18.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 391/134


Advies van het Comité van de Regio's — Pakket voor de bescherming van de legale economie

2012/C 391/14

HET COMITE VAN DE REGIO'S

is ingenomen met de voorstellen van de Commissie voor samenhangende bundeling van de regelingen en strategieën die moeten worden ingevoerd om de legale economie dienstig en snel te beschermen.

De Commissie neemt terecht initiatieven om kwalijke situaties en praktijken zoals belangenconflicten, favoritisme en corruptie te voorkomen middels strafbaar stellingen voor gedragingen die in bepaalde lidstaten nog altijd straffeloos zijn en de vrije toegang tot openbare aanbestedingen belemmeren.

Hetzelfde geldt voor het voorstel om vanaf 2013 een tweejaarlijks mechanisme in te voeren voor de evaluatie van het toekomstige EU-corruptiebestrijdingsverslag.

Het Comité staat positief tegen het voorstel voor een richtlijn betreffende de bevriezing en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven in de EU. Dat zijn onmisbare instrumenten voor de bescherming van de globale economie omdat misdaad dan niet meer loont en het onrechtmatig verkregene dan geen profijt meer oplevert.

Ook kan het zich vinden in de logica van het programma van Stockholm krachtens het welke het de voorkeur verdient om minimumnormen op basis van artikel 83 van het VWEU verplicht te stellen (met inbegrip van regels betreffende ruimere confiscatie, waardeconfiscatie, confiscatie bij een derde en confiscatie zonder veroordeling). Dat is beter dan te proberen de huidige, niet-dwingende, regelingen van de Unie te verbeteren.

De lidstaten worden verzocht om, nadat aan gegronde terugvorderingen is voldaan, een deel van de geconfisqueerde opbrengsten van georganiseerde misdaad terug te laten vloeien naar de lokale en/of regionale lichamen want vanwege de maatschappelijke destabilisatie op hun grondgebied zijn zij slachtoffer nummer 1. Verder zijn zij het best geplaatst om lokaal actie te ondernemen om de diepere wortels van criminaliteit uit te roeien. Het gaat daarbij om een positieve uitstraling van overheidsoptreden en creatie van een deugdelijk systeem dat verkozenen, maatschappelijk middenveld en gezinnen verenigt.

Het Comité roept de lokaal verkozenen ertoe op om aan het begin van hun mandaat een handvest te ondertekenen, getiteld: "Obliprivatum, publicacurate" ("Vergeet uw privéaangelegenheden en houdt u bezig met de openbare zaak"). Dat zou bijdragen tot opbouw en behoud van een vertrouwensband tussen burgers en bestuurders.

Ten slotte worden zij opgeroepen om bij een onafhankelijke openbare autoriteit een overzicht in te dienen van hun eigendommen en commerciële/zakelijke banden.

Algemeen rapporteur:

de heer ROUILLON (FR/PSE), burgemeester van Coulaines

Referentiedocumenten

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie

COM(2012) 85 final

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, via het strafrecht en door administratieve onderzoeken – Een geïntegreerd beleid om het geld van de belastingbetaler veilig te stellen

COM(2011) 293 final

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité – Corruptiebestrijding in de EU

COM(2011) 308 final

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de EU schaadt

COM(2012) 363 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITE VAN DE REGIO'S

Algemene opmerkingen

1.

Stelt vast dat corruptie, georganiseerde misdaad en fraude een plaag vormen voor de Unie. Volgens de NGO Transparency International veroorzaken deze praktijken jaarlijks een verlies van 120 miljard euro oftewel 1 % van het BBP van de Unie. De illegale (zwarte of ondergrondse) economie vergroot de tekorten van de lidstaten, belemmert crisismaatregelen van de overheid, doet afbreuk aan het investeringsniveau, stimuleert kapitaalvlucht en tast het vertrouwen van de burgers in hun vertegenwoordigers en de instellingen aan.

2.

