ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/1 |
VERORDENING (EU) 2023/706 VAN DE RAAD
van 30 maart 2023
tot wijziging van Verordening (EU) 2022/1369 wat betreft de verlenging van de vraagreductieperiode voor gasvraagreductiemaatregelen en de versterking van de rapportage en monitoring van de uitvoering van die maatregelen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad (1) heeft tot doel de gasvraag van de Unie vrijwillig en, indien nodig, verplicht te reduceren, het vullen van gasopslagfaciliteiten te vergemakkelijken en te zorgen voor een betere voorbereiding op verdere verstoringen van de levering. Verordening (EU) 2022/1369 werd op basis van artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vastgesteld in het licht van de dreigende gasvoorzieningscrisis als gevolg van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde invasie van Oekraïne door Rusland in februari 2022 en de noodzaak voor de Unie om te reageren met tijdelijke maatregelen in een geest van solidariteit tussen de lidstaten. |
(2) |
Op grond van Verordening (EU) 2022/1369 moesten de lidstaten naar beste vermogen trachten om hun gasverbruik in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 maart 2023 met 15 % te reduceren. Indien de vrijwillige vraagreductiemaatregelen ontoereikend bleken om het risico van een ernstig leveringstekort aan te pakken, werd de Raad gemachtigd om op voorstel van de Commissie een Unie-alarm af te kondigen, waardoor de vraagreductie verplicht zou worden. De afgelopen maanden hebben de lidstaten nauwgezet gewerkt en maatregelen vastgesteld die erop gericht zijn hun respectieve gasvraag in een geest van solidariteit met 15 % te reduceren. Daardoor is de Uniebrede vraag naar gas van augustus 2022 tot en met januari 2023 daadwerkelijk al met meer dan 15 % gereduceerd. |
(3) |
De energievoorzieningszekerheid blijft echter met ernstige problemen kampen. De mondiale situatie op de gasmarkt is sinds februari 2022 niet verbeterd en de Unie blijft afhankelijk van bepaalde volumes Russisch gas om aan haar totale gasvraag te voldoen, ondanks de reductie van de vraag in het kader van Verordening (EU) 2022/1369. Dankzij doeltreffende maatregelen met betrekking tot het bijvullen van de opslagfaciliteiten en de reductie van de vraag is het niet nodig geweest de energievraag van de burgers van de Unie het afgelopen jaar te beperken. In elf lidstaten geldt echter nog steeds een vroegtijdige waarschuwing en in één lidstaat een alarmniveau, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad (2). Aangezien de gasprijzen nog steeds uitzonderlijk hoog zijn en aangezien het mondiale aanbod sinds augustus 2022, toen Verordening (EU) 2022/1369 vastgesteld werd, niet verbeterd is, moeten de maatregelen die bijgedragen hebben tot de beheersing van de crisis, vooral door de vraagreductie voort te zetten, dringend verlengd worden. Een stopzetting van de vraagreductiemaatregelen zou leiden tot veranderingen in de broze stabiliteit die de Unie tot dusver bereikt heeft en zou haar veerkracht om een antwoord te bieden op waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen, zoals de volledige stopzetting van de invoer uit Rusland, ondermijnen. Daarom is het van het grootste belang om te blijven voorkomen dat de Unie blootgesteld wordt aan gastekorten en hoge prijsvolatiliteit. |
(4) |
Als gevolg van de aanzienlijke daling van de invoer van Russisch gas via pijpleidingen in het afgelopen jaar is het vermogen van de Unie om de opslag aan te vullen momenteel aanzienlijk verminderd, onder meer in vergelijking met de situatie in de zomer van 2022. Ondanks het feit dat de energiecrisis in 2022 begon, kon de Unie dat jaar ongeveer 60 miljard kubieke meter gas uit Rusland invoeren om opslagfaciliteiten te vullen, onder meer via de NordStream 1-pijpleiding. In de zomer van 2022 heeft Rusland de gasleveringen via die pijpleiding echter onderbroken en uiteindelijk volledig stopgezet; in september 2022 werd de pijpleiding zodanig door sabotage beschadigd dat zij momenteel en in de nabije toekomst niet voor gasvervoer gebruikt kan worden. Rekening houdend met de huidige niveaus van invoer van gas via pijpleidingen zal de Unie slechts maximaal 20 miljard kubieke meter Russisch gas via pijpleidingen ontvangen, als die onbetrouwbare invoer tenminste niet volledig verstoord wordt. Er bestaat dus een ernstig risico van gastekorten in de Unie in de winter van 2023-2024. |
(5) |
Die ernstige moeilijkheden worden verergerd door een aantal extra risico’s en nieuwe factoren, waaronder een opleving van de Aziatische vraag naar vloeibaar aardgas (liquified natural gas – lng), waardoor de beschikbaarheid van gas op de mondiale gasmarkt afneemt, lage waterstanden als gevolg van onlangs verder verslechterde weersomstandigheden, die negatieve gevolgen hebben voor de opslag van waterkracht en de productie van kernenergie, nieuwe technische ontwikkelingen die voor meer onzekerheid zorgen omtrent de beschikbaarheid van bestaande bronnen van kernenergie en die tot gevolg hebben dat meer gebruikgemaakt moet worden van gasgestookte elektriciteitsopwekking, en mogelijke verdere verstoringen van de gasvoorziening, waaronder een volledige stopzetting van de invoer van gas uit Rusland. |
(6) |
Die aanhoudende en nieuwe ernstige moeilijkheden hebben gevolgen voor het vermogen van de Unie om aan de gasvraag te voldoen, met name het tijdig en efficiënt vullen van ondergrondse opslagfaciliteiten voor de winter van 2023-2024, en de onderlinge afstemming van vraag en aanbod in de winter van 2023-2024. |
(7) |
