(1)

Derde landen waaruit de lidstaten onder Richtlijn 96/23/EG vallende dieren en dierlijke producten mogen invoeren, moeten op grond van die richtlijn residubewakingsplannen indienen die de nodige garanties bieden (“de plannen”). De plannen moeten ten minste de groepen residuen en stoffen omvatten die in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG zijn vermeld.

(2)

Bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie (2) worden de door bepaalde derde landen ingediende plannen betreffende de in de bijlage bij dat besluit vermelde dieren en dierlijke producten goedgekeurd.

(3)

Bepaalde derde landen gebruiken voor de productie van producten die bestemd zijn voor de uitvoer naar de Unie, alleen grondstoffen uit lidstaten of uit andere derde landen die overeenkomstig artikel 2 van Besluit 2011/163/EU voor de invoer van dergelijke grondstoffen naar de Unie zijn goedgekeurd. Duidelijkheidshalve moeten de vermeldingen voor die landen in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU worden gemarkeerd met een “Δ” waarmee de driehoekshandel voor de betrokken soort of de betrokken goederen wordt aangeduid.

(4)

De derde landen die geen plan voor runderen, schapen/geiten, varkens, paardachtigen of pluimvee hebben ingediend, maar die verzoeken om met gebruik van verwerkte dierlijke producten van die soorten, samengestelde producten te vervaardigen die zijn bestemd om naar de Unie te worden uitgevoerd, moeten — op verzoek — toestemming krijgen om dergelijke samengestelde producten te bereiden mits zij die verwerkte dierlijke producten betrekken van een lidstaat of van een goedgekeurd derde land en op voorwaarde dat aan de regelgeving inzake volksgezondheid en de diergezondheid zoals vastgesteld in de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/625 (3) en (EU) 2020/692 (4) van de Commissie en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 (5) en (EU) 2021/404 (6) van de Commissie is voldaan. Duidelijkheidshalve moeten de vermeldingen voor die landen in de kolom alleen voor de relevante diersoorten waarvoor een verzoek is ingediend, in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “O” worden gemarkeerd.

(5)

Derde landen die een plan voor aquacultuurproducten, melk of eieren hebben ingediend en die verzoeken om samengestelde producten te vervaardigen, moet worden toegestaan om samengestelde producten die dergelijke verwerkte producten bevatten en die voor uitvoer naar de Unie zijn bestemd, te vervaardigen met gebruik van die verwerkte producten, mits de verwerkte producten waarvoor zij geen plan hebben ingediend, uit de lidstaten of uit goedgekeurde derde landen worden betrokken. Duidelijkheidshalve moeten de vermeldingen voor die landen in de kolom voor het overgebleven deel van die categorieën in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “O” worden gemarkeerd.

(6)

Vanwege de wijziging van de certificeringsvoorschriften voor gekweekte weekdieren moeten derde landen in de lijst worden opgenomen voor weekdieren. Op dit moment hoeven derde landen op grond van Richtlijn 96/23/EG geen plannen voor weekdieren bij de Commissie in te dienen. De enige relevante residubewaking betreffende contaminanten voor de productie van gekweekte weekdieren wordt overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie (7) uitgevoerd en de derde landen die aan die voorwaarden voldoen, zijn vermeld in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (8). Aangezien die derde landen voldoen aan de voorschriften van de artikelen 56 tot en met 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627, met inbegrip van de voorschriften betreffende residubewaking, moeten die landen daarom duidelijkheidshalve met een “M” worden gemarkeerd in de kolom “Aquacultuur” in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU, wat voor “weekdieren” (mollusken) staat.

(7)

Bepaalde landen hebben verzocht om samengestelde producten die verwerkte producten bevatten van weekdieren die afkomstig zijn uit de lidstaten of erkende derde landen die in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 zijn opgenomen, naar de Unie uit te voeren. Landen die met een “X” in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU zijn gemarkeerd voor ten minste een van de volgende producten: runderen, schapen/geiten, paardachtigen, varkens, pluimvee, aquacultuur, melk, eieren of wild hebben voldoende garanties geboden met betrekking tot hun officiële controlesysteem. Daarom moeten al die landen in de kolom “Aquacultuur” van die tabel met een “P” worden gemarkeerd, zodat zij verwerkte producten van weekdieren afkomstig uit de lidstaten of erkende derde landen kunnen gebruiken voor de productie en uitvoer van samengestelde producten die verwerkte producten van weekdieren bevatten.

