17.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 241/16 |
VERORDENING (EU) 2015/1536 VAN DE COMMISSIE
van 16 september 2015
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 met betrekking tot aanpassing van de regels voor permanente luchtwaardigheid aan Verordening (EG) nr. 216/2008, kritische onderhoudstaken en toezicht op de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5, en artikel 8, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (2) zijn gedetailleerde regels vastgesteld voor de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken. |
(2) |
In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008 zijn voorschriften inzake permanente luchtwaardigheid vastgesteld voor de exploitatie van luchtvaartuigen, met inbegrip van voorschriften voor organisaties die de permanente luchtwaardigheid beheren van complexe motoraangedreven luchtvaartuigen en luchtvaartuigen die worden geëxploiteerd voor commerciële doeleinden. Verordening (EU) nr. 1321/2014 moet worden bijgewerkt om ervoor te zorgen dat deze voorschriften worden uitgevoerd. |
(3) |
Er moeten voorwaarden worden vastgesteld waaronder overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) vergunde luchtvaartmaatschappijen luchtvaartuigen mogen exploiteren die zijn geregistreerd in een derde land, om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de relevante essentiële voorschriften die zijn uiteengezet in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008. |
(4) |
Er moet worden gewaarborgd dat de voorschriften van het programma voor toezicht op de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen binnen de Unie uniform worden toegepast. Daarom moeten de bepalingen worden gewijzigd die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de toepassing door de bevoegde autoriteiten van een programma voor toezicht op de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen. |
(5) |
De risico's die verbonden zijn aan onderhoudswerkzaamheden moeten worden beperkt en er moet met name voor gezorgd worden dat de betrokken personen en organisaties de noodzakelijke maatregelen nemen om fouten op te sporen die tijdens onderhoudswerkzaamheden worden gemaakt en die de vliegveiligheid kunnen beïnvloeden. Daarom moeten de voorschriften voor uitvoering van onderhoud die zijn vastgesteld in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 worden gewijzigd. |
(6) |
Verordening (EU) nr. 1321/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De luchtvaartsector en de autoriteiten in de lidstaten moeten voldoende tijd krijgen om zich aan het nieuwe regelgevingskader aan te passen. Daarom moet de inwerkingtreding van deze verordening over verschillende datums worden gespreid. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze verordening stelt gemeenschappelijke technische eisen en administratieve procedures vast om:
(4) Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).”." |
2) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door: „1. Erkenningen van onderhoudsorganisaties worden afgegeven overeenkomstig de bepalingen van bijlage I, subdeel F, of van bijlage II.”. |
5) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Bijlage I (deel M) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
7) |
Bijlage II (deel 145) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
8) |
Bijlage III (deel 66) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
9) |
De tekst in bijlage IV bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage Va (deel T). |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 25 augustus 2016.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 september 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).
BIJLAGE I
Bijlage I (deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In punt M.1 komt punt 4 als volgt te luiden:
|
3) |
In punt M.A. 201 worden punten d), e), f), g), h), i) en j) vervangen door:
|
4) |
Punt M.A.301 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Punt M.A.302 wordt als volgt gewijzigd
|
6) |
In punt M.A.305 wordt punt 2 van b) vervangen door:
|
7) |
Punt M.A.306 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Punt M.A.402 wordt vervangen door: „M.A.402 Uitvoering van onderhoud Behalve voor onderhoud, uitgevoerd door een overeenkomstig bijlage II (deel 145) erkende onderhoudsorganisatie, dient elke persoon of organisatie die onderhoud uitvoert:
|
9) |
In punt M.A.403 worden de punten b) en c) vervangen door
|
10) |
In punt M.A.502 wordt punt d) vervangen door het volgende:
