ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2014.038.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 38

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
8 februari 2014


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 38/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7103 — USS/Optrust/PGGM/Global Via Infraestructuras/Globalvia) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 38/02

Wisselkoersen van de euro

2

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2014/C 38/03

Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ

3

2014/C 38/04

Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG

8

2014/C 38/05

Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming betreffende het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen

11

2014/C 38/06

Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maatregelen inzake de Europese interne markt voor elektronische communicatie en om een connectief continent tot stand te brengen alsmede tot wijziging van Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG en Verordeningen (EG) nr. 1211/2009 en (EU) nr. 531/2012

12

2014/C 38/07

Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2006/48/EG en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG, en voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties

14

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2014/C 38/08

Bijwerking van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) ( PB C 247 van 13.10.2006, blz. 85 , PB C 153 van 6.7.2007, blz. 15 , PB C 64 van 19.3.2009, blz. 18 , PB C 239 van 6.10.2009, blz. 7 en PB C 304 van 10.11.2010, blz. 6 , PB C 273 van 16.9.2011, blz. 11 , PB C 357 van 7.12.2011, blz. 3 , PB C 88 van 24.3.2012, blz. 12 , PB C 120 van 25.4.2012, blz. 4 , PB C 182 van 22.6.2012, blz. 10 , PB C 214 van 20.7.2012, blz. 4 , PB C 238 van 8.8.2012, blz. 5 , PB C 255 van 24.8.2012, blz. 2 , PB C 242 van 23.8.2013, blz. 13 )

16


 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2014/C 38/09

Bekendmaking overeenkomstig Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen — Samenvatting van het besluit inzake buitengewone maatregelen die Nova Ljubljanska banka d.d. op 18 december 2013 zijn opgelegd

25

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2014/C 38/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.7168 — Lukoil/ISAB/ISAB Energy/ISAB Energy Services) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

27


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.7103 — USS/Optrust/PGGM/Global Via Infraestructuras/Globalvia)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 38/01)

Op 29 januari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7103. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/2


Wisselkoersen van de euro (1)

7 februari 2014

(2014/C 38/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3574

JPY

Japanse yen

138,79

DKK

Deense kroon

7,4623

GBP

Pond sterling

0,83140

SEK

Zweedse kroon

8,8595

CHF

Zwitserse frank

1,2237

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,4120

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,503

HUF

Hongaarse forint

308,81

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1875

RON

Roemeense leu

4,4825

TRY

Turkse lira

3,0162

AUD

Australische dollar

1,5178

CAD

Canadese dollar

1,5025

HKD

Hongkongse dollar

10,5532

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6462

SGD

Singaporese dollar

1,7223

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 459,46

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,0675

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2310

HRK

Kroatische kuna

7,6495

IDR

Indonesische roepia

16 507,53

MYR

Maleisische ringgit

4,5295

PHP

Filipijnse peso

61,081

RUB

Russische roebel

47,1200

THB

Thaise baht

44,612

BRL

Braziliaanse real

3,2395

MXN

Mexicaanse peso

18,1125

INR

Indiase roepie

84,7270


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/3


Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) http://www.edps.europa.eu)

(2014/C 38/03)

I.   Inleiding

I.1.   Achtergrond van het advies

1.

Op 27 maart 2013 heeft de Commissie het voorstel vastgesteld voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ („het voorstel”). Het voorstel is dezelfde dag door de Commissie voor raadpleging naar de EDPS gestuurd en is op 4 april 2013 ontvangen.

2.

Voordat het voorstel werd vastgesteld, kreeg de EDPS de gelegenheid om informele opmerkingen te maken. Het verheugt de EDPS dat met veel van zijn opmerkingen rekening is gehouden.

3.

Het verheugt de EDPS dat hij door de Commissie is geraadpleegd en dat er een verwijzing naar de raadpleging is opgenomen in de preambules van het voorstel.

4.

De EDPS is ook geraadpleegd inzake de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s tot vaststelling van een Europees opleidingsprogramma voor rechtshandhaving, die gelijktijdig met het voorstel is vastgesteld (1). Hij ziet evenwel af van een afzonderlijke reactie op deze mededeling, aangezien hij er in slechts zeer beperkte mate opmerkingen over heeft. Deze zijn opgenomen in deel IV van dit advies.

I.2.   Doel van het voorstel

5.

Het voorstel is gebaseerd op artikel 88 en artikel 87, lid 2, onder b) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) en heeft het volgende tot doel (2):

Europol in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Lissabon door het juridische kader volgens de gewone wetgevende procedure aan te nemen;

te voldoen aan de doelstellingen van het programma van Stockholm door van Europol een knooppunt voor informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten te maken en door Europese opleidingsprogramma’s en uitwisselingsprogramma’s op te zetten voor ieder die op nationaal of Europees niveau beroepshalve bij rechtshandhaving betrokken is;

Europol nieuwe verantwoordelijkheden toe te kennen door de taken van Cepol over te nemen en het EU-centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit een rechtsgrond te verschaffen;

te zorgen voor een solide regeling voor gegevensbescherming, met name door de structuur op het gebied van toezicht te versterken;

de bestuurswijze van Europol te verbeteren, door deze efficiënter te maken en in overeenstemming te brengen met de beginselen van de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde agentschappen.

De EDPS benadrukt dat het voorstel van groot belang is vanuit het oogpunt van verwerking van persoonsgegevens. De verwerking van informatie, waaronder persoonsgegevens, is een belangrijke reden voor het bestaan van Europol. Gezien de huidige staat van ontwikkeling van de EU blijft operationeel politiewerk een bevoegdheid van lidstaten. Deze taak heeft echter steeds meer een grensoverschrijdend karakter en op EU-niveau wordt ondersteuning geboden door informatie te verschaffen, uit te wisselen en te bestuderen.

I.3.   Doel van het advies

6.

Dit advies spitst zich toe op de meest relevante veranderingen van het wettelijk kader van Europol vanuit het oogpunt van gegevensbescherming. Eerst worden de juridische achtergrond, zijn ontwikkeling en de gevolgen voor Europol geanalyseerd. Vervolgens wordt ingegaan op de voornaamste veranderingen. Deze zijn:

de nieuwe informatiestructuur voor Europol, die een samenvoeging van verschillende gegevensbanken met zich meebrengt, en de gevolgen hiervan voor het beginsel van doelafbakening;

de verscherping van het toezicht op gegevensbescherming;

doorgifte en uitwisseling van persoonsgegevens en andere informatie, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar uitwisseling van persoonsgegevens met derde landen.

7.

Vervolgens komt in het advies een aantal specifieke bepalingen van het voorstel aan de orde, met de nadruk op hoofdstuk VII (artikelen 34-48) over waarborgen inzake gegevensbescherming.

V.   Conclusies

Algemeen

167.

De EDPS benadrukt dat het voorstel van groot belang is vanuit het oogpunt van verwerking van persoonsgegevens. De verwerking van informatie, waaronder persoonsgegevens, is een van de voornaamste bestaansredenen van Europol, en het voorstel voorziet reeds in een krachtige gegevensbescherming. Dit uitgebreide advies is daarom uitgebracht met als doel het voorstel verder te versterken.

168.