Het Comité herinnert eraan dat de Unie bij het Verdrag van Lissabon ruimere middelen heeft gekregen om grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden: in het Verdrag zijn immers de taken van EUROJUST vastgesteld en wordt voorzien in de mogelijkheid om een Europees openbaar ministerie op te richten (de artikelen 85 en 86 van het VWEU), alsook in een rechtsgrondslag voor de bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad (de artikelen 310, lid 6, en 325 van het VWEU).

3.

Volgens Eurobarometer beschouwt 75 % van de Europeanen corruptie als een groot probleem voor de lidstaten.

4.

Bevriezing en confiscatie van de opbrengsten van misdrijven worden erkend als efficiënte instrumenten om zware inbreuken door de georganiseerde misdaad aan te pakken en hebben op EU-niveau strategische prioriteit gekregen.

5.

De bescherming van de belangen van de Unie vergt een betere controle op het gebruik van subsidies die worden verleend via met name de Europese fondsen op sociaal gebied, voor territoriale cohesie en in het kader van het GLB. Niet uit te sluiten valt dat fraude afbreuk doet aan de legitimiteit van dit geïntegreerd Europees territoriaal beleid.

6.

Het Comité benadrukt dat de georganiseerde criminaliteit zich op lokaal niveau richt op de diensten van de lokale overheden die beslissingsbevoegd zijn met betrekking tot gunning van overheidsopdrachten, toewijzing van concessies voor openbare dienstverlening, afgifte van bouwvergunningen of toestemming voor commerciële activiteiten.

7.

Activiteiten van de georganiseerde misdaad zoals drugs- en mensenhandelhandel, brengen de openbare orde, de volksgezondheid en de sociale cohesie duurzaam in gevaar.

8.

Via het op het eerste gezicht legale gebruik van de Europese belastingbepalingen, waaronder soms de meest innovatieve zoals de CO2-heffing, besteelt de georganiseerde misdaad niet alleen de lidstaten maar ook de subnationale lichamen veel geld door de neus geboord.

9.

Ook corruptie in de sport (valse weddenschappen, smeergeld in verband met de aanwijzing van plaatsen waar grote evenementen worden gehouden, duistere commissies die aan transfers van spelers kleven, …) vormt een bron van zorg want dat soort praktijken schaden de morele waarden van miljoenen sportbeoefenaars op amateurniveau en vrijwilligers in sportverenigingen.

10.

De lokale collectiviteiten zijn, ingevolge het subsidiariteitsbeginsel, de eerst aangewezenen om de legale economie te beschermen bij de uitvoering van het beleid voor vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

HET COMITE VAN DE REGIO'S

11.

wijst erop dat het huidige EU-recht leemten vertoont op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en de confiscatie van crimineel verkregen geld en goed.

Fraudebestrijding

12.

Het Comité neemt er nota van dat de Commissie in haar tweede verslag over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst van 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de EU (COM(2008) 77) tot de conclusie komt dat door slechts vijf lidstaten "alle" nodige maatregelen voor een "bevredigende" tenuitvoerlegging zijn genomen.

Corruptiebestrijding

13.

Kaderbesluit 2003/568/JBZ, dat is gericht op het criminaliseren van zowel actieve als passieve corruptie in de privésector en regels bevat voor de aansprakelijkheid van rechtspersonen, is helaas nog altijd niet omgezet.

14.

Verder hebben een aantal lidstaten de internationale strafrechtelijke akkoorden van de Raad van Europa, de VN en de OESO nog altijd niet geratificeerd.

Bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven

15.

Er kleven de volgende gebreken aan de omzetting van de vijf kaderbesluiten op dit gebied:

Kaderbesluit 2005/212/JBZ, dat waarde- en ruimere confiscatie mogelijk maakt, is door de meeste lidstaten slechts op een beperkt aantal punten goedgekeurd;

Kaderbesluit 2003/577/JBZ voorziet in wederzijdse erkenning van beslissingen tot bevriezing. De Commissie betreurt dat zij maar zeer weinig informatie over de uitvoering van dit besluit heeft ontvangen;

Kaderbesluit 2006/783/JBZ, dat voorziet in de wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie, is niet aangepast aan de facultatieve regels betreffende ruimere confiscatie van Kaderbesluit 2005/212/JAI. Bovendien is Kaderbesluit 2006/783/JAI slechts van toepassing op beslissingen tot confiscatie die in strafzaken zijn genomen en niet op civiele confiscatieprocedures, die echter steeds vaker worden gebruikt;

Besluit 2007/845/JBZ van de Raad betreft de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en verplicht de lidstaten ertoe die bureaus ten behoeve van de samenwerking en de opsporing op te richten. Dit besluit is niet in alle lidstaten ten uitvoer gelegd.