Overeenkomstig Verordening (EU) 2022/1369 heeft de Commissie een evaluatie van die verordening verricht en de resultaten daarvan samengevat in een verslag dat de Commissie aan de Raad gepresenteerd heeft. In het verslag worden verschillende scenario’s geanalyseerd, met en zonder een verlenging van de inspanningen om de vraag te reduceren in het kader van Verordening (EU) 2022/1369, waaronder een verlenging met zeven maanden van april 2023 tot en met oktober 2023, een verlenging met acht maanden van augustus 2023 tot en met maart 2024 en een verlenging met een jaar van april 2023 tot en met maart 2024. In het verslag wordt geconcludeerd dat zonder verdere reductie van de vraag de opslagniveaus eind oktober 2023 slechts 69 miljard kubieke meter zouden bedragen, wat aanzienlijk lager is dan het in Verordening (EU) 2017/1938 vastgelegde streefdoel van 90 % (89,4 miljard kubieke meter) voor 1 november, en dat de voorraden tegen februari 2024 volledig uitgeput zouden zijn. |
(8) |
Wat betreft de verschillende scenario’s die in het verslag zijn beoordeeld, zouden de opslagfaciliteiten bij een verlenging met zeven maanden van april tot en met oktober 2023 tegen het einde van de zomer van 2023 voldoende gevuld zijn (namelijk met 95 miljard kubieke meter tegen eind oktober 2023, waarmee het streefdoel van 90 % wordt gehaald). De opslagfaciliteiten zouden tegen het einde van de winter van 2023-2024 echter bijna volledig uitgeput zijn (9 miljard kubieke meter eind maart 2024), omdat de vraag zelfs in normale winters twee keer zo hoog is als in de zomer. Dat leidt tot zeer ernstige bezorgdheid over de voorzieningszekerheid en maakt het zeer moeilijk om de opslagfaciliteiten voor de daaropvolgende winter voldoende te vullen. Bij een verlenging met acht maanden van augustus 2023 tot en met maart 2024 zouden de opslagfaciliteiten te langzaam gevuld worden en zouden de voorraden tegen eind oktober 2023 slechts 80 miljard kubieke meter bedragen, wat aanzienlijk lager is dan het streefdoel, en zouden de opslagniveaus tegen het einde van de winter van 2023-2024 dalen tot minder dan 30 % (minder dan 28 miljard kubieke meter), wat de voorzieningszekerheid ernstig in gevaar zou brengen en het moeilijk zou maken om de opslagfaciliteiten voor de daaropvolgende winter voldoende te vullen. Alleen met een verlenging van een jaar en een voortgezette vraagreductie van 15 % van april 2023 tot en met maart 2024 zouden de opslagniveaus tegen 1 november 2023 kunnen voldoen aan het opslagstreefdoel van 90 % en tegen die tijd 89,4 miljard kubieke meter bedragen, waardoor de lidstaten op schema zouden zitten voor een verzekerde gasvoorziening voor de winter van 2023-2024 met op Unieniveau 43 miljard kubieke meter opgeslagen gas tegen eind maart 2024. |
(9) |
In het licht van die scenario’s wordt in het verslag geconcludeerd dat een voortgezette vraagreductie van 15 % over een periode van twaalf maanden tot eind maart 2024 noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de lidstaten kunnen voldoen aan het in Verordening (EU) 2017/1938 vastgelegde opslagstreefdoel van 90 %, dat noodzakelijk is voor de gasvoorzieningszekerheid en om een leveringskloof in de winter van 2023-2024 te voorkomen. |
(10) |
Hoewel de lidstaten kunnen beslissen welke maatregelen het geschiktst zijn om ervoor te zorgen dat de opslagstreefdoelen gehaald worden, kan dat niet bereikt worden zonder vraagreductiemaatregelen. In het verslag wordt geconcludeerd dat de gasvolumes op de markt onvoldoende zijn om in alle lidstaten aan die verplichting te voldoen. Dat betekent dat niet alle lidstaten fysiek in staat zijn om de opslagfaciliteiten voldoende te vullen, hetgeen tegen het einde van de winter van 2023-2024 tot ernstige problemen voor de gasvoorzieningszekerheid zou leiden. |
(11) |
In het verslag wordt ook aangegeven dat in de periode van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 een reductie van het gasverbruik nodig is die in verhouding staat tot die waarin Verordening (EU) 2022/1369 voorziet. De verlengde reductie die nodig is, zou betekenen dat tijdens de periode van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 15 % minder verbruikt wordt dan tijdens een referentieperiode van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2022. De verlenging van de vraagreductiemaatregelen en de verlenging van de reductieperiode zouden de markt ook flexibiliteit bieden om de volatiliteit van de gasprijzen in te dammen en prijspieken zoals die welke in 2022 waargenomen werden, te voorkomen. |
(12) |
Gezien het huidige krappe evenwicht tussen vraag en aanbod kan zelfs een matige verstoring van de gasvoorziening een dramatische impact hebben op de gasmarkt en de economie en de burgers van de Unie ernstig en langdurig schaden. De verplichting tot het vullen van gasopslagfaciliteiten is van toepassing tenzij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau werd afgekondigd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1938. Een plotselinge verstoring van 10 % van de invoer via gaspijpleidingen in de Unie zou daarom ofwel dwingen tot drastische geïsoleerde maatregelen ten aanzien van afzonderlijke lidstaten om aan hun opslagverplichting te voldoen, ofwel leiden tot het afkondigen van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau, tenzij de vrijwillige gecoördineerde vraagreductie voortgezet wordt. Een dergelijke langdurige gecoördineerde vraagreductie door alle lidstaten in een geest van solidariteit is van essentieel belang om de opslagfaciliteiten op efficiënte wijze en met minimale marktverstoringen bij te vullen, wat absoluut noodzakelijk blijft voor de gasvoorzieningszekerheid in de aanloop naar de winter van 2023-2024. |
(13) |