De EDPS merkt op dat het huidige Europol-besluit voorziet in een solide stelsel voor gegevensbescherming en is van mening dat het niveau hiervan niet omlaag mag, los van de discussie over de voorgestelde richtlijn gegevensbescherming. Dit dient in de overweging te worden vermeld.

169.

De EDPS is ingenomen met het feit dat het voorstel Europol in overeenstemming brengt met de eisen van artikel 88, lid 2, van het VWEU, dat ervoor zorgt dat Europol bij zijn activiteiten profijt trekt van de volledige betrokkenheid van alle betrokken EU-instellingen.

170.

De EDPS is ingenomen met artikel 48 van het voorstel waarin wordt bepaald dat Verordening (EG) nr. 45/2001, waaronder de bepalingen betreffende het toezicht, volledig van toepassing is op personeels- en administratieve gegevens. Hij betreurt het echter dat de Commissie er niet voor heeft gekozen Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing te laten zijn op de hoofdtaken van Europol en het voorstel te beperken tot aanvullende speciale regels en afwijkingen waarin naar behoren rekening wordt gehouden met de specifieke eigenschappen van de rechtshandhavingssector. Hij merkt evenwel op dat in overweging 32 van het voorstel expliciet wordt vermeld dat de voorschriften inzake gegevensbescherming bij Europol dienen te worden verscherpt en gebaseerd op de beginselen die aan de grondslag liggen van Verordening (EG) nr. 45/2001. Deze beginselen zijn tevens een belangrijk referentiepunt voor het onderhavige advies.

171.

De EDPS beveelt aan om in de overwegingen van het voorstel te vermelden dat het nieuwe gegevensbeschermingskader van de instellingen en organen van toepassing zal zijn op Europol zodra het is vastgesteld. Daarnaast dient de toepassing van de regeling inzake gegevensbescherming voor EU-instellingen en -organen op Europol te worden verduidelijkt binnen het instrument ter vervanging van Verordening (EG) nr. 45/2001, zoals voor het eerst is aangekondigd in 2010, tegen de achtergrond van de evaluatie van het pakket gegevensbescherming. Uiterlijk vanaf het moment van vaststelling van het nieuwe algemene kader dienen de voornaamste nieuwe elementen van de gegevensbeschermingshervorming (beginsel van verantwoordingsplicht, effectbeoordeling gegevensbescherming, ingebouwde privacy en standaardprivacy en melding van schending van persoonsgegevens) ook op Europol te worden toegepast. Dit dient ook in de overwegingen te worden vermeld.

Nieuwe informatiestructuur van Europol

172.

De EDPS begrijpt dat er behoefte is aan flexibiliteit in verband met de veranderende context en in het licht van de groeiende taken van Europol. De bestaande informatiestructuur is niet noodzakelijkerwijs een maatstaf voor de toekomst. Het is aan de EU-wetgever om de informatiestructuur van Europol te bepalen. In zijn rol van adviseur van de EU-wetgever richt de EDPS zich op de vraag in hoeverre de keuze van de wetgevers wordt ingeperkt door de beginselen van gegevensbescherming.

173.

Met betrekking tot artikel 24 van het voorstel beveelt hij aan:

de begrippen strategische, thematische en operationele analyse in het voorstel te omschrijven en de mogelijkheid om persoonsgegevens te verwerken voor strategische of thematische analyse te schrappen, tenzij deugdelijk gemotiveerd;

om met betrekking tot artikel 24, lid 1, onder c), een specifiek doel voor elk geval van operationele analyse te definiëren en te eisen dat alleen relevante persoonsgegevens worden verwerkt, in overeenstemming met het vastgestelde specifieke doel;

om in het voorstel de volgende elementen op te nemen: i) alle kruiscontroles door Europol-onderzoekers worden specifiek gemotiveerd, ii) het opvragen van gegevens ingevolge een raadpleging wordt beperkt tot het strikt vereiste minimum en specifiek gemotiveerd, iii) de traceerbaarheid van alle verrichtingen met betrekking tot kruiscontroles wordt gewaarborgd en iv) alleen bevoegd personeel dat is belast met het doel waarvoor de gegevens aanvankelijk zijn verzameld kan die gegevens wijzigen. Dit is in overeenstemming met de huidige praktijk binnen Europol.

Verscherping van het toezicht op gegevensbescherming

174.

In artikel 45 van het voorstel wordt erkend dat toezicht op de verwerking zoals in het voorstel bepaald een taak is die de actieve betrokkenheid van nationale instanties op het gebied van gegevensbescherming vereist (3). Samenwerking tussen de EDPS en nationale controleorganen is van cruciaal belang voor effectief toezicht op dit gebied.

175.

De EDPS is ingenomen met artikel 45 van het voorstel. Daarin wordt gesteld dat gegevensverwerking door de nationale organen is onderworpen aan nationaal toezicht. Zo komt de sleutelrol van nationale controleorganen in het artikel tot uitdrukking. Hij is ook ingenomen met de eis dat de nationale controleorganen de EDPS op de hoogte moeten houden van acties die zij met betrekking tot Europol ondernemen.

176.

De EDPS is ingenomen:

met de bepalingen betreffende het toezicht die voorzien in een krachtige structuur voor het toezicht op gegevensverwerking. Er wordt rekening gehouden met de verantwoordelijkheden op nationaal niveau en op EU-niveau, en er is een systeem opgezet voor coördinatie tussen alle betrokken organen op het gebied van gegevensbescherming;

met de erkenning in het voorstel van de rol van de EDPS als de autoriteit die is ingesteld om toezicht te houden op alle instellingen en organen van de EU;

met artikel 47 betreffende samenwerking en coördinatie met de nationale controleorganen, maar stelt voor te verduidelijken dat de beoogde samenwerking zowel bilaterale als collectieve samenwerking omvat. In een overweging dient voorts het belang van samenwerking tussen de diverse controleorganen te worden benadrukt en dienen voorbeelden te worden gegeven van de wijze waarop een dergelijke samenwerking het beste kan worden geïntensiveerd.

Gegevensoverdracht

177.

De EDPS stelt voor een zin in artikel 26, lid 1, van het voorstel in te voegen waarin wordt gesteld dat informatie voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toegankelijk en doorzoekbaar is op een „need-to-know”-basis en voor zover dat nodig is voor de legitieme uitvoering van hun taken. Artikel 26, lid 2, dient te worden gewijzigd en in overeenstemming te worden gebracht met artikel 27, lid 2.

178.

De EDPS juicht het toe dat gegevensoverdracht aan derde landen en internationale organisaties alleen kan plaatsvinden op basis van adequaatheid of een bindende overeenkomst die voorziet in adequate waarborgen. Een bindende overeenkomst zorgt voor rechtszekerheid en voor volledige verantwoordingsplicht van Europol voor de gegevensoverdracht. Een bindende overeenkomst zou altijd nodig moeten zijn voor omvangrijke, structurele en steeds terugkerende overdrachten. Hij begrijpt echter dat er in sommige situaties geen bindende overeenkomsten kunnen worden geëist. Deze situaties dienen echter uitzondering te zijn en gebaseerd te zijn op reële noodzaak, en mogen slechts worden toegestaan voor een beperkt aantal gevallen; krachtige waarborgen — inhoudelijk zowel als procedureel — zijn nodig.

179.