HET COMITE VAN DE REGIO'S

16.

is ingenomen met de voorstellen van de Commissie voor samenhangende bundeling van de regelingen en strategieën die moeten worden ingevoerd om de legale economie dienstig en snel te beschermen.

17.

Het Comité herinnert eraan dat de rechtsgrondslagen voor regelgeving op dit gebied zijn vervat in de artikelen 82, 83, 310, lid 6, en 325 van het VWEU.

18.

Het is van belang dat de publieke fondsen van de EU tegen fraude en verduistering worden beschermd. Vanuit het oogpunt van subsidiariteit en doeltreffendheid zijn strafrechtelijke besluiten van de Unie evenwel slechts zinvol als zij concreet vastgestelde tekortkomingen in de rechtshandhavingspraktijk van de lidstaten kunnen verhelpen.

19.

Het Comité is het ermee eens dat basisdelicten als fraude en verduistering van publieke middelen op communautair niveau worden gedefinieerd.

20.

De Commissie neemt terecht initiatieven om kwalijke situaties en praktijken zoals belangenconflicten, favoritisme en corruptie te voorkomen middels strafbaar stellingen voor gedragingen die in bepaalde lidstaten nog altijd straffeloos zijn en de vrije toegang tot openbare aanbestedingen belemmeren (1).

21.

Het Comité kan zich vinden in de richtsnoeren voor de hervorming van OLAF om het geld van de belastingbetaler veilig te stellen:

middels een «de minimis»-regel, krachtens dewelke OLAF prioriteit zou moeten verlenen aan onderzoeken naar ernstige fraude;

verplichte follow up van administratieve onderzoeken: de lidstaten, die tot op heden niet verplicht zijn om een vervolg aan de onderzoeken van OLAF te geven, zullen OLAF minstens moeten gaan informeren over hetgeen zij met de dossiers hebben gedaan.

22.

De politieke prikkel voor corruptiebestrijding binnen de Unie en de algemene aanpak van de Commissie ter zake verdienen alle bijval.

23.

Hetzelfde geldt voor het voorstel om vanaf 2013 een tweejaarlijks mechanisme in te voeren voor de evaluatie van het toekomstige EU-corruptiebestrijdingsverslag.

24.

Hetzelfde geldt ook voor het voorstel van de Commissie om zich te richten naar reeds bestaande mechanismen zoals die van de OESO en de Raad van Europa.

25.

Wel moet de Commissie snel lessen trekken uit deze op wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten gebaseerde algemene regeling en moet er overeenkomstig artikel 83 van het VWEU snel tot wetgeving worden overgegaan om goede praktijken voor te schrijven.

26.

Het Comité kan zich volledig vinden in de algemene aanpak van de Commissie waarbij zij ook aandacht heeft voor boekhoudregels en controle van de rekeningen van bedrijven in de Unie.

HET COMITE VAN DE REGIO'S

27.

staat positief tegen het voorstel voor een richtlijn betreffende de bevriezing en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven in de EU. Dat zijn onmisbare instrumenten voor de bescherming van de globale economie omdat misdaad dan niet meer loont en het onrechtmatig verkregene dan geen profijt meer oplevert.

28.

Ook kan het zich vinden in de logica van het programma van Stockholm krachtens het welke het de voorkeur verdient om minimumnormen op basis van artikel 83 van het VWEU verplicht te stellen (met inbegrip van regels betreffende ruimere confiscatie, waardeconfiscatie, confiscatie bij een derde en confiscatie zonder veroordeling). Dat is beter dan te proberen de huidige, niet-dwingende, regelingen van de Unie te verbeteren.

29.