De verlenging van Verordening (EU) 2022/1369 is een noodmaatregel in reactie op aanhoudende en nieuwe ernstige problemen bij de energievoorziening die een dreigende crisis met zich meebrengen en die vereisen dat de gasvraagreductieperiode aangepast wordt, zowel om de vrijwillige reductie van de gasvraag te verlengen als om de mogelijkheid te waarborgen om een Unie-alarm af te kondigen en de bijbehorende verplichte reductie van de gasvraag na maart 2023 in gang te zetten. |
(14) |
De huidige crisis stelt de hele Unie bloot aan de risico’s van energietekorten en hoge energieprijzen. Aangezien de Unie een eengemaakte markt is, zou een gastekort in één lidstaat ernstige gevolgen hebben in alle andere lidstaten wegens een fysiek tekort aan gas, prijsvolatiliteit of een verstoring van industriële ketens als gevolg van mogelijke inperkingen van specifieke bedrijfstakken in een lidstaat. Bovendien kunnen alle lidstaten in een geest van solidariteit een rol spelen bij het voortgezet reduceren van de risico’s van energietekorten en bij het beperken van de volatiliteit van de gasprijzen door hun vraag te reduceren. Het positieve effect van die geest van solidariteit is het afgelopen jaar zelfs nog aanzienlijk toegenomen door de ontwikkeling van nieuwe interconnectiecapaciteit naar het oosten en door extra lng-invoercapaciteit die de lidstaten beter verbinden met de hervergassingsinstallaties voor lng, zowel fysiek als virtueel. Een voortgezet gecoördineerd optreden met op Unieniveau getroffen vraagreductiemaatregelen zou derhalve alle lidstaten ten goede komen omdat er minder kans is op ernstiger gevolgen voor hun economieën. |
(15) |
Dringende actie is geboden, aangezien het seizoen om de opslagfaciliteiten te vullen in april begint. Gezien de hardnekkige en nieuwe ernstige problemen die hierboven zijn beschreven, zou het niet tijdig verlengen van de gecoördineerde reductie van de vraag vóór het vullen van de opslagfaciliteiten onmiddellijke gevolgen hebben voor de trajecten om opslagfaciliteiten te vullen, voor de marktomstandigheden die van invloed zijn op de voorzieningszekerheid en voor de volatiliteit van de prijzen. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 122, lid 1, VWEU kan de Raad op voorstel van de Commissie in een geest van solidariteit tussen de lidstaten bij besluit de voor de economische situatie passende maatregelen vaststellen, met name indien zich bij de voorziening van bepaalde producten, in het bijzonder op energiegebied, ernstige moeilijkheden voordoen. Gezien het voorgaande vormt de huidige crisis bij de voorziening van gas - een energieproduct - een dergelijke situatie. Daarom zijn een tijdelijke verlenging en gerichte wijzigingen van Verordening (EU) 2022/1369 noodzakelijk om in een geest van solidariteit tussen de lidstaten op de huidige situatie te reageren. Het is derhalve gerechtvaardigd artikel 122, lid 1, VWEU als rechtsgrondslag voor deze verordening te nemen. |
(17) |
De bepalingen van Verordening (EU) 2022/1369 die specifieke nationale omstandigheden erkennen in geval van een verplichte reductie van de vraag die in gang werd gezet door een Unie-alarm, blijven van toepassing. De lidstaten blijven de mogelijkheid hebben de verplichte vraagreductie tijdelijk te beperken indien een lidstaat met een elektriciteitscrisis als bedoeld in Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad (3) geconfronteerd wordt. In een dergelijk scenario is onder meer een beperking mogelijk die in verhouding staat tot een aanzienlijk toegenomen gebruik van gas voor energieopwekking, dat noodzakelijk is om aanzienlijk meer elektriciteit uit te voeren naar een naburige lidstaat, wegens uitzonderlijke omstandigheden zoals een lage beschikbaarheid van waterkracht of kernenergie in de betrokken lidstaat, of in de naburige lidstaat waarnaar aanzienlijk meer elektriciteit uitgevoerd wordt. Die beperking mag niet groter zijn dan het volume gas van de bovengenoemde extra uitvoer. De lidstaten moeten rekening houden met die beperking wanneer zij hun uitsplitsing van het gasverbruik per sector rapporteren. |
(18) |
De lidstaten die ingrijpende decarbonisatiemaatregelen invoeren door voor stadsverwarming over te stappen van steenkool op gas, moeten die gasvolumes kunnen aftrekken van hun verplichting tot vraagreductie, mits die gasvolumes rechtstreeks aan de overstap van steenkool op gas toegeschreven kunnen worden. |
(19) |
De lidstaten moeten ten minste om de twee maanden en uiterlijk op de 15e dag van de volgende maand via Eurostat aan de Commissie verslag uitbrengen over hun gasverbruik. Om ervoor te zorgen dat de cijfers geactualiseerd zijn, worden de lidstaten aangemoedigd maandelijks verslag uit te brengen over hun gasverbruik teneinde de bereikte vraagreductie te beoordelen. Indien een Unie-alarm afgekondigd wordt, moet maandelijks verslag uitgebracht worden. Om de vraagreductiemaatregelen doelgerichter te maken en de monitoring van het gasverbruik te verbeteren, worden de lidstaten aangemoedigd om in hun verslag een uitsplitsing van het gasverbruik per sector op te nemen, met inbegrip van gasinput voor elektriciteits- en warmteopwekking, gasverbruik in de industrie en gasverbruik in huishoudens en voor diensten, overeenkomstig de definities en statistische afspraken van Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4). |
(20) |
De Commissie dient overeenkomstig Verordening (EU) 2022/1369 een evaluatie te verrichten, en mag op basis van de bevindingen daarvan voorstellen de toepassingsperiode van die verordening te verlengen. Om rekening te houden met de verdere verlenging van de toepassingsperiode van Verordening (EU) 2022/1369, moet een nieuwe herzieningsdatum vastgesteld worden op 1 maart 2024. |