De EDPS beveelt ten zeerste aan de mogelijkheid dat Europol de toestemming van lidstaten veronderstelt, te schrappen. De EDPS raadt ook aan dat er „voorafgaand aan de gegevensoverdracht” toestemming wordt verleend, zoals bedoeld in de tweede zin van artikel 29, lid 4. De EDPS beveelt ook aan om aan artikel 29 een alinea toe te voegen waarin wordt gesteld dat Europol de overdrachten van persoonsgegevens nauwkeurig vastlegt.

180.

De EDPS beveelt aan om aan het voorstel een overgangsclausule toe te voegen ten aanzien van bestaande samenwerkingsovereenkomsten ter regulering van overdrachten van persoonsgegevens door Europol. Deze clausule dient te zorgen voor herziening van deze overeenkomsten binnen een redelijke termijn teneinde ze in overeenstemming te brengen met de eisen van het voorstel. Deze clausule dient te worden opgenomen in de materiële bepalingen van het voorstel en dient te voorzien in een termijn van niet langer dan twee jaar na de inwerkingtreding van het voorstel.

181.

Omwille van de transparantie beveelt de EDPS ook aan om aan het eind van artikel 31, lid 1, toe te voegen dat Europol de lijst van zijn internationale overeenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten met derde landen openbaar maakt door deze lijst op zijn website te publiceren en regelmatig te verversen.

182.

De EDPS beveelt aan om in artikel 31, lid 2, uitdrukkelijk toe te voegen dat afwijkingen niet van toepassing zijn op frequente, omvangrijke of structurele gegevensoverdrachten, met andere woorden voor verzamelingen gegevensoverdrachten (en niet alleen incidentele gegevensoverdrachten).

183.

De EDPS beveelt aan te voorzien in een specifieke alinea, gewijd aan gegevensoverdrachten met de toestemming van de EDPS. In deze alinea, die logischerwijs voorafgaat aan de alinea over afwijkingen, moet worden bepaald dat de EDPS een gegevensoverdracht of een reeks gegevensoverdrachten kan toestaan indien Europol adequate waarborgen aanvoert met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en grondrechten en vrijheden van personen, en ten aanzien van de uitoefening van de overeenkomende rechten. Daarnaast wordt deze toestemming voorafgaand aan de gegevensoverdracht/reeks gegevensoverdrachten verleend, voor een periode van niet meer dan een jaar, die daarna kan worden verlengd.

Overig

184.

Het advies omvat een groot aantal andere aanbevelingen, die tot doel hebben het voorstel verder te verbeteren. Hier volgen enkele van de belangrijkste aanbevelingen.

a)

Schrappen van de mogelijkheid voor Europol om rechtstreeks toegang te hebben tot nationale gegevensbanken (artikel 23).

b)

Met betrekking tot de toegang tot EU-informatiesystemen, enkel toegang verlenen op basis van een „hit/no-hit”-systeem (d.w.z. een positief of negatief antwoord). Informatie die betrekking heeft op de hit dient aan Europol te worden doorgegeven na de uitdrukkelijke goedkeuring en toestemming voor gegevensoverdracht door de lidstaat (indien de toegang gegevens betreft die door een lidstaat zijn geleverd), het EU-orgaan of de internationale organisatie en dient te worden onderworpen aan de beoordeling zoals bedoeld in artikel 35 van het voorstel. De EDPS beveelt aan om deze voorwaarden in artikel 23 van het voorstel vast te leggen.

c)

Versterking van artikel 35 van het voorstel door de beoordeling door de lidstaat die de informatie verschaft, verplicht te stellen. De EDPS stelt voor om in artikel 35, leden 1 en 2, de zinsnede „zo veel mogelijk” te schrappen en artikel 36, lid 4, dienovereenkomstig te wijzigen.

d)

Vervanging van het overzicht van alle persoonsgegevens in artikel 36, lid 2, door statistieken over deze gegevens voor elk doel. Aangezien de speciale categorieën betrokkenen waaraan in artikel 36, lid 1, wordt gerefereerd ook speciale aandacht vereisen, stelt de EDPS voor om statistieken over deze gegevens op te nemen.

e)

Opneming in het voorstel van een bepaling dat Europol een transparant en toegankelijk beleid moet hebben ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens en ten behoeve van de uitoefening van de rechten van de betrokkenen, in een begrijpelijke vorm, door middel van duidelijke, eenvoudige taal. De bepaling dient ook te vermelden dat dit beleid eenvoudig is terug te vinden op de website van Europol en op de websites van de nationale controleorganen.

f)

Aangezien in artikel 41 de verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen niet duidelijk wordt omschreven, dient met betrekking tot artikel 41, lid 4, duidelijk te worden gemaakt dat de verantwoordelijkheid voor naleving met alle toepasselijke beginselen aangaande gegevensbescherming (en niet alleen de „rechtmatigheid van de overdracht”) berust bij de verzender van de gegevens. De EDPS beveelt aan artikel 41 dienovereenkomstig te wijzigen.

g)

Toevoeging in een of meer materiële bepalingen van het voorstel dat: i) een effectbeoordeling die soortgelijk is aan wat wordt beschreven in de voorgestelde verordening inzake gegevensbescherming, wordt uitgevoerd voor alle gegevenswerking van persoonsgegevens, ii) het beginsel van ingebouwde privacy of standaardprivacy wordt toegepast voor de totstandbrenging of verbetering van systemen ter verwerking van persoonsgegevens, iii) de voor de gegevensverwerking verantwoordelijke een beleid vaststelt en passende maatregelen uitvoert om te zorgen voor naleving van de regels aangaande gegevensbescherming en in staat is deze aan te tonen en ervoor te zorgen dat de effectiviteit van de maatregelen wordt gecontroleerd, en iv) de functionaris voor gegevensbescherming van Europol en, waar nodig, controleorganen worden betrokken in de discussies rond de verwerking van persoonsgegevens.

Hij heeft ook enkele voorstellen gedaan met betrekking tot de mededeling die gelijktijdig met het voorstel is vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2013.

Peter HUSTINX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  COM(2013) 172 definitief.

(2)  Toelichting, deel 3.

(3)  Zie ook Resolutie 4 van de voorjaarsconferentie van de Europese gegevensbeschermingsautoriteiten (Lissabon 16-17 mei 2013).


8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/8


Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming: http://www.edps.europa.eu)

(2014/C 38/04)

1.   Inleiding

1.1.   Raadpleging van de EDPS

1.

Op 13 juni 2013 heeft de Commissie het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (hierna „het voorstel”) (1) aangenomen, zoals was aangekondigd in de mededeling van de Commissie van 21 augustus 2009 over „eCall: tijd voor implementatie” (2).

2.

De EDPS is ingenomen met het feit dat hij door de Commissie is geraadpleegd en dat een verwijzing naar de raadpleging is opgenomen in de preambule van het voorstel.

3.

De EDPS is voorafgaand aan de vaststelling van het voorstel in de gelegenheid gesteld informele opmerkingen bij de Commissie in te dienen. Hij waardeert het ten zeerste dat de meeste van zijn opmerkingen in aanmerking zijn genomen.

1.2.   Doelstelling en toepassingsgebied van het voorstel

4.

