedragen, ook bedragen vast te stellen waarmee laatstgenoemde steunbedragen moeten worden vermeerderd of verminderd indien die termijn wordt verlengd of verkort. |
(4) |
Op grond van de te verwachten marktomstandigheden moet worden voorzien in opslagperioden die drie tot zeven maanden bestrijken. |
(5) |
Om de ernst van de offertes te waarborgen, moet de op te slagen minimumhoeveelheid worden bepaald. De minimumhoeveelheid moet worden bepaald voor iedere uitslag. |
(6) |
Een zekerheid dient te worden gesteld om te waarborgen dat de verplichtingen in verband met de particuliere opslag worden nagekomen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer „schapen en geiten”, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Tenzij in deze verordening anders is bepaald, gelden de voorschriften van Verordening (EG) nr. 6/2008.
Artikel 2
1. De aanvragen voor steun voor de particuliere opslag moeten bij de in bijlage I genoemde interventiebureaus worden ingediend.
2. In het raam van een inschrijvingsprocedure maakt de inschrijver een offerte voor een opslagperiode van drie maanden. De werkelijke opslagperiode wordt echter door de opslaghouder gekozen. Zij bedraagt niet minder dan drie maanden en niet meer dan zeven maanden. Wanneer de opslagperiode langer dan drie maanden is, wordt de steun na de derde maand verhoogd met 1,45 EUR per ton en per dag.
Artikel 3
De minimumhoeveelheid per contract bedraagt vier ton, uitgedrukt in vlees met been.
Artikel 4
De in acht te nemen minimumhoeveelheid per uitslag bedraagt 4 ton, uitgedrukt in productgewicht, per koelhuis en per contractant. Wanneer in een koelhuis een hoeveelheid van minder dan 4 ton overblijft, mag echter toch tot verdere uitslag van deze overblijvende hoeveelheid of een gedeelte daarvan worden overgegaan.
Ingeval deze voorwaarden voor uitslag niet zijn vervuld,
— |
wordt het bedrag van de steun voor de uitgeslagen hoeveelheid berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 6/2008, en |
— |
wordt voor de uitgeslagen hoeveelheid een bedrag van 15 % van de in artikel 5 bedoelde zekerheid verbeurd. |
Artikel 5
De zekerheid bedraagt 145 EUR per ton.
Artikel 6
Verordening (EEG) nr. 3447/90 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 7
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 januari 2008.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2). Verordening (EG) nr. 2529/2001 wordt met ingang van 1 juli 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(2) PB L 333 van 30.11.1990, blz. 46. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 40/96 (PB L 10 van 13.11.1996, blz. 6).
(3) Zie bijlage II.
(4) PB L 3 van 5.1.2008, blz. 13.
ПРИЛОЖЕНИЕ I — ANEXO I — PŘÍLOHA I — BILAG I — ANHANG I — I LISA — ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ I — ANNEX I — ANNEXE I — ALLEGATO I — I PIELIKUMS — I PRIEDAS — I. MELLÉKLET — ANNESS I — BIJLAGE I — ZAŁĄCZNIK I — ANEXO I — ANEXA I — PRÍLOHA I — PRILOGA I — LIITE I — BILAGA I
Адреси на интервенционните агенции — Direcciones de los organismos de intervención — Adresy intervenčních agentur — Interventionsorganernes adresser — Anschriften der Interventionsstellen — Sekkumisametite aadressid — Διευθύνσεις του οργανισμού παρέμβασης — Addresses of the intervention agencies — Adresses des organismes d’intervention — Indirizzi degli organismi d’intervento — Intervences aģentūru adreses — Intervencinių agentūrų adresai — Az intervenciós hivatalok címei — Indirizzi ta’ l-aġenziji ta’ intervent — Adressen van de interventiebureaus — Adresy agencji interwencyjnych — Endereços dos organismos de intervenção — Adresele agențiilor de intervenție — Adresy intervenčných orgánov — Naslovi intervencijskih agencij — Interventioelinten osoitteet — Interventionsorganens adresser
BELGIQUE/BELGIË
Bureau d’intervention et de restitution belge |
Rue de Trèves 82 |
B-1040 Bruxelles |
Belgisch Interventie- en Restitutiebureau |
Trierstraat 82 |
B-1040 Brussel |
Tél. (32-2) 287 24 11 |
Fax (32-2) 230 25 33/280 03 07 |
БЪЛГАРИЯ
Държавен фонд „Земеделие“ |
Разплащателна агенция |
1618 София, |
ул. Цар Борис III № 136 |
тел. (+ 359-2) 818 72 02 |
факс (+ 359-2) 818 72 67 |
ČESKA REPUBLIKA
Státní zemědělský intervenční fond (SZIF) |
Ve Smečkách 33 |
CZ-110 00 Praha 1 |
Tel.: (420) 222 87 14 60 |
Fax: (420) 222 87 16 80 |
DANMARK
Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri |
Direktoratet for Fødevareerhverv |
Nyropsgade 30 |
DK-1780 København V |
Tlf. (45) 33 95 80 00 |
Fax (45) 33 95 80 34 |
DEUTSCHLAND
Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) |
Deichmanns Aue 29 |
D-53179 Bonn |
Tel. (49-228) 68 45 37 56 |
Fax (49-228) 68 45-34 44/37 91 |
EESTI
PRIA (Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet) |
Narva mnt. 3 |
51009 Tartu |
Tel: +372 737 1200 |
Faks: +372 737 1201 |
ÉIRE/IRELAND
Department of Agriculture and Food/An Roinn Talmhaíochta agus Bia |
Johnston Castle Estate |
County Wexford |
Tel. (353-53) 91634 00 |
Fax (353-53) 91428 42 |
ΕΛΛΑΔΑ
ΟΠΕΚΕΠΕ (Οργανισμός Πληρωμών και Ελέγχου Κοινοτικών Ενισχύσεων Προσανατολισμού και Εγγυήσεων) |
Αχαρνών 241 |
GR-104 46 Αθήνα |
Τηλ. (+30) 210 228 41 80 |
Φαξ (+30) 210 228 14 79 |
ESPAÑA
FEGA (Fondo Español de Garantía Agraria) |
Beneficencia 8 |
E-28005 Madrid |
Tel. (34) 913 47 65 00, 913 47 63 10 |
Fax (34) 915 21 98 32, 915 22 43 87 |
FRANCE
Office de l’élevage |
12, rue Henri Rol-Tanguy |
TSA 30003 |
93555 Montreuil-Sous-Bois Cedex |
Tél. (33) 173 30 30 00 |
Fax (33) 173 30 30 48 ou 173 30 30 49 |
ITALIA
AGEA (Agenzia Erogazioni in Agricoltura) |
Via Palestro 81 |
I-00185 Roma |
Tel. (39-06) 449 49 91 |
Fax (39-06) 445 39 40/444 19 58 |
ΚΥΠΡΟΣ
Κυπριακός Οργανισμός Αγροτικών Πληρωμών |
Τ.Θ. 16102, CY-2086 Λευκωσία |
Οδός Μιχαήλ Κουτσόφτα 20 |
CY-2000 Λευκωσία |
Τηλ. (+357) 22 55 77 77 |
Φαξ (+357) 22 55 77 55 |
LATVIJA
Latvijas Republikas Zemkopības ministrija |
Lauku atbalsta dienests |
Republikas laukums 2 |
LV-1981 Rīga, Latvija |
Tālr.: (371) 702 75 42 |
Fakss: (371) 702 71 20 |
LIETUVA
Lietuvos žemės ūkio ir maisto produktų rinkos reguliavimo agentūra |
L. Stuokos-Gucevičiaus g. 9-12 |
LT-01122 Vilnius |
Tel. (+370 5) 268 50 50 |
Faks. (+370 5) 268 50 61 |
LUXEMBOURG
Service d’économie rurale, section «Cheptel et viande» |
113-115, rue de Hollerich |
L-1741 Luxembourg |
Tél. (352) 47 84 43 |
Fax (352) 49 16 19 |
MAGYARORSZÁG
Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal |
H-1095 Budapest, Soroksári út 22–24. |
Postacím: H-1385, Budapest 62., Pf. 867 |
Tel.: (36-1) 219 45 17 |
Fax: (36-1) 219 62 59 |
MALTA
Ministry for Rural Affairs and the Environment |
Barriera Wharf |
Valletta CMR02 |
Malta |
Tel.: (+356) 22952000, 22952222 |
Faks: (+356) 22952212 |
NEDERLAND
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Dienst Regelingen |
Slachthuisstraat 71 |
Postbus 965 |
6040 AZ Roermond |
Nederland |
Tel. (31-475) 35 54 44 |
Fax (31-475) 31 89 39 |
ÖSTERREICH
AMA-Agrarmarkt Austria |
Dresdner Straβe 70 |
A-1201 Wien |
Tel. (43-1) 33 15 12 18 |
Fax (43-1) 33 15 14 624 |
POLSKA
Agencja Rynku Rolnego |
Biuro Mięsa |
ul. Nowy Świat 6/12 |
00-400 Warszawa |
tel. +48 22 661 71 09 |
faks +48 22 661 77 56 |
PORTUGAL
IFAP — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pesca, IP |
Rua Castilho, n.o 45-51 |
P-1269-164 Lisboa |
Tel.: (351) 213 846 000 |
Fax: (351) 213 846 170 |
ROMÂNIA
Agenția de Plăți și Intervenție pentru Agricultură (APIA) |
București |
Bld. Carol I, nr. 17, sector 2 |