(21) |
De verlengde en gewijzigde vraagreductiemaatregelen moeten tijdelijk zijn en moeten van kracht blijven tot het einde van de winter van 2023-2024. Op basis van de nieuwe evaluatie die uiterlijk op 1 maart 2024 verricht moet worden, moet de Commissie indien nodig kunnen voorstellen de toepassingsperiode ervan te verlengen. |
(22) |
Deze verordening moet op 1 april 2023 in werking treden om te zorgen voor een voortgezette vraagreductie van 15 % over de periode van twaalf maanden van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 en om de marktdeelnemers, de lidstaten en de Commissie in staat te stellen de nodige maatregelen te nemen om die doelstelling te verwezenlijken. |
(23) |
Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten verwezenlijkt kan worden, maar beter door de Unie verwezenlijkt kan worden, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(24) |
Verordening (EU) 2022/1369 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) 2022/1369
Verordening (EU) 2022/1369 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
in artikel 2 worden de punten 5) en 6) vervangen door:
|
2) |
artikel 3 wordt vervangen door: “Artikel 3 Vrijwillige vraagreductie De lidstaten trachten naar beste vermogen hun gasverbruik in de periode van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 met ten minste 15 % te reduceren ten opzichte van hun gemiddelde gasverbruik in de periode van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2022 (“vrijwillige vraagreductie”). De artikelen 6, 7 en 8 zijn op die maatregelen ter vrijwillige vraagreductie van toepassing.”; |
3) |
in artikel 5 wordt lid 2 vervangen door: “2. Voor de toepassing van de verplichte vraagreductie voor de duur van het Unie-alarm is het gasverbruik per lidstaat voor de periode van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 (de “reductieperiode”) 15 % lager dan het referentiegasverbruik. De vraagreducties die door de lidstaten verwezenlijkt werden tijdens de periode voordat het Unie-alarm afgekondigd werd, worden voor de toepassing van de verplichte vraagreductie in aanmerking genomen.” |
4) |
aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd: “6 bis. Een lidstaat kan het referentiegasverbruik dat gebruikt wordt voor de berekening van het streefdoel inzake verplichte vraagreductie op grond van lid 2 beperken met het volume toegenomen gasverbruik als gevolg van de overstap van steenkool op gas voor stadsverwarming, indien die toename in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 maart 2024 ten minste 8 % bedraagt ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik tijdens de referentieperiode en voor zover die toename rechtstreeks aan de overstap toegeschreven kan worden.” |
5) |
in artikel 8 wordt lid 1 vervangen door: “1. De bevoegde autoriteit van iedere lidstaat monitort de uitvoering van de vraagreductiemaatregelen op haar grondgebied. De lidstaten brengen ten minste om de twee maanden en uiterlijk op de 15e dag van de volgende maand aan de Commissie verslag uit over hun gasverbruik (in terajoule, TJ). Indien een Unie-alarm afgekondigd wordt overeenkomstig artikel 4, lid 1, wordt maandelijks verslag uitgebracht. De lidstaten kunnen in hun verslag een uitsplitsing opnemen van het gasverbruik per sector, met inbegrip van het gasverbruik voor de volgende sectoren:
Voor de toepassing van dit lid zijn de definities en statistische afspraken van Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*1) van toepassing. De GCG ondersteunt de Commissie bij het monitoren van de vrijwillige en de verplichte vraagreductie. (*1) Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken (PB L 304 van 14.11.2008, blz. 1).”;" |
6) |
in artikel 9 wordt de datum “1 mei 2023” vervangen door “1 maart 2024”; |
7) |
in artikel 10 wordt de tweede alinea vervangen door: “Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2024.”. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 april 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad van 5 augustus 2022 inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag (PB L 206 van 8.8.2022, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken (PB L 304 van 14.11.2008, blz. 1).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/7 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/707 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2022
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 wat betreft gevarenklassen en criteria voor de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 53, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevatten geharmoniseerde criteria voor de indeling van stoffen, mengsels en bepaalde voorwerpen in gevarenklassen en in onderverdelingen van die gevarenklassen, en bevatten bepalingen over de wijze waarop die criteria moeten worden toegepast, alsmede de overeenkomstige etiketteringsvoorschriften. Deel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat criteria inzake gevaren voor de gezondheid en deel 4 van die bijlage bevat criteria inzake milieugevaren. |
(2) |
In de Europese Green Deal (2) is als doel gesteld de menselijke gezondheid en het milieu beter te beschermen in het kader van een ambitieuze aanpak om verontreiniging uit alle bronnen tegen te gaan en stappen te zetten naar een milieu dat vrij is van gif. |
(3) |
