32003R0452

Verordening (EG) nr. 452/2003 van de Raad van 6 maart 2003 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen

Publicatieblad Nr. L 069 van 13/03/2003 blz. 0008 - 0009


Verordening (EG) nr. 452/2003 van de Raad

van 6 maart 2003

inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 384/96(1) gemeenschappelijke regels vastgesteld ter bescherming tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

(2) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 2026/97(2) gemeenschappelijke regels vastgesteld ter bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

(3) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 519/94(3) en Verordening (EG) nr. 3285/94(4) gemeenschappelijke regels vastgesteld voor het nemen van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer uit bepaalde landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap. Vrijwaringsmaatregelen kunnen de vorm hebben van tariefmaatregelen die van toepassing zijn op, hetzij alle invoer, hetzij enkel de invoer die een vooraf vastgestelde hoeveelheid overschrijdt. Dergelijke vrijwaringsmaatregelen houden in dat de betrokken goederen in de Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht tegen betaling van de rechten waaraan zij zijn onderworpen.

(4) De invoer van bepaalde goederen kan zowel aan antidumping- of antisubsidiemaatregelen als aan vrijwaringsmaatregelen zijn onderworpen. De eerstgenoemde maatregelen hebben ten doel een einde te maken aan oneerlijke handelspraktijken die de markt verstoren, terwijl de laatstgenoemde erop gericht zijn bescherming te bieden tegen sterk toegenomen invoer.

(5) De combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van hetzelfde product kan in bepaalde gevallen evenwel een groter effect sorteren dan voor de doelstellingen van de communautaire handelspolitiek en de handelsbescherming wenselijk of noodzakelijk is. Een dergelijke combinatie van maatregelen zou met name een ongewenst zware last kunnen betekenen voor bepaalde producenten/exporteurs die hun producten naar de Gemeenschap wensen uit te voeren, omdat zij deze exporteurs de toegang tot de markt van de Gemeenschap de facto zou ontzeggen.

(6) Producenten/exporteurs die hun producten naar de Gemeenschap wensen uit te voeren, mogen niet aan een dermate zware belasting worden onderworpen en moeten verder toegang hebben tot de markt van de Gemeenschap.

(7) Het verdient derhalve aanbeveling ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de vrijwaringsmaatregelen en de antidumping- en/of antisubsidiemaatregelen kunnen worden verwezenlijkt zonder dat de betrokken producenten/exporteurs de toegang tot de markt van de Gemeenschap wordt ontzegd.

(8) Het is derhalve noodzakelijk specifieke bepalingen vast te stellen die de Raad en de Commissie de mogelijkheid geven, wanneer zij dit dienstig achten, maatregelen te nemen die voorkomen dat een combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van hetzelfde product een dergelijk effect sorteert.

(9) Hoewel het in bepaalde gevallen voorspelbaar is dat eenzelfde product zowel aan vrijwaringsmaatregelen als aan antidumping- of antisubsidiemaatregelen zal worden onderworpen, kan niet steeds vooraf worden bepaald op welk tijdstip dit zal gebeuren. De Raad en de Commissie moeten derhalve in de gelegenheid worden gesteld een oplossing te vinden voor dit probleem op een wijze die alle betrokkenen voldoende voorspelbaarheid en rechtszekerheid garandeert.

(10) De Raad en de Commissie kunnen het in bepaalde gevallen dienstig achten antidumping- en/of antisubsidiemaatregelen te wijzigen, op te schorten of in te trekken, dan wel over te gaan tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de antidumpingrechten of compenserende rechten die zonder deze maatregelen verschuldigd zouden zijn, dan wel bepaalde andere bijzondere maatregelen te nemen. Schorsingen, wijzigingen of vrijstellingen van antidumping- of antisubsidiemaatregelen mogen slechts voor beperkte tijd worden toegekend.

(11) De krachtens deze verordening genomen maatregelen dienen, behoudens daarin neergelegde andersluidende bepalingen, van toepassing te worden op de datum van hun inwerkingtreding en mogen derhalve niet tot grondslag dienen voor de terugbetaling van voor die datum ingevorderde rechten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Wanneer de Commissie van oordeel is dat een combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van dezelfde ingevoerde producten een groter effect zou kunnen sorteren dan voor de doeleinden van de communautaire handelsbescherming wenselijk is, dan kan zij, na raadpleging van het Raadgevend Comité dat is ingesteld bij artikel 15 van Verordening (EG) nr. 384/96 of artikel 25 van Verordening (EG) nr. 2026/97, voorstellen dat de Raad met een gewone meerderheid van stemmen een of meer van de volgende maatregelen neemt die hij dienstig acht:

a) maatregelen tot wijziging, schorsing of intrekking van bestaande antidumping- en/of antisubsidiemaatregelen;

b) maatregelen tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van antidumpingrechten of compenserende rechten die zonder deze maatregelen verschuldigd zouden zijn;

c) alle andere bijzondere maatregelen die hij onder de gegeven omstandigheden dienstig acht.

2. Alle wijzigingen, schorsingen of vrijstellingen krachtens lid 1 zijn beperkt in de tijd en zijn enkel van toepassing wanneer de desbetreffende vrijwaringsmaatregelen van kracht zijn.

Artikel 2

Alle overeenkomstig deze verordening genomen maatregelen worden van kracht op de datum waarop zij in werking treedt. Deze verordening kan niet als grondslag dienen voor de terugbetaling van voor die datum ingevorderde rechten, tenzij in de desbetreffende maatregel anders is bepaald.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

D. Reppas

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).

(2) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1973/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 4).

(3) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1138/98 (PB L 159 van 3.6.1998, blz. 1).

(4) PB L 349 van 31.12.1994, blz. 53. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2474/2000 (PB L 286 van 11.11.2000, blz. 1).