Tel./Fax 0040 21 30 54 867 |
SLOVENIJA
ARSKTRP – Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja |
Dunajska 160 |
SI-1000 Ljubljana |
Tel. (386-1) 478 93 59 |
Faks (386-1) 478 92 00 |
SLOVENSKO
Pôdohospodárska platobná agentúra |
Dobrovičova 12 |
815 26 Bratislava |
Tel.: (+ 421-2) 59 26 63 97 |
Fax: (+ 421-2) 52 96 50 33 |
SUOMI/FINLAND
Maaseutuvirasto/Landsbygdsverket |
Markkinatukiosasto/Marknadsstödsavdelningen |
Interventioyksikkö/Interventionsenheten |
Malminkatu/Malmgatan 16 |
PL/PB 256 |
FI-00101 Helsinki/Helsingfors |
Suomi/Finland |
Puhelin/Tel. +358 20 772 007 |
Faksi/Fax +358 20 7725 506 |
SVERIGE
Jordbruksverket – Swedish Board of Agriculture, |
Intervention Division |
S-551 82 Jönköping |
Tfn (46-36) 15 50 00 |
Fax (46-36) 19 05 46 |
UNITED KINGDOM
Rural Payments Agency |
Lancaster House |
Hampshire Court |
Newcastle-upon-Tyne |
NE4 7YH |
Tel. (44-191) 273 96 96 |
BIJLAGE II
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Verordening (EEG) nr. 3447/90 van de Commissie |
|
Verordening (EEG) nr. 273/91 van de Commissie |
|
Verordening (EEG) nr. 1258/91 van de Commissie |
uitsluitend artikel 2 |
Verordening (EG) nr. 879/95 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 40/96 van de Commissie |
uitsluitend artikel 2, lid 2 |
BIJLAGE III
Concordantietabel
Verordening (EEG) nr. 3447/90 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2 |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
Artikel 3 bis |
Artikel 4 |
Artikel 4 |
Artikel 5 |
— |
Artikel 6 |
Artikel 5 |
Artikel 7 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 86/2008 VAN DE COMMISSIE
van 30 januari 2008
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 318/2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Gemeenschap en de desbetreffende quarantainevoorschriften
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name op artikel 10, lid 3, tweede alinea, en lid 4, eerste alinea,
Gelet op Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (2), en met name op artikel 18, lid 1, vierde streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 318/2007 van de Commissie (3) stelt de veterinairrechtelijke voorschriften vast voor de invoer van bepaalde vogels, met uitzondering van pluimvee, in de Gemeenschap en de desbetreffende quarantainevoorschriften die na invoer voor deze vogels gelden. |
(2) |
Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 318/2007 bevat een lijst van de quarantainevoorzieningen en -stations die door de bevoegde instanties van de lidstaten zijn erkend voor de invoer van bepaalde vogels, met uitzondering van pluimvee. |
(3) |
Tsjechië, Duitsland en Spanje hebben hun erkende quarantainevoorzieningen of -stations aan een herziening onderworpen en hebben de Commissie een bijgewerkte lijst daarvan toegestuurd. De lijst van erkende quarantainevoorzieningen of -stations in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 318/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 318/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 318/2007 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 januari 2008.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).
(2) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/265/EG van de Commissie (PB L 114 van 1.5.2007, blz. 17).
(3) PB L 84 van 24.3.2007, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1278/2007 (PB L 284 van 30.10.2007, blz. 20).
BIJLAGE
„BIJLAGE V
Lijst van de erkende voorzieningen en stations, als bedoeld in artikel 6, lid 1
ISO-landcode |
Naam van het land |
Erkenningsnummer quarantainevoorziening of -station |
AT |
OOSTENRIJK |
AT OP Q1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT-KO-Q1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT-3-ME-Q1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT-4-KI-Q1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT 4 WL Q 1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT-4-VB-Q1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT 6 10 Q 1 |
AT |
OOSTENRIJK |
AT 6 04 Q 1 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1003 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1010 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1011 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1012 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1013 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1016 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 1017 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 3001 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 3008 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 3014 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 3015 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 4009 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 4017 |
BE |
BELGIË |
BE VQ 7015 |
CY |
CYPRUS |
CB 0011 |
CY |
CYPRUS |
CB 0012 |
CY |
CYPRUS |
CB 0061 |
CY |
CYPRUS |
CB 0013 |
CY |
CYPRUS |
CB 0031 |
CZ |
TSJECHIË |
21750016 |
CZ |
TSJECHIË |
21750027 |
CZ |
TSJECHIË |
61750009 |
DE |
DUITSLAND |
BB-1 |
DE |
DUITSLAND |
BW-1 |
DE |
DUITSLAND |
BY-1 |
DE |
DUITSLAND |
BY-2 |
DE |
DUITSLAND |
BY-3 |
DE |
DUITSLAND |
BY-4 |
DE |
DUITSLAND |
HE-1 |
DE |
DUITSLAND |
HE-2 |
DE |
DUITSLAND |
NI-1 |
DE |
DUITSLAND |
NI-2 |
DE |
DUITSLAND |
NI-3 |
DE |
DUITSLAND |
NW-1 |
DE |
DUITSLAND |
NW-2 |
DE |
DUITSLAND |
NW-3 |
DE |
DUITSLAND |
NW-4 |
DE |
DUITSLAND |
NW-5 |
DE |
DUITSLAND |
NW-6 |
DE |
DUITSLAND |
NW-7 |
DE |
DUITSLAND |
NW-8 |
DE |
DUITSLAND |
RP-1 |
DE |
DUITSLAND |
SN-1 |
DE |
DUITSLAND |
SN-2 |
DE |
DUITSLAND |
TH-1 |
DE |
DUITSLAND |
TH-2 |
ES |
SPANJE |
ES/01/02/05 |
ES |
SPANJE |
ES/05/02/12 |
ES |
SPANJE |
ES/05/03/13 |
ES |
SPANJE |
ES/09/02/10 |
ES |
SPANJE |
ES/17/02/07 |
ES |
SPANJE |
ES/04/03/11 |
ES |
SPANJE |
ES/04/03/14 |
ES |
SPANJE |
ES/09/03/15 |
ES |
SPANJE |
ES/09/06/18 |
ES |
SPANJE |
ES/10/07/20 |
FR |
FRANKRIJK |
38.193.01 |
GR |
GRIEKENLAND |
GR.1 |
GR |
GRIEKENLAND |
GR.2 |
HU |
HONGARIJE |
HU12MK001 |
IE |
IERLAND |
IRL-HBQ-1-2003 Unit A |
IT |
ITALIË |
003AL707 |
IT |
ITALIË |
305/B/743 |
IT |
ITALIË |
132BG603 |
IT |
ITALIË |
170BG601 |
IT |
ITALIË |
233BG601 |
IT |
ITALIË |
068CR003 |
IT |
ITALIË |
006FR601 |
IT |
ITALIË |
054LCO22 |
IT |
ITALIË |
I – 19/ME/01 |
IT |
ITALIË |
119RM013 |
IT |
ITALIË |
006TS139 |
IT |
ITALIË |
133VA023 |
MT |
MALTA |
BQ 001 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13000 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13001 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13002 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13003 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13004 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13005 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13006 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13007 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13008 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13009 |
NL |
NEDERLAND |
NL-13010 |
PL |
POLEN |
14084501 |
PT |
PORTUGAL |
05.01/CQA |
PT |
PORTUGAL |
01.02/CQA |
UK |
VERENIGD KONINKRIJK |
21/07/01 |
UK |
VERENIGD KONINKRIJK |
21/07/02” |
RICHTLIJNEN
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/12 |
RICHTLIJN 2008/5/EG VAN DE COMMISSIE
van 30 januari 2008
betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad voorziet
(Voor de EER relevante tekst)
(Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (1), inzonderheid op artikel 4, lid 2,
