32001D0496

2001/496/GBVB: Besluit van de Raad van 25 juni 2001 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op de nationale militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 181 van 04/07/2001 blz. 0001 - 0005


Besluit van de Raad

van 25 juni 2001

tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op de nationale militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie

(2001/496/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 28, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 207, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft op 22 januari 2001 Besluit 2001/79/GBVB houdende instelling van het Militair Comité van de Europese Unie(1) aangenomen.

(2) De Raad heeft op 22 januari 2001 Besluit 2001/80/GBVB houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie(2) aangenomen.

(3) Voor de leden van de Militaire Staf gelden de regels die in een besluit van de Raad zullen worden neergelegd.

(4) Die regels dienen bijgevolg te worden vastgesteld,

BESLUIT:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definitie

1. Onder de bepalingen van deze regeling vallen de nationale militairen, hierna "gedetacheerde militairen" te noemen, die bij het secretariaat-generaal van de Raad, hierna "secretariaat-generaal" te noemen, worden gedetacheerd overeenkomstig Besluit 2001/80/GBVB.

2. De onder deze regeling vallende personen dienen tijdens hun detachering in bezoldigde dienst te zijn van een strijdmacht van een lidstaat van de Europese Unie.

3. De gedetacheerde militairen dienen onderdaan te zijn van een lidstaat van de Europese Unie.

Artikel 2

Duur van de detachering

1. De gedetacheerde militairen kunnen voor maximaal drie jaar worden gedetacheerd. In uitzonderlijke gevallen kan de detachering, rekening houdend met de uit te voeren specifieke taken, met maximaal één jaar worden verlengd.

De prestaties worden gedurende de hele detachering voltijds verricht.

2. De vermoedelijke duur van de detachering wordt bij de terbeschikkingstelling vastgesteld in de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling.

3. In de regel kan een militair slechts éénmaal bij de diensten van het secretariaat-generaal worden gedetacheerd. Een militair die reeds gedetacheerd werd, kan wel opnieuw gedetacheerd worden na verloop van, behoudens in uitzonderlijke gevallen, ten minste drie jaar tussen het einde van de vorige detachering en een nieuwe detachering, indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen en de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger hiermee instemt.

Artikel 3

Taken

1. Op gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voert de gedetacheerde militair de opdracht en de taken uit en vervult hij de functies die hem overeenkomstig de bijlage bij Besluit 2001/80/GBVB zijn toegewezen.

2. Behalve wanneer hem, op gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger andersluidende speciale instructies worden gegeven, kan de gedetacheerde militair het secretariaat-generaal niet binden ten opzichte van derden.

Artikel 4

Niveau, beroepservaring, talenkennis

1. Bij het secretariaat-generaal kunnen militairen worden gedetacheerd die scheppende werkzaamheden of studies verrichten en aantonen over een hoog niveau van bekwaamheid in verband met de uit te voeren taken te beschikken.

2. De gedetacheerde militair moet een grondige kennis bezitten van één van de talen van de Europese Unie en een voor de uitvoering van de hem toevertrouwde taken voldoende kennis van een andere van deze talen.

3. In de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling moet het passende veiligheidsniveau, dat niet lager mag zijn dan SECRET, worden aangegeven waarop de gedetacheerde militair gemachtigd dient te zijn.

4. De gedetacheerde militair dient over een goede vaardigheid op het gebied van informatietechnologie te beschikken.

Artikel 5

Sociale zekerheid

1. Vóór de detachering dient de overheidsdienst waartoe de te detacheren militair behoort, aan het secretariaat-generaal een verklaring voor te leggen waarin wordt bevestigd dat de betrokkene gedurende zijn detachering onderworpen blijft aan de wetgeving inzake sociale zekerheid die van toepassing is op de overheidsdienst die hem tewerkstelt en de in het buitenland gedane kosten voor haar rekening neemt.

2. Vanaf de dag van zijn indiensttreding is de gedetacheerde militair onder de bij het secretariaat-generaal voor het niet-statutair personeel geldende voorwaarden persoonlijk verzekerd tegen ongevallen.

Artikel 6

Onderbreking of beëindiging van de detachering

1. Een onderbreking van de detachering kan worden toegestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, die de voorwaarden hiervoor vaststelt. De in de artikelen 12 en 13 bedoelde vergoedingen worden gedurende deze onderbreking niet uitgekeerd. De in de artikelen 14 en 15 bedoelde vergoedingen worden alleen toegekend wanneer de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger om de onderbreking heeft verzocht.

2. De detachering kan worden beëindigd indien de belangen van het secretariaat-generaal of van de nationale overheidsdienst waaronder de gedetacheerde militair ressorteert, zulks vereisen of om een andere gemotiveerde reden.