De noodzaak om een juridisch bindende identificatie van de gevaren van hormoonontregelaars vast te stellen, op basis van de definitie die de Wereldgezondheidsorganisatie in 2002 heeft vastgesteld (3) en voortbouwend op de reeds ontwikkelde criteria voor gewasbeschermingsmiddelen (4) en biociden (5), en deze in alle wetgeving van de Unie toe te passen, wordt benadrukt in de mededeling van de Commissie “Strategie voor duurzame chemische stoffen — Op weg naar een gifvrij milieu” (6). In die mededeling wordt ook gewezen op de noodzaak om in Verordening (EG) nr. 1272/2008 nieuwe gevarenklassen en criteria op te nemen om milieutoxiciteit, persistentie, mobiliteit en bioaccumulatie integraal aan te pakken. |
(4) |
De Commissie heeft een effectbeoordeling van de toevoeging van nieuwe gevarenklassen en criteria aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 uitgevoerd, die een openbare raadpleging en een raadpleging van belanghebbenden omvatte. De Commissie heeft ook de deskundigengroep van het Europees Agentschap voor chemische stoffen inzake persistente, bioaccumulerende en toxische chemische stoffen, de bevoegde instanties voor Reach en CLP (Caracal) en de subgroep inzake hormoonontregelaars van die deskundigengroep geraadpleegd over de nieuwe gevarenklassen en criteria voor de indeling en etikettering van stoffen en mengsels, en zij heeft rekening gehouden met hun wetenschappelijk advies. |
(5) |
Op basis van de ervaring en de toegenomen wetenschappelijke kennis die is opgedaan bij de identificatie, uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (7), van stoffen die als zeer zorgwekkende stoffen moeten worden beschouwd vanwege hun hormoonontregelende eigenschappen, alsmede van stoffen die PBT (persistent, bioaccumulerend, toxisch), zPzB (zeer persistent, zeer bioaccumulerend), PMT (persistent, mobiel, toxisch) en zPzM (zeer persistent, zeer mobiel) zijn, moet Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden aangepast aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang door de opname van nieuwe gevarenklassen en criteria. De wetenschappelijke criteria aan de hand waarvan de beschikbare gegevens voor indeling in die gevarenklassen moeten worden beoordeeld, moeten de huidige stand van de wetenschap weerspiegelen. |
(6) |
Stoffen en mengsels met hormoonontregelende eigenschappen leveren een gevaar op voor de volksgezondheid en het milieu. Er is aangetoond dat hormoonontregeling kan leiden tot bepaalde aandoeningen bij de mens, zoals geboorteafwijkingen, ontwikkelingsstoornissen, voortplantingsstoornissen of neurologische ontwikkelingsstoornissen, kanker, diabetes en obesitas, en dat deze aandoeningen zowel bij kinderen als bij volwassenen een hoge en toenemende incidentie hebben. Ook is aangetoond dat hormoonverstorende eigenschappen schadelijke effecten kunnen hebben voor dierpopulaties. |
(7) |
De ervaring leert dat stoffen en mengsels met PBT- of zPzB-eigenschappen zeer zorgwekkend zijn. Ze breken niet gemakkelijk af in het milieu en accumuleren zich vaak in levende organismen binnen het voedselweb. De accumulatie van deze stoffen in het milieu is moeilijk ongedaan te maken, aangezien hun concentratie in het milieu niet zomaar afneemt door de emissies ervan te verlagen, en de effecten van deze accumulatie zijn op lange termijn vaak moeilijk te voorspellen. Bovendien kunnen bepaalde PBT- en zPzB-stoffen die over lange afstanden worden vervoerd, afgelegen ongerepte gebieden besmetten. Zodra deze stoffen in het milieu vrijkomen, is blootstelling eraan moeilijk ongedaan te maken, wat leidt tot cumulatieve blootstelling van zowel dieren als mensen via het milieu. |
(8) |
PMT- en zPzM-stoffen geven aanleiding tot bezorgdheid omdat zij, vanwege hun hoge persistentie in combinatie met een hoge mobiliteit als gevolg van hun lage adsorptievermogen, in de watercyclus, inclusief het drinkwater, terecht kunnen komen en zich over grote afstanden kunnen verspreiden. Veel PMT- en zPzM-stoffen worden slechts gedeeltelijk verwijderd door afvalwaterbehandelingsprocessen en kunnen zelfs aan de meest geavanceerde zuiveringsprocessen in drinkwaterzuiveringsinstallaties ontsnappen. Een dergelijke onvolledige verwijdering in combinatie met nieuwe emissies betekent dat de concentratie van die PMT- en zPzM-stoffen in het milieu mettertijd toeneemt. Zodra PMT- en zPzM-stoffen in het milieu vrijkomen, is blootstelling eraan moeilijk ongedaan te maken, wat leidt tot cumulatieve blootstelling van zowel dieren als mensen via het milieu. De eventuele effecten van deze blootstelling zijn op lange termijn onvoorspelbaar. |
(9) |
In het licht van de toegenomen wetenschappelijke kennis en ervaring die is opgedaan bij de identificatie van hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid en voor het milieu, alsmede van PBT-, zPzB-, PMT- en zPzM-stoffen en -mengsels, is het passend voor die stoffen en mengsels gevarenklassen en etiketteringsvoorschriften in te voeren, evenals de overeenkomstige wetenschappelijke criteria om deze te identificeren. |
(10) |
Het beschikbare bewijs met betrekking tot hormoonontregelende eigenschappen kan uit wetenschappelijk oogpunt meer of minder overtuigend zijn. Het is daarom passend twee categorieën van hormoonontregelaars in te voeren: bekende of veronderstelde hormoonontregelaars (categorie 1) en vermoedelijke hormoonontregelaars (categorie 2), zowel wat betreft de gevolgen voor de menselijke gezondheid als die voor het milieu. |
(11) |
Bij het opstellen van richtsnoeren voor de toepassing van de criteria voor hormoonontregelaars kan het Europees Agentschap voor chemische stoffen putten uit de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden en uit andere wetenschappelijke onderbouwingen, zodat het richtsnoeren kan verstrekken die verduidelijken welke effecten die niet tot chronische gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu leiden, buiten de definitie van “schadelijk effect” kunnen vallen. |