Gelet op Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (2), inzonderheid op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 94/54/EG van de Commissie van 18 november 1994 betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG van de Raad voorziet (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
Met het oog op een adequate voorlichting van de consument is het noodzakelijk voor bepaalde levensmiddelen in een aantal verplichte vermeldingen te voorzien, als aanvulling op de in artikel 3 van Richtlijn 2000/13/EG genoemde vermeldingen. |
(3) |
Met name moeten de voor de verpakking van bepaalde levensmiddelen gebruikte verpakkingsgassen niet worden beschouwd als ingrediënten in de zin van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2000/13/EG en behoeven deze derhalve niet in de lijst van ingrediënten op het etiket te worden opgenomen. |
(4) |
De consument moet evenwel van het gebruik van dergelijke gassen op de hoogte worden gesteld voorzover hij uit een dergelijke informatie kan opmaken waarom het gekochte levensmiddel een langere houdbaarheid heeft dan soortgelijke, op andere wijze verpakte producten. |
(5) |
Met het oog op een adequate voorlichting van de consument is het nodig gebleken op de etikettering van levensmiddelen die zoetstoffen bevatten de vermelding van deze eigenschap verplicht te stellen. |
(6) |
Bovendien moet op de etikettering van levensmiddelen die bepaalde soorten zoetstoffen bevatten ook een waarschuwing voorkomen. |
(7) |
Voorts moet de consument via de etikettering duidelijk worden geïnformeerd over de aanwezigheid van glycyrrizinezuur en het ammoniumzout daarvan in zoetwaren en dranken. Wanneer die producten een hoog gehalte aan glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan hebben, moeten de consumenten, met name als zij een hoge bloeddruk hebben, ervan op de hoogte worden gebracht dat zij een overmatige inname dienen te vermijden. Om ervoor te zorgen dat de consumenten deze informatie goed begrijpen moet bij voorkeur de bekende uitdrukking „zoethout” worden gebruikt. |
(8) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. |
(9) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van Richtlijn 2000/13/EG zijn op het etiket van de in bijlage I bij de onderhavige richtlijn opgenomen levensmiddelen de eveneens in die bijlage opgenomen bijkomende vermeldingen verplicht.
Artikel 2
Richtlijn 94/54/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 januari 2008.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/68/EG van de Commissie (PB L 310 van 28.11.2007, blz. 11).
(2) PB L 237 van 10.9.1994, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/52/EG (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 10).
(3) PB L 300 van 23.11.1994, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/77/EG (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 76).
(4) Zie bijlage II, deel A.
BIJLAGE I
Lijst van levensmiddelen waarvan het etiket een of meer verplichte bijkomende vermeldingen dient te bevatten
Type of categorie levensmiddelen |
Vermelding |
Levensmiddelen waarvan de houdbaarheid is verlengd met behulp van de in Richtlijn 89/107/EEG van de Raad (1) toegestane verpakkingsgassen |
„verpakt onder beschermende atmosfeer” |
Alle levensmiddelen die een of meer zoetstoffen bevatten welke zijn toegestaan bij Richtlijn 94/35/EG |
„met zoetstof(fen)” Deze vermelding wordt samen met de verkoopbenaming als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2000/13/EG aangebracht. |
Alle levensmiddelen die zowel toegevoegde suiker(s) als een of meer zoetstoffen welke zijn toegestaan bij Richtlijn 94/35/EG, bevatten |
„met suiker(s) en zoetstof(fen)” Deze vermelding wordt samen met de verkoopbenaming als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2000/13/EG aangebracht. |
Levensmiddelen die aspartaam bevatten |
„bevat een bron van fenylalanine” |
Levensmiddelen met een gehalte aan polyolen van meer dan 10 % |
„overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben” |
Zoetwaren en dranken die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van de toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 100 mg/kg of 10 mg/l of meer |
Onmiddellijk na de lijst van ingrediënten worden de woorden „bevat zoethout” toegevoegd, tenzij het woord zoethout al voorkomt in de lijst van ingrediënten of in de verkoopbenaming van het product. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding aangebracht in de nabijheid van de verkoopbenaming van het product. |
Zoetwaren die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 4 g/kg of meer |
Na de lijst van ingrediënten wordt de volgende vermelding aangebracht: „bevat zoethout — mensen met hoge bloeddruk dienen overmatig gebruik te vermijden”. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding aangebracht in de nabijheid van de verkoopbenaming van het product. |
Dranken die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van de toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 50 mg/l of meer, dan wel 300 mg/l of meer in geval van dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent (2) |
Na de lijst van ingrediënten wordt de volgende vermelding aangebracht: „bevat zoethout — mensen met hoge bloeddruk dienen overmatig gebruik te vermijden”. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding aangebracht in de nabijheid van de verkoopbenaming van het product. |
(1) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27.
(2) De bedoelde gehalten gelden voor het product als aangeboden voor gebruik of als gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
BIJLAGE II
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 2)
Richtlijn 94/54/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 96/21/EG van de Raad |
|
Richtlijn 2004/77/EG van de Commissie |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht
(bedoeld in artikel 2)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
94/54/EG |
30 juni 1995 (1) |
96/21/EG |
30 juni 1996 (2) |
2004/77/EG |
20 mei 2005 (3) |
(1) Overeenkomstig artikel 2, eerste alinea, van Richtlijn 94/54/EG:
„Zo nodig wijzigen de lidstaten hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vóór 30 juni 1995 zodanig dat:
— |
de handel in producten die aan deze richtlijn voldoen, uiterlijk op 1 juli 1995 wordt toegestaan; |
— |
de handel in producten die niet aan deze richtlijn voldoen, vanaf 1 januari 1997 wordt verboden; die producten echter die vóór deze datum in het verkeer zijn gebracht of zijn geëtiketteerd en die niet aan de onderhavige richtlijn voldoen, mogen in de handel worden gebracht totdat de voorraden zijn opgebruikt.”. |
(2) Overeenkomstig artikel 2, eerste alinea, van Richtlijn 96/21/EG:
„De lidstaten wijzigen indien nodig hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vóór 1 juli 1996 zodat:
— |
de handel in de producten die aan deze richtlijn voldoen, uiterlijk op 1 juli 1996 wordt toegestaan; |
— |
de handel in de producten die niet aan deze richtlijn voldoen, vanaf 1 juli 1997 wordt verboden. Producten die vóór deze datum in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en die niet aan deze richtlijn voldoen, mogen echter worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.”. |
(3) Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 2004/77/EG:
„1. De lidstaten staan de handel in producten die aan deze richtlijn beantwoorden uiterlijk met ingang van 20 mei 2005 toe.