Dit voorstel vormt een aanvulling op andere wetgevingsmaatregelen die zijn toegepast om de uitrol van eCall te ondersteunen, zoals de ITS-richtlijn 2010/40/EU (3), de aanbeveling van de Commissie van 8 september 2011 ter ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst (4), en de vaststelling van specificaties voor het moderniseren van de alarmcentrale-infrastructuur (Public Safety Answering Points — PSAP's) (5), waarover de EDPS is geraadpleegd en opmerkingen heeft ingediend (6).

5.

Het voorstel voorziet in de verplichte installatie van een eCall-boordsysteem in nieuwe voertuigen met typegoedkeuring in Europa. In tegenstelling tot het huidige systeem, waarin eCall op vrijwillige basis wordt geïnstalleerd door autofabrikanten, voorziet het voorstel in de verplichte uitrusting van alle nieuwe voertuigen met eCall-apparaten, te beginnen met nieuwe personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met ingang van 1 oktober 2015 (7). Het voorstel bevat daarom diverse verplichtingen voor fabrikanten van voertuigen/uitrusting.

4.   Conclusies

63.

De EDPS benadrukt dat de verwerking van persoonsgegevens een van de kernverplichtingen is die het voorstel creëert en is verheugd dat veel van de aanbevelingen die hij heeft gedaan met betrekking tot de implicaties van 112 eCall op het gebied van gegevensbescherming, in aanmerking zijn genomen.

64.

Wat 112 eCall betreft, beveelt de EDPS aan om in het voorstel de volgende punten nader te specificeren:

In het voorstel zou een materiële, specifieke bepaling moeten worden opgenomen waarin expliciet wordt verwezen naar de toepasselijke gegevensbeschermingswetgeving van de EU, en in het bijzonder naar Richtlijn 95/46/EG, en waarin wordt gespecificeerd dat de bepalingen van toepassing zullen zijn overeenkomstig de nationale voorschriften ter uitvoering daarvan.

In overweging 13 zou de verwijzing naar het werkdocument van de Groep gegevensbescherming artikel 29 moeten worden losgekoppeld van de verwijzing naar de gegevensbeschermingswetgeving.

In het voorstel zelf zouden concrete gegevensbeschermingswaarborgen in verband met 112 eCall moeten worden ontwikkeld, in plaats van in gedelegeerde handelingen, en met name zou ervoor moeten worden gezorgd dat in artikel 6:

de voor de verwerking verantwoordelijke en de autoriteit die verantwoordelijk is voor de behandeling van verzoeken om toegang, worden aangewezen;

de genoemde lijst van gegevens wordt gespecificeerd als een minimumreeks van gegevens en als een volledige reeks van gegevens (mogelijk uit te werken in een gedelegeerde handeling of uitvoeringshandeling);

de mogelijkheid voor betrokkenen om particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde te deactiveren wordt opgenomen;

de bewaringstermijnen voor de verwerkte gegevens worden gespecificeerd;

de specifieke voorwaarden worden vermeld waaronder degenen op wie de gegevens betrekking hebben, hun rechten kunnen doen gelden.

Artikel 6, lid 3, zou moeten worden aangevuld om ervoor te zorgen dat de in dit lid bedoelde informatie onderdeel is van de technische documentatie die bij het voertuig wordt geleverd, en in het voorstel zou moeten worden gespecificeerd dat de eigenaar van het voertuig bij de aankoop van het voertuig in een afzonderlijk document moet worden gewezen op de beschikbaarheid van de informatie.

Voorafgaand aan de vaststelling van de in artikel 6, lid 4, bedoelde gedelegeerde handelingen zou de EDPS moeten worden geraadpleegd.

65.

Met betrekking tot particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde herinnert de EDPS eraan dat deze door het voorstel worden gereguleerd, zodat ze voldoen aan gegevensbeschermingseisen die vergelijkbaar zijn met of strenger dan die waarin wordt voorzien voor het 112 eCall-systeem. Ook herinnert hij eraan dat:

in het voorstel wordt gespecificeerd dat in tegenstelling tot de 112 e-Call-diensten, particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde op vrijwillige basis worden geactiveerd en automatisch worden gedeactiveerd;

de vereiste dat er een passend en afzonderlijk contract bestaat tussen de consument en de dienstverlener, is neergelegd in een specifieke bepaling van de voorgestelde verordening en dat in de bepaling wordt verduidelijkt dat dit contract gegevensbeschermingsaspecten moet omvatten, waaronder passende informatie aan consumenten over de dienst(en) en verkrijging van hun instemming met de verwerking van gegevens in verband met de verstrekking van deze diensten met toegevoegde waarde. Het voorstel zorgt ervoor dat betrokkenen de keuze krijgen tussen het wel of niet gebruikmaken van de diensten door middel van een specifiek contractaanbod voorafgaand aan de verwerking. Niet-onderhandelbare clausules die onderdeel zijn van een koopcontract voor een auto, of clausules die tot de algemene voorwaarden behoren die verplicht moeten worden aanvaard, voldoen niet aan deze vereiste;

in het contract ook zou moeten worden vastgelegd dat weigering van de aangeboden dienst geen nadelige gevolgen voor de consument met zich zal brengen. Een dergelijke verklaring zou in de privacyverklaring van het contract kunnen worden opgenomen.

66.

Voorts beveelt de EDPS aan om:

in het voorstel te verduidelijken dat constante tracering is verboden voor diensten met toegevoegde waarde;

de categorieën van gegevens die worden verwerkt in het kader van de 112 eCall-diensten, de particuliere eCall-diensten en de diensten met toegevoegde waarde in het voorstel te specificeren in een materiële bepaling en het begrip „FSD” (Full Set of Data — volledige reeks van gegevens) in het voorstel te definiëren;

alleen de gegevens te verwerken die noodzakelijk zijn voor particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde, in overeenstemming met het beginsel van minimale gegevensverwerking;

er in een specifieke bepaling aan te herinneren dat de verwerking van gevoelige gegevens in het kader van particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde is verboden;

de bewaringstermijn voor gegevens die in het kader van 112 eCall-diensten, particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde worden verwerkt, te bepalen en te specificeren in een materiële bepaling in het voorstel;

de beveiliging van gegevens die in het kader van 112 eCall-diensten, particuliere eCall-diensten en diensten met toegevoegde waarde worden verwerkt, te garanderen door middel van enkele specificeringen in de tekst.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 2013.

Giovanni BUTTARELLI

Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  COM(2013) 316 definitief.

(2)  COM(2009) 434 definitief.

(3)  Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

(4)  Aanbeveling 2011/750/EU van de Commissie van 8 september 2011 ter ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst in elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112 gebaseerde noodoproepen uit voertuigen („eCalls”) (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 46).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie van 26 november 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft (PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1).

(6)  Zie met name het advies van 22 juli 2009 inzake de ITS-richtlijn, de formele opmerkingen van 12 december 2011 over de aanbeveling van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de geharmoniseerde EU-wijde eCall-dienst, en de brief van 19 december 2012 over de gedelegeerde verordening van de Commissie wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft, allemaal gepubliceerd op de website van de EDPS: http://www.edps.europa.eu (onder „Raadplegingen”).

(7)  Zie artikel 4 en artikel 5, lid 1, van het voorstel.


8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/11


Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming betreffende het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming http://www.edps.europa.eu)

(2014/C 38/05)

1.   Inleiding

1.

