7.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/152


VERORDENING (EU) Nr. 561/2014 VAN DE RAAD

van 6 mei 2014

tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 187 en artikel 188, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Publiek-private partnerschappen in de vorm van gezamenlijke technologie-initiatieven werden voor het eerst mogelijk gemaakt door Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

(2)

In Beschikking 2006/971/EG van de Raad (3) werden specifieke publiek-private partnerschappen aangeduid die moeten worden ondersteund, waaronder publiek-private partnerschappen op de specifieke gebieden die onder de gezamenlijke technologie-initiatieven nano-elektronica (Eniac) en ingebedde computersystemen (Artemis) vallen.

(3)

De mededeling van de Commissie met als titel „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” (de „Europa 2020-strategie”), onderschreven door het Europees Parlement en de Raad, benadrukt dat gunstige voorwaarden voor investeringen in kennis en innovatie moeten worden ontwikkeld teneinde slimme, duurzame en inclusieve groei in de Unie te verwezenlijken.

(4)

Bij Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) werd Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) („Horizon 2020”) vastgesteld. Horizon 2020 beoogt een groter effect met betrekking tot onderzoek en innovatie te bewerkstelligen door financiering uit hoofde van Horizon 2020 en uit de private sector te combineren in publiek-private partnerschappen voor kerngebieden waarop onderzoek en innovatie kunnen bijdragen tot de bredere concurrentiedoelstellingen van de Unie, als hefboom kunnen dienen voor private investeringen en kunnen helpen bij het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Deze partnerschappen dienen gebaseerd te zijn op een langetermijnbetrokkenheid, waarbij sprake is van een evenwichtige bijdrage door alle partners; ze moeten worden afgerekend op het behalen van hun doelstellingen en moeten worden afgestemd op de strategische doelstellingen van de Unie inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Het beheer en de werking van deze partnerschappen moeten open, transparant, effectief en efficiënt zijn, en moeten een brede reeks belanghebbenden die op hun specifieke gebieden actief zijn, de gelegenheid bieden deel te nemen. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1291/2013 kan de betrokkenheid van de Unie bij die partnerschappen de vorm aannemen van financiële bijdragen aan gemeenschappelijke ondernemingen die op grond van artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) uit hoofde van Besluit nr. 1982/2006/EG zijn opgericht.

(5)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 en Besluit 2013/743/EU van de Raad (5) moet verdere steun worden verleend aan gemeenschappelijke ondernemingen die zijn opgericht uit hoofde van Besluit nr. 1982/2006/EG, volgens de voorwaarden van Besluit 2013/743/EU. De prioriteit „Industrieel leiderschap” is gericht op twee specifieke actielijnen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën: „Micro- en nano-elektronica” en „Een nieuwe generatie componenten en systemen: de constructie van geavanceerde en slimme ingebedde componenten en systemen”. Artemis en Eniac moeten in één initiatief worden gecombineerd.

(6)

In de mededeling van de Commissie van 26 juni 2012 met als titel „Een Europese strategie voor sleuteltechnologieën — een brug naar groei en banen” worden cruciale ontsluitende technologieën, waaronder micro- en nano-elektronica, als een onontbeerlijke bron van innovatie aangeduid. Er bestaat momenteel een kloof tussen het genereren van fundamentele kennis en de commerciële toepassing ervan in de vorm van goederen en diensten. Dit probleem moet onder meer worden aangepakt door gerichte steun voor proefproductielijnen en proefprojecten op innovatiegebied, waaronder grootschalige, die erop gericht zijn om technologie en producten in de bedrijfspraktijk te valideren en integratie en kruisbestuiving tussen de diverse cruciale ontsluitende technologieën te bevorderen.

(7)

Volgens de mededeling van de Commissie van 23 mei 2013 met als titel „Een Europese strategie voor micro- en nano-elektronische onderdelen en systemen” bevorderen micro- en nano-elektronische componenten en systemen de innovatie en het concurrentievermogen in alle belangrijke economische sectoren. Omdat deze sector zo belangrijk is en de belanghebbenden in de Unie voor grote uitdagingen staan, zijn dringend maatregelen nodig om de zwakke schakels in de Europese innovatie- en waardeketens te versterken. Daarom wordt voorgesteld een mechanisme op Unieniveau op te zetten om de steunverlening van de lidstaten, de Unie en de particuliere sector voor onderzoek en innovatie in elektronische componenten te combineren en gerichter te maken.

(8)

Teneinde Europa opnieuw een leidende positie binnen het ecosysteem voor nano-elektronica te geven, hebben de belanghebbenden in de bedrijfstak en de onderzoekswereld voorgesteld een strategisch programma voor onderzoek en innovatie in het leven te roepen, waarvoor tot aan het jaar 2020 een totale investering van 100 miljard EUR beschikbaar is; dit programma moet de mondiale op nano-elektronica gebaseerde inkomsten van Europa verhogen tot ruim 200 miljard EUR per jaar en 250 000 extra directe en indirecte arbeidsplaatsen creëren.

(9)

De term „elektronische componenten en systemen” dient micro- en nano-elektronica, ingebedde/cyberfysieke systemen en toepassingen en slimme geïntegreerde systemen en toepassingen te omvatten.

(10)

De bij Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad (6) opgerichte Gemeenschappelijke Onderneming Eniac heeft met succes een onderzoeksagenda ten uitvoer gelegd om binnen de sector nano-elektronica relevante gebieden te versterken zodat Europa zijn concurrentievermogen kon vergroten door investeringen in prioritaire thema’s te stimuleren en daarbij het hele ecosysteem te betrekken.

(11)

De Gemeenschappelijke Onderneming Artemis, die bij Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad (7) is opgericht, heeft met succes haar strategische positie aangetoond, die top-downsturing combineert met de vaststelling op bottom-upbasis van de aan te pakken technische problemen, en aldus projecten heeft aangetrokken waarvan de resultaten rechtstreeks relevant zijn voor de bedrijfswereld.

(12)

Uit de tussentijdse evaluaties van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis is gebleken dat zij nuttige en geschikte instrumenten zijn, dat hun krachten kunnen worden gebundeld en dat zij een aanzienlijke impact hebben op hun respectieve terreinen. De onderzoeksterreinen waarop de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis actief zijn, moeten daarom steun blijven krijgen, teneinde het concurrentievermogen van de sector elektronische componenten en systemen in Europa verder te verbeteren en de inspanningen te concentreren op een door de publieke en particuliere betrokkenen overeen te komen geheel van strategische activiteiten.

(13)

Bij de verdere ondersteuning voor onderzoeksprogramma’s op het gebied van nano-elektronica en ingebedde computersystemen moet worden voortgebouwd op de ervaring met de activiteiten van Eniac en Artemis, inclusief de resultaten van de tussentijdse evaluatie, de aanbevelingen van de belanghebbenden en de noodzaak van een doeltreffende coördinatie en synergie van middelen.

(14)

Er wordt steeds intensiever samengewerkt door de betrokkenen bij de Europese technologieplatforms Artemis, Eniac en European Technology Platform on Smart Systems Integration (EPoSS), zoals blijkt uit de strategische onderzoeks- en innovatieagenda op hoog niveau die de bedrijfstak voor ICT-componenten en -systemen in 2012 heeft opgesteld. Om de synergiën die het gevolg zijn van die wisselwerking optimaal te benutten en uit te bouwen, dient één gemeenschappelijke onderneming te worden opgericht, die actief is op het gebied van elektronische componenten en systemen, met inbegrip van de activiteiten van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis, en waarvan de structuur en de regels geschikter zijn om efficiëntie te bevorderen en vereenvoudiging tot stand te brengen („de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel”). Daartoe dient de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel financiële regels vast te stellen die in overeenstemming zijn met haar behoeften, overeenkomstig artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (8).

(15)

Teneinde uitvoering te geven aan de strategische onderzoeks- en innovatieagenda op hoog niveau die de belanghebbenden in de bedrijfstak hebben voorgesteld, zijn verschillende vormen van ondersteuning vereist: nationale, regionale en intergouvernementele programma’s, een kaderprogramma van de Unie en een gezamenlijk technologie-initiatief in de vorm van een publiek-privaat partnerschap.

(16)

Met een publiek-privaat partnerschap voor elektronische componenten en systemen moeten de financiële en technische middelen worden bijeengebracht die noodzakelijk zijn om de complexiteit van de steeds snellere innovatie op dit terrein te beheersen. Leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dienen derhalve te zijn: de Unie, de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde landen („geassocieerde landen”) op basis van vrijwilligheid, alsmede, als particuliere leden, verenigingen die als vertegenwoordigers optreden van de ondernemingen door welke zij zijn opgericht, en andere organisaties die in Europa actief zijn op het gebied van elektronische componenten en systemen. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet openstaan voor nieuwe leden.