2. De lidstaten verbieden de handel in producten die niet aan deze richtlijn beantwoorden met ingang van 20 mei 2006.
Producten die niet aan deze richtlijn beantwoorden en die vóór 20 mei 2006 zijn geëtiketteerd, zijn echter toegestaan zolang de voorraad strekt.”.
BIJLAGE III
Concordantietabel
Richtlijn 94/54/EG |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2 |
— |
— |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
— |
Artikel 4 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/17 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 22 januari 2008
waarbij de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen worden gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
(Slechts de teksten in de Duitse en de Poolse taal zijn authentiek)
(2008/84/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name op artikel 395, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brieven, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 22 oktober 2007 en 27 juli 2007, hebben de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen verzocht om bijzondere belastingmaatregelen te mogen toepassen met betrekking tot de bouw en het onderhoud van bepaalde grensbruggen tussen beide landen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 24 oktober 2007 van de verzoeken van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen in kennis gesteld. Bij brief van 25 oktober 2007 heeft de Commissie de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van de verzoeken. |
(3) |
De bijzondere maatregel strekt ertoe dat de grensbruggen, en in geval van bouwwerkzaamheden ook het bouwterrein, met het oog op de levering van goederen of diensten en de intracommunautaire verwerving van goederen bestemd voor de bouw en het onderhoud van de bruggen worden geacht zich volledig op het grondgebied van een van beide lidstaten te bevinden zoals bepaald in een onderlinge overeenkomst over de verdeling van de verantwoordelijkheid voor de bouw en het onderhoud van deze grensbruggen. |
(4) |
Zonder deze bijzondere maatregel zou voor iedere levering van goederen of diensten of intracommunautaire verwerving van goederen moeten worden bepaald of de plaats van belastingheffing zich in de Bondsrepubliek Duitsland dan wel de Republiek Polen bevindt. Werkzaamheden aan een grensbrug die op Duits grondgebied worden verricht, zouden in Duitsland aan de btw worden onderworpen, terwijl die op Pools grondgebied aan de Poolse btw zouden worden onderworpen. |
(5) |
Deze derogatie strekt er derhalve toe de procedure voor de belastingheffing ter zake van de bouw en het onderhoud van de bruggen in kwestie te vereenvoudigen. |
(6) |
De derogatie zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Gemeenschap uit de btw, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
De Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen worden onder de in artikel 2 en 3 vastgestelde voorwaarden gemachtigd om voor de bouw en het onderhoud van een grensbrug over de Oder en een grensbrug over de Lausitzer Neiße alsmede voor het onderhoud van twee bestaande grensbruggen over de Oder en negen bestaande grensbruggen over de Lausitzer Neiße, die zich alle ten dele op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland en ten dele op het grondgebied van de Republiek Polen bevinden, maatregelen toe te passen die afwijken van Richtlijn 2006/112/EG. De bijlage bij deze beschikking bevat nadere gegevens over deze bruggen. Deze machtiging geldt ook voor andere bruggen die vallen onder de bij uitwisseling van diplomatieke nota’s tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen gesloten Overeenkomst inzake de verantwoordelijkheid voor de bouw en het onderhoud van grensbruggen.
Artikel 2
In afwijking van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden de grensbrug ten aanzien waarvan de Bondsrepubliek Duitsland voor de bouw en het onderhoud verantwoordelijk is, en in voorkomend geval het bouwterrein voor zover dit zich op Pools grondgebied bevindt, alsmede de grensbruggen ten aanzien waarvan de Bondsrepubliek Duitsland uitsluitend voor het onderhoud verantwoordelijk is, met het oog op de levering van goederen en diensten en de intracommunautaire verwerving van goederen bestemd voor de bouw of het onderhoud van deze bruggen geacht deel uit te maken van het Duitse grondgebied.
Artikel 3
In afwijking van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden de grensbrug ten aanzien waarvan de Republiek Polen voor de bouw en het onderhoud verantwoordelijk is, en in voorkomend geval het bouwterrein voor zover dit zich op Duits grondgebied bevindt, alsmede de grensbruggen ten aanzien waarvan de Republiek Polen uitsluitend voor het onderhoud verantwoordelijk is, met het oog op de levering van goederen en diensten en de intracommunautaire verwerving van goederen bestemd voor de bouw of het onderhoud van deze bruggen geacht deel uit te maken van het Poolse grondgebied.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel, 22 januari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. BAJUK
(1) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/75/EG (PB L 346 van 29.12.2007, blz. 13).
BIJLAGE
In artikel 1 bedoelde bruggen:
1. |
De Bondsrepubliek Duitsland is verantwoordelijk voor de bouw van de volgende grensbrug:
|
2. |
De Republiek Polen is verantwoordelijk voor de bouw van de volgende grensbrug:
|
3. |
De Bondsrepubliek Duitsland is verantwoordelijk voor het onderhoud van de volgende grensbruggen:
|
4. |
De Republiek Polen is verantwoordelijk voor het onderhoud van de volgende grensbruggen:
|
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/20 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 28 januari 2008
houdende benoeming van twee Spaanse plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s
(2008/85/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Spaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG (1) aangenomen, houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010. |
(2) |
In het Comité van de Regio’s zijn twee zetels van plaatsvervangers vrijgekomen door het aftreden van de heren MUÑOA GANUZA en MORALES FEBLES, |
BESLUIT:
Artikel 1
In het Comité van de Regio’s worden voor het resterende deel van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010, als plaatsvervangend lid benoemd:
— |
de heer Iñaki AGUIRRE ARIZMENDI, Secretario General de Acción Exterior, Comunidad Autónoma del País Vasco, en |
— |
de heer Julio César FERNÁNDEZ MATO, Secretario General de Relaciones Exteriores, Comunidad Autónoma de Galicia. |
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de aanneming ervan.
Gedaan te Brussel, 28 januari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) PB L 56 van 25.2.2006, blz. 75.
Commissie
31.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 27/21 |
BESLUIT Nr. 1/2008 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN OPGERICHTE GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ
van 15 januari 2008
betreffende de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4
(2008/86/EG)
HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,
Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name op artikel 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Deze overeenkomst is in werking getreden op 1 juni 2002. |
(2) |
Bijlage 4 heeft tot doel de handel tussen de partijen in planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor fytosanitaire maatregelen gelden, te vergemakkelijken. Voornoemde bijlage 4 moet worden aangevuld met een aantal aanhangsels als beschreven in de Gemeenschappelijke verklaring over de tenuitvoerlegging van bijlage 4 bij de overeenkomst (met uitzondering van aanhangsel 5, dat is goedgekeurd bij de sluiting van de overeenkomst). |
(3) |
De aanhangsels van bijlage 4 zijn respectievelijk vervangen door Besluit nr. 1/2004 van het Gemengd Landbouwcomité, dat als bijlage is opgenomen bij Besluit 2004/278/EG van de Commissie (1), en Besluit nr. 2/2005 van het Gemengd Landbouwcomité (2). |
(4) |
Sinds de inwerkingtreding van voornoemde besluiten, zijn de wettelijke bepalingen van de partijen op fytosanitair gebied op een aantal punten die de overeenkomst betreffen, gewijzigd. |
(5) |
Ingevolge de uitbreiding van de Gemeenschap en de wijzigingen van de bestaande lijst van overheidsinstanties die bevoegd zijn voor het opstellen van het plantenpaspoort, moet deze lijst worden aangevuld. |
(6) |
Derhalve moeten de aanhangsels 1, 2, 3 en 4 van bijlage 4 worden gewijzigd in verband met deze veranderingen, |
BESLUIT:
Artikel 1
De aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage 4 bij de overeenkomst worden vervangen door de bij dit besluit gevoegde teksten.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2008.
Gedaan te Brussel, op 15 januari 2008.