|
11) |
In punt M.A.504 wordt punt b) vervangen door het volgende:
|
12) |
Punt M.A.601 wordt vervangen door: „M.A.601 Toepassingsgebied In dit subdeel worden de eisen vastgesteld waaraan een organisatie dient te voldoen om in aanmerking te komen voor de afgifte of verlenging van een goedkeuring voor het onderhoud van andere luchtvaartuigen dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen en daarin te installeren onderdelen die niet worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen met een exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008.”. |
13) |
Punt M.A.606, wordt als volgt gewijzigd: Punt g) wordt vervangen door:
|
14) |
In punt M.A.703 wordt punt b) vervangen door:
|
15) |
In punt M.A.704 onder a), wordt punt 9 vervangen door:
|
16) |
Punt M.A.706 wordt als volgt gewijzigd:
|
17) |
Punt M.A.707 wordt als volgt gewijzigd: punt a) wordt vervangen door:
|
18) |
Punt M.A.708 wordt als volgt gewijzigd
|
19) |
In punt M.A.709 wordt punt b) vervangen door:
|
20) |
In punt M.A.711 worden punt a), en de punten 1 en 2 vervangen door:
|
21) |
In punt M.A.712 worden de punten e) en f) vervangen door:
|
22) |
In punt M.A.801, worden de punten c) en d) vervangen door:
|
23) |
In punt M.A.803, wordt punt b) vervangen door:
|
24) |
Punt M.A.901 wordt als volgt gewijzigd:
|
25) |
In punt M.B.105 wordt punt a) vervangen door:
|
26) |
De punten M.B.303 en M.B.304 worden vervangen door: „M.B.303 Permanent toezicht op de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen
M.B.304 Intrekking en schorsing De bevoegde instantie:
|
27) |
In punt M.B. 701 wordt punt a) vervangen door:
|
28) |
In M.B.703 wordt punt d) vervangen door:
|
29) |
In punt M.B.902 wordt punt b) vervangen door:
|
30) |
Aanhangsel I wordt vervangen door: „Aanhangsel I Contract voor het beheer van permanente luchtwaardigheid
|
31) |
Aanhangsel VI wordt vervangen door de volgende tekst: „Aanhangsel VI Erkenning van een managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid vermeld in bijlage I (deel M) subdeel G
|
32) |
In aanhangsel VIII: Beperkt piloot-eigenaaronderhoud, wordt punt 1 van punt b) vervangen door:
|
BIJLAGE II
Bijlage II (deel 145) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In punt wordt 145.A.30 worden de punten h) en i) vervangen door:
|
3) |
Het volgende punt 145.A.48 wordt ingevoegd: „145.A.48 Uitvoering van het onderhoud De organisatie stelt procedures vast om ervoor te zorgen dat:
|
4) |
In punt 145.A.65 wordt punt b) vervangen door:
|
BIJLAGE III
Bijlage III (deel 66) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 66.A.30 worden punt a), punten 3) en 4) vervangen door:
|
2) |
In punt 66.A.70 wordt punt d) vervangen door:
|
3) |
Aanhangsel V wordt vervangen door: „Aanhangsel V Aanvraagformulier — EASA-formulier 19
|
4) |
Aanhangsel VI wordt vervangen door: „Aanhangsel VI Bewijs van bevoegdheid voor onderhoud als bedoeld in bijlage III (deel-66):
|
BIJLAGE IV
De volgende bijlage Vbis (Deel T) wordt toegevoegd aan Verordening (EU) nr. 1321/2014:
„BIJLAGE VBIS
DEEL T
Inhoud
T.1 |
bevoegde instantie |
Sectie A — |
Technische voorschriften |
Subdeel A — |
ALGEMEEN |
T.A.101 |
Toepassingsgebied |
Subdeel B — |
VEREISTEN |
T.A. 201 |
Verantwoordelijkheden |
Subdeel E — |
ONDERHOUDSORGANISATIE |
Subdeel G — |
AANVULLENDE EISEN VOOR ORGANISATIES VOOR PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID, ERKEND OVEREENKOMSTIG BIJLAGE I (DEEL M) SUBDEEL G |
T.A.701 |
Toepassingsgebied |
T.A.704 |
Beschrijving permanente luchtwaardigheid |
T.A.706 |
Personeelsbehoeften |
T.A.708 |
Beheer van permanente luchtwaardigheid |
T.A 709 |
Documentatie |
T.A.711 |
Bevoegdheden |
T.A 712 |
Kwaliteitssysteem |
T.A.714 |
Administratie |
T.A.715 |
Geldigheid van de erkenning |
T.A.716 |
Bevindingen |
Deel B — |
Procedures voor de bevoegde instanties |
Subdeel A — |
ALGEMEEN |
T.B.101 |
Toepassingsgebied |
T.B.102 |
bevoegde instantie |
T.B.104 |
Administratie |
Subdeel B — |
VERANTWOORDINGSPLICHT |
T.B.201 |
Verantwoordelijkheden |
T.B.202 |
Bevindingen |
Subdeel G — |
AANVULLENDE EISEN VOOR ORGANISATIES VOOR PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID, ERKEND OVEREENKOMSTIG BIJLAGE I (DEEL M) SUBDEEL G |
T.B.704 |
Permanent toezicht |
T.B.705 |
Bevindingen |
T.1 bevoegde instantie
Met het oog op dit deel worden de bevoegde autoriteit voor het toezicht op het luchtvaartuig en de organisaties de door de lidstaten aangewezen instantie die het Air Operator Certificate afgeeft aan de exploitant.