Daarnaast steunt het de voorgestelde richtlijn omdat daarin de regels en juridische concepten worden overgenomen die reeds waren gedefinieerd in eerdere kaderbesluiten over confiscatie van opbrengsten van en instrumenten voor misdrijven en confiscatie van vermogensbestanddelen met dezelfde waarde als de opbrengst van een misdrijf.

30.

Ook is het een goede zaak dat bepalingen worden voorgesteld op basis waarvan de notie "opbrengsten van misdrijven" in hoge mate kan worden uitgebreid (door de notie van hergebruik van opbrengsten in de vorm van rechten of goederen) en er in afwachting van een vonnis conservatoir goederenbeslag kan worden gelegd.

31.

Ruimere confiscatie: het Comité gaat akkoord met de schrapping van de opties waarover de lidstaten krachtens het kaderbesluit van 2005 beschikken en denkt dat het voorstel daarmee de huidige regelingen voor ruimere confiscatie verbetert. Artikel 4, lid 1, van het voorstel is echter te onnauwkeurig. Bij ruimere confiscatie bieden de voorstellen de mogelijkheid om meer te confisceren dan de directe opbrengst van een strafbaar feit, omdat kan worden vermoed dat er een verband zou zijn tussen het strafbaar feit en de goederen of rechten die voor confiscatie vatbaar zijn. Het Comité stelt voor dat de «specifieke feiten» waarop de rechter zijn beslissing baseert worden aangetoond aan de hand van bijv. het gebrek aan evenredigheid tussen de waarde van de vermogensbestanddelen en de legale inkomsten. Dit voorbeeld heeft het voordeel dat het aan betrokkene is om te bewijzen dat de met confiscatie bedreigde goederen en rechten, die niet direct middels een strafbaar feit zijn verkregen, voortkomen uit rechtmatige inkomstenbronnen.

32.

Confiscatie bij een derde: dat is een goede toevoeging: vaak hebben criminelen geen goederen of rechten op hun eigen naam en dan is er vaak een rechtspersoon die de vermogensbestanddelen moet verbergen of wegsluizen. De georganiseerde misdaad maakt reeds sinds lang gebruik van zeer verfijnde juridische technieken om vermogensbestanddelen voor beslag te vrijwaren. Daarom beveelt het Comité aan om de bepalingen betreffende de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen uit te breiden en de notie "daadwerkelijk begunstigde" in te voegen.

33.

Ook zou het voorstel moeten worden aangevuld met een bepaling over een derde die zich gedraagt als ware hij de werkelijke juridische eigenaar en/of de enige economische eigenaar. Bewijs dienaangaande kan worden aangedragen op basis van bevindingen: uitoefening van juridisch of feitelijk beheer van een rechtspersoon voor persoonlijke doeleinden, financiering van een goed, gratis terbeschikkingstelling van een goed, enz. Met een dergelijke aanvulling, goed bekend in bijv. Luxemburg, kan men de echte eigenaar van een rechtspersoon achterhalen en daarmee wordt de regeling van de aansprakelijkheid van een rechtspersoon vervolledigd.

34.

Het Comité staat wat terughoudend tegenover confiscatie zonder veroordeling want in de meeste lidstaten is dat een aan een strafrechtelijke veroordeling verbonden sanctie. Ook is deze vorm van confiscatie gebaseerd op civiele procedures, en past daarom niet bij de beoogde rechtsgrondslag: het voorstel is namelijk uitdrukkelijk gebaseerd op artikel 82, lid 2, van het VWEU en dat heeft uitsluitend betrekking op strafrechtelijke sancties. Ook doet deze vorm van confiscatie afbreuk aan de rechtstradities van sommige lidstaten zoals Frankrijk, waar het eigendomsrecht een grondwettelijke waarde heeft.

35.

Confiscatie zonder veroordeling kan evenmin op artikel 83, lid 1, van het VWEU worden gebaseerd. Daarin is namelijk bepaald: Parlement en Raad "kunnen minimumvoorschriften vaststellen betreffende de bepaling van strafbare feiten

36.

Daarom stelt het Comité strafrechtelijke oplossingen voor om op het gebied van beslag- en executierecht tot hetzelfde efficiëntieniveau te komen en zulks op basis van strafrechtelijke bepalingen die hun waarde hebben bewezen.