(17)

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dient zich te richten op duidelijk gedefinieerde thema’s met als doel de Europese bedrijfstakken in staat te stellen de meest innovatieve technologieën te ontwerpen, te fabriceren en in elektronische componenten en systemen te gebruiken. Gestructureerde en gecoördineerde financiële steun op Europees niveau is noodzakelijk om in een uiterst competitieve internationale context de technologische koppositie van onderzoeksteams en Europese industrieën te behouden, in heel Europa een snel en breed industrieel rendement uit dit technologische leiderschap te halen en daardoor belangrijke spill-overeffecten voor de samenleving te creëren, risico’s te delen en krachten te bundelen door strategieën en investeringen op het gemeenschappelijke Europese belang te richten. Als een lidstaat of groep van lidstaten daartoe een aanvraag doet, kan de Commissie overwegen de initiatieven van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel als belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang aan te merken, indien aan alle voorwaarden wordt voldaan.

(18)

De particuliere verenigingen Aeneas, Artemisia en EPoSS hebben schriftelijk aangegeven ermee in te stemmen dat de onderzoeks- en innovatieactiviteiten in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden uitgevoerd binnen een structuur die goed bij de aard van een publiek-privaat partnerschap past. Het is dienstig dat deze particuliere verenigingen de in de bijlage bij deze verordening opgenomen statuten aanvaarden door middel van een verklaring van aanvaarding.

(19)

Voor de verwezenlijking van haar doelstellingen dient de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel financiële steun te verstrekken, voornamelijk in de vorm van subsidies aan deelnemers, op basis van openbare vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen. Dergelijke financiële steun dient te worden gericht op gevallen waarin de ontwikkeling van het betrokken programma is verhinderd door aantoonbaar falen van de markt, en dient een stimulerend effect te hebben, in die zin dat het gedrag van de begunstigde erdoor wordt gewijzigd.

(20)

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dient op een open en transparante manier te functioneren door alle relevante beschikbare informatie aan haar toepasselijke organen ter beschikking te stellen en haar activiteiten, waaronder informatie- en verspreidingsactiviteiten, bij het bredere publiek te bevorderen. Het reglement van orde van de organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet openbaar worden gemaakt.

(21)

Bij het beoordelen van de algemene impact van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dient rekening te worden gehouden met investeringen van andere rechtspersonen dan de Unie en de staten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (de „aan Ecsel deelnemende staten”), die bijdragen tot de doelstellingen ervan. Deze totale investeringen bedragen naar verwachting minstens 2 340 000 000 EUR.

(22)

Om gelijke concurrentievoorwaarden voor alle ondernemingen op de interne markt te handhaven, moet de subsidiëring door het kaderprogramma van de Unie worden opgezet overeenkomstig de regelgeving inzake staatssteun om de doeltreffendheid van de overheidsinvesteringen te waarborgen en marktverstoringen, zoals het verdringen van private financiering, het creëren van ineffectieve marktstructuren of het in stand houden van inefficiënte bedrijven, te voorkomen.

(23)

De deelname aan acties onder contract die door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden gefinancierd, dient te voldoen aan Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9). De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet er bovendien op toezien dat die regels consequent worden toegepast, op basis van de desbetreffende maatregelen die de Commissie heeft vastgesteld. Specifieke criteria betreffende het in aanmerking komen van afzonderlijke aanvragers voor financiering door de aan Ecsel deelnemende staten, kunnen door de bevoegde autoriteiten worden bepaald. Staten die aan Ecsel deelnemen kunnen specifieke regels inzake de subsidiabiliteit van kosten vaststellen indien zij de afhandeling van hun bijdragen aan deelnemers in acties onder contract niet aan de gemeenschappelijke onderneming toevertrouwen.

(24)

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet ook gebruikmaken van de elektronische middelen die door de Commissie worden beheerd, teneinde openheid en transparantie te waarborgen en de deelname eraan te vergemakkelijken. Derhalve moeten de oproepen tot het indienen van voorstellen die door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden geopend, ook worden bekendgemaakt op het centraal deelnemersportaal, en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020. Voorts moet de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel relevante gegevens over onder meer voorstellen, aanvragers, subsidies en deelnemers, in een passend formaat en zo vaak als de verslagleggingsverplichtingen van de Commissie dat vergen, ter beschikking stellen om deze gegevens op te kunnen nemen in de door de Commissie beheerde elektronische verslagleggings- en verspreidingssystemen in het kader van Horizon 2020.

(25)

Bij de classificatie van technologisch onderzoek, productontwikkeling en demonstratieactiviteiten moet de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel de OESO-definities betreffende het niveau van technologische paraatheid (Technological Readiness Level) in acht nemen.

(26)

De financiële bijdrage van de Unie dient te worden beheerd in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer en de relevante regels voor indirect beheer vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en in de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (10).

(27)

Ten behoeve van de vereenvoudiging dienen de administratieve lasten voor alle betrokken partijen te worden verminderd. Dubbele audits en onevenredige hoeveelheden documentatie en verslaglegging moeten worden vermeden. Audits bij ontvangers van financiering van de Unie uit hoofde van deze verordening moeten worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013.

(28)

De financiële belangen van de Unie en van de andere deelnemers aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moeten gedurende de gehele uitgavencyclus worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder de preventie, de opsporing van en het onderzoek naar onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of verkeerd bestede middelen en, indien nodig, administratieve en financiële sancties overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

(29)

De interne auditor van de Commissie oefent ten aanzien van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dezelfde bevoegdheden uit als ten aanzien van de Commissie.

(30)

Gezien de specifieke aard en de huidige status van de gemeenschappelijke ondernemingen, en teneinde de continuïteit met het Zevende kaderprogramma te garanderen, dienen de gemeenschappelijke ondernemingen het voorwerp te blijven van een afzonderlijke kwijtingsprocedure. In afwijking van artikel 60, lid 7, en artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 moet de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel derhalve aan het Europees Parlement worden toevertrouwd, op aanbeveling van de Raad. De verslagleggingsvereisten van artikel 60, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 zijn derhalve niet van toepassing op de financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, maar moeten zij zo veel mogelijk in overeenstemming worden gebracht met die waarin is voorzien voor organen als bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. De controle van de rekeningen en van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen dient door de Rekenkamer te worden verricht.

(31)

Horizon 2020 moet bijdragen aan het dichten van de kloof tussen onderzoek en innovatie binnen de Unie, door synergiën met de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) te stimuleren. Derhalve moet de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel streven naar een nauwe wisselwerking met de ESIF; die specifiek kunnen helpen om lokale, regionale en nationale onderzoeks- en innovatiecapaciteiten in het kader van Ecsel te versterken en doordachte maatregelen op het gebied van specialisatie kunnen ondersteunen.

(32)

De Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis waren opgericht voor een periode die liep tot en met 31 december 2017. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet verdere steun bieden aan onderzoeksprogramma’s op het gebied van nano-elektronica en ingebedde computersystemen door uitvoering te geven aan de resterende acties uit hoofde van Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008, in overeenstemming met diezelfde verordeningen. De overgang naar de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis naar de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moet worden afgestemd op en gesynchroniseerd met de overgang van het zevende kaderprogramma naar Horizon 2020, om ervoor te zorgen dat de voor onderzoek beschikbare financiering optimaal wordt besteed. In het belang van de rechtszekerheid en de duidelijkheid dienen de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 te worden ingetrokken en dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld,

(33)

Gezien het doel van Horizon 2020, namelijk meer eenvoud en samenhang, moeten alle oproepen tot het indienen van voorstellen door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in beginsel de looptijd van het kaderprogramma Horizon 2020 in acht nemen.

(34)

Daar de doelstelling van deze verordening, met name de versterking van het industriële onderzoek en innovatie over de hele Unie door middel van het uitvoeren, door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake „Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap”, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege het voorkomen van duplicering, het behouden van de kritische massa en het waarborgen van een optimale benutting van de overheidsfinanciering, beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting

1.   Voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap) wordt voor de periode tot en met 31 december 2024 een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 187 VWEU opgericht (de „Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel”). Teneinde rekening te houden met de looptijd van Horizon 2020 moeten oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uiterlijk op 31 december 2020 geopend worden. In met redenen omklede gevallen kunnen oproepen tot het indienen van voorstellen worden geopend tot en met 31 december 2021.

2.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel vervangt de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis, die oorspronkelijk werden opgericht bij respectievelijk Verordening (EG) nr. 72/2008 en Verordening (EG) nr. 74/2008, en volgt deze op.

3.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is een orgaan waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd, als bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

4.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft rechtspersoonlijkheid. In elke lidstaat bezit zij de ruimste handelingsbevoegdheid die door de wetgeving van de betrokken lidstaat aan rechtspersonen wordt verleend. Zij kan in het bijzonder roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden.