SECTIE A
TECHNISCHE EISEN
SUBDEEL A
ALGEMENE EISEN
T.A.101 Toepassingsgebied
In deze sectie zijn de voorschriften vastgesteld om te waarborgen dat de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen zoals bedoeld in artikel 1 wordt gehandhaafd in overeenkomstig de essentiële vereisten van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008.
Voorts worden de voorwaarden gespecificeerd waaraan personen en organisaties moeten voldoen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid en het onderhoud van dergelijke luchtvaartuigen.
SUBDEEL B
PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID
T.A.201 Verantwoordelijkheden
1. |
|
2. |
Op de in de T.A.201, lid 1, omschreven taken wordt toezicht uitgeoefend door de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid van de exploitant. Daartoe dient zij te voldoen aan de aanvullende T.A.-voorschriften, subdeel G. |
3. |
De in punt 2) bedoelde managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid zorgt ervoor dat het onderhoud en de vrijgave van het luchtvaartuig worden uitgevoerd door een onderhoudsorganisatie overeenkomstig de voorschriften van subdeel E. Wanneer de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid zelf niet aan de voorschriften van subdeel E voldoet, stelt zij met dit doel een contract op met deze organisaties. |
SUBDEEL E
ONDERHOUDSORGANISATIE
De managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid zorgt ervoor dat het luchtvaartuig en de onderdelen worden onderhouden door organisaties die voldoen aan de volgende eisen:
1) |
De organisatie bezit een door de lidstaat van registratie afgegeven of goedgekeurde erkenning als onderhoudsorganisatie. |
2) |
De reikwijdte van de erkenning van de organisatie omvat de vereiste bekwaamheden voor het luchtvaartuig en/of de onderdelen. |
3) |
De organisatie heeft een rapportagesysteem voor incidenten ingesteld dat waarborgt dat elke geconstateerde toestand van een luchtvaartuig of onderdeel die de vliegveiligheid in gevaar brengt wordt gemeld aan de beheerder, de bevoegde autoriteit van de exploitant, de organisatie die verantwoordelijk is voor het typeontwerp of het aanvullende typeontwerp en de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid. |
4) |
De organisatie heeft een handboek opgesteld waarin alle procedures van de organisatie zijn beschreven. |
SUBDEEL G
AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN VOOR MANAGEMENTORGANISATIES VOOR PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID, GOEDGEKEURD UIT HOOFDE VAN BIJLAGE I (DEEL M), SUBDEEL G
T.A.701 Toepassingsgebied
In dit subdeel worden de voorschriften vastgesteld waaraan, aanvullend op de voorschriften van deel M subdeel G, moet worden voldaan door een organisatie die is erkend overeenkomstig subdeel G van deel M ter controle van de in T.A.201 gespecificeerde taken.
T.A.704 Beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid
Naast de vereisten van M.A.704 bevat de beschrijving procedures waarin wordt gespecificeerd hoe de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid de naleving van deel T waarborgt.
T.A.706 Personeelsbehoeften
Naast de vereisten van M.A.706, beschikt M.A.706 (c) en (d)-personeel over voldoende kennis van de toepasselijke voorschriften van derde landen.