(12) |
De intrinsieke eigenschappen van PBT- en zPzB-stoffen en -mengsels vertonen overeenkomsten, maar verschillen aanzienlijk wat betreft het toxiciteitscriterium. Het is daarom passend een nieuwe gevarenklasse in te voeren, met een onderverdeling, en tegelijkertijd gemeenschappelijke regels vast te stellen voor de wetenschappelijke beoordeling van de intrinsieke eigenschappen in verband met persistentie en bioaccumulatie. |
(13) |
De intrinsieke eigenschappen van PMT- en zPzM-stoffen en -mengsels vertonen overeenkomsten, maar verschillen aanzienlijk wat betreft het toxiciteitscriterium. Het is daarom passend een nieuwe gevarenklasse in te voeren, met een onderverdeling, en tegelijkertijd gemeenschappelijke regels vast te stellen voor de wetenschappelijke beoordeling van de intrinsieke eigenschappen in verband met persistentie en mobiliteit. |
(14) |
Om een adequate indeling van stoffen en mengsels als PBT en zPzB mogelijk te maken, ongeacht of deze al dan niet krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn geregistreerd, moeten de bestaande criteria voor de identificatie van PBT- en zPzB-stoffen van punt 1 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 1272/2008. In dit verband zou opname van gevarencategorieën voor PBT en zPzB in Verordening (EG) nr. 1272/2008 niet passend zijn gezien de hoge eisen die worden gesteld aan het wetenschappelijke bewijs dat nodig is om te voldoen aan de PBT- en zPzB-criteria — en dat overeenstemt met de tot dusver in bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 vastgestelde criteria. Bovendien dient de in die bijlage vastgestelde screeninginformatie, waarmee rekening moet worden gehouden bij het screenen op P-, zP-, B-, zB- en T-eigenschappen, een ander doel dan de identificatie van gevaren en de indeling in gevarenklassen. Daarnaast zou de ontwikkeling van criteria voor verdere gevarencategorieën op basis van die screeninginformatie leiden tot overclassificatie en aanzienlijke overlappingen met bestaande indelingen op milieugebied. Daarom zou het niet passend zijn om in Verordening (EG) nr. 1272/2008 aanvullende gevarencategorieën voor PBT en zPzB op te nemen. |
(15) |
De indelingscriteria voor M/zM hebben met name betrekking op de log Koc-waarde (adsorptiecoëfficiënt van de bodem). De Koc-waarde is de verdelingscoëfficiënt organische koolstof/water en weerspiegelt het vermogen van een stof om te worden geadsorbeerd aan de organische fractie van vaste milieucompartimenten zoals bodem, slib en sediment, en is derhalve omgekeerd gerelateerd aan het vermogen van de stoffen om in het grondwater terecht te komen. Het is daarom passend het mobiliteitscriterium te beoordelen aan de hand van de log Koc-waarde van een stof, waarbij een lage Koc op een hoge mobiliteit duidt. |
(16) |
De vaststelling van nieuwe gevarenklassen houdt in dat deze klassen met hun naam, hun respectieve gevarenaanduidingen en hun respectieve gevarencategoriecodes worden opgenomen. Het is daarom nodig die gevarenklassen, gevarenaanduidingen en categoriecodes in de bijlagen I, III en VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 op te nemen. Er moeten “EUH-aanduidingen” (EU-gevarenaanduidingen) worden opgenomen, die moeten fungeren als “H-aanduidingen” (“hoofdgevarenaanduidingen”). |
(17) |
Pictogrammen zijn een essentieel instrument om informatie over gevaren over te brengen. Zij moeten worden toegevoegd aan de gevareninformatie met betrekking tot de nieuwe gevarenklassen zodra deze in het VN-GHS zijn opgenomen, om interferentie met het gebruik van bestaande pictogrammen voor de huidige gevaren te voorkomen. Indien voor deze nieuwe gevarenklassen nieuwe pictogrammen worden aangemaakt, moet hierover eerst op het niveau van het VN-GHS overeenstemming worden bereikt, zodat zij voor alle VN-GHS-lidstaten kunnen gelden. |
(18) |
Om ervoor te zorgen dat leveranciers van stoffen en mengsels genoeg tijd hebben om zich op de nieuwe indeling en nieuwe etiketteringsvoorschriften in te stellen, moeten in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bepalingen over de uitgestelde toepassing van de verplichting om stoffen en mengsels in te delen en te etiketteren overeenkomstig deze verordening worden opgenomen. Die bijlage moet ook voorzien in de mogelijkheid dat stoffen en mengsels die al vóór het einde van die uitstelperiode in de handel zijn gebracht, in de handel kunnen blijven worden gebracht zonder te worden ingedeeld en geëtiketteerd overeenkomstig deze verordening, om extra lasten voor de leveranciers van stoffen en mengsels te voorkomen. |
(19) |
In overeenstemming met de overgangsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 die het mogelijk maken de nieuwe bepalingen op vrijwillige basis eerder toe te passen, moeten leveranciers de mogelijkheid hebben om de nieuwe indelings- en etiketteringsbepalingen toe te passen vóór de datum van toepassing van de verplichtingen om stoffen en mengsels overeenkomstig deze verordening in te delen en te etiketteren. |
(20) |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
2) |
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
3) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
4) |
Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.
(2) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal” (COM(2019) 640 final van 11 december 2019).
(3) Internationaal Programma voor chemische veiligheid van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/IPCS), 2002. Global assessment of the State-of-the-Science of Endocrine Disruptors (WHO/PCS/EDC/02.2), https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/67357/WHO_PCS_EDC_02.2.pdf.