Voor het Gemengd Landbouwcomité
De voorzitter en het hoofd van de delegatie van de Gemeenschap
Paul van GELDORP
Het hoofd van de Zwitserse delegatie
Krisztina BENDE
Voor het Secretariaat van het Gemengd Landbouwcomité
Hans-Christian BEAUMOND
(1) PB L 87 van 25.3.2004, blz. 31.
(2) PB L 78 van 24.3.2005, blz. 50.
AANHANGSEL 1
PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN
A. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen soortgelijke wetgeving hebben die gelijkwaardige resultaten oplevert, en waarvan zij het plantenpaspoort erkennen
1. PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN
1.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden
Beta vulgaris L.
Camellia sp.
Humulus lupulus L.
Prunus L., met uitzondering van Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L.
Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch.
Viburnum spp.
1.2. Planten, met uitzondering van vruchten en zaden, die levende pollen voor bestuiving bevatten
Amelanchier Med.
Chaenomeles Lindl.
Crataegus L.
Cydonia Mill.
Eriobotrya Lindl.
Malus Mill.
Mespilus L.
Pyracantha Roem.
Pyrus L.
Sorbus L.
1.3. Planten van stolonen- of knollenvormende soorten, bestemd voor opplant
Solanum L. en hybriden daarvan
1.4. Planten, met uitzondering van vruchten
Vitis L.
1.5. Hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten en afval
a) |
dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden; en |
b) |
dat beantwoordt aan een van de volgende omschrijvingen zoals die voorkomen in bijlage I, deel 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1)
|
2. PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN GEPRODUCEERD DOOR PRODUCENTEN DIE HUN PRODUCTIE VERKOPEN AAN PERSONEN DIE ZICH BEROEPSHALVE BEZIGHOUDEN MET DE PRODUCTIE VAN PLANTEN, MET UITZONDERING VAN PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN DIE KLAAR ZIJN VOOR VERKOOP AAN DE EINDGEBRUIKER EN WAARVAN DE PRODUCTIE GEGARANDEERD DUIDELIJK GESCHEIDEN IS VAN DIE VAN ANDERE PRODUCTEN
2.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden
Abies Mill.
Apium graveolens L.
Argyranthemum spp.
Aster spp.
Brassica spp.
Castanea Mill.
Cucumis spp.
Dendranthema (DC) Des Moul.
Dianthus L. en hybriden daarvan
Exacum spp.
Fragaria L.
Gerbera Cass.
Gypsophila L.
Impatiens L.: alle rassen hybriden uit Nieuw-Guinea
Lactuca spp.
Larix Mill.
Leucanthemum L.
Lupinus L.
Pelargonium L’Hérit. ex Ait.
Picea A. Dietr.
Pinus L.
Platanus L.
Populus L.
Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L.
Pseudotsuga Carr.
Quercus L.
Rubus L.
Spinacia L.
Tanacetum L.
Tsuga Carr.
Verbena L.
en andere planten van grasachtigen, met uitzondering van planten van de familie Gramineae, bollen, sorben, wortelstokken en knollen
2.2. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden
Solanaceae, andere dan die bedoeld in punt 1.3.
2.3. Planten, beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium
Araceae
Marantaceae
Musaceae
Persea spp.
Strelitziaceae
2.4. Zaden en bollen, bestemd voor opplant
Allium ascalonicum L.
Allium cepa L.
Allium schoenoprasum L.
Helianthus annuus L.
Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw.
Medicago sativa L.
Phaseolus L.
2.5. Planten, bestemd voor opplant
Allium porrum L.
2.6. Bollen en knollen, bestemd voor opplant
Camassia Lindl.
Chionodoxa Boiss.
Crocus flavus Weston cv. Golden Yellow
Galanthus L.
Galtonia candicans (Baker) Decne
Gladiolus Tourn. ex L.: minicultivars en hybriden daarvan, zoals G. callianthus Marais, G. colvillei Sweet, G. nanus hort., G. ramosus hort. en G. tubergenii hort.
Hyacinthus L.
Iris L.
Ismene Herbert (= Hymenocallis Salisb.)
Muscari Mill.
Narcissus L.
Ornithogalum L.
Puschkinia Adams
Scilla L.
Tigridia Juss.
Tulipa L.
B. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit andere gebieden dan het grondgebied van de partijen waarvoor de fytosanitaire invoervoorschriften van de partijen gelijkwaardige resultaten opleveren en die tussen de partijen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort indien zij in deel a van dit aanhangsel vermeld zijn of die vrij mogen worden verhandeld indien zij daar niet vermeld zijn
1. ONVERMINDERD DE PLANTEN VERMELD IN DEEL C VAN DIT AANHANGSEL, ALLE PLANTEN BESTEMD VOOR OPPLANT, MET UITZONDERING VAN ZADEN
2. ZAAIZAAD
2.1. Zaden van oorsprong uit Argentinië, Australië, Bolivia, Chili, Nieuw-Zeeland en Uruguay
Cruciferae
Gramineae, met uitzondering van Oryza spp.
Trifolium spp.
2.2. Zaden, ongeacht hun oorsprong, voorzover deze niet het grondgebied van de partijen is
Allium ascalonicum L.
Allium cepa L.
Allium porrum L.
Allium schoenoprasum L.
Capsicum spp.
Helianthus annuus L.
Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw.
Medicago sativa L.
Phaseolus L.
Prunus L.
Rubus L.
Zea mays L.
2.3. Zaden van oorsprong uit Afghanistan, India, Irak, Iran, Mexico, Nepal, Pakistan, de Verenigde Staten of Zuid-Afrika
Triticum
Secale
X Triticosecale
3. DELEN VAN PLANTEN, MET UITZONDERING VAN VRUCHTEN EN ZADEN
Acer saccharum Marsh., van oorsprong uit de Verenigde Staten en Canada
Apium graveolens L. (bladgroenten)
Aster spp., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Camellia sp.
Naaldbomen (Coniferales)
Dendranthema (DC) Des Moul.
Dianthus L.
Eryngium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Gypsophila L.
Hypericum L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Lisianthus L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Ocimum L. (bladgroenten)
Orchidaceae (snijbloemen)
Pelargonium L’Hérit. ex Ait.
Populus L.
Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch.
Rosa L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Quercus L.
Solidago L.
Trachelium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Viburnum spp.
4. FRUIT
Annona L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Cydonia L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Diospyros L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Malus Mill., van oorsprong uit niet-Europese landen
Mangifera L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Momordica L.
Passiflora L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Psidium L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Pyrus L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Ribes L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Solanum melongena L.
Syzygium Gaertn., van oorsprong uit niet-Europese landen
Vaccinium L., van oorsprong uit niet-Europese landen
5. KNOLLEN, ANDERE DAN BESTEMD VOOR OPPLANT
Solanum tuberosum L.
6. HOUT DAT GEHEEL OF GEDEELTELIJK ZIJN NATUURLIJKE RONDE OPPERVLAK HEEFT BEHOUDEN, MET OF ZONDER SCHORS, OF IN DE VORM VAN PLAKJES, SPANEN, KLEINE STUKJES, ZAAGSEL, RESTEN EN AFVAL
a) |
dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit een van de volgende ordes, geslachten of soorten, met uitzondering van verpakkingsmateriaal van hout, in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en soortgelijke verpakkingen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, die worden gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen, met uitzondering van ruwhout met een dikte van ten hoogste 6 mm, en verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een combinatie daarvan, van oorsprong uit andere grondgebieden dan die van de partijen:
en |
b) |
beantwoordt aan een van de volgende omschrijvingen zoals die voorkomen in bijlage I, deel 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief
|
c) |
|
7. GROND EN GROEIMEDIUM
a) |
Grond en groeimedium als zodanig, geheel of gedeeltelijk bestaande uit grond of vaste organische stoffen zoals plantedelen, humus met turf of schors, doch niet uitsluitend bestaande uit turf. |
b) |
Aan planten aanhangende of daarbij gevoegde grond en groeimedium, geheel of gedeeltelijk bestaande uit onder a) genoemd materiaal, of geheel of gedeeltelijk bestaande uit turf of vaste anorganische stof bestemd om de levenskracht van de planten te handhaven, van oorsprong uit:
|
8. BAST, ZONDER ANDERE DELEN, VAN:
— |
naaldbomen (Coniferales), van oorsprong uit niet-Europese landen |
9. ZADEN VAN OORSPRONG UIT AFGHANISTAN, INDIA, IRAK, IRAN, MEXICO, NEPAL, PAKISTAN, DE VERENIGDE STATEN OF ZUID-AFRIKA, VAN DE SOORTEN
Triticum
Secale
X Triticosecale
C. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen geen soortgelijke wetgeving hebben en waarvan zij het plantenpaspoort niet erkennen
1. PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT ZWITSERLAND DIE ALLEEN MET EEN FYTOSANITAIR CERTIFICAAT IN LIDSTATEN VAN DE GEMEENSCHAP MOGEN WORDEN INGEVOERD
1.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden
Clausena Burm. f.