5.   De zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bevindt zich in Brussel, België.

6.   De statuten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel („de statuten”) zijn in de bijlage opgenomen.

Artikel 2

Doelstellingen en toepassingsgebied

1.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft de volgende doelstellingen:

a)

bijdragen tot de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1291/2013 en in het bijzonder deel II van Besluit 2013/743/EU van de Raad;

b)

bijdragen tot de ontwikkeling van een sterke branche van elektronische componenten en systemen in de Unie, die wereldwijd kan concurreren;

c)

ervoor zorgen dat elektronische componenten en systemen beschikbaar zijn voor essentiële markten en voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, zodat Europa op het gebied van technologische ontwikkelingen een pionier blijft, de kloof tussen onderzoek en commercialisering wordt overbrugd, de innovatiecapaciteit wordt versterkt en de economische groei en werkgelegenheid in de Unie gestimuleerd;

d)

de strategieën van de lidstaten op elkaar afstemmen om particuliere investeringen aan te trekken en bij te dragen tot de effectiviteit van de overheidssteun, door overlapping en fragmentatie te voorkomen, en door de deelname van belangrijke spelers op het gebied van onderzoek en innovatie te faciliteren;

e)

in stand houden en uitbreiden van de Europese capaciteit voor de fabricage van halfgeleiders en slimme systemen, met inbegrip van een leidende positie op het gebied van productieapparatuur en materiaalverwerking;

f)

een leidende positie veiligstellen en versterken op het gebied van ontwerp en systeemtechniek, met inbegrip van ingebedde technologieën;

g)

alle belanghebbenden toegang verlenen tot infrastructuur van wereldniveau voor het ontwerp en de fabricage van elektronische componenten en ingebedde/cyberfysieke en slimme systemen, en

h)

een dynamisch ecosysteem opzetten waarin kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) actief zijn, om zo bestaande clusters te versterken en het ontstaan van nieuwe clusters in veelbelovende nieuwe segmenten te bevorderen.

2.   De werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden gebaseerd op de resultaten van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis en het Europees technologieplatform EPoSS, en van werk dat via andere nationale en Europese programma’s is gefinancierd. Deze werkzaamheden stimuleren, op een passende en evenwichtige manier, nieuwe ontwikkelingen en synergiën op de volgende hoofdgebieden:

a)

ontwerptechnologieën, -processen en -integratie, apparatuur, materialen en fabricage op het gebied van micro- en nano-elektronica, gericht op miniaturisering, diversificatie en differentiatie en heterogene integratie;

b)

processen, methoden, instrumenten en platforms, referentieontwerpen en -architecturen voor software en regelintensieve ingebedde/cyberfysieke systemen, die zorgen voor naadloze connectiviteit en interoperabiliteit, functionele veiligheid, een hoge graad van beschikbaarheid en betrouwbaarheid voor professionele en consumententoepassingen, alsmede daarmee verbonden diensten, en

c)

multidisciplinaire benaderingen voor slimme systemen, ondersteund door ontwikkelingen op het gebied van holistisch ontwerp en geavanceerde fabricagemethoden, met als doel de verwezenlijking van zelfstandige en flexibele slimme systemen die over geavanceerde interfaces beschikken en complexe functionaliteit bieden op basis van bijvoorbeeld naadloze integratie van sensor-, actuator-, verwerkings-, energievoorzienings- en netwerkfuncties.

Artikel 3

Financiële bijdrage van de Unie

1.   De financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel ter dekking van administratieve en operationele kosten bedraagt, met inbegrip van EVA-kredieten, ten hoogste 1 184 874 000 EUR. Deze financiële bijdrage van de Unie wordt betaald uit de kredieten die in de algemene begroting van de Europese Unie worden toegewezen voor het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 (2014-2020), vastgesteld bij Besluit 743/2013/EU. Overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder c), iv), en de artikelen 60 en 61 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 wordt de uitvoering van de begroting, wat de financiële bijdrage van de Unie betreft, toevertrouwd aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, die optreedt als een orgaan zoals bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

2.   De regeling voor de financiële bijdrage van de Unie wordt vastgelegd in een delegatieovereenkomst en in overeenkomsten inzake de jaarlijkse overschrijving van middelen, die door de Commissie namens de Unie worden gesloten met de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

3.   In de in lid 2 van dit artikel bedoelde delegatieovereenkomst worden de punten geregeld die worden genoemd in artikel 58, lid 3, en de artikelen 60 en 61 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en in artikel 40 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012, alsmede onder meer de volgende elementen:

a)

de voorwaarden voor de bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wat betreft de relevante prestatie-indicatoren als bedoeld in bijlage II bij Besluit 2013/743/EU;

b)

de voorwaarden voor de bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in het licht van het toezicht als bedoeld in bijlage III bij Besluit 2013/743/EU;

c)

de specifieke prestatie-indicatoren betreffende de werking van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel;

d)

de regelingen betreffende het verstrekken van de benodigde gegevens om de Commissie in staat te stellen aan haar verplichtingen van informatieverspreiding en rapportage, als bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1291/2013, te voldoen, onder meer op het centraal deelnemersportaal en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020;

e)

bepalingen inzake de bekendmaking van oproepen tot het indienen van voorstellen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, tevens op het centraal deelnemersportaal en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020;

f)

de inzet van personeel en wijzigingen op dat gebied, met name de werving per functiegroep, rang en categorie, de procedure voor herclassificatie en eventuele wijzigingen van het aantal personeelsleden.

Artikel 4

Bijdragen van andere leden dan de Unie

1.   De aan Ecsel deelnemende staten leveren een financiële bijdrage aan de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, in overeenstemming met de financiële bijdrage van de Unie. Het bedrag van ten minste 1 170 000 000 EUR over de periode bedoeld in artikel 1, wordt beoogd.

2.   De particuliere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel leveren een financiële bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, of dragen ervoor zorg dat hun samenstellende of gelieerde entiteiten die bijdrage leveren. Het bedrag van ten minste 1 657 500 000 EUR over de periode bedoeld in artikel 1, wordt beoogd.

3.   De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde bijdragen bestaan uit de bijdragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, bedoeld in artikel 16, lid 2, artikel 16, lid 3, onder b), en artikel 16, lid 3, onder c), van de statuten.

4.   De leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, afgezien van de Unie, brengen jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de raad van bestuur verslag uit over de hoogte van de bijdragen die zij in elk van de voorgaande begrotingsjaren overeenkomstig de leden 1 en 2 hebben geleverd.

5.   Voor de waardering van de in artikel 16, lid 3, onder c), van de statuten bedoelde bijdragen, worden de kosten vastgesteld overeenkomstig de gebruikelijke kostenberekeningsmethoden van de betrokken entiteiten, de toepasselijke boekhoudnormen van het land waar elke entiteit is gevestigd, de toepasselijke internationale normen inzake financiële verslaglegging (IFRS). De kosten worden gecertificeerd door een onafhankelijke externe controleur die is aangewezen door de desbetreffende entiteit. De waarderingsmethode van de bijdragen kan door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden geverifieerd indien er enige onduidelijkheid is ontstaan uit de certificering. Indien er nog onduidelijkheden zijn, dan kan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel een audit uitvoeren.

6.   De Commissie kan corrigerende maatregelen nemen en eventueel de financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel beëindigen, evenredig verlagen of schorsen, dan wel de in artikel 26, lid 2, van de statuten bedoelde ontbindingsprocedure inleiden, indien andere leden dan de Unie, met inbegrip van hun samenstellende en gelieerde entiteiten, de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde bijdragen niet, slechts gedeeltelijk of te laat verstrekken.

Artikel 5

Financiële regels

Onverminderd artikel 12 van deze verordening, stelt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel haar specifieke financiële regels vast overeenkomstig artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie (11).

Artikel 6

Personeel

1.   Het Statuut van de ambtenaren en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (12) van de Raad („het Statuut” en „de Regeling (die van toepassing is op andere personeelsleden)”), en de door de instellingen van de Europese Unie gezamenlijk vastgestelde regelingen ter uitvoering van het Statuut en de Regeling, zijn van toepassing op het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

2.   De raad van bestuur oefent, ten aanzien van het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, de bevoegdheden uit die bij het Statuut worden verleend aan het tot aanstelling bevoegde gezag alsmede de bevoegdheden die bij de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden worden verleend aan het tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten bevoegde gezag (de „bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag”).

Overeenkomstig artikel 110 van het Statuut kan de raad van bestuur op basis van artikel 2, lid 1, van het Statuut en op basis van artikel 6 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, een besluit aannemen om de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag te delegeren aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vast te stellen waaronder die delegatie kan worden geschorst. De uitvoerend directeur mag deze bevoegdheden subdelegeren.

In uitzonderlijke omstandigheden kan de raad van bestuur besluiten om de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de uitvoerend directeur en aan elke door hem verleende subdelegaties van die bevoegdheden tijdelijk te schorsen. In dergelijke gevallen, oefent de raad van bestuur de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag zelf uit of delegeert het die aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dan de uitvoerend directeur.

3.   De raad van bestuur stelt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut passende bepalingen vast voor de tenuitvoerlegging van het Statuut en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

4.   De personele middelen worden vastgesteld in de personeelsformatie van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, waarin overeenkomstig de jaarlijkse begroting het aantal tijdelijke ambten per functiegroep en per rang, en het aantal arbeidscontractanten, uitgedrukt in voltijdsequivalenten, is aangegeven.

5.   Het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bestaat uit tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

6.   Alle personeelskosten komen ten laste van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Artikel 7

Gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs

1.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel kan een beroep doen op gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs, die niet bij de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in dienst zijn. Het aantal gedetacheerde nationale deskundigen, uitgedrukt in voltijdsequivalenten, wordt opgeteld bij de in artikel 6, lid 4, bedoelde informatie over personele middelen, overeenkomstig de jaarlijkse begroting.

2.   Bij besluit van de raad van bestuur worden de voorschriften vastgesteld voor de detachering van nationale deskundigen bij de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en voor het inzetten van stagiairs.