HOOFDSTUK II

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 7

1. De gedetacheerde militair dient bij het uitoefenen van zijn werkzaamheden en bij het bepalen van zijn gedrag uitsluitend de belangen van de Raad voor ogen te houden.

2. De gedetacheerde militair dient zich te onthouden van iedere handeling, in het bijzonder van iedere meningsuiting in het openbaar, welke aan de waardigheid van zijn ambt afbreuk zou kunnen doen.

3. Iedere gedetacheerde militair die in de uitoefening van zijn functie een oordeel moet uitspreken over een aangelegenheid bij welker behandeling of oplossing hij een persoonlijk belang heeft van zodanige aard dat zulks aan zijn onafhankelijkheid afbreuk zou kunnen doen, dient daarvan het hoofd van de dienst waarbij hij is tewerkgesteld, op de hoogte te stellen.

4. De gedetacheerde militair is verplicht tot de meest strikte geheimhouding met betrekking tot alle feitelijke gegevens en inlichtingen welke in de uitoefening van zijn functie of ter gelegenheid daarvan te zijner kennis komen. Het is hem verboden aan enigerlei persoon die niet bevoegd is daarvan kennis te dragen, enig document of gegeven dat niet eerder op een wettige manier aan de openbaarheid is prijsgegeven, in welke vorm dan ook te verstrekken. Ook na beëindiging van de dienst blijft hij hiertoe verplicht.

5. Zonder machtiging, verleend onder de voorwaarden en volgens de voorschriften van het secretariaat-generaal, is het de gedetacheerde militair verboden alleen of in samenwerking met anderen enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteit van de Europese Unie, openbaar te maken of openbaar te doen maken.

6. De gedetacheerde militair is onderworpen aan de bij het secretariaat-generaal van de Raad geldende beveiligingsregelingen.

7. Alle rechten die verband houden met de werkzaamheden die de gedetacheerde militair in de uitoefening van zijn functie verricht, berusten bij het secretariaat-generaal.

8. De gedetacheerde militair is verplicht in zijn standplaats te wonen of op zodanige afstand daarvan dat hij niet gehinderd wordt in de uitoefening van zijn werkzaamheden.

9. De gedetacheerde militair is verplicht de hem toegewezen meerderen bij te staan en van raad te dienen. Hij is ten opzichte van deze meerderen verantwoordelijk voor de uitvoering van de hem toevertrouwde taken.

10. Een detachering kan zonder opzeggingstermijn worden beëindigd, indien de gedetacheerde militair opzettelijk of uit nalatigheid ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen. Het besluit wordt genomen door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, nadat de betrokkene in staat is gesteld zich te verdedigen. Alvorens de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger het besluit neemt, brengt hij de permanente vertegenwoordiger van de lidstaat waarvan de gedetacheerde militair onderdaan is, hiervan op de hoogte. Ingevolge dat besluit worden de in de artikelen 14 en 15 bedoelde vergoedingen niet uitgekeerd.

Alvorens het in de eerste alinea bedoelde besluit wordt genomen, kan de gedetacheerde militair worden geschorst indien de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger hem een ernstige tekortkoming ten laste legt, nadat de betrokkene in staat is gesteld zich te verdedigen. Gedurende deze schorsing, die maximaal drie maanden mag duren, worden de in de artikelen 12 en 13 bedoelde vergoedingen niet uitgekeerd.

De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger kan de nationale autoriteiten attenderen op elke inbreuk van de gedetacheerde militair op de in dit besluit vastgestelde regeling of bedoelde voorschriften.

De gedetacheerde militair blijft onderworpen aan de eigen nationale tuchtregels.

HOOFDSTUK III

ARBEIDSVOORWAARDEN

Artikel 8

Arbeidsduur - Werkuren

1. De gedetacheerde militair is, wat arbeidsduur en werkuren betreft, onderworpen aan de bij het secretariaat-generaal geldende voorschriften.

2. Het is de gedetacheerde militair echter niet toegestaan zijn werkzaamheden op basis van een halve werktijd te verrichten.

Artikel 9

Verlof - Feestdagen

De gedetacheerde militair is, wat het jaarlijks verlof, het buitengewoon verlof en de feestdagen betreft, onderworpen aan de bij het secretariaat-generaal geldende voorschriften.

Artikel 10

Beheer - Controle

Het beheer en de controle van de verlofdagen en van de werktijden worden toevertrouwd aan de administratie van het secretariaat-generaal.