Murraya Koenig ex L.
Palmae, met uitzondering van Phoenix spp., van oorsprong uit Algerije of Marokko
1.2. Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden
Phoenix spp.
1.3. Zaaizaad
Oryza spp.
1.4. Fruit
Citrus L. en hybriden daarvan
Fortunella Swingle en hybriden daarvan
Poncirus Raf. en hybriden daarvan
2. PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT LIDSTATEN VAN DE GEMEENSCHAP DIE ALLEEN MET EEN FYTOSANITAIR CERTIFICAAT IN ZWITSERLAND MOGEN WORDEN INGEVOERD
3. PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT ZWITSERLAND WAARVAN DE INVOER IN LIDSTATEN VAN DE GEMEENSCHAP VERBODEN IS
3.1. Planten, met uitzondering van vruchten en zaden
Citrus L. en hybriden daarvan
Fortunella Swingle en hybriden daarvan
Phoenix spp. van oorsprong uit Algerije of Marokko
Poncirus Raf. en hybriden daarvan
4. PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT LIDSTATEN VAN DE GEMEENSCHAP WAARVAN DE INVOER IN ZWITSERLAND VERBODEN IS
4.1. Planten
Cotoneaster Ehrh.
Photinia davidiana (Dcne.) Cardot
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1352/2007 van de Commissie (PB L 303 van 21.11.2007, blz. 3).
AANHANGSEL 2
WETGEVING
Bepalingen van de Europese Gemeenschap:
— |
Richtlijn 69/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte |
— |
Richtlijn 69/465/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van het aardappelcystenaaltje |
— |
Richtlijn 74/647/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende de bestrijding van de anjerbladroller |
— |
Beschikking 91/261/EEG van de Commissie van 2 mei 1991 waarbij Australië vrij van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. wordt verklaard |
— |
Richtlijn 92/70/EEG van de Commissie van 30 juli 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de in het kader van de erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap te verrichten onderzoeken |
— |
Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaardige producten en andere materialen, en van nadere bepalingen inzake registratie |
— |
Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/17/EG van de Commissie |
— |
Beschikking 93/359/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L. van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika |
— |
Beschikking 93/360/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L. van oorsprong uit Canada |
— |
Beschikking 93/365/EEG van de Commissie van 2 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor naaldhout dat een warmtebehandeling heeft ondergaan, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout |
— |
Beschikking 93/422/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout |
— |
Beschikking 93/423/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout |
— |
Richtlijn 93/50/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot nadere omschrijving van bepaalde niet in bijlage V, deel A, bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde planten waarvan de producenten, of de in het productiegebied van die planten gelegen opslagplaatsen of verzendingscentra, in een officieel register moeten worden opgenomen |
— |
Richtlijn 93/51/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot vaststelling van voorschriften voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen via een beschermd gebied en voor het verkeer, binnen een beschermd gebied, van dergelijke planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong uit dat gebied |
— |
Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/56/EG van de Commissie |
— |
Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen |
— |
Richtlijn 95/44/EG van de Commissie van 26 juli 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wettenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of van een andere plaats overgebracht, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/46/EG van de Commissie van 25 juli 1997 |
— |
Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten |
— |
Richtlijn 98/57/EEG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/63/EG van de Commissie |
— |
Beschikking 98/109/EG van de Commissie van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny |
— |
Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/35/EG |
— |
Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. te voorkomen, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/426/EG |
— |
Beschikking 2002/499/EG van de Commissie van 26 juni 2002 houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit de Republiek Korea, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/775/EG |
— |
Beschikking 2002/887/EG van de Commissie van 8 november 2002 houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit Japan, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/915/EG |
— |
Beschikking 2003/766/EG van de Commissie van 24 oktober 2003 tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera Le Conte te voorkomen, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/564/EG |
— |
Beschikking 2004/4/EG van de Commissie van 22 december 2003 houdende machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith wat Egypte betreft, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/749/EG |
— |
Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen |
— |
Richtlijn 2004/105/EG van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van de modellen van officiële fytosanitaire certificaten of fytosanitaire certificaten voor wederuitvoer waarvan in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen vergezeld moeten gaan |
— |
Beschikking 2005/51/EG van de Commissie van 21 januari 2005 tot machtiging van de lidstaten om met het oog op reiniging tijdelijk afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor de invoer van grond verontreinigd door bestrijdingsmiddelen |
— |
Beschikking 2005/359/EG van de Commissie van 29 april 2005 houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van stammen van eikenhout (Quercus L.), met bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/750/EG van de Commissie |
— |
Beschikking 2005/649/EG van de Commissie van 13 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2003/63/EG tot machtiging van de lidstaten om voor niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit bepaalde provincies van Cuba tijdelijk af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad |
— |
Beschikking 2005/850/EG van de Commissie van 25 november 2005 tot wijziging van Beschikking 2003/61/EG tot machtiging van bepaalde lidstaten om voor pootaardappelen van oorsprong uit bepaalde provincies van Canada tijdelijk af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad |
— |