Artikel 8

Voorrechten en immuniteiten

Het Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en VWEU, is van toepassing op de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en haar personeel.

Artikel 9

Aansprakelijkheid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel

1.   De contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt geregeld door de toepasselijke contractuele bepalingen en door het recht dat van toepassing is op het desbetreffende contract.

2.   In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle schade die door haar personeelsleden bij de uitoefening van hun taken is veroorzaakt.

3.   Alle betalingen door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in verband met de aansprakelijkheid, bedoeld in de leden 1 en 2, en de daarmee verband houdende kosten en uitgaven worden beschouwd als uitgaven van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en worden gedekt door de middelen ervan.

4.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel draagt de uitsluitende verantwoordelijkheid voor het nakomen van haar verplichtingen.

Artikel 10

Bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie en toepasselijk recht

1.   Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om uitspraak te doen:

a)

krachtens alle arbitragebedingen in door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gesloten overeenkomsten en contracten en door haar genomen besluiten;

b)

in geschillen over de vergoeding van schade die door personeelsleden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt veroorzaakt bij de uitoefening van hun taken;

c)

in elk geschil tussen de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en haar personeelsleden, binnen de grenzen en onder de voorwaarden van het Statuut en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

2.   Op alle aangelegenheden waarbij een geassocieerd land is betrokken, zijn de specifieke bepalingen van de desbetreffende overeenkomsten van toepassing.

3.   Op alle aangelegenheden die niet bij deze verordening of bij andere rechtshandelingen van de Unie zijn geregeld, is het recht van de staat waar de zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zich bevindt, van toepassing.

Artikel 11

Evaluatie

1.   Voor 30 juni 2017 voert de Commissie met de hulp van onafhankelijke deskundigen een tussentijdse evaluatie uit van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, waarbij in het bijzonder wordt beoordeeld in welke mate de particuliere leden en hun samenstellende en gelieerde entiteiten, alsmede andere juridische entiteiten, participeren in en bijdragen aan acties onder contract. De Commissie stelt een verslag over die evaluatie op waarin de conclusies over de evaluatie de opmerkingen door de Commissie zijn opgenomen. De Commissie legt dit verslag uiterlijk op 31 december 2017 over aan het Europees Parlement en de Raad. De resultaten van de tussentijdse evaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden meegenomen in de grondige beoordeling en in de tussentijdse evaluatie waarnaar in artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 wordt verwezen.

2.   Naar aanleiding van de conclusies van de in lid 1 van dit artikel bedoelde tussentijdse evaluatie kan de Commissie optreden overeenkomstig artikel 4, lid 6, of andere passende maatregelen treffen.

3.   Binnen zes maanden na de ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, maar uiterlijk twee jaar na het inleiden van de in artikel 26 van de statuten bedoelde ontbindingsprocedure, verricht de Commissie een eindevaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. De resultaten van die eindevaluatie worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 12

Kwijting

In afwijking van artikel 60, lid 7, en artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, wordt de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gegeven door het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad en overeenkomstig de procedure waarin het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voorziet.

Artikel 13

Audits achteraf

1.   Audits achteraf van uitgaven aan acties onder contract wordt door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uitgevoerd overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 als onderdeel van de acties onder contract van Horizon 2020.

2.   De Commissie kan beslissen de in lid 1 van dit artikel bedoelde audits zelf te verrichten. In dergelijke gevallen, doet zij dat overeenkomstig de toepasselijke regels, met name Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, Verordening (EU) nr. 1290/2013 en Verordening (EU) nr. 1291/2013.

Artikel 14

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

1.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel verleent de diensten van de Commissie en andere door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel of door de Commissie gemachtigde personen, alsmede de Rekenkamer, toegang tot haar terreinen en gebouwen alsmede tot alle informatie, met inbegrip van informatie in elektronische vorm, die nodig is voor het uitvoeren van hun audits.

2.   Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 (13) en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (14) onderzoeken uitvoeren, waaronder controles en verificaties ter plaatse, om vast te stellen of er, in verband met een overeenkomst, besluit of contract gefinancierd uit hoofde van deze verordening, sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.

3.   Onverminderd de leden 1 en 2 worden in contracten, overeenkomsten en besluiten die voortvloeien uit de uitvoering van deze verordening bepalingen opgenomen waardoor de Commissie, de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk worden gemachtigd tot het uitvoeren van dergelijke controles en onderzoeken, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

4.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel ziet er, door het uitvoeren of doen uitvoeren van de nodige interne en externe controles, op toe dat de financiële belangen van haar leden op passende wijze worden beschermd.

5.   De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel treedt toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (15). De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel stelt de nodige maatregelen vast om interne onderzoeken door OLAF te vergemakkelijken.

Artikel 15

Vertrouwelijkheid

Onverminderd artikel 16 beschermt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gevoelige informatie waarvan bekendmaking de belangen van haar leden of die van deelnemers aan de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zou kunnen schaden.

Artikel 16

Transparantie

1.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (16) is van toepassing op de documenten die in het bezit zijn van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

2.   De raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel kan de praktische regelingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vaststellen.

3.   Onverminderd artikel 10 van deze verordening kan tegen besluiten die uit hoofde van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden genomen, op grond van artikel 228 VWEU een klacht worden ingediend bij de ombudsman.

Artikel 17

Regels voor deelname en de verspreiding van resultaten

1.   Verordening (EU) nr. 1290/2013 is van toepassing op de door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gefinancierde acties. Overeenkomstig die verordening wordt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel aangemerkt als een financieringsorgaan en verleent zij financiële bijstand aan acties onder contract zoals vastgelegd in artikel 1, onder a), van de statuten.

2.   Specifieke criteria betreffende de subsidiabiliteit van afzonderlijke aanvragers voor financiering door de aan Ecsel deelnemende staten, kunnen door de bevoegde financierende autoriteiten worden bepaald. Deze criteria kunnen onder meer betrekking hebben op het type aanvrager, zoals juridisch statuut en doel, aansprakelijkheids- en levensvatbaarheidsvoorwaarden, waaronder financiële soliditeit, en het vervullen van fiscale en sociale verplichtingen.

3.   Indien een aan Ecsel deelnemende staat de afhandeling van zijn bijdragen aan deelnemers in acties onder contract niet aan de gemeenschappelijke onderneming toevertrouwt via door de gemeenschappelijke onderneming aangegane subsidieovereenkomsten met deelnemers, kan die staat specifieke regels vastleggen betreffende de subsidiabiliteit van kosten voor het financieren van deelnemers.

4.   De in dit artikel bedoelde specifieke criteria en regels worden in het werkplan opgenomen.

Artikel 18

Ondersteuning door de gaststaat

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en de staat waar haar zetel zich bevindt, kunnen een administratieve overeenkomst sluiten betreffende voorrechten en immuniteiten en andere ondersteuning die de desbetreffende staat aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zal bieden.

Artikel 19

Intrekking en overgangsbepalingen

1.   De Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 worden ingetrokken.

2.   Onverminderd lid 1 blijven op acties die uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 zijn ondernomen, alsmede op uit hoofde van die verordeningen vastgestelde jaarlijkse uitvoeringsplannen, de bepalingen van die verordeningen van toepassing totdat de acties zijn voltooid.

3.   Naast de in artikel 3, lid 1, en artikel 4, lid 2, van deze verordening bedoelde bijdragen worden met het oog op de voltooiing van uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 gestarte acties gedurende de periode 2014-2017 de volgende bijdragen aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel betaald:

a)

2 050 000 EUR door de Unie;

b)

1 430 000 EUR door de vereniging Aeneas;

c)

975 000 EUR door de vereniging Artemisia.

De in artikel 11, lid 1, van deze verordening bedoelde tussentijdse evaluatie omvat een eindevaluatie van de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008.

4.   De uit hoofde van Verordening (EG) nr. 72/2008 benoemde uitvoerend directeur wordt met ingang van 27 juni 2014 voor het resterende deel van zijn ambtstermijn belast met de taken van de uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel waarin deze verordening voorziet. De overige voorwaarden van het contract van de uitvoerend directeur blijven ongewijzigd.

5.   Indien de in artikel 4 van dit artikel bedoelde uitvoerend directeur zijn eerste ambtstermijn nog niet had beëindigd, wordt hij benoemd voor het resterende deel van die ambtstermijn, met de mogelijkheid van een verlenging met ten hoogste vier jaar, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de statuten. Indien de in artikel 4 bedoelde uitvoerend directeur reeds aan zijn tweede ambtstermijn was begonnen, kan die ambtstermijn niet worden verlengd. De uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, mag na afloop van de volledige termijn van zijn/haar ambtstermijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

6.   Het arbeidscontract van de uit hoofde van Verordening (EG) nr. 74/2008 benoemde uitvoerend directeur wordt vóór 27 juni 2014 beëindigd.

7.   Onverminderd de leden 4 en 5 heeft deze verordening geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen van personeel dat op grond van Verordening (EG) nr. 72/2008 of Verordening (EG) nr. 74/2008 is aangeworven. De contracten van deze personeelsleden kunnen worden verlengd overeenkomstig het Statuut en de Regeling voor de andere personeelsleden en in overeenstemming met de begrotingsbeperkingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

8.   De uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel roept de eerste vergadering van de raad van bestuur en de raad van openbare instanties bijeen.