T.A.708 Beheer van de permanente luchtwaardigheid
Niettegenstaande M.A.708, moet de erkende organisatie voor het beheer van permanente luchtwaardigheid voor volgens de voorschriften van deel T beheerde luchtvaartuigen:
a) |
ervoor zorgen dat het luchtvaartuig wordt gebracht naar een onderhoudsorganisatie wanneer dat nodig is; |
b) |
ervoor zorgen dat al het onderhoud wordt uitgevoerd overeenkomstig het onderhoudsprogramma; |
c) |
zorgen voor de toepassing van de verplichte informatie als bedoeld in T.A.201 (1)(f); |
d) |
ervoor zorgen dat alle gemelde of tijdens gepland onderhoud ontdekte defecten worden gecorrigeerd overeenkomstig de onderhoudsgegevens die aanvaardbaar zijn voor de lidstaat van registratie; |
e) |
zorg dragen voor de coördinatie van gepland onderhoud, de toepassing van de verplichte informatie als bedoeld in T.A.201 (1)(f), de vervanging van onderdelen met een beperkte levensduur, en de inspectie van de component om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden naar behoren worden verricht; |
f) |
de administratie van de permanente luchtwaardigheid beheren en archiveren, zoals vereist door T.A.201 (1)(j); |
g) |
ervoor zorgen dat de wijzigingen en reparaties zijn goedgekeurd overeenkomstig de voorschriften van de lidstaat van registratie. |
T.A.709 Documentatie
Niettegenstaande M.A.709 (a) en (b), bewaart en gebruikt de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid voor elk luchtvaartuig dat wordt beheerd volgens de vereisten van deel T, onderhoudsgegevens die aanvaardbaar zijn voor de lidstaat van registratie.
T.A.711 Bevoegdheden
Een managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid die is erkend overeenkomstig subdeel G van deel M mag de taken uitvoeren die in de T.A.708 voor luchtvaartuigen in de Air Operator Certificate zijn opgenomen, mits de organisatie door de bevoegde instantie goedgekeurde procedures heeft vastgesteld om de naleving van deel T te waarborgen.
T.A.712 Kwaliteitssysteem
Naast de vereisten van M.A.712 zorgt de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid dat het kwaliteitssysteem erop toeziet dat alle activiteiten in het kader van dit subdeel worden uitgevoerd overeenkomstig de goedgekeurde procedures.
T.A.714 Administratie
In aanvulling op de vereisten van M.A.714 (a) bewaart de organisatie de bij T.A.201 (1)(j) vereiste administratie.
T.A.715 Permanente geldigheid van de erkenning
In aanvulling op de voorwaarden van M.A.715(a) voor een managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid ingevolge dit subdeel blijft de erkenning geldig op voorwaarde dat:
a) |
de organisatie voldoet aan de toepasselijke eisen van deel T; en |
b) |
de organisatie waarborgt dat elke door de bevoegde autoriteit gemachtigde persoon toegang wordt verleend tot een van haar installaties, luchtvaartuigen of documenten die verband houden met haar activiteiten, met inbegrip van alle uitbestede activiteiten, ter bepaling van de naleving van dit deel. |
T.A.716 Bevindingen
Na ontvangst van een kennisgeving betreffende de bevindingen overeenkomstig M.B.705 moet de houder van de erkenning als managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid een actieplan voor corrigerende maatregelen opstellen en aantonen dat hij tot voldoening van de bevoegde autoriteit corrigerende maatregelen heeft getroffen binnen een met de bevoegde autoriteit overeengekomen termijn.
SECTIE B
AANVULLENDE PROCEDURES VOOR BEVOEGDE AUTORITEIT
SUBDEEL A
ALGEMEEN
T.B.101 Toepassingsgebied
Deze sectie bevat de vaststelling van administratieve voorschriften die moeten worden toegepast door de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing en handhaving van deel A van dit deel T.
T.B.102 Bevoegde autoriteit
1. Algemeen
Een lidstaat dient een bevoegde autoriteit te benoemen die verantwoordelijkheden krijgt toegewezen als bedoeld in T.1. Deze bevoegde autoriteit dient gedocumenteerde procedures en een organisatiestructuur vast te leggen.