HOOFDSTUK IV

FINANCIËLE REGELING

A. Bezoldiging

Artikel 11

Mededeling van het bedrag van het door de oorspronkelijke werkgever uitgekeerde salaris

1. De permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat dient voor elke gedetacheerde militair aan het secretariaat-generaal het bedrag mee te delen van het jaarlijkse brutosalaris dat hem wordt uitgekeerd.

2. Deze informatie dient te worden vermeld in de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling.

B. Vergoedingen

Artikel 12

Dagvergoeding

1. De gedetacheerde militair heeft voor de duur van zijn detachering recht op een dagvergoeding van 104,03 euro. Deze dagvergoeding wordt maandelijks uitbetaald. In de briefwisseling bedoeld in artikel 18, lid 2, kan evenwel worden bepaald dat deze vergoeding niet wordt uitbetaald.

2. De dagvergoeding is eveneens verschuldigd in geval van dienstreizen, vakantieverlof, buitengewoon verlof en gedurende de door het secretariaat-generaal erkende feestdagen.

3. De dagvergoeding wordt met 75 % verlaagd wanneer de plaats van aanwerving minder dan 50 km van de standplaats gelegen is.

4. De gedetacheerde militair ontvangt bij de aanvaarding van zijn functie een vooruitbetaling die overeenkomt met de vergoedingen waarop hij op grond van lid 1 aanspraak zou kunnen maken voor de periode tussen de dag waarop hij zijn functie aanvaardt en de laatste dag van de tweede maand volgende op die waarin hij zijn functie heeft aanvaard.

Door deze betaling vervalt elk recht op nieuwe vergoedingen voor de dienovereenkomstige periode.

Wanneer de betrokkene zijn dienst bij het secretariaat-generaal definitief beëindigt vóór het verstrijken van de periode waarvan is uitgegaan voor de berekening van de vooruitbetaling, wordt een gedeelte van deze vooruitbetaling aan de gedetacheerde militair naar rato van de duur van de niet-voltooide periode teruggevorderd.

5. De dagvergoeding van de gedetacheerde militair kan worden aangepast aan de ontwikkeling van de consumptieprijzen in Brussel.

Artikel 13

Aanvullende vaste toelage

Behalve wanneer de plaats van aanwerving minder dan 50 km van de standplaats gelegen is, kan aan de gedetacheerde militair een aanvullende vaste toelage worden toegekend ten bedrage van het verschil tussen, enerzijds, de bruto jaarlijkse bezoldiging die hem door zijn oorspronkelijke werkgever wordt uitbetaald (met uitzondering van de gezinstoelagen) vermeerderd met de dagvergoeding die hij van het secretariaat-generaal ontvangt en, anderzijds, het basissalaris van een ambtenaar van de rang A 8, salaristrap 1, of B 5, salaristrap 1, naar gelang van de categorie van het statuut waarmee hij wordt vergeleken. In de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling kan evenwel worden bepaald dat deze toelage niet wordt uitbetaald.

C. Kostenvergoeding

Artikel 14

Reiskosten

1. Wanneer de gedetacheerde militair zijn persoonlijke inboedel niet van de plaats van aanwerving naar de standplaats heeft verhuisd, heeft hij voor zichzelf recht op de vergoeding van één reis per maand van de standplaats naar de plaats van aanwerving en terug. De betaling vindt plaats aan het eind van elke maand of op de laatste dag van de dienstverrichtingen indien deze geen volledige maand beslaan. Het bedrag wordt forfaitair vastgesteld op basis van de prijs van een treinkaartje eerste klasse indien de enkele reis niet langer is dan 500 km. Wanneer de reisroute langer is dan 500 km of de gebruikelijke reisroute een traject over zee omvat, wordt het bedrag vastgesteld op basis van de prijs van een vliegbiljet tegen gereduceerd tarief in "economyklasse" (het goedkoopste tarief van de nationale maatschappijen op hun vluchten tussen de plaats van aanwerving en de standplaats).

2. Voor het tarief wordt uitgegaan van het tarief dat op 1 januari van het lopende jaar bij het reisbureau van het secretariaat-generaal geldt. Dit tarief wordt op 1 juli herzien voor bestemmingen waarvoor het sedert 1 januari met meer dan 5 % zou zijn verhoogd. Indien de dienstverrichtingen vóór het einde van de maand worden beëindigd, wordt het bedrag naar rato van het aantal gewerkte dagen berekend.

3. Indien de gedetacheerde militair zijn persoonlijke inboedel van de plaats van aanwerving naar de standplaats heeft verhuisd, heeft hij jaarlijks voor zichzelf, zijn echtgeno(o)t(e) en de hem ten laste komende kinderen, recht op een forfaitaire vergoeding van de reiskosten heen en terug van de standplaats naar de plaats van aanwerving, volgens de regels en onder de voorwaarden welke terzake bij het secretariaat-generaal van toepassing zijn.