9.   Tenzij de leden van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis op grond van de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 onderling anders zijn overeengekomen, worden alle rechten en verplichtingen, met inbegrip van activa, schulden of passiva van de leden van die gemeenschappelijke ondernemingen uit hoofde van genoemde verordeningen overgedragen op de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uit hoofde van de onderhavige verordening.

10.   Ongebruikte kredieten uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 worden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. Bedragen die de verenigingen Aeneas en Artemisia verschuldigd zijn voor de administratieve kredieten van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis voor de periode 2008-2013 worden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel overeenkomstig een met de Commissie overeen te komen regeling.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  Advies van 10 december 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

(3)  Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

(4)  Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

(5)  Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van "Horizon 2020" - Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

(6)  Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Eniac” (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

(7)  Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

(8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

(10)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

(11)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie van 30 september 2013 tot vaststelling van de financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 38 van 7.2.2014, blz. 2).

(12)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

(13)  Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

(14)  Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

(15)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(16)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


BIJLAGE

STATUTEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING ECSEL

Artikel 1

Taken

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voert de volgende taken uit:

a)

het verlenen van financiële steun aan acties onder contract op het gebied van onderzoek en innovatie, voornamelijk in de vorm van subsidies;

b)

het zorgen voor duurzaam beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel;

c)

het tot stand brengen van nauwe samenwerking en zorgen voor coördinatie met Europese activiteiten (met name Horizon 2020), nationale en transnationale activiteiten, organisaties en belanghebbenden met als doel de totstandbrenging van een vruchtbare innovatie-omgeving in Europa door het scheppen van synergieën, en verbeteren van de exploitatie van onderzoeks- en ontwikkelingsresultaten op het gebied van elektronische componenten en systemen;

d)

het opstellen en vaststellen van eventuele noodzakelijke aanpassingen aan het meerjarige strategische plan;

e)

het opstellen en uitvoeren van werkplannen voor de uitvoering van het meerjarige strategische plan;

f)

het uitschrijven van open oproepen tot het indienen van voorstellen, evalueren van voorstellen en toekennen van financiering aan acties onder contract, via open en transparante procedures en binnen de grenzen van de beschikbare middelen;

g)

het bekendmaken van informatie over de acties onder contract;

h)

het bewaken van de uitvoering van de acties onder contract en beheren van de subsidieovereenkomsten of -besluiten;

i)

het bewaken van de algehele voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel;

j)

het verrichten van werkzaamheden op het gebied van informatie, communicatie, exploitatie en verspreiding door toepassing van, mutatis mutandis, artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1291/2013, met inbegrip van het beschikbaar stellen en toegankelijk maken van de gedetailleerde resultaten van oproepen tot het indienen van voorstellen in een gemeenschappelijke elektronische Horizon 2020 databank;

k)

het onderhouden van contacten met een grote verscheidenheid van belanghebbenden, waaronder onderzoeksorganisaties en universiteiten;

l)

het uitvoeren van eventuele andere taken die nodig zijn voor de totstandbrenging van de in artikel 2 van deze verordening vermelde doelstellingen.

Artikel 2

Leden

1.

De leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn:

a)

de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie;

b)

België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, en

c)

na aanvaarding van deze statuten door middel van een goedkeuringsbrief, de vereniging Aeneas, een overeenkomstig Frans recht geregistreerde vereniging waarvan de zetel gevestigd is te Parijs (Frankrijk); de vereniging Artemisia, een vereniging naar Nederlands recht waarvan de zetel gevestigd is te Eindhoven (Nederland); de vereniging EPoSS, een vereniging naar Duits recht waarvan de zetel gevestigd is te Berlijn (Duitsland).

2.

De landen die lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming ECSEL worden in de statuten "aan ECSEL deelnemende staten" genoemd. Elke aan Ecsel deelnemende staat benoemt zijn vertegenwoordiger in de organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en wijst de nationale entiteit of entiteiten aan die zal/zullen voldoen aan zijn verplichtingen met betrekking tot de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

3.

In die statuten, worden de aan Ecsel deelnemende staten en de Commissie tezamen de „openbare instanties” van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel genoemd.

4.

In die statuten worden de particuliere verenigingen worden „particuliere leden” van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel genoemd en de „samenstellende” entiteiten zijn de entiteiten waaruit elk particulier lid bestaat, zoals vastgelegd in de statuten van het desbetreffend lid.

Artikel 3

Wijziging van het lidmaatschap

1.

Lidstaten van de Europese Unie of geassocieerde landen die niet zijn opgenomen in artikel 2, lid 1, onder b), worden lid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel nadat zij de raad van bestuur in kennis hebben gesteld van hun schriftelijke aanvaarding van deze statuten en alle andere bepalingen die het functioneren van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel regelen.

2.

Mits zij bijdragen aan de in artikel 16, lid 4, bedoelde financiering om de in artikel 2 van deze verordening vastgestelde doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel te bereiken en deze statuten aanvaarden, kunnen de volgende entiteiten het lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel aanvragen:

a)

andere landen dan de in lid 1 bedoelde landen die onderzoeks- en innovatiebeleid of programma’s op het gebied van elektronische componenten en systemen uitvoeren;

b)

andere rechtspersonen die direct of indirect onderzoek en innovatie in een lidstaat of in een geassocieerd land ondersteunen.

3.

Aanvragen van het lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel als bedoeld in lid 2 worden gericht tot de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. De raad beoordeelt de aanvraag en houdt daarbij rekening met de relevantie en de potentiële toegevoegde waarde van de aanvrager voor het bereiken van de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en beslist hij over de aanvraag.

4.

Elk lid kan zijn lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel opzeggen. Die opzegging wordt zes maanden na de kennisgeving aan de andere leden onherroepelijk van kracht. Vanaf de datum van opzegging wordt het voormalige lid ontheven van alle andere verplichtingen dan die welke door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn goedgekeurd en aangegaan voordat dat lid kennis had gegeven van de opzegging van zijn lidmaatschap.

5.

Het lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel kan, zonder de voorafgaande toestemming van de raad van bestuur, niet worden overgedragen op een derde partij.

6.

Onmiddellijk da elke wijziging van het lidmaatschap ingevolge dit artikel, maakt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel op haar website een geactualiseerde ledenlijst bekend samen met de datum van die wijziging.

Artikel 4

Organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel

De organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn:

a)

de raad van bestuur;

b)

de uitvoerend directeur;

c)

de raad van openbare instanties;

d)

de raad van particuliere leden.

Artikel 5

Samenstelling van de raad van bestuur

De raad van bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Elk lid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel benoemt zijn vertegenwoordigers en een delegatieleider die beschikt over het stemrecht van het lid binnen de raad van bestuur.

Artikel 6

Werking van de raad van bestuur

1.

De stemrechten in de raad van bestuur worden als volgt verdeeld:

a)

de particuliere leden tezamen,

b)

de Commissie, en

c)

de aan Ecsel deelnemende staten, hebben elk een derde deel van de stemmen.

De leden doen hun uiterste best om tot consensus te komen. Wanneer geen consensus kan worden bereikt, neemt de raad van bestuur besluiten met een meerderheid van ten minste 75 % van alle stemmen, met inbegrip van de stemmen van alle niet-aanwezige leden.

2.

Voor de eerste twee begrotingsjaren worden de stemrechten van de aan Ecsel deelnemende staten als volgt verdeeld:

a)

elke aan Ecsel deelnemende staat krijgt één percent;

b)

het overblijvende percentage wordt jaarlijks onder de aan Ecsel deelnemende staten verdeeld naar evenredigheid met hun daadwerkelijke financiële bijdrage in de twee afgelopen jaren, met inbegrip van hun bijdragen aan de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis.

Voor de daaropvolgende begrotingsjaren wordt de verdeling van de stemmen van de aan Ecsel deelnemende staten jaarlijks vastgelegd en naar de mate waarin zij de afgelopen twee begrotingsjaren middelen hebben toegezegd voor acties onder contract.

De stemrechten van de particuliere leden worden gelijkelijk over de particuliere verenigingen verdeeld, tenzij de raad van particuliere leden anders beslist.

De stemrechten van elk nieuw lid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dat geen lidstaat van de Europese Unie en geen geassocieerd land is, wordt door de raad van bestuur bepaald voordat dat lid toetreedt tot de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

3.

De raad van bestuur kiest een voorzitter voor een termijn van ten minste één jaar.

4.

De raad van bestuur belegt ten minste tweemaal per jaar een gewone vergadering. De raad kan buitengewone vergaderingen beleggen op verzoek van de Commissie, van een meerderheid van de vertegenwoordigers van de aan Ecsel deelnemende staten, van een meerderheid van de particuliere leden of van de voorzitter, dan wel op verzoek van de uitvoerend directeur overeenkomstig artikel 16, lid 5. De vergaderingen van de raad van bestuur worden bijeengeroepen door zijn voorzitter en zullen gewoonlijk plaatsvinden in de zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Het quorum van de raad van bestuur bestaat uit de Commissie, de particuliere leden en ten minste drie delegatieleiders van de aan Ecsel deelnemende staten.

De uitvoerend directeur neemt deel aan de beraadslagingen, tenzij de raad van bestuur daar anders over beslist, zij het zonder stemrecht.