37.

Het herinnert er overigens aan dat civiele confiscatie stoelt op aanbeveling 3 van de FATF waarin landen ertoe worden aangemoedigd om regels uit vaardigen voor confiscatie zonder voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. Daaraan wordt toegevoegd dat de landen kunnen voorschrijven dat de bewijslast ter zake van de rechtmatige oorsprong van de eventueel voor beslag in aanmerking komende vermogensbestanddelen bij de verdachte berust. Men lijkt dus naar ommekeer van de bewijslast te streven en dat is het wezenlijke doel bij confiscatie zonder veroordeling. Anders geformuleerd, invoering van een nieuw strafbaar feit (het bezitten van vermogensbestanddelen en/of middelen waarvan de rechtmatige verkrijging niet kan worden aangetoond) leidt tot die ommekeer. Zie bijv. het nieuwe artikel 321-6 van het Franse Wetboek van Strafrecht, dat een algemene delictsomschrijving bevat voor gevallen waarin een persoon geen verklaring kan geven voor het bezit van goederen die niet met zijn levensstandaard overeenkomen of de herkomst van die vermogensbestanddelen niet kan aantonen, terwijl die persoon regelmatige contacten onderhoudt met criminelen of betrokken zou zijn bij misdrijven waarop minstens zes jaar gevangenisstraf staat. Op die manier wordt ommekeer van bewijslast inderdaad een feit.

38.

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moet het voorstel de lidstaten dus de vrijheid laten om al dan niet confiscatie zonder veroordeling in te voeren wanneer zij kunnen aantonen dat hun wetgeving even efficiënt is en zij zich niet tegen het erkenningsbeginsel verzetten.

HET COMITE VAN DE REGIO'S

39.

staat enigszins aarzelend tegenover de te gedetailleerde garanties in de verschillende stadia van de bevriezings- en confiscatieprocedure. Die zouden de uitvoering van voorgestelde regeling namelijk wel eens kunnen verlammen.

40.

Het blijft echter aandringen op de invoering van een Europees openbaar ministerie en benadrukt nu reeds dat de nationale politiële en gerechtelijke structuren voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad dienen te worden versterkt.

HET COMITE VAN DE REGIO'S

41.

vindt dat de instelling van een Europees openbaar ministerie ertoe kan bijdragen dat OLAF doeltreffender wordt hervormd.

42.

Dat openbaar ministerie is de eerst aangewezene voor efficiënte en betrouwbare financiële onderzoeken betreffende corruptie en betrokkenheid van invloedrijke economische en politieke actoren of onderzoeken naar grensoverschrijdende criminele netwerken.

43.

De uitbouw van Eurojust tot basis voor dat openbaar ministerie lijkt de enige manier om de situaties te voorkomen die worden beschreven in Mededeling COM(2011) 293 final (medeonderwerp van dit advies). Het zou dan strafrechtelijke onderzoeken mogen beginnen, in ieder geval wanneer de belangen van de Unie ernstig worden bedreigd, alsook gerechtelijke onderzoeken. Dat alles is een efficiënt instrument voor die preventie. Er zij op gewezen dat, gegeven de uit de financiële crisis en zware criminaliteit voortvloeiende dreigingen, deze noodzakelijke ontwikkeling in de artikelen 85 en 86 van het VWEU worden genoemd.

44.

Hiertoe behoort ook een gezamenlijk Europees programma voor de opleiding van financieel rechercheurs, dat bij voorkeur door de Commissie opgesteld en uitgevoerd moet worden.

45.

Doelmatige bescherming van klokkenluiders tegen represailles is een centraal element van anticorruptiebeleid en bestrijding van georganiseerde misdaad. Maar de in de Unie bestaande regelingen voor klokkenluiders lopen uiteen. Het Comité is daarom ook zeer te spreken over de beschermingsinitiatieven van de Commissie.

Versterking van de rol van de lokale lichamen bij de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad

46.