4. De gedetacheerde militair heeft volgens de regels en onder de voorwaarden welke terzake bij het secretariaat-generaal van toepassing zijn, recht op vergoeding van zijn reiskosten:

a) voor zichzelf:

- bij zijn detachering, van de plaats van aanwerving naar de standplaats,

- bij beëindiging van de detachering, van de standplaats naar de plaats van aanwerving;

b) voor zijn echtgeno(o)t(e) en kinderen ten laste:

- bij de verhuizing van de plaats van aanwerving naar de standplaats,

- bij beëindiging van de detachering, van de standplaats naar de plaats van aanwerving.

5. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder plaats van aanwerving verstaan: de plaats waar de gedetacheerde militair zijn werkzaamheden bij zijn oorspronkelijke werkgever uitoefende vóór zijn detachering. De standplaats is de plaats waar de dienst is gevestigd waar hij wordt tewerkgesteld. In de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling dienen deze verschillende plaatsen te worden vermeld.

6. In de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling kan worden bepaald dat de reiskosten niet ten laste komen van het secretariaat-generaal.

Artikel 15

Verhuiskosten

1. De gedetacheerde militair die verplicht is zich in zijn standplaats te vestigen, kan zijn persoonlijke inboedel verhuizen binnen een termijn van ten hoogste zes maanden na zijn indiensttreding, op voorwaarde dat de verwachte duur van de detachering ten minste twee jaar bedraagt en de plaats van aanwerving ten minste 50 km van de standplaats gelegen is.

2. De uitgaven in verband met de verhuizing van de persoonlijke inboedel worden aan de gedetacheerde militair vergoed volgens de regels en onder de voorwaarden welke terzake bij het secretariaat-generaal van toepassing zijn.

3. Bij beëindiging van de detachering dient de verhuizing plaats te vinden binnen drie maanden volgende op het einde van de detacheringsperiode.

4. In de in artikel 18, lid 2, bedoelde briefwisseling kan worden bepaald dat de verhuiskosten niet ten laste komen van het secretariaat-generaal.

Artikel 16

Dienstreizen - Kosten van dienstreizen

1. De gedetacheerde militair kan op dienstreis worden gezonden, met inachtneming van artikel 3.

2. Kosten van dienstreizen worden vergoed volgens de regels en onder de voorwaarden welke bij het secretariaat-generaal van toepassing zijn voor de vergoeding van de dienstreiskosten van ambtenaren.

Artikel 17

Aanpassing van de financiële regeling

1. De in dit hoofdstuk opgenomen geldelijke regeling waaraan de gedetacheerde militair is onderworpen, komt tijdens de volledige duur van de detachering niet voor herziening in aanmerking.

2. De in artikel 13 bedoelde aanvullende vaste toelage wordt evenwel eenmaal per jaar en zonder terugwerking aangepast aan de ontwikkeling van de basissalarissen van de ambtenaren van de Gemeenschappen.

HOOFDSTUK V

ADMINISTRATIEVE EN BUDGETTAIRE BEPALINGEN

Artikel 18

Vaststelling van de toewijzingen en contracten

1. De uitgaven in verband met de detachering van militairen worden aangerekend op de begroting van de Raad.

2. De detachering vindt plaats door middel van een briefwisseling tussen de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de permanente vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat. In de briefwisseling worden de namen vermeld van de personen die gemachtigd zijn praktische modaliteiten voor de detachering in het kader van dit besluit, alsmede de uitbetaling van de in de artikelen 12, 13, 14 en 15 bedoelde vergoedingen, vast te stellen. Het schrijven waarbij de detachering wordt verlengd, onderbroken of beëindigd, wordt eveneens door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger verzonden. De gedetacheerde militair meldt zich op de eerste dag van zijn detachering bij de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Administratie en Protocol voor het vervullen van de administratieve formaliteiten bij binnenkomst. Hij begint zijn werkzaamheden in beginsel op de eerste dag van de maand.

Artikel 19

Betaalbaarstelling van uitgaven

De betalingen worden maandelijks door de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Administratie en Protocol in euro op een rekening bij een financiële instelling in België verricht.

Artikel 20

Infrastructuuruitgaven

De uitgaven in verband met de installatie op de werkplek (lokalen, meubilair, machines, enz.) van gedetacheerde militairen worden op de huishoudelijke kredieten van de Raad aangerekend.

Artikel 21

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 22

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

A. Lindh

(1) PB L 27 van 30.1.2001, blz. 4.

(2) PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7.