(4) Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie van 19 april 2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 met betrekking tot de vaststelling van wetenschappelijke criteria voor de vaststelling van hormoonontregelende eigenschappen (PB L 101 van 20.4.2018, blz. 33).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 van de Commissie van 4 september 2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het identificeren van hormoonontregelende eigenschappen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 301 van 17.11.2017, blz. 1).
(6) Strategie voor duurzame chemische stoffen (COM(2020) 667 final).
(7) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
aan deel 3 wordt het volgende punt 3.11 toegevoegd: “3.11. Hormoonontregeling met gevolgen voor de menselijke gezondheid 3.11.1. Definities en algemene bepalingen 3.11.1.1. Definities Voor de toepassing van punt 3.11 wordt verstaan onder:
3.11.1.2. Algemene overwegingen
3.11.2. Indelingscriteria voor stoffen 3.11.2.1. Gevarencategorieën Stoffen worden in een van de twee categorieën voor hormoonontregeling met gevolgen voor de menselijke gezondheid ingedeeld. Tabel 3.11.1 Gevarencategorieën voor hormoonontregelaars met gevolgen voor de menselijke gezondheid
Wanneer er overtuigend bewijs is dat de schadelijke effecten niet relevant zijn voor de mens, wordt de stof niet als hormoonontregelaar met gevolgen voor de menselijke gezondheid beschouwd. 3.11.2.2. Indelingsgrondslag
3.11.2.3. Bewijskracht en de mening van deskundigen
3.11.2.4. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen op grond van de criteria van de punten 3.11.2.1 tot en met 3.11.2.3 ingedeeld. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet op grond van de criteria van de punten 3.11.2.1 tot en met 3.11.2.3 te worden ingedeeld. 3.11.3. Indelingscriteria voor mengsels 3.11.3.1. Indeling van mengsels wanneer gegevens over alle of sommige bestanddelen beschikbaar zijn
3.11.3.2. Indeling van mengsels wanneer gegevens over het mengsel als geheel beschikbaar zijn
3.11.3.3. Indeling van mengsels wanneer geen gegevens over het mengsel als geheel beschikbaar zijn: extrapolatieprincipes
3.11.3.4. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels op grond van de criteria van de punten 3.11.3.1, 3.11.3.2 en 3.11.3.3 ingedeeld. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet op grond van de criteria van de punten 3.11.3.1, 3.11.3.2 en 3.11.3.3 te worden ingedeeld. 3.11.4. Voorlichting over de gevaren
3.11.4.2. Toepassing in de tijd voor stoffen Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen overeenkomstig punt 3.11.4.1 geëtiketteerd. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 3.11.4.1. 3.11.4.3. Toepassing in de tijd voor mengsels Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels overeenkomstig punt 3.11.4.1 geëtiketteerd. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 3.11.4.1.”; |
2) |
aan deel 4 worden de volgende punten 4.2, 4.3 en 4.4 toegevoegd: “4.2. Hormoonontregeling met gevolgen voor het milieu 4.2.1. Definities en algemene overwegingen 4.2.1.1. Definities Voor de toepassing van punt 4.2 wordt verstaan onder:
4.2.1.2. Algemene overwegingen
4.2.2. Indelingscriteria voor stoffen 4.2.2.1. Gevarencategorieën Stoffen worden in een van de twee categorieën voor hormoonontregeling met gevolgen voor het milieu ingedeeld. Tabel 4.2.1 Gevarencategorieën voor hormoonontregelaars met gevolgen voor het milieu
Wanneer er overtuigend bewijs is dat de vastgestelde schadelijke effecten niet relevant zijn op het niveau van de populatie of deelpopulatie, wordt de stof niet noodzakelijkerwijs als hormoonontregelaar met gevolgen voor het milieu beschouwd. 4.2.2.2. Indelingsgrondslag
4.2.2.3. Bewijskracht en de mening van deskundigen
4.2.2.4. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen op grond van de criteria van de punten 4.2.2.1 tot en met 4.2.2.3 ingedeeld. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet op grond van de criteria van de punten 4.2.2.1 tot en met 4.2.2.3 te worden ingedeeld. 4.2.3. Indelingscriteria voor mengsels 4.2.3.1. Indeling van mengsels wanneer gegevens over alle of sommige bestanddelen beschikbaar zijn