Op 26 juni 2013 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen (hierna „het voorstel”) aangenomen (1). Op 8 juli 2013 werd het voorstel aan de EDPS toegezonden voor raadpleging.

2.

Het voorstel heeft tot doel „belemmeringen van de markttoegang bij grensoverschrijdende overheidsopdrachten [te] verminderen die het gevolg zijn van onvoldoende interoperabiliteit van de normen voor e-facturering (2).” Om deze doelstelling te verwezenlijken zou er een nieuwe, gemeenschappelijke Europese norm worden ontwikkeld waarvan alle marktdeelnemers gebruik kunnen maken. Bij overheidsopdrachten zouden alle aanbestedende diensten e-facturen die aan deze norm voldoen, moeten aanvaarden, zonder dat bestaande technische oplossingen worden vervangen (3).

3.   Conclusies

28.

De EDPS waardeert het dat in het voorstel rekening wordt gehouden met bepaalde gegevensbeschermingskwesties. In dit advies doet de EDPS aanbevelingen over de wijze waarop het voorstel vanuit het oogpunt van gegevensbescherming verder zou kunnen worden verbeterd.

29.

Met name beveelt de EDPS aan:

een materiële bepaling op te nemen die verduidelijkt dat het voorstel niet is bedoeld om algemene afwijkingen van de gegevensbeschermingsbeginselen toe te staan en dat de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming (d.w.z. nationale voorschriften ter uitvoering van Richtlijn 95/46/EG) in het e-factureringskader volledig van toepassing blijft;

artikel 3, lid 2, van het voorstel te wijzigen om ervoor te zorgen dat bij het vaststellen van Europese normen een „ingebouwde privacy”-benadering wordt gevolgd en dat gegevensbeschermingsvereisten in aanmerking worden genomen, en dat hierbij met name de beginselen van evenredigheid, beperking van het aantal gegevens en afbakening van het doel in acht worden genomen;

indien het de bedoeling van de wetgever is te voorzien in de publicatie van persoonsgegevens voor transparantie- en verantwoordingsdoeleinden, expliciete materiële bepalingen op te nemen waarin wordt beschreven wat voor persoonsgegevens openbaar mogen worden gemaakt en met welk doel, of een verwijzing naar EU- of nationaal recht op te nemen, wat op zijn beurt passende garanties zou moeten bieden.

Gedaan te Brussel, 11 november 2013.

Giovanni BUTTARELLI

Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  COM(2013) 449 def.

(2)  Samenvatting van de effectbeoordeling (SWD(2013) 223 def.), paragraaf 3.1, blz. 4.

(3)  Idem, paragraaf 5.3.4, blz. 7.


8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/12


Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maatregelen inzake de Europese interne markt voor elektronische communicatie en om een connectief continent tot stand te brengen alsmede tot wijziging van Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG en Verordeningen (EG) nr. 1211/2009 en (EU) nr. 531/2012

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS): http://www.edps.europa.eu)

(2014/C 38/06)

1.   Inleiding

1.1.   Raadpleging van de EDPS

1.

Op 11 september 2013 heeft de Commissie een voorstel aangenomen voor een verordening tot vaststelling van maatregelen inzake de Europese interne markt voor elektronische communicatie en om een connectief continent tot stand te brengen alsmede tot wijziging van Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG en Verordeningen (EG) nr. 1211/2009 en (EU) nr. 531/2012 (hierna „het voorstel” genoemd) (1). De Commissie heeft een raadplegingsverzoek gezonden overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en dit werd op 23 september 2013 door de EDPS ontvangen.

2.

De EDPS werd in de gelegenheid gesteld advies te verstrekken voordat het voorstel werd aangenomen, hetgeen hij op prijs stelt. Dit advies bouwt voort op de opmerkingen die zijn gemaakt in het kader van die informele raadpleging.

1.2.   Achtergrond en doelstellingen van het voorstel

3.

Het voorstel is aangenomen tegen de achtergrond van de digitale agenda voor Europa (2) en heeft als hoofddoel de economische groei en maatschappelijke verbeteringen die voortvloeien uit de Europese digitale economie te vergroten. Het voorstel is er dus op gericht een interne markt voor elektronische communicatie in de EU te verwezenlijken door diverse juridische en technische aspecten van het aanbieden van elektronische communicatiediensten aan het publiek te harmoniseren.

4.

Het voorstel vergemakkelijkt allereerst het aanbieden van grensoverschrijdende elektronische communicatiediensten door aanbieders in staat te stellen op grond van een EU-machtiging en dus met minimale administratieve belemmeringen diensten te verlenen in de hele EU. Het voorstel harmoniseert voorts de voorwaarden voor de toewijzing van radiospectrum voor WiFi-diensten, alsook de eigenschappen van producten die virtuele toegang tot vaste netwerken mogelijk maken.

5.

Het voorstel harmoniseert vervolgens de rechten van eindgebruikers, onder meer die met betrekking tot het open internet. Het harmoniseert ook het publiceren, door aanbieders, van informatie over elektronische communicatiediensten die zij aanbieden en het opnemen van dergelijke informatie in contracten, alsook de voorwaarden voor het overstappen tussen aanbieders en de tarieven die van toepassing zijn op roamingdiensten.

6.

Het onderhavige advies concentreert zich op die aspecten van het voorstel die de grootste impact zullen hebben op het recht op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens zoals vervat in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, alsook op de vertrouwelijkheid van communicatie.

2.   Conclusies

43.

De EDPS herinnert eraan dat het voor het opbouwen van het consumentenvertrouwen in de Europese interne markt voor elektronische communicatie van wezenlijk belang is dat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op bescherming van persoonsgegevens, alsmede de vertrouwelijkheid van communicatie worden geëerbiedigd. In dit verband doet de EDPS de volgende belangrijke aanbevelingen:

Verkeersbeheermaatregelen beperken de netneutraliteit, volgens het voorstel een belangrijk beginsel voor het internetgebruik in de EU, en grijpen in op het recht van eindgebruikers op de vertrouwelijkheid van communicatie, op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op bescherming van persoonsgegevens. Gelet op het voorgaande zouden dergelijke maatregelen afhankelijk moeten worden gesteld van strikte eisen wat betreft transparantie, noodzaak en evenredigheid. Meer bepaald:

het gebruik van verkeersbeheer om de uitvoering van een wettelijke bepaling te implementeren of ernstige misdrijven te voorkomen of te verhinderen kan een grootschalige, preventieve en stelselmatige monitoring van de inhoud van communicatie met zich brengen die in strijd zou zijn met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, alsook met artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2002/58/EG en Richtlijn 95/46/EG. De verwijzing naar deze motivering dient uit artikel 23, lid 5, onder a), van het voorstel te worden verwijderd;

artikel 23, lid 5, van het voorstel dient duidelijke informatie te bevatten over de communicatiecontroletechnieken die in het kader van verkeersbeheermaatregelen zijn toegestaan;

in artikel 23, lid 5, dient uitdrukkelijk als voorwaarde te worden gesteld dat bij verkeersbeheermaatregelen communicatiecontroletechnieken worden gebruikt die alleen gebaseerd zijn op de analyse van IP-headers, in plaats van technieken gebaseerd op deep packet inspection (dpi, diepgaande pakketcontrole), wanneer dit volstaat om een van de doelen van die bepaling te bereiken;

