30.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/28


VERORDENING (EG) Nr. 2181/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2005

betreffende de vaststelling van de forfaitaire waarde van de in het visseizoen 2006 uit de markt genomen visserijproducten die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (1), en met name op artikel 21, leden 5 en 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 104/2000 voorziet in de toekenning van een financiële vergoeding aan de producentenorganisaties die onder bepaalde voorwaarden in bijlage I, onder A en B, van genoemde verordening bedoelde producten uit de markt nemen. Op de waarde van deze financiële vergoeding moet de forfaitair vastgestelde waarde van de producten die worden bestemd voor andere doeleinden dan menselijke consumptie in mindering worden gebracht.

(2)

In Verordening (EG) nr. 2493/2001 van de Commissie van 19 december 2001 betreffende de afzet van bepaalde uit de markt genomen visserijproducten (2) zijn de mogelijkheden vastgesteld waarvan gebruik kan worden gemaakt voor de afzet van de uit de markt genomen producten. Het is noodzakelijk de waarde van de genoemde producten voor elk van deze mogelijkheden forfaitair vast te stellen met inachtneming van de gemiddelde ontvangsten die in de verschillende lidstaten bij een dergelijke afzet kunnen worden verkregen.

(3)

Krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2509/2000 van de Commissie van 15 november 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad wat betreft de toekenning van de financiële vergoeding voor het uit de markt nemen van bepaalde visserijproducten (3), gelden bijzondere bepalingen inhoudende dat als een producentenorganisatie of een van haar leden haar of zijn producten te koop aanbiedt in een andere lidstaat dan die waar de organisatie is erkend, de met de uitkering van de financiële vergoeding belaste instantie op de hoogte wordt gebracht van de betrokken transacties. Bovenbedoelde instantie is de instantie van de lidstaat waar de producentenorganisatie is erkend. Derhalve moet de in die lidstaat geldende forfaitaire waarde in mindering worden gebracht.

(4)

Dezelfde berekeningsmethode moet ook worden toegepast voor het voorschot op de financiële vergoeding als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2509/2000.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor visserijproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De forfaitaire waarde voor de berekening van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot voor de door de producentenorganisaties uit de markt genomen en voor andere doeleinden dan menselijke consumptie gebruikte visserijproducten, als bedoeld in artikel 21, lid 5, van Verordening (EG) nr. 104/2000, wordt voor het visseizoen 2006 vastgesteld zoals in de bijlage is aangegeven.

Artikel 2

De forfaitaire waarde waarmee het bedrag van de financiële vergoeding en het hierop betrekking hebbende voorschot kan worden verminderd, is de waarde die wordt toegepast in de lidstaat waar de producentenorganisatie is erkend.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 2005.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 20.

(3)  PB L 289 van 16.11.2000, blz. 11.


BIJLAGE

Forfaitaire waarden

Bestemming van de uit de markt genomen producten

EUR/ton

1.   

Gebruik na verwerking tot meel (diervoeding):

a)   

Haring van de soort Clupea harengus en makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus:

Denemarken en Zweden

70

Verenigd Koninkrijk

50

andere lidstaten

17

Frankrijk

1

b)   

Garnalen van de soort Crangon crangon en Noorse garnaal (Pandalus borealis):

Denemarken en Zweden

0

andere lidstaten

10

c)   

Andere producten:

Denemarken

40

Zweden, Portugal en Ierland

17

Verenigd Koninkrijk

28

andere lidstaten

1

2.   

Gebruik in verse staat of na verduurzaming (diervoeding):

a)   

Sardines van de soort Sardina pilchardus en ansjovis (Engraulis spp.):

alle lidstaten

8

b)   

Andere producten:

Zweden

0

Frankrijk

30

andere lidstaten

38

3.   

Gebruik als aas:

Frankrijk

45

andere lidstaten

10

4.

Gebruik voor andere dan voederdoeleinden

0