(8)

In de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU wordt de categorie “Aquacultuurproducten” in vier subcategorieën onderverdeeld om deze subcategorieën in overeenstemming te brengen met de subcategorieën die vallen onder de modelcertificaten voor binnenkomst in de Unie zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (9) en de overeenkomstige lijsten van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten is toegestaan, zoals vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405.

(9)

Uit recente ervaring is gebleken dat een dergelijke onderverdeling van aquacultuurproducten het controlepersoneel aan de grenscontroleposten van de Unie niet de noodzakelijke duidelijkheid biedt. Daarom moet in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU weer worden overgegaan op één kolom voor “Aquacultuur”.

(10)

Australië, Bangladesh, Brazilië, Canada, China, Colombia, Costa Rica, Ecuador, de Filipijnen, Honduras, India, Indonesië, Madagaskar, Maleisië, Mexico, Myanmar/Birma, Panama, Peru, Saudi-Arabië, Sri Lanka, Taiwan, Thailand, de Verenigde Staten, Vietnam en Zuid-Korea hebben plannen ingediend die betrekking hebben op aquacultuurproducten. De plannen bieden voldoende garanties en moeten daarom worden goedgekeurd.

(11)

Albanië, Argentinië, Armenië, Belarus, Bosnië en Herzegovina, Chili, de Falklandeilanden, de Faeröer, Israël, Japan, Kenia, Man, Marokko, Mauritius, Moldavië, Montenegro, Nieuw-Zeeland, Noord-Macedonië, Oekraïne, Servië, Singapore, Tunesië, Turkije, Uruguay, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland hebben plannen ingediend die alleen betrekking hebben op vis. De plannen bieden voldoende garanties en moeten daarom met een toepassingsgebied beperkt tot vis worden goedgekeurd.

(12)

Belize, Brunei, Cuba, Guatemala, Mozambique, Nieuw-Caledonië, Nicaragua, Nigeria, Tanzania en Venezuela hebben plannen ingediend die alleen betrekking hebben op schaaldieren. De plannen bieden voldoende garanties en moeten daarom met een toepassingsgebied beperkt tot schaaldieren worden goedgekeurd.

(13)

Iran heeft een plan ingediend dat alleen betrekking heeft op hom en kuit, kaviaar en schaaldieren. Dit plan biedt voldoende garanties en moet daarom met een toepassingsgebied beperkt tot hom en kuit, kaviaar en schaaldieren worden goedgekeurd.

(14)

Andorra, Colombia, Hongkong, Kosovo, Marokko, Maleisië, Mexico, San Marino, Singapore, Thailand, de Verenigde Arabische Emiraten en het Verenigd Koninkrijk hebben geen plannen ingediend voor bepaalde diersoorten in overeenstemming met de voorschriften van artikel 7 van Richtlijn 96/23/EG. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit 2011/163/EU hebben die landen echter voldoende garanties geboden om dergelijke producten, die oorspronkelijk afkomstig waren uit een lidstaat of een erkend derde land, uit te voeren naar de Unie. Daarom moeten die derde landen worden goedgekeurd voor driehoekshandel.

(15)

Australië, Canada, Chili, Groenland, Guernsey, Jamaica, Japan, Jersey, Man, Marokko, Nieuw-Zeeland, Oekraïne, Peru, Thailand, Tunesië, Turkije, Uruguay, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Vietnam, Zuid-Korea en Zwitserland zijn in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 opgenomen als derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen is toegestaan. Daarom moeten die derde landen in de kolom “Aquacultuur” in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “M” worden gemarkeerd.