in artikel 25, lid 1, en in artikel 26 van het voorstel dient te worden opgenomen dat er informatie wordt verstrekt over ingestelde verkeersbeheermaatregelen, en wel voor alle doeleinden die zijn vervat in artikel 23, lid 5. In het bijzonder dient te worden opgenomen dat aanbieders aangeven welke communicatiecontroletechnieken ten grondslag liggen aan dergelijke verkeersbeheermaatregelen, en uitleggen wat de gevolgen van het gebruik van dergelijke technieken zijn voor het recht van eindgebruikers op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming;

artikel 24, lid 1, waarin de bevoegdheden van nationale regelgevende instanties zijn vervat om, onder meer, toe te zien op de toepassing van verkeersbeheermaatregelen, dient er ook in te voorzien dat deze instanties met nationale instanties voor gegevensbescherming kunnen samenwerken Evenzo dient artikel 25, lid 1 te voorzien in een mogelijkheid voor nationale instanties voor gegevensbescherming om controle-informatie over verkeersbeheermaatregelen te verkrijgen voordat deze informatie wordt gepubliceerd;

De verhouding tussen artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2002/58/EG en artikel 27, lid 4, van het voorstel zou moeten worden verduidelijkt;

Zowel artikel 17, lid 1, onder f), als artikel 19, lid 4, onder e), van het voostel zou moeten worden gewijzigd om de geldende eis voor Europese virtuele breedbandtoegangsproducten en Europese connectiviteitsproducten met gegarandeerde servicekwaliteit (ASQ) er in op te nemen, namelijk dat deze producten voldoen aan het beginsel van gegevensbescherming in het ontwerp.

Gedaan te Brussel, 14 november 2013.

Peter HUSTINX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  COM(2013)627 definitief.

(2)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, „Een digitale agenda voor Europa,” COM(2010)245 definitief/2, 26 augustus 2010.


8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/14


Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2006/48/EG en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG, en voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming: http://www.edps.europa.eu)

(2014/C 38/07)

1.   Inleiding

1.1.   Raadpleging van de EDPS

1.

Op 27 juli 2013 heeft de Commissie een ontwerpvoorstel vastgesteld voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2006/48/EG en 2009/110/EG en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (hierna „de voorgestelde richtlijn” genoemd), en voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende interbancaire vergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (1). Deze voorstellen zijn op 28 juli 2013 ter raadpleging aan de EDPS toegezonden.

2.

De EDPS is ingenomen met het feit dat hij door de Commissie is geraadpleegd en is verheugd dat in de preambule van de instrumenten een verwijzing naar het onderhavige advies is opgenomen.

3.

Voorafgaand aan de vaststelling van de voorgestelde verordening is de EDPS door de Commissie in de gelegenheid gesteld informele opmerkingen te maken. Enkele van deze opmerkingen zijn in aanmerking genomen. Als gevolg hiervan zijn de waarborgen voor gegevensbescherming in de voorgestelde verordening versterkt.

4.

Aangezien het voorstel voor een verordening vanuit het oogpunt van gegevensbescherming geen problemen opwerpt, zal de EDPS zijn opmerkingen concentreren op de voorgestelde richtlijn.

1.2.   Doelstellingen en toepassingsgebied van de voorgestelde richtlijn

5.

Het doel van de voorgestelde richtlijn is de verdere ontwikkeling van een EU-markt voor elektronische betalingen te ondersteunen, zodat consumenten, retailers en andere marktspelers alle voordelen van de interne EU-markt kunnen benutten, in overeenstemming met Europa 2020 en de Digitale Agenda. Om dit te bereiken en om meer concurrentie, efficiency en innovatie op het gebied van elektronische betalingen te stimuleren, moet er volgens de Commissie sprake zijn van rechtsduidelijkheid en een gelijk speelveld, wat ervoor moet zorgen dat kosten en prijzen voor betalingsdienstgebruikers neerwaarts naar elkaar toe groeien, de keuze tussen en de transparantie van betalingsdiensten toeneemt, het gemakkelijker wordt om innoverende betalingsdiensten aan te bieden, en de veiligheid en de transparantie van betalingsdiensten wordt gegarandeerd.

6.

De Commissie stelt dat deze doelstellingen zullen worden verwezenlijkt door het huidige wetgevingskader voor betalingsdiensten te actualiseren en aan te vullen, waarbij wordt voorzien in voorschriften die de transparantie, innovatie en veiligheid op het gebied van retailbetalingen versterken en de samenhang tussen de nationale regels verbeteren, met de nadruk op de legitieme behoeften van de consumenten.

3.   Conclusies

De EDPS is ingenomen met de invoering in artikel 84 van een inhoudelijke bepaling die inhoudt dat elke verwerking van persoonsgegevens voor de toepassing van de voorgestelde richtlijn dient te geschieden overeenkomstig de nationale regelgeving tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 2002/58/EG, en overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2011.

De EDPS beveelt aan om:

de verwijzingen naar toepasselijke gegevensbeschermingswetgeving te vertalen in specifieke, concrete waarborgen die van toepassing zullen zijn op elke situatie waarin de verwerking van persoonsgegevens wordt voorzien;

in de voorgestelde richtlijn duidelijk te maken dat de verlening van betalingsdiensten de verwerking van persoonsgegevens kan meebrengen;

in de voorgestelde richtlijn uitdrukkelijk te verduidelijken dat de verwerking van persoonsgegevens mag plaatsvinden voor zover dat noodzakelijk is voor de verrichting van betalingsdiensten;

een inhoudelijke bepaling toe te voegen die de verplichting oplegt „privacy by design/privacy by default” toe te passen in alle gegevensverwerkingssystemen die in het kader van de voorgestelde richtlijn worden ontwikkeld en gebruikt;

met betrekking tot de uitwisseling van informatie: i) te vermelden voor welke doeleinden de nationale bevoegde autoriteiten, de Europese Centrale Bank, de nationale centrale banken en andere in artikel 25 bedoelde autoriteiten persoonsgegevens mogen verwerken, ii) te specificeren welke typen persoonlijke informatie in het kader van de voorgestelde richtlijn mogen worden verwerkt, en iii) een evenredige periode vast te stellen gedurende welke de verwerkte persoonsgegevens mogen worden bewaard, of ten minste precieze criteria voor de vaststelling van een dergelijke periode in te voeren;

in artikel 22 de vereiste in te voeren dat aan het opvragen van documenten en informatie een formeel besluit ten grondslag moet liggen, waarin melding wordt gemaakt van de rechtsgrondslag, de doeleinden van het opvragen, de informatie die wordt opgevraagd en de tijdslimiet waarbinnen de informatie moet worden verstrekt;

in artikel 31 de bepaling in te voeren dat de genoemde modaliteiten voor de verstrekking van informatie aan gebruikers ook van toepassing zijn op de verstrekking van informatie over de verwerking van persoonsgegevens krachtens de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 95/46/EG;

in verband met de term „beschikbaarheid van voldoende financiële middelen” in de artikelen 58 en 59 duidelijk te maken dat de aan de derde doorgegeven informatie moet bestaan uit een simpel „ja” of „nee” als antwoord op de vraag of er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn — en niet uit bijvoorbeeld een verklaring over het rekeningsaldo;

om met betrekking tot de term „gevoelige betalingsgegevens” in artikel 58 het woord „gevoelige” te schrappen en de term „betalingsgegevens” te gebruiken;

in een overweging te verduidelijken dat de verplichting om veiligheidsincidenten te melden andere verplichtingen, krachtens andere wetgeving, om incidenten te melden, met name inbreuken op de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in de gegevensbeschermingswetgeving (Richtlijn 2002/58/EG en de voorgestelde algemene verordening gegevensbescherming), alsmede de verplichte kennisgeving van veiligheidsincidenten als bedoeld in de voorgestelde richtlijn betreffende netwerk- en informatiebeveiliging, onverlet laat;

ervoor te zorgen dat bij de verwerking van persoonsgegevens en de doorgifte daarvan aan de verschillende intermediairs, de beginselen van vertrouwelijkheid en beveiliging als bedoeld in de artikelen 16 en 17 van Richtlijn 95/46/EG in acht worden genomen;

in de voorgestelde richtlijn een inhoudelijke bepaling op te nemen die de verplichting invoert normen te ontwikkelen op basis van, en na de uitvoering van, privacyeffectbeoordelingen;

in de voorgestelde richtlijn een verwijzing op te nemen naar de noodzaak de EDPS te raadplegen voor zover de EBA-richtsnoeren inzake geavanceerde cliëntauthenticatie en vrijstellingen van het gebruik van versterkte cliëntauthenticatie betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens.

Gedaan te Brussel, 5 december 2013.

Giovanni BUTTARELLI

Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  COM(2013) 547 final en COM(2013) 550 final.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/16


Bijwerking van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 85, PB C 153 van 6.7.2007, blz. 15, PB C 64 van 19.3.2009, blz. 18, PB C 239 van 6.10.2009, blz. 7 en PB C 304 van 10.11.2010, blz. 6, PB C 273 van 16.9.2011, blz. 11, PB C 357 van 7.12.2011, blz. 3, PB C 88 van 24.3.2012, blz. 12, PB C 120 van 25.4.2012, blz. 4, PB C 182 van 22.6.2012, blz. 10, PB C 214 van 20.7.2012, blz. 4, PB C 238 van 8.8.2012, blz. 5, PB C 255 van 24.8.2012, blz. 2, PB C 242 van 23.8.2013, blz. 13)

(2014/C 38/08)

De publicatie van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst maandelijks bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

BELGIË

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 88 van 24.3.2012

Bijzondere identiteitskaarten

Carte d’identité diplomatique (carte D)

Diplomatieke identiteitskaart (D kaart)

Diplomatischer Personalausweis (D Karte)

(Diplomat’s Identity Card — D card)

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 1

Image 2

Image 3

Image 4

Image 5

Image 6

afgegeven met ingang van 2.12.2013

Image 7

Image 8

Image 9

Image 10

Image 11

Image 12

Carte d’identité consulaire (carte C)

Consulaat identiteitskaart (C kaart)

Konsularer Personalausweis (C Karte)

(Consular Identity Card — C card)

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 13

Image 14

Image 15

Image 16

Image 17

Image 18

afgegeven met ingang van 2.12.2013

Image 19

Image 20

Image 21

Image 22

Image 23

Image 24

Carte d’identité spéciale — couleur bleue (carte P), délivrée avant et après le 1.2.2012

Bijzondere identiteitskaart — blauw (P kaart), uitgereikt vóór en na 1.2.2012

Besonderer Personalausweis — blau (P Karte), ausgestellt vor und nach dem 1.2.2012

(Special Identity Card — blue in colour — P card), issued before and after 1.2.2012

Vóór 1.2.2012

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 25

Image 26

Image 27

Image 28

Image 29

Image 30

Na 1.2.2012

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 31

Image 32

Image 33

Image 34

Image 35

Image 36

afgegeven met ingang van 2.12.2013

Image 37

Image 38

Image 39

Image 40

Image 41

Image 42

Carte d’identité spéciale — couleur rouge (carte S)

Bijzondere identiteitskaart — rood (S kaart)

Besonderer Personalausweis — rot (S Karte)

(Special Identity Card — red in colour — S card)

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 43

Image 44

Image 45

Image 46

Image 47

Image 48

afgegeven met ingang van 2.12.2013

Image 49

Image 50

Image 51

Image 52

Image 53

Image 54

Document d’identité E pour les enfants âgés de moins de 5 ans des étrangers privilégiés titulaires d’une carte d’identité diplomatique, d’une carte d’identité consulaire, d’une carte d’identité spéciale — couleur bleue ou d’une carte d’identité spéciale — couleur rouge

Identiteitsbewijs E voor kinderen, die de leeftijd van vijf jaar nog niet hebben bereikt, van een bevoorrecht vreemdeling dewelke houder is van een diplomatieke identiteitskaart, consulaire identiteitskaart, bijzondere identiteitskaart, blauw of bijzondere identiteitskaart — rood

Identitätsdokument E für Kinder unter fünf Jahren, für privilegierte Ausländer, die Inhaber eines diplomatischen Personalausweises sind, konsalrer Personalausweis, besonderer Personalausweis — rot oder besonderer Personalausweis — blau.

(Identity document E for children, under the age of five, of aliens who are holders of diplomatic identity cards, consular identity cards, blue special identity cards or red special identity cards)

geldig tot en met vervaldatum

Recto

Verso

Image 55

Image 56

Image 57

Image 58

Image 59

Image 60

afgegeven met ingang van 2.12.2013

Image 61

Image 62

Image 63

Image 64

Image 65

Image 66


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/25


Bekendmaking overeenkomstig Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen

SAMENVATTING VAN HET BESLUIT INZAKE BUITENGEWONE MAATREGELEN DIE NOVA LJUBLJANSKA BANKA D.D. OP 18 DECEMBER 2013 ZIJN OPGELEGD

(2014/C 38/09)

Ingevolge artikel 31, lid 1, en artikel 43, lid 1, van de wet betreffende de Bank van Slovenië (Uradni List RS (UL RS; staatsblad van de Republiek Slovenië) nrs. 72/06 (officiële geconsolideerde versie) en 59/11) en artikel 217, lid 1, juncto artikel 253 van de Bankwet (UL RS nrs. 99/10 (officiële geconsolideerde versie), 52/11 (rectificatie), 9/11 (ZPlaSS-B), 35/11, 59/11, 85/11, 48/12, 105/12, 56/13, 63/13-ZS-K en 96/13; hierna „ZBan-1” genoemd), legt de Bank van Slovenië hierbij aan Nova Ljubljanska banka d.d., Trg republike 2, 1520 Ljubljana, Slovenia een besluit inzake buitengewone maatregelen op alsmede een besluit tot het afschrijven van alle gekwalificeerde passiva van de bank en een verhoging van haar aandelenkapitaal door middel van de betaling van nieuwe bijdragen teneinde opnieuw de voorwaarden te scheppen waaronder de bank de voorgeschreven ratio's bereikt.

De Bank van Slovenië bepaalde dat de bank in een omgeving met een verhoogd risico opereert, wat tot intrekking van de vergunning voor het verlenen van bankdiensten zou kunnen leiden omdat op basis van een beoordeling van de financiële positie van de bank per 30 september 2013, welke plaatsvond op grond van de veronderstelling dat de gewone bedrijfsuitoefening wordt voortgezet en waarbij onder meer aanvullende bijzondere waardeverminderingen werden vereist die bij een onafhankelijk onderzoek van de kredietportefeuille zijn vastgesteld, de bank niet voldoet aan de minimumkapitaalvereisten.

Op grond van de buitengewone maatregel tot het afschrijven van gekwalificeerde passiva besloot de Bank van Slovenië alle gekwalificeerde passiva van de bank per 18 december 2013 af te schrijven. Deze omvatten het aandelenkapitaal van de bank en de achtergestelde schuldvorderingen van crediteuren die alleen maar zouden worden terugbetaald nadat alle gewone vorderingen jegens de bank in geval van haar eventuele faillissement zouden zijn voldaan.

De op grond van het besluit inzake buitengewone maatregelen afgeschreven gekwalificeerde passiva van de bank omvatten:

a)

het aandelenkapitaal van de bank, dat 184 079 267,12 EUR bedraagt en bestaat uit 22 056 378 gewone, vrij overdraagbare geregistreerde aandelen zonder nominale waarde, met de aanduiding NLB en het ISIN SI0021103526, welke zijn uitgegeven in het door Centralna klirinško depotna družba d.d., Ljubljana (de centrale effectenclearinginstelling; hierna „de KDD” genoemd), beheerde centrale register van giraal overdraagbare effecten;

b)

passiva uit hoofde van door de bank uitgegeven financiële instrumenten die gekwalificeerde passiva van de derde rang vertegenwoordigen:

hybride „Perpetual Floating Rate Upper Tier Two Subordinated Step-Up Notes”, met de aanduiding NOVALI FLOAT 49 en het ISIN NLB XS0208414515, die op 17 december 2004 zijn uitgegeven en als girale effecten worden beheerd op door Euroclear Bank SA/NV, Luxembourg en Clearstream Banking SA Luxembourg beheerde rekeningen van clearingstelsels;

achtergestelde obligaties met de aanduiding NLB 26 en het ISIN SI0022103111, die op 14 juli 2010 zijn uitgegeven en worden beheerd via het door de KDD beheerde centrale register van giraal overdraagbare effecten; deze werden op 24 mei 2010 rentedragend;

een hybride achtergestelde „floating rate perpetual loan” die is uitbetaald op grond van de op 19 juni 2007 met de vestiging in Londen van de verstrekker Merrill Lynch International Bank Limited gesloten overeenkomst en

een achtergestelde lening die de bank ontving op grond van de op 31 mei 2006 met de vestiging in Dublin van de KBC Bank NV gesloten overeenkomst.

Ingevolge het besluit inzake buitengewone maatregelen werd het aandelenkapitaal van de bank teruggebracht tot nul (0) als gevolg van de afschrijving van gekwalificeerde passiva. Als gevolg van de vermindering van het aandelenkapitaal werden 22 056 378 van de aandelen van de bank met de aanduiding NLB en het ISIN SI0021103526, welke zijn uitgegeven in het door de KDD beheerde centrale register van giraal overdraagbare effecten, op 18 december 2013 bij het besluit inzake buitengewone maatregelen geannuleerd.

Na de afschrijving van de gekwalificeerde passiva werd het aandelenkapitaal van de bank verhoogd via nieuwe bijdragen die werden betaald op 18 december 2013, op basis van het besluit inzake buitengewone maatregelen.

Op basis van het besluit inzake buitengewone maatregelen betaalde de Republiek Slovenië 20 000 000 nieuw uitgegeven bankaandelen ten bedrage van in totaal 1 551 000 000 EUR. Na de verhoging bedraagt het aandelenkapitaal van de bank 200 000 000 EUR en is dit verdeeld in 20 000 000 aandelen zonder nominale waarde. De nieuwe aandelen zullen in girale vorm worden uitgegeven; zij zijn vrij overdraagbaar en zullen in het KDD-register worden ingeschreven.

Na de verhoging voldoet het aandelenkapitaal van de bank opnieuw aan de vereisten van de Bank van Slovenië inzake kapitaalratio's.

Ingevolge artikel 253, lid 3, van ZBan-1 worden buitengewone maatregelen als saneringsmaatregelen in de zin van Richtlijn 2001/24/EG beschouwd.

Ingevolge artikel 350 bis van ZBan-1 kunnen aandeelhouders, crediteuren en andere personen wier rechten door een besluit van de Bank van Slovenië inzake een buitengewone maatregel worden beïnvloed, eisen dat de Bank van Slovenië schadevergoeding betaalt, mits zij aantonen dat de schade die het gevolg was van een buitengewone maatregel groter is dan de schade die zij zouden hebben geleden wanneer de buitengewone maatregel niet was opgelegd. Een vordering tegen de Bank van Slovenië kan worden ingesteld bij het bevoegde gerecht in Ljubljana (bijvoorbeeld de plaatselijke of districtsrechtbank in Ljubljana).

De bank kan binnen 15 dagen nadat het besluit inzake buitengewone maatregelen aan alle leden van de Raad van bestuur ter kennis is gebracht, daartegen beroep instellen bij de administratieve rechtbank van de Republiek Slovenië. De aandeelhouders van de bank wier totale deelneming ten minste een tiende van het aandelenkapitaal van de bank bedraagt, kunnen met het oog op de uitoefening van het recht op rechtsbescherming tegen het besluit van de Bank van Slovenië tot liquidatie van de bank of inzake de buitengewone maatregel, verzoeken dat de raad van bestuur van de bank of het speciale beheersorgaan indien dat is benoemd, een algemene vergadering belegt van de aandeelhouders van de bank, en daarbij voorstellen dat deze vergadering de personen die ingevolge artikel 347, lid 2, van ZBan-1 gemachtigd zijn om de bank te vertegenwoordigen, dechargeert en anderen benoemt om de bank te vertegenwoordigen in juridische procedures inzake het besluit van de Bank van Slovenië.

Ljubljana, 20 december 2013.

Boštjan JAZBEC

Gouverneur


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/27


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.7168 — Lukoil/ISAB/ISAB Energy/ISAB Energy Services)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 38/10)

1.   

Op 30 januari 2014 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat ISAB S.r.l. (Italië), die onder zeggenschap staat van Lukoil (Russische Federatie), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over ISAB Energy S.r.l. (Italië) en ISAB Energy Services S.r.l. (Italië) door de verwerving van activa.

2.   

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Lukoil: exploratie en productie van olie en gas, productie en verkoop van petroleumproducten en verhandeling van deze producten,

ISAB S.r.l.: eigenaar van de ISAB-raffinaderij, een petrochemisch complex in Priolo Gargallo, Sicilië,

ISAB Energy S.r.l.: eigenaar en exploitant van een elektriciteitscentrale op basis van geïntegreerde vergassing met gecombineerde cyclus in Sicilië,

ISAB Energy Services S.r.l.: aanbieder van exploitatie- en onderhoudsdiensten voor nutsbedrijven, elektriciteits- en stoomcentrales, alsook raffinaderijen.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.7168 — Lukoil/ISAB/ISAB Energy/ISAB Energy Services, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).