De raad van bestuur kan op ad hoc basis andere personen uitnodigen om de vergadering als waarnemer bij te wonen, met name vertegenwoordigers van regionale overheden binnen de Unie.

5.

De vertegenwoordigers van de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor handelingen die zij verrichten in hun hoedanigheid van vertegenwoordiger in de raad van bestuur.

6.

De raad van bestuur stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel 7

Taken van de raad van bestuur

1.

De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de strategische oriëntatie en de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van haar activiteiten.

2.

De Commissie streeft, in het kader van haar rol in de raad van bestuur, naar coördinatie tussen de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en de relevante Horizon 2020-activiteiten teneinde synergiën te bevorderen bij de vaststelling van de prioriteiten van gezamenlijk onderzoek.

3.

De raad van bestuur voert met name de volgende taken uit:

a)

nieuwe lidmaatschapsaanvragen beoordelen, aanvaarden of afwijzen overeenkomstig artikel 3, lid 3, van deze statuten;

b)

besluiten over de beëindiging van het lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel van elk lid dat zijn verplichtingen niet nakomt;

c)

het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel vaststellen overeenkomstig artikel 5 van deze verordening;

d)

de jaarlijkse begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel goedkeuren, met inbegrip van de daarmee overeenstemmende personeelsformatie waarin, uitgedrukt in voltijdsequivalenten, het aantal tijdelijke ambten per functiegroep en per rang, het aantal arbeidscontractanten en het aantal gedetacheerde nationale deskundigen is aangegeven;

e)

de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uitoefenen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening;

f)

de uitvoerend directeur benoemen, ontslaan, zijn ambtstermijn verlengen, hem richtsnoeren geven en toezicht houden op zijn prestaties;

g)

de organisatiestructuur van het programmabureau goedkeuren op aanbeveling van de uitvoerend directeur;

h)

het in artikel 21, lid 1, bedoelde meerjarige strategische plan goedkeuren;

i)

het werkplan en de daarmee verband houdende, in artikel 21, lid 2, bedoelde uitgavenramingen goedkeuren;

j)

het jaarlijks activiteitenverslag goedkeuren, met inbegrip van de in artikel 22, lid 1, bedoelde, daarmee verband houdende uitgaven;

k)

naar behoren regelen dat op aanbeveling van de uitvoerend directeur een internecontrolecapaciteit van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt opgezet;

l)

het communicatiebeleid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel vaststellen op aanbeveling van de uitvoerend directeur;

m)

in voorkomend geval, overeenkomstig artikel 6, lid 3, van deze verordening uitvoeringsbepalingen voor het Statuut van de ambtenaren en de Regeling die van toepassing is op andere personeelsleden vaststellen;

n)

eventueel regels vaststellen voor de detachering van nationale deskundigen naar de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en voor het inzetten van stagiairs overeenkomstig artikel 7, lid 2, van deze verordening;

o)

in aanvulling op de organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel eventueel adviesgroepen opzetten;

p)

eventueel bij de Commissie verzoeken indienen om deze verordening op voorstel van een lid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel te wijzigen;

q)

de verantwoordelijkheid dragen voor elke taak die niet specifiek aan een bepaald orgaan van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is toegewezen; hij kan die taken wel aan elk orgaan van de gemeenschapppelijke onderneming Ecsel toewijzen.

Artikel 8

Benoeming, ontslag of verlenging van de ambtstermijn van de uitvoerend directeur

1.

De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten. De Commissie betrekt de vertegenwoordiging van de andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel eventueel bij de selectieprocedure.

Met name wordt gezorgd voor een passende vertegenwoordiging van de andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bij de voorselectiefase van de procedure. Daartoe benoemen de aan Ecsel deelnemende staten en de particuliere leden in onderlinge overeenstemming een vertegenwoordiger en een waarnemer namens de raad van bestuur.

2.

De uitvoerend directeur is een personeelslid en wordt op grond van artikel 2, onder a), van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden benoemd als tijdelijk functionaris van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

3.

De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt drie jaar. Aan het einde van die periode beoordeelt de Commissie, eventueel gezamenlijk met de aan Ecsel deelnemende staten en de particuliere leden, het functioneren van de uitvoerend directeur en evalueert zij de toekomstige taken en uitdagingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

4.

De raad van bestuur kan, op voorstel van de Commissie die rekening houdt met de in lid 3 bedoelde evaluatie, de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen, voor een periode van ten hoogste vier jaar.

5.

Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.

6.

De uitvoerend directeur kan alleen worden ontslagen na een besluit daartoe van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie, eventueel gezamenlijk met de aan Ecsel deelnemende staten en de particuliere leden.

Artikel 9

Taken van de uitvoerend directeur

1.

De uitvoerend directeur is als hoogste uitvoerende functionaris belast met het dagelijks beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel overeenkomstig de besluiten van de raad van bestuur.

2.

De uitvoerend directeur is de wettelijke vertegenwoordiger van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. De uitvoerend directeur is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur.

3.

De uitvoerend directeur voert de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uit.

4.

De uitvoerend directeur voert op onafhankelijke wijze in het bijzonder de volgende taken uit:

a)

het ontwerp van meerjarig strategisch plan consolideren en ter goedkeuring aan de raad van bestuur voorleggen; dit plan bestaat uit de door de raad van particuliere leden voorgestelde meerjarige strategische onderzoeks- en innovatieagenda, en de meerjarige financiële vooruitzichten van de openbare instanties;

b)

de ontwerp van jaarbegroting opstellen en ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur, met inbegrip van de bijbehorende personeelsformatie, waarin het aantal tijdelijke posten per functiegroep en per rang alsmede het aantal arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen wordt vermeld, uitgedrukt in voltijdsequivalenten;

c)

het ontwerp van werkplan opstellen en dit ter goedkeuring aan de raad van bestuur voorleggen; dat plan omvat een beschrijving van het toepassingsgebied van de oproepen tot het indienen van voorstellen dat nodig is om het onderzoeks- en innovatieactiviteitenplan dat door de raad van particuliere leden is voorgesteld, uit te voeren, alsmede de daarmee verband houdende, door de openbare instanties voorgestelde uitgavenramingen;

d)

de jaarrekeningen voor advies aan de raad van bestuur voorleggen;

e)

het jaarlijks activiteitenverslag, met inbegrip van de informatie inzake overeenkomstige uitgaven, opstellen en ter goedkeuring aan de raad van bestuur voorleggen;

f)

afzonderlijke subsidie-overeenkomsten en -besluiten ondertekenen;

g)

contracten voor opdrachten ondertekenen;

h)

het communicatiebeleid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uitvoeren;

i)

de werkzaamheden en het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel organiseren, leiden en superviseren binnen de grenzen van de overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening door de raad van bestuur gedelegeerde bevoegdheden;

j)

een doeltreffend en efficiënt interne controlesysteem instellen en toezien op het functioneren ervan, en belangrijke wijzigingen erin aan de raad van bestuur rapporteren;

k)

er zorg voor dragen dat risicobeoordeling en risicobeheer plaatsvinden;

l)

alle andere maatregelen nemen die nodig zijn voor de beoordeling van de voortgang die de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel boekt bij de verwezenlijking van haar doelstellingen zoals vastgesteld in artikel 2 van deze verordening;

m)

eventuele andere taken uitvoeren die door de raad van bestuur aan de uitvoerend directeur zijn toevertrouwd of gedelegeerd.

5.

De uitvoerend directeur zet een programmabureau op voor de uitvoering, onder zijn verantwoordelijkheid, van alle uit deze verordening voortvloeiende ondersteunende taken. Het programmabureau bestaat uit het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en voert met name de volgende taken uit:

a)

ondersteuning bieden bij het instellen en het beheer van een passend boekhoudsysteem overeenkomstig de financiële regels van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel;

b)

de in het werkplan vastgestelde oproepen tot het indienen van voorstellen beheren en de subsidie-overeenkomsten en -besluiten administreren;

c)

de leden en de andere organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel alle relevante informatie en de nodige ondersteuning geven zodat zij hun taken kunnen vervullen, en aan hun specifieke verzoeken voldoen;

d)

als secretariaat voor de organen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel fungeren en ondersteuning bieden aan alle adviesgroepen die door de raad van bestuur zijn opgezet.

Artikel 10

Samenstelling van de raad van openbare instanties

De raad van openbare instanties bestaat uit vertegenwoordigers van de openbare instanties van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Elke openbare instantie benoemt haar vertegenwoordigers en een delegatieleider die beschikt over het stemrecht in de raad van openbare instanties.

Artikel 11

Werking van de raad van openbare instanties

1.

De stemrechten in de raad van openbare instanties worden op jaarbasis toegewezen aan de openbare instanties in verhouding tot hun financiële bijdrage aan de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voor datzelfde jaar overeenkomstig artikel 18, lid 4, met een maximum voor elk lid van 50 % van het totale aantal stemmen in de raad van openbare instanties.

Indien minder dan drie aan Ecsel deelnemende staten aan de uitvoerend directeur mededeling hebben gedaan van hun financiële bijdrage overeenkomstig artikel 18, lid 4, beschikt de Commissie over 50 % van de stemmen, terwijl de overige 50 % gelijkelijk wordt verdeeld over de aan Ecsel deelnemende staten.