Beschikking 2006/133/EG van de Commissie van 13 februari 2006 tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner en Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan |
— |
Beschikking 2006/464/EG van de Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen |
— |
Beschikking 2006/473/EG van de Commissie van 5 juli 2006 waarbij sommige derde landen en sommige gebieden van derde landen worden erkend als zijnde vrij van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen), Cercospora angolensis Carv. en Mendes en Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) |
— |
Richtlijn 2006/91/EG van de Raad van 7 november 2006 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis (gecodificeerde versie) |
— |
Beschikking 2006/916/EG van de Commissie van 11 december 2006 tot verlening van een machtiging om voor planten van Vitis L., met uitzondering van vruchten, van oorsprong uit Kroatië of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad af te wijken |
Bepalingen van Zwitserland:
— |
Ordonnance du 28 février 2001 sur la protection des végétaux (RO 2001 1191), laatstelijk gewijzigd op 16 mei 2007 (RO 2007 2369) |
— |
Ordonnance du DFE du 15 avril 2002 sur les végétaux interdits (RO 2002 1098) |
— |
Ordonnance de l'OFAG du 25 février 2004 sur les mesures phytosanitaires à caractère temporaire (RO 2004 1599) |
AANHANGSEL 3
VOOR HET OPSTELLEN VAN DE PLANTENPASPOORTEN BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIES
Europese Gemeenschap
B
Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire |
Administration du Contrôle |
Direction production primaire |
Secteur végétal |
W.T.C. III, 24e étage |
Boulevard Simon Bolivar, 30 |
B-1000 Bruxelles |
Tel. (32-2) 208 50 48 |
Fax (32-2) 208 51 70 |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen |
Bestuur van de Controle |
Directie Primaire Productie |
Plantaardige sector |
W.T.C. III, 24 ste verdieping |
Simon Bolivarlaan, 30 |
B-1000 Brussel |
Tel. (32-2) 208 50 48 |
Fax (32-2) 208 51 70 |
BG
Regional Service for Plant Protection — Sofia |
|
1330 Krasna poliana quarter, |
|
Nikola Mushanov Blvd № 120 |
Tel. |
(359) 2 822 33 62 (359) 2 828 62 41 |
Fax (359) 2 822 33 74
Regional Service for Plant Protection — Blagoevgrad |
|
2700 sub quarter „Gramada” |
Tel. |
(359) 73 831 568 (359) 73 831 569 |
Fax (359) 73 831 569
Regional Service for Plant Protection — Burgas |
8000 „Komlushka nizina” Str. |
Тel. (359) 56 842 238 |
Fax (359) 56 842 238 |
Regional Service for Plant Protection — Varna |
9000 „Sofroni Vrachanski” Str. № 23 |
Тel. (359) 52 60 10 86 |
Fax (359) 52 60 10 86 |
Regional Service for Plant Protection — Veliko Tarnovo |
5000 „Мagistralna” Str. № 30 |
Тel./Fax (359) 62 643 543 |
Regional Service for Plant Protection — Vidin |
3700 „Тargovska” Str. № 12 |
Тel./Fax (359) 94 600 459 |
Regional Service for Plant Protection — Vratza |
3000 „Kethudov” Str. № 2 |
Tel. (359) 92 624 037 |
Fax (359) 92 624 365 |
Regional Service for Plant Protection — Dobrich |
9300 „Kliment Ohridski” Str. № 27 |
Тel./Fax (359) 58 603 221 |
Regional Service for Plant Protection — Kustendil |
2500 „Demokracia” Str. № 1, flour. 4 |
Тel./Fax (359) 78 50 375 |
Regional Service for Plant Protection — Pleven |
5800 „Vasil Levsky” Str. № 1, flour 13 |
Тel./Fax (359) 64 800 164 |
Regional Service for Plant Protection — Plovdiv |
4000 „Brezovsko shose” Str. |
Тel./Fax (359) 32 954 133 |
Regional Service for Plant Protection — Russe |
7005 „Ivan Vedar” Str. № 12 |
Тel./Fax (359) 82 845 486 |
Regional Service for Plant Protection — Stara Zagora |
6000 „Raina Kandeva” Str. № 63 |
Tel. (359) 42 605 388 |
Fax (359) 42 605 29 |
Regional Service for Plant Protection — Haskovo |
6300 „Plovdivska” Str. № 6 |
Тel./Fax (359) 38 624 895 |
CZ
State Phytosanitary Administration |
Tesnov 17 |
CZ-11705, Praha 1 |
Tel. (420) 233 022 240 |
Fax (420) 233 022 226 |
DK
Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri |
Plantedirektoratet |
Skovbrynet 20 |
DK-2800 Kgs. Lyngby |
Tel. (45) 45 26 36 00 |
Fax (45) 45 26 36 13 |
D
BADEN-WÜRTTEMBERG |
|
||||||||||||||||||||||||||
BAYERN |
|
||||||||||||||||||||||||||
BERLIN |
|
||||||||||||||||||||||||||
BRANDENBURG |
|
||||||||||||||||||||||||||
BREMEN |
|
||||||||||||||||||||||||||
HAMBURG |
|
||||||||||||||||||||||||||
HESSEN |
|
||||||||||||||||||||||||||
MECKLENBURG-VORPOMMERN |
|
||||||||||||||||||||||||||
NIEDERSACHSEN |
|
||||||||||||||||||||||||||
NORDRHEIN-WESTFALEN |
|
||||||||||||||||||||||||||
RHEINLAND-PFALZ |
|
||||||||||||||||||||||||||
SAARLAND |
|
||||||||||||||||||||||||||
SACHSEN |
|
||||||||||||||||||||||||||
SACHSEN-ANHALT |
|
||||||||||||||||||||||||||
SCHLESWIG-HOLSTEIN |
|
||||||||||||||||||||||||||
THÜRINGEN |
|
EE
Plant Health Department |
Plant Production Inspectorate |
Teaduse 2 |
EE-75501 Saku, Harju m/k |
Tel. (372) 6712641 |
Fax (372) 6712604 |
EL
Ministry of Agriculture |
General Directorate of Plant Produce |
Directorate of Plant Produce Protection |
Division of Phytosanitary Control |
150 Sygrou Avenue |
EL-176 71 Athens |
Tel. (30) 210 928 72 33/(30) 210 921 05 51 |
Fax (30) 210 921 20 90 |
E
Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación |
Dirección General de Agricultura |
Subdirección General de Agricultura Integrada y Sanidad Vegetal |
C Alfonso XII no 62 |
E-28014 Madrid |
Tel. (34) 91 347 82 43 |
Fax (34) 91 347 82 48 |
1. |
ANDALUCÍA |
|
|||||
2. |
ARAGÓN |
|
|||||
3. |
ASTURIAS |
|
|||||
4. |
BALEARES |
|
|||||
5. |
CANTABRIA |
|
|||||
6. |
CASTILLA Y LEÓN |
|
|||||
7. |
CASTILLA LA MANCHA |
|
|||||
8. |
CATALUÑA |
|
|||||
9. |
EXTREMADURA |
|
|||||
10. |
GALICIA |
|
|||||
11. |
LA RIOJA |
|
|||||
12. |
MADRID |
|
|||||
13. |
MURCIA |
|
|||||
14. |
NAVARRA |
|
|||||
15. |
PAÍS VASCO |
|
|||||
16. |
VALENCIA |
|
F
Ministère de l’Agriculture et de la Pêche |
Direction Générale de l’Alimentation |
Sous-direction de la Qualité et de la Protection des végétaux |
251, Rue de Vaugirard |
F-75732 Paris Cedex 15 |
Tel. (33-1) 49558153 |
Fax (33-1) 49555949 |
IRL
Department of Agriculture and Food |
Horticulture and Plant Health Division |
Maynooth Business Campus |
IRL-Maynooth Co. Kildare |
Tel. (353-1) 5053354 |
Fax (353-1) 5053564 |
I
Ministero delle Politiche Agricole e Forestali (MiPAF) |
Servizio Fitosanitario |
Via XX Settembre 20 |
I-00187 Roma |
Tel. (39-06) 46656098 |
Fax (39-06) 4814628 |
CY
Ministry of Agriculture |
Natural Resources and Environment |
Department of Agriculture |
Loukis Akritas Ave. |
CY-1412 Lefkosia |
Tel. (357) 22 4085 19/(357) 22 4086 39 |
Fax (357) 22 7814 25/(357) 22 4086 45 |
LV
State Plant Protection Service |
Plant Quarantine Department |
Lielvardes 36/38 |
LV-1006 Riga |