4.2.3.2. Indeling van mengsels wanneer gegevens over het mengsel als geheel beschikbaar zijn 4.2.3.2.1.
De indeling van mengsels wordt gebaseerd op de beschikbare testgegevens over de afzonderlijke bestanddelen van het mengsel, met gebruikmaking van de concentratiegrenzen voor de bestanddelen die als hormoonontregelaar met gevolgen voor het milieu zijn ingedeeld. Per geval kan worden overwogen testgegevens over het mengsel als geheel voor de indeling te gebruiken wanneer die een hormoonontregeling met gevolgen voor het milieu aantonen die niet uit de beoordeling op basis van de afzonderlijke bestanddelen blijkt. In dergelijke gevallen moet aangetoond zijn dat uit de testresultaten voor het mengsel als geheel een conclusie kan worden getrokken, rekening houdend met de dosis (concentratie) en andere factoren zoals duur, waarnemingen, gevoeligheid en statistische analyses van de testsystemen. Passende documentatie die de indeling onderbouwt, wordt bewaard en op verzoek ter beschikking gesteld om te worden bestudeerd. 4.2.3.3. Indeling van mengsels wanneer geen gegevens over het mengsel als geheel beschikbaar zijn: extrapolatieprincipes
4.2.3.4. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels op grond van de criteria van de punten 4.2.3.1 tot en met 4.2.3.3 ingedeeld. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet op grond van de criteria van de punten 4.2.3.1, 4.2.3.2 en 4.2.3.3 te worden ingedeeld. 4.2.4. Voorlichting over de gevaren
4.2.4.2. Toepassing in de tijd voor stoffen Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen overeenkomstig punt 4.2.4.1 geëtiketteerd. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.2.4.1. 4.2.4.3. Toepassing in de tijd voor mengsels Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels overeenkomstig punt 4.2.4.1 geëtiketteerd. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.2.4.1. 4.3. Persistente, bioaccumulerende en toxische of zeer persistente, zeer bioaccumulerende eigenschappen 4.3.1. Definities en algemene overwegingen
4.3.2. Indelingscriteria voor stoffen 4.3.2.1. Indelingscriteria voor PBT Een stof wordt als PBT-stof beschouwd wanneer zij aan de persistentie-, bioaccumulatie- en toxiciteitscriteria van de punten 4.3.2.1.1 tot en met 4.3.2.1.3 voldoet, en overeenkomstig punt 4.3.2.3 is beoordeeld. 4.3.2.1.1. Persistentie Een stof wordt geacht te voldoen aan het persistentiecriterium (P) wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
4.3.2.1.2. Bioaccumulatie Een stof wordt geacht te voldoen aan het bioaccumulatiecriterium (B) wanneer de bioconcentratiefactor bij aquatische soorten groter is dan 2 000. 4.3.2.1.3. Toxiciteit Een stof wordt geacht te voldoen aan het toxiciteitscriterium (T) in een van de volgende situaties:
4.3.2.2. Indelingscriteria voor zPzB Een stof wordt als zPzB-stof beschouwd wanneer zij aan de persistentie- en bioaccumulatiecriteria van de punten 4.3.2.2.1 en 4.3.2.2.2 voldoet, en overeenkomstig punt 4.3.2.3 is beoordeeld. 4.3.2.2.1. Persistentie Een stof wordt geacht te voldoen aan het criterium “zeer persistent” (P) wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
4.3.2.2.2. Bioaccumulatie Een stof wordt geacht te voldoen aan het criterium “zeer bioaccumulerend” (zB) wanneer de bioconcentratiefactor bij aquatische soorten groter is dan 5 000. 4.3.2.3. Indelingsgrondslag Voor de indeling van PBT-stoffen en zPzB-stoffen wordt de bewijskracht bepaald met behulp van de mening van deskundigen, door alle relevante en beschikbare informatie in punt 4.3.2.3 te vergelijken met de in de punten 4.3.2.1 en 4.3.2.2 bedoelde criteria. Die bewijskracht wordt in het bijzonder bepaald indien de in de punten 4.3.2.1 en 4.3.2.2 bedoelde criteria niet rechtstreeks op de beschikbare informatie kunnen worden toegepast. De informatie die gebruikt wordt bij de beoordeling van de PBT/zPzB-eigenschappen moet gebaseerd zijn op onder relevante omstandigheden verkregen gegevens. Bij de identificatie dient ook rekening te worden gehouden met de PBT/zPzB-eigenschappen van relevante bestanddelen, additieven of onzuiverheden en relevante omzettings- of afbraakproducten van een stof. Deze gevarenklasse (Persistente, bioaccumulerende en toxische (PBT) of zeer persistente, zeer bioaccumulerende (zPzB) eigenschappen) is van toepassing op alle organische stoffen, met inbegrip van organometalen. De in de punten 4.3.2.3.1, 4.3.2.3.2 en 4.3.2.3.3 beschreven informatie wordt in aanmerking genomen voor de beoordeling van de P-, zP-, B-, zB- en T-eigenschappen. 4.3.2.3.1. Beoordeling van P- of zP-eigenschappen: Voor de beoordeling van P- of zP-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.3.2.3.2. Beoordeling van B- of zB-eigenschappen: Voor de beoordeling van B- of zB-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.3.2.3.3. Beoordeling van T-eigenschappen: Voor de beoordeling van T-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.3.2.4. Bewijskracht en de mening van deskundigen
4.3.2.5. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen op grond van de criteria van de punten 4.3.2.1 tot en met 4.3.2.4 ingedeeld. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet op grond van de criteria van de punten 4.3.2.1 tot en met 4.3.2.4 te worden ingedeeld. 4.3.3. Indelingscriteria voor mengsels
4.3.4. Voorlichting over de gevaren
4.3.4.2. Toepassing in de tijd voor stoffen Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen overeenkomstig punt 4.3.4.1 geëtiketteerd. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.3.4.1. 4.3.4.3. Toepassing in de tijd voor mengsels Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels overeenkomstig punt 4.3.4.1 geëtiketteerd. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.3.4.1. 4.4. Persistente, mobiele en toxische of zeer persistente, zeer mobiele eigenschappen 4.4.1. Definities en algemene overwegingen 4.4.1.1. Voor de toepassing van punt 4.4 wordt verstaan onder: “PMT”: een persistente, mobiele en toxische stof die of een persistent, mobiel en toxisch mengsel dat voldoet aan de indelingscriteria van punt 4.4.2.1; “zPzM”: een zeer persistente en zeer mobiele stof die of een zeer persistent en zeer mobiel mengsel dat voldoet aan de indelingscriteria van punt 4.4.2.2; “log Koc”: de briggse logaritme van de verdelingscoëfficiënt organische koolstof/water (d.w.z. Koc). 4.4.1.2. De gevarenklasse “persistente, mobiele en toxische of zeer persistente, zeer mobiele eigenschappen” wordt onderverdeeld in:
4.4.2. Indelingscriteria voor stoffen 4.4.2.1. Indelingscriteria voor