De openbare instanties doen hun uiterste best om tot een consensus te komen. Wanneer geen consensus kan worden bereikt, neemt de raad van openbare instanties besluiten met een meerderheid van ten minste 75 % van alle stemmen, met inbegrip van de stemmen van alle niet-aanwezige aan Ecsel deelnemende staten.

Elke openbare instantie heeft een vetorecht bij alle kwesties die verband houden met de besteding van haar eigen financiële bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

2.

De raad van openbare instanties kiest een voorzitter voor een termijn van ten minste twee jaar.

3.

De raad van openbare instanties belegt ten minste tweemaal per jaar een gewone vergadering. De raad kan op verzoek van de Commissie of een meerderheid van de vertegenwoordigers van de aan Ecsel deelnemende staten of op verzoek van de voorzitter buitengewone vergaderingen beleggen. De vergaderingen van de raad van openbare instanties worden bijeengeroepen door zijn voorzitter en zullen gewoonlijk plaatsvinden in de zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Het quorum van de raad van openbare instanties bestaat uit de Commissie en de delegatieleiders van ten minste drie aan Ecsel deelnemende staten.

De uitvoerend directeur neemt deel aan de beraadslagingen, tenzij de raad van bestuur daar anders over beslist, zij het zonder stemrecht.

Lidstaten of met het kaderprogramma geassocieerde landen die geen lid zijn van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, kunnen als waarnemer aan de raad van openbare instanties deelnemen. Waarnemers ontvangen alle relevante documenten en kunnen advies geven over alle door de raad van openbare instanties genomen besluiten. Waarnemers zijn gebonden aan de vertrouwelijkheidsregels die van toepassing zijn op de leden van de raad van openbare instanties.

De raad van openbare instanties kan zo nodig werkgroepen instellen die algemeen gecoördineerd zullen worden door één of meer openbare instanties.

De raad van openbare instanties stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 12

Taken van de raad van openbare instanties

De raad van openbare instanties:

a)

zorgt ervoor dat de beginselen van eerlijkheid en transparantie naar behoren worden nagekomen bij de toewijzing van overheidsmiddelen aan deelnemers aan acties onder contract;

b)

stelt de voorschriften vast voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en voor de evaluatie, de selectie en de monitoring van de acties onder contract;

c)

keurt het openen van de oproep tot het indienen van voorstellen goed overeenkomstig het werkplan;

d)

stelt de rangorde van de voorstellen vast op basis van de selectie- en toekenningscriteria, rekening houdend met de bijdrage die zij leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de oproep en de synergie met de nationale prioriteiten;

e)

neemt een besluit over de toekenning van overheidsmiddelen voor geselecteerde voorstellen tot maximaal de beschikbare budgetten, rekening houdend met de overeenkomstig artikel 18, lid 5, uitgevoerde verificaties. Dergelijk besluit is bindend en definitief voor aan de aan Ecsel deelnemende staten, zonder verdere evaluatie- of selectieprocedure.

Artikel 13

Samenstelling van de raad van particuliere leden

De raad van particuliere leden bestaat uit vertegenwoordigers van de particuliere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Elk particulier lid benoemt zijn vertegenwoordigers en een delegatieleider die beschikt over het stemrecht in de raad van particuliere leden.

Artikel 14

Werking van de raad van particuliere leden

1.

De raad van particuliere leden komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.

2.

De raad van particuliere leden kan zo nodig werkgroepen instellen die algemeen gecoördineerd zullen worden door één of meer leden.

3.

De raad van particuliere leden kiest zijn voorzitter.

4.

De raad van particuliere leden stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel 15

Taken van de raad van particuliere leden

De raad van particuliere leden:

a)

stelt het in artikel 21, lid 1, bedoelde ontwerp van meerjarige strategische onderzoeks- en innovatieagenda op dat erop gericht is de in artikel 2 van deze verordening vastgestelde doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel te bereiken, en actualiseert dat regelmatig;

b)

stelt ieder jaar het ontwerp van onderzoeks- en innovatieactiviteitenplan voor het volgende jaar op als basis voor de in artikel 21, lid 2, bedoelde oproep tot het indienen van voorstellen;

c)

dient het ontwerp van meerjarige strategische onderzoeks- en innovatieagenda en het jaarlijkse ontwerp van onderzoeks- en innovatieactiviteitenplan in bij de uitvoerend directeur binnen de door de raad van bestuur vastgestelde termijnen;

d)

organiseert een forum van adviserende belanghebbenden dat openstaat voor alle publieke en private belanghebbenden op het gebied van elektronische componenten en systemen, om hen te informeren en feedback in te winnen over het ontwerp van meerjarige strategische onderzoeks- en innovatieagenda en het ontwerp van onderzoeks- en innovatieactiviteitenplan voor een bepaald jaar.

Artikel 16

Financieringsbronnen

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt door haar leden gezamenlijk gefinancierd door middel van financiële bijdragen die in termijnen worden betaald en door bijdragen in natura die bestaan uit de kosten die door de particuliere leden of de samenstellende en gelieerde entiteiten daarvan bij de uitvoering van acties onder contract worden gemaakt en die niet door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden terugbetaald.

2.

De administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden bekostigd uit de bijdragen die bedoeld worden in:

a)

artikel 3, lid 1, van deze verordening voor de financiële bijdrage van de Unie die ten hoogste 15 255 000 EUR bedraagt;

b)

artikel 4, lid 2, van deze verordening voor de bijdragen van de particuliere leden, die ten hoogste 19 710 000 EUR of maximaal 1 % van de som van de totale kosten van alle projecten bedragen, naargelang wat het hoogste bedrag is, maar zonder een bedrag van 48 000 000 EUR te overschrijden, en

c)

artikel 19, lid 2, van deze verordening voor de voltooiing van de bij de Verordeningen (EG) nr. 72/2008 en (EG) nr. 74/2008 gestarte acties.

Indien een deel van de bijdragen voor administratieve kosten niet wordt gebruikt, kan het ter beschikking worden gesteld om de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel te dekken.

3.

De operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden gedekt door middel van:

a)

een financiële bijdrage van de Unie;

b)

financiële bijdragen van de aan Ecsel deelnemende staten;

c)

bijdragen in natura door de particuliere leden of hun samenstellende en gelieerde entiteiten, bestaande uit de kosten die zij maken voor de uitvoering van acties onder contract minus de bijdragen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, de aan Ecsel deelnemende staten en iedere andere bijdrage van de Unie in die kosten.

4.

De in de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel opgenomen middelen bestaan uit de volgende bijdragen:

a)

de financiële bijdragen van de leden aan de administratieve kosten;

b)

de financiële bijdragen van de leden aan de operationele kosten, met inbegrip van die van de aan Ecsel deelnemende staten die de uitvoering overeenkomstig artikel 17, lid 1, aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel toevertrouwen;

c)

alle door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gegenereerde inkomsten;

d)

alle andere financiële bijdragen, middelen en inkomsten.

Interesten op de bijdragen die aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn betaald, gelden als inkomsten.

5.

Wanneer een lid van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn verplichtingen in verband met de overeengekomen financiële bijdrage niet nakomt, maakt de uitvoerend directeur daarvan schriftelijk melding en stelt hij een redelijke termijn vast waarbinnen de tekortkoming moet worden hersteld. Indien de betalingsachterstand niet binnen die termijn is weggewerkt, roept de uitvoerend directeur een vergadering van de raad van bestuur bijeen om te besluiten of het lidmaatschap van het desbetreffende lid moet worden ingetrokken, dan wel of andere maatregelen moeten worden genomen tot het lid zijn verbintenissen wel nakomt.

6.

Alle middelen en activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn bedoeld om de in artikel 2 van deze verordening vastgestelde doelstellingen te bereiken.

7.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is eigenaar van alle activa die voor de vervulling van haar in artikel 2 van deze verordening vastgestelde doelstellingen door haar zijn gegenereerd of aan haar zijn overgedragen.

8.

Behalve bij ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, worden de inkomsten, voor zover zij meer bedragen dan de uitgaven, niet aan de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uitbetaald.

Artikel 17

Bijdragen van de aan Ecsel deelnemende staten

1.

De aan Ecsel deelnemende staten kunnen de uitvoering van hun bijdragen aan de deelnemers aan acties onder contract toevertrouwen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel door middel van subsidieovereenkomsten met de deelnemers die door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel zijn gesloten. Ook kunnen zij de betaling van hun bijdragen aan de deelnemers toevertrouwen aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, dan wel de betalingen zelf uitvoeren op basis van door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel uitgevoerde verificaties.

2.

Indien een aan Ecsel deelnemende staat de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel niet belast met de in lid 1 beschreven taken, doet die staat al het nodige om eigen subsidieovereenkomsten op te stellen, binnen een vergelijkbare termijn als deze die geldt voor de subsidieovereenkomsten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. De verificatie van de subsidiabiliteit van kosten door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel als bedoeld in artikel 18, lid 7, kan door de aan Ecsel deelnemende staat worden gebruikt als onderdeel van zijn eigen betalingsproces.

3.