Tel. (371) 6 755 0925/(371) 6 755 0928 |
Fax (371) 6 755 0927 |
LT
State Plant Protection Service |
Plant Quarantine Department |
Kalvariju str. 62 |
LT-09304 Vilnius |
Tel. (370-5) 275 27 50/(370-5) 275 40 50 |
Fax (370-5) 275 21 28 |
L
Ministère de l’Agriculture |
A.S.T.A./Service de la Protection des Végétaux |
16, route d’Esch — BP 1904 |
L-1019 Luxembourg |
Tel. (352) 457172 218 |
Fax (352) 457172 340 |
HU
Central Agricultural Office |
Directorate of Plant Protection, |
Soil Conservation and Agri-environment |
H-1118 Budapest, Budaőrsi út 141-145. |
Tel. (36-1) 309-1037 |
Fax (36-1) 246-2942 |
Directorate of Plant Production and Horticulture |
H-1024 Budapest, Keleti Károly u. 24. |
Tel. (36-1) 336-9115 |
Fax (36-1) 336-9094 |
MT
Ministry for Rural Affairs & The Environment, |
Rural Affairs and Paying Agency Division |
Plant Health Department, |
Surveillance and Inspectorate Unit, |
Plant Biotechnology Centre |
Annibale Preca Street, |
Lija LJA 1915 |
Malta. |
Tel. (356 23) 39 72 23/23 39 72 22 |
Fax (356 21) 41 16 93 |
NL
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Plantenziektenkundige Dienst |
Geertjesweg 15 — Postbus 9102 |
NL-6700 HC Wageningen |
Tel. (31-317) 496911 |
Fax (31-317) 421701 |
AT
BURGENLAND |
|
||||||||
KÄRNTEN |
|
||||||||
NIEDERÖSTERREICH |
|
||||||||
OBERÖSTERREICH |
|
||||||||
SALZBURG |
|
||||||||
STEIERMARK |
|
||||||||
TIROL |
|
||||||||
VORARLBERG |
|
||||||||
WIEN |
|
PL
The State Plant Health and Seed Inspection Service |
(Państwowa Inspekcja Ochrony Roślin i Nasiennictwa) |
30, Wspólna Street |
PL-00-930 Warsaw |
Tel. (48) 22 623 24 04 |
Fax (48) 22 623 23 04 |
P
Direcção Geral de Agricultura e Desenvolvimento Rural (DGADR) |
Direcção de Serviços de Fitossanidade e Materiais de Multiplicação de Plantas |
Edificio 1 — Tapada da Ajuda |
P-1349-018 Lisboa |
Tel. (351) 21 361 32 74 |
Fax (351) 21 361 32 77 |
RO
Centrale autoriteit: |
MADR — Ministry of Agriculture and Rural Development |
National Phytosanitary Agency |
Elena Leaota |
Tel. (40 21) 3072386/686 |
Fax (40 21) 3072485 |
Grensinspectieposten
ALBIȚA
Tel. (40) 235 482731
Fax (40) 235 482731
IAȘI
Tel. (40) 232 234336
Fax (40) 232 234336
DORNEȘTI-SIRET
Tel. (40) 230 280434
Fax (40) 230 280434
BUCUREȘTI
Tel. (40) 21 2041557
Fax (40) 21 2041557
HALMEU
Tel. (40) 261 773024
Fax (40) 261 773024
TIMIȘOARA
(40) 256 204987
(40) 256 204987
GALATI
(40) 236 470630
(40) 236 470630
CONSTANȚA
(40) 241 601943
(40) 241 601943
Regionale fytosanitaire eenheden
ALBA
(40) 258 831543
(40) 258 812166
ARAD
(40) 257 270108
(40) 257 276105
ARGEȘ
(40) 248 401922
(40) 248 223899
BACĂU
(40) 234 513019
(40) 234 211001
BIHOR
(40) 259 243405
(40) 259 415710
BISTRIȚA NĂSĂUD
(40) 263 231673
(40) 263 231281
BOTOȘANI
(40) 231 511278
(40) 231 517475
BRAȘOV
(40) 268 441728
(40) 268 441728
BRĂILA
(40) 239 611140
(40) 239 611140
BUZĂU
(40) 238 710073
(40) 238 710074
CARAȘ SEVERIN
(40) 255 517222
(40) 255 514795
CĂLĂRAȘI
(40) 242 319065
(40) 242 319065
CLUJ
(40) 264 443473
(40) 264 443434
COVASNA
(40) 267 351703
(40) 267 306041
CONSTANȚA
(40) 241 559353
(40) 241 692983
DÂMBOVIȚA
(40) 245 221026
(40) 245 221026
DOLJ
(40) 251 426911
(40) 251 427579
GALAȚI
(40) 236 479411
(40) 236 479405
GIURGIU
(40) 246 216819
(40) 246 214310
GORJ
(40) 253 226036
(40) 253 226106
HARGHITA
(40) 266 371435
(40) 266 371435
HUNEDOARA
(40) 254 215241
(40) 254 216147
IALOMIȚA
(40) 243 206236
(40) 243 206237
IAȘI
(40) 232 278009
(40) 232 278062
ILFOV
(40) 21 4913174
(40) 21 4913248
MARAMUREȘ
(40) 262 223420
(40) 262 223419
MEHEDINȚI
(40) 252 316752
(40) 252 316752
MUREȘ
(40) 265 252616
(40) 265 253298
NEAMȚ
(40) 233 227889
(40) 233 221397
OLT
(40) 249 416078
(40) 249 415360
PRAHOVA
(40) 244 591332
(40) 244 513464
SATU MARE
(40) 261 715005
(40) 261 711049
SĂLAJ
(40) 260 614413
(40) 260 620491
SIBIU
(40) 269 223719
(40) 269 223309
SUCEAVA
(40) 230 531677
(40) 230 524419
TELEORMAN
(40) 247 312281
(40) 247 326684
TIMIȘOARA
(40) 256 217029
(40) 256 217029
TULCEA
(40) 240 524980
(40) 240 524691
VASLUI
(40) 235 311242
(40) 235 311505
VÂLCEA
(40) 250 741322
(40) 250 748421
VRANCEA
(40) 237 222596
(40) 237 239074
BUCUREȘTI
(40) 21 4131912
(40) 21 4135340
SI
|
Centrale autoriteit:
|
|
Gecertificeerd plantgoed:
|
|
Hopplanten:
|
|
Ingevoerde planten en plantaardige producten:
|
SK
Department of Plant Protection |
Central Control and Testing Institute of Agriculture |
Hanulova 9/A |
SK-84429 Bratislava 42 |
Tel. (421) 2 6920 4476 |
Fax (421) 2 6446 2084 |
FIN
Finnish Food Safety Authority (Evira) |
Plant Protection Unit |
Mustialankatu 3 |
FI-00790 Helsinki, Finland |
Te1. (358 20) 77 2003 |
Fax (358 20) 77 25034 |
SE
Swedish Board of Agriculture |
Plant Protection Service |
S-551 82 Jönköping |
Tel. (46) 36 155000 |
Fax (46) 36 122522 |
UK
Department for Environment, Food and Rural Affairs |
Plant Health Division |
Foss House, King’s Pool |
1-2 Peasholme Green |
UK-York YO I 7PX |
Te1. (44-1904) 455161 |
Fax (44-1904) 455163 |
Scottish Executive (SE) |
Pentland House |
47 Robb's Loan |
Edinburgh |
EH14 1TY |
United Kingdom |
National Assembly for Wales |
Animal and Plant Health Division |
Welsh Assembly Government |
Crown Buildings |
Cathays Park |
UK-Cardiff CF10 3NQ |
Department of Agriculture and Rural Developments (DARD) |
Dundonald House |
Upper Newtonards Road |
UK-Belfast BT4 3SB |
Department of Agriculture and Fisheries |
P.O. Box 327 |
Howard Davis Farm |
Trinity |
UK-Jersey JE4 8UF |
Chief Executive Officer |
Committee for Horticulture |
Raymond Falla House, PO Box 459 |
Longue Rue (Burnt Lane) |
St. Martin’s |
UK-Guernsey GY1 6AF |
Ministry of Agriculture |
Knockaloe Peel |
UK-Isle of Man IM5 3AJ |
Forestry Commission |
231 Corstorphine Road |
UK-Edinburgh EH12 7AT |
ZWITZERLAND
Office fédéral de l’agriculture |
Service phytosanitaire fédéral |
CH-3003 Berne |
Tel. (41) 31 3222550 |
Fax (44) 31 3222634 |
AANHANGSEL 4
IN ARTIKEL 4 BEDOELDE GEBIEDEN EN DAAROP BETREKKING HEBBENDE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN
De in artikel 4 bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften zijn vastgesteld bij de onderstaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de partijen.
Bepalingen van de Europese Gemeenschap:
Richtlijn 2001/32/EG van de Commissie van 8 mei 2001 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan, en tot intrekking van Richtlijn 92/76/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/36/EG
Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/35/EG
Bepalingen van Zwitserland:
Beschikking van 28 februari 2001 betreffende de bescherming van planten, bijlage 4, deel B (RO 2001 1191), laatstelijk gewijzigd op 16 mei 2007 (RO 2007 2369)