2. Middelen
Het personeelsbestand moet toereikend zijn om de vereisten uit te voeren zoals in deze Sectie B uiteengezet.
3. Kwalificatie en opleiding
Alle personeel dat is betrokken bij deel T-activiteiten dient naar behoren gekwalificeerd te zijn en de gepaste kennis, ervaring, initiële opleiding en voortgezette opleiding te bezitten om de toegewezen taken uit te voeren.
4. Procedures:
De bevoegde autoriteit dient procedures vast te leggen die aangeven hoe naleving van dit Deel wordt verwezenlijkt.
T.B.104 Administratie
1. |
De voorschriften van M.B.104 (a), (b) en (c) van bijlage I zijn van toepassing. |
2. |
De minimale administratie voor het toezicht op elk luchtvaartuig dient minstens een kopie te bevatten van:
|
3. |
Alle in T.B.104 gespecificeerde gegevens worden op verzoek beschikbaar gesteld aan een andere lidstaat, het agentschap of de lidstaat van registratie. |
4. |
Tot en met vier jaar na het einde van de dry-lease-periode worden de gegevens als bedoeld in lid 2 bewaard. |
T.B.105 Onderlinge informatie-uitwisseling
De voorschriften van de M.B.105 van bijlage I zijn van toepassing.
SUBDEEL B
VERANTWOORDINGSPLICHT
T.B.201 Verantwoordelijkheden
1. |
De bevoegde autoriteit als omschreven in T.1 is verantwoordelijk voor de uitvoering van inspecties en onderzoeken, met inbegrip van luchtvaartuigsteekproeven, om te verifiëren of er aan de voorschriften van dit deel wordt voldaan. |
2. |
De bevoegde autoriteit voert vóór de goedkeuring van de dry lease-overeenkomst inspecties en onderzoeken uit overeenkomstig ARO.OPS.110 (a)(1), om te verifiëren of vervolgens aan de voorschriften van de T.A.201 wordt voldaan. |
3. |
De bevoegde autoriteit zorgt voor de coördinatie met de lidstaat van registratie die noodzakelijk is voor de uitoefening van de toezichtsverantwoordelijkheden van de luchtvaartuigen in deze bijlage Vbis (deel T). |
T.B.202 Bevindingen
1. |
Een niveau 1-bevinding is elke ernstige inbreuk van de eisen van deel T die de veiligheidsnormen verlaagt en de vliegveiligheid ernstig in gevaar brengt. |
2. |
Een niveau 2-bevinding is elke niet-naleving van de voorschriften van deel T die de veiligheidsnormen kunnen verlagen en de vliegveiligheid eventueel in gevaar brengen. |
3. |
Wanneer een bevinding wordt vastgesteld tijdens inspecties, onderzoeken, luchtvaartuigsteekproeven of op andere wijze, dient de bevoegde autoriteit:
|
4. |
Voor niveau 1-bevindingen verlangt de bevoegde instantie dat er passende corrigerende maatregelen worden genomen voor een verdere vlucht en stelt zij de lidstaat van registratie in kennis. |
SUBDEEL G
AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN VOOR ORGANISATIES VOOR PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID DIE ZIJN GOEDGEKEURD UIT HOOFDE VAN BIJLAGE I (DEEL M), SUBDEEL G
T.B.702 Initiële goedkeuring.
Wanneer de beschrijving van de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid procedures bevat voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 1, onder b), stelt de bevoegde autoriteit in aanvulling op de vereisten van M.B.702 vast dat deze procedures in overeenstemming zijn met deel T en verifieert zij of de organisatie voldoet aan de voorschriften van deel T.
T.B.704 Doorlopend toezicht
In aanvulling op de vereisten van M.B.704 moet in elke periode van 24 maanden een steekproef op de luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 1 en beheerd door de organisatie worden uitgevoerd.
T.B.705 Bevindingen
In aanvulling op de vereisten van M.B.705 moet, voor organisaties die belast zijn met het beheer van de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 1, onder b), de bevoegde autoriteit ook maatregelen nemen wanneer tijdens platforminspecties, audits of anderszins, bewijzen worden gevonden voor niet-naleving van de eisen van deel T.”.