De regelingen voor de samenwerking tussen de aan Ecsel deelnemende staten en de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden vastgesteld door middel van een administratieve regeling die moet worden gesloten tussen de entiteiten die daartoe door de aan Ecsel deelnemende staten zijn aangewezen, en de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

4.

Wanneer de aan Ecsel deelnemende staten overeenkomstig lid 1 taken aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel toevertrouwen, worden de in lid 3 bedoelde administratieve regelingen aangevuld met jaarlijkse regelingen tussen de daartoe door de aan Ecsel deelnemende staten en de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel aangewezen entiteiten, waarin de voorwaarden voor de financiële bijdrage van de aan Ecsel deelnemende staten aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden vastgesteld.

5.

Lidstaten, geassocieerde landen en derde landen die geen lid zijn van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel kunnen soortgelijke regelingen treffen met de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Artikel 18

Financiering van acties onder contract

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel steunt acties onder contract via open en concurrerende oproepen tot het indienen van voorstellen en de plaatsing van overheidsmiddelen binnen de grenzen van de beschikbare budgetten. Overheidssteun in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel laat de staatssteunregels onverlet.

2.

De financiële bijdrage van de openbare instanties is die welke in artikel 16, lid 3, onder a) en b), wordt genoemd als vergoeding van de subsidiabele kosten aan de deelnemers aan acties onder contract. De specifieke vergoedingspercentages door de Unie en door elke aan Ecsel deelnemende staat worden in het werkplan opgenomen.

3.

De openbare instanties delen de uitvoerend directeur mee welke bedragen zij hebben gereserveerd voor elke oproep tot het indienen van voorstellen die in het werkplan moeten worden opgenomen en, in voorkomend geval, overeenkomstig artikel 17, lid 1, op tijd voor de opstelling van de ontwerpbegroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, rekening houdend met de reikwijdte van de onderzoeks- en innovatieactiviteiten waarop het werkplan betrekking heeft.

4.

De uitvoerend directeur verifieert de subsidiabiliteit van de aanvragers van financiering door de Unie, en de aan Ecsel deelnemende staten verifiëren de subsidiabiliteit van hun aanvragers aan de hand van vooraf vastgestelde nationale financieringscriteria en delen de resultaten mee aan de uitvoerend directeur.

5.

Op basis van de in lid 4 bedoelde verificaties stelt de uitvoerend directeur de voorgestelde lijst van acties onder contract vast die voor financiering in aanmerking komen, uitgesplitst naar aanvragers, en deelt hij deze mee aan de raad van openbare instanties, die besluit over de maximumtoewijzing aan overheidsmiddelen overeenkomstig artikel 12, onder e), en de uitvoerend directeur opdracht geeft om met de betrokken deelnemers overeenkomsten tot stand te brengen.

6.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel neemt alle nodige maatregelen, waaronder de verificatie van de subsidiabiliteit van de kosten, voor de betaling van overheidsmiddelen aan de verschillende deelnemers overeenkomstig de regelingen bedoeld in artikel 17, leden 3 en 4.

7.

De aan Ecsel deelnemende staten verlangen geen aanvullende technische monitoring en verslaglegging bovenop die welke door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel worden geëist.

Artikel 19

Financiële verbintenissen

De financiële verbintenissen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel mogen het bedrag van de beschikbare of door haar leden voor haar begroting vastgelegde financiële middelen niet overschrijden.

Artikel 20

Begrotingsjaar

Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Artikel 21

Operationele en financiële planning

1.

In het meerjarige strategische plan worden de strategie en de plannen voor het bereiken van de in artikel 2 van deze verordening vermelde doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel nader uitgewerkt in de vorm van een meerjarige strategische onderzoeks- en innovatieagenda van de raad van particuliere leden en de meerjarige financiële perspectieven van de openbare instanties. Daarin moeten onderzoeks- en innovatieprioriteiten worden bepaald voor de ontwikkeling en invoering van sleutelcompetenties voor elektronicacomponenten en -systemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen te versterken en nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen helpen tot stand te brengen. Het moet regelmatig worden herzien overeenkomstig de ontwikkeling van de behoeften van de industrie in Europa.

2.

De uitvoerend directeur legt de raad van bestuur een ontwerp ter vaststelling van een jaarlijks of meerjarig werkplan voor, waarin het onderzoeks- en innovatieactiviteitenplan, de administratieve activiteiten en de daarmee verband houdende uitgavenramingen zijn opgenomen.

3.

Het werkplan wordt voor het eind van het jaar dat voorafgaat aan de uitvoering ervan goedgekeurd. Het werkplan wordt openbaar gemaakt.

4.

De uitvoerend directeur stelt de ontwerpjaarbegroting voor het volgende jaar op en legt dit ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur.

5.

De jaarbegroting voor een bepaald jaar wordt aan het einde van het daaraan voorafgaande jaar door de raad van bestuur goedgekeurd.

6.

De jaarbegroting wordt aangepast aan de hoogte van de financiële bijdrage van de Unie die in de begroting van de Unie is vastgelegd.

Artikel 22

Operationele en financiële verslaglegging

1.

De uitvoerend directeur brengt ieder jaar aan de raad van bestuur verslag uit over de uitvoering van de taken van de uitvoerend directeur overeenkomstig de financiële regels van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

De uitvoerend directeur dient binnen twee maanden na de sluiting van elk begrotingsjaar ter goedkeuring een jaarlijks activiteitenverslag in bij de raad van bestuur over de vooruitgang die in het voorgaande kalenderjaar door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is geboekt, met name in verhouding tot het jaarwerkplan voor dat jaar. In het jaarlijks activiteitenverslag wordt onder meer informatie over de volgende zaken opgenomen:

a)

onderzoek, innovatie en andere uitgevoerde acties en de daarmee verband houdende uitgaven;

b)

de ingediende voorstellen, met inbegrip van een uitsplitsing per type deelnemer (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen) en per land;

c)

de voorstellen die voor financiering zijn geselecteerd, met een uitsplitsing per type deelnemer (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen), en per land, waarin de bijdragen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel en de aan Ecsel deelnemende staten aan de individuele deelnemers en de acties onder contract zijn aangegeven.

2.

Na goedkeuring door de raad van bestuur wordt het jaarlijkse activiteitenverslag voor het publiek toegankelijk gemaakt.

3.

Uiterlijk op 1 maart van het volgende begrotingsjaar dient de rekenplichtige van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel de voorlopige rekeningen in bij de rekenplichtige van de Commissie en bij de Rekenkamer.

Uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar stuurt de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel het verslag over het begrotings- en financieel beheer toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.

Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, maakt de rekenplichtige van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, overeenkomstig artikel 148 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, de definitieve rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel op en legt de uitvoerend directeur deze ter fine van advies aan de raad van bestuur voor.

De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Uiterlijk op 1 juli van het volgende begrotingsjaar zendt de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.

De definitieve rekeningen worden uiterlijk op 15 november van het volgende begrotingsjaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De uitvoerend directeur stuurt aan de Rekenkamer een antwoord toe als reactie op de door haar in het kader van haar jaarverslag geformuleerde opmerkingen, en zulks uiterlijk 30 september. De uitvoerend directeur zendt het antwoord tevens toe aan de raad van bestuur.

De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 165, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

Artikel 23

Interne audit

De intern auditor van de Commissie oefent ten aanzien van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel dezelfde bevoegdheden uit als ten aanzien van de Commissie.

Artikel 24

Aansprakelijkheid van leden en verzekering

1.

De financiële aansprakelijkheid van de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voor de schulden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is beperkt tot de bijdrage die zij reeds hebben betaald voor de administratieve kosten.

2.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel sluit de nodige verzekeringen af en houdt deze aan.

Artikel 25

Belangenconflicten

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, haar organen en haar personeel vermijden elk belangenconflict bij de uitvoering van hun activiteiten.

2.

De raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel kan regels vaststellen om belangenconflicten ten aanzien van de leden van die onderneming, haar organen en haar personeel te voorkomen en te beheersen. Die regels omvatten bepalingen ter voorkoming van belangenconflicten voor de vertegenwoordigers van de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel die zitting hebben in de raad van bestuur of in de raad van openbare instanties.

Artikel 26

Ontbinding

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt ontbonden aan het einde van de in artikel 1 van deze verordening bedoelde periode.

2.

Naast hetgeen is bepaald in lid 1, treedt de ontbindingsprocedure treedt automatisch in werking als de Unie of alle particuliere leden zich terugtrekken uit de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

3.

Voor de uitvoering van de procedure tot ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel benoemt de raad van bestuur een of meer vereffenaars die handelen volgens de door de raad van bestuur genomen besluiten.

4.

Wanneer de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel wordt geliquideerd, worden haar activa gebruikt ter voldoening van haar verplichtingen en voor de uitgaven in verband met haar ontbinding. Een eventueel overschot wordt op het moment van de ontbinding verdeeld over de leden in verhouding tot hun financiële bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. Een eventueel overschot dat de Unie toevalt, wordt teruggeboekt naar de begroting van de Unie.

5.

Er wordt een ad-hoc procedure ingesteld voor een passende afwikkeling van alle door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel gesloten overeenkomsten of genomen besluiten, alsmede van alle aanbestedingscontracten met een langere looptijd dan die van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.