De lidstaten worden verzocht om, nadat aan gegronde terugvorderingen is voldaan, een deel van de geconfisqueerde opbrengsten van georganiseerde misdaad terug te laten vloeien naar de lokale en/of regionale lichamen want vanwege de maatschappelijke destabilisatie op hun grondgebied zijn zij slachtoffer nummer 1. Verder zijn zij het best geplaatst om lokaal actie te ondernemen om de diepere wortels van criminaliteit uit te roeien. In Italië is dit reeds het geval, één derde van de 12 000 in beslag genomen onroerende goederen zijn toegewezen aan of verkocht ten gunste van lokale collectiviteiten om er sociale doeleinden mee te dienen. Het gaat daarbij om een positieve uitstraling van overheidsoptreden en creatie van een deugdelijk systeem dat verkozenen, maatschappelijk middenveld en gezinnen verenigt.

47.

Het Comité roept de lokaal verkozenen ertoe op om aan het begin van hun mandaat een handvest te ondertekenen, getiteld: "Obliprivatum, publicacurate" ("Vergeet uw privéaangelegenheden en houdt u bezig met de openbare zaak"). Dat zou bijdragen tot opbouw en behoud van een vertrouwensband tussen burgers en bestuurders. Dat handvest zou ook regels voor onpartijdigheid dienen te bevatten (geen belangenconflicten, niet ingaan op uitnodigingen voor een privéverblijf die uitgaan van een natuurlijk of rechtspersoon wier activiteiten verband houden met het territoriale lichaam hebben, afdracht aan de overheid van geschenken ter waarde van meer dan 150 euro, geen belangenbehartiging ten gunste van familieleden, …) en voor integriteit (geen gebruik van overheidsmiddelen voor persoonlijke of verkiezingsdoeleinden, respect voor de regels voor overheidsopdrachten…).

48.

Ook worden zij opgeroepen om bij een onafhankelijke openbare autoriteit een overzicht in te dienen van hun eigendommen en commerciële/zakelijke banden.

49.

De lidstaten worden opgeroepen om een openbaar systeem voor verkiezingscampagnes in het leven te roepen, bijdragen van rechtspersonen te verbieden en een statuut voor verkozenen te creëren dat hun onafhankelijkheid en financiële zelfstandigheid garandeert.

50.

Witwassen in belastingparadijzen van middels corruptie en georganiseerde criminaliteit verkregen geld moet efficiënt worden bestreden.

51.

Verder moeten de lidstaten doeltreffende instrumenten ontwikkelen voor preventie en opsporing van pogingen tot omkoping. Het Comité denkt daarbij aan diensten om anticorruptiebepalingen te evalueren en aanbestedingen en uitbesteding van openbare dienstverlening te controleren.

52.

Voorts moet er een Europees platform komen voor de uitwisseling van goede praktijken op lokaal niveau met betrekking tot de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad en teruggave van geconfisqueerde crimineel verkregen vermogensbestanddelen, en ook moeten er Europese Assisen voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad worden opgericht.

53.

Tevens zouden de lokale lichamen de subsidies die zij verstrekken aan topsporters en verenigingen waar aan beroepssport wordt gedaan, moeten binden aan verplichtingen op het gebied van ethiek en volstrekte financiële transparantie.

54.

Het Comité zou een waarnemer moeten aanwijzen bij de speciale commissie van het EP voor corruptie en de groep van landen tegen corruptie (GRECO) van de Raad van Europa.

55.

Ten slotte zal het zich verder verdiepen in goede praktijken op het gebied van governance en administratief beheer ten behoeve van de bescherming van de legale economie in de partnerlanden van het nabuurschapsbeleid van ARLEM (Euromediterrane vergadering van lokale en regionale overheden) en CORLEAP (Conferentie van de lokale en regionale overheden van het Oostelijk partnerschap en de EU).

Brussel, 10 oktober 2012

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Ramón Luis VALCÁRCEL SISO


(1)  COM(2007) 328 final en COM(2011) 309 final. In het verslag wordt geconstateerd dat slechts 9 lidstaten (België, Bulgarije, Cyprus, Finland, Frankrijk, Irland, Portugal, Tsjechië en het VK) alle bestandelen van het delict corruptie (gedefinieerd in het kaderbesluit van 2003) correct hebben omgezet.