(16)

Albanië, Andorra, Argentinië, Armenië, Bangladesh, Belarus, Belize, Bosnië en Herzegovina, Botswana, Brazilië, Brunei, China, Colombia, Costa Rica, Cuba, Ecuador, Eswatini, de Falklandeilanden, de Faeröer, de Filipijnen, Guatemala, Hongkong, Honduras, India, Indonesië, Iran, Israël, Kenia, Madagaskar, Maleisië, Mauritius, Mexico, Moldavië, Montenegro, Mozambique, Myanmar/Birma, Namibië, Nicaragua, Nieuw-Caledonië, Nigeria, Noord-Macedonië, Panama, Paraguay, Rusland, Saint Pierre en Miquelon, San Marino, Saudi-Arabië, Servië, Singapore, Sri Lanka, Taiwan, Tanzania, Venezuela, de Verenigde Arabische Emiraten en Zuid-Afrika hebben verzocht samengestelde producten uit te voeren die van weekdieren afkomstige verwerkte producten bevatten. Die landen hebben overeenkomstig artikel 2 van Besluit 2011/163/EU garanties geboden om uitsluitend weekdieren afkomstig uit de lidstaten of erkende derde landen die in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 zijn opgenomen, te gebruiken en moeten in de kolom “Aquacultuur” van die tabel met een “P” worden gemarkeerd.

(17)

De Verenigde Arabische Emiraten hebben een plan voor honing bij de Commissie ingediend, dat slechts op één regio betrekking heeft. Dat plan biedt voldoende garanties en moet daarom worden goedgekeurd. Een vermelding voor de Verenigde Arabische Emiraten voor honing, die beperkt is tot die regio, moet in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU worden opgenomen.

(18)

Chili en Groenland zijn in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU opgenomen voor de uitvoer van schapen- en geitenvlees naar de Unie. Chili en Groenland hebben de Commissie echter meegedeeld dat zij geen belangstelling meer hebben voor de uitvoer van geitenvlees naar de Unie. De vermeldingen voor Chili en Groenland voor schapen- en geitenvlees in die tabel moeten daarom worden beperkt tot schapenvlees.

(19)

Guernsey is in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU opgenomen voor de uitvoer van rundvlees en melk naar de Unie. Guernsey heeft de Commissie echter meegedeeld dat het geen belangstelling meer heeft voor de uitvoer van rundvlees naar de Unie. De vermelding voor Guernsey voor rundvlees en melk in die tabel moet worden beperkt tot melk.

(20)

Singapore en Thailand hebben geen plan voor eieren bij de Commissie ingediend. Singapore en Thailand hebben echter garanties geboden om alleen eieren te gebruiken die afkomstig zijn uit lidstaten of derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten is toegestaan, en zij hebben de Commissie meegedeeld dat dergelijke eieren voor uitvoer naar de Unie niet zullen worden beperkt tot gebruik in samengestelde producten die verwerkte eiproducten bevatten. Bijgevolg moeten de vermeldingen voor Singapore en Thailand voor eieren in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “Δ” worden gemarkeerd.

(21)

Sri Lanka en de Verenigde Arabische Emiraten hebben geen plannen verstrekt voor de melk van runderen, schapen en geiten overeenkomstig de voorschriften van artikel 7 van Richtlijn 96/23/EG. Zij hebben echter garanties geboden dat voor de productie van naar de Unie uit te voeren samengestelde producten alleen zuivelproducten van oorsprong uit de lidstaten of uit erkende derde landen mogen worden gebruikt. Bijgevolg moeten de vermeldingen voor Sri Lanka en de Verenigde Arabische Emiraten voor melkproducten, met inbegrip van eiproducten, in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “O” worden gemarkeerd, aangezien die derde landen voor kamelenmelk (de Verenigde Arabische Emiraten), of aquacultuurproducten (Sri Lanka) in die tabel ten minste een “X” hebben.

(22)

Maleisië heeft geen plan voor melk en eieren verstrekt overeenkomstig de voorschriften van artikel 7 van Richtlijn 96/23/EG. Maleisië heeft echter garanties geboden dat voor de productie van naar de Unie uit te voeren samengestelde producten alleen melk en eieren van oorsprong uit de lidstaten of uit erkende derde landen mogen worden gebruikt. Bijgevolg moet de vermelding voor Maleisië voor melk en eieren in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU met een “O” worden gemarkeerd.

(23)

Sierra Leone is momenteel in de tabel in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU voor honing opgenomen en Uganda voor aquacultuurproducten. Aangezien die derde landen geen plannen voor de respectieve producten bij de Commissie hebben ingediend, moeten die vermeldingen uit die tabel worden geschrapt.

(24)

Besluit 2011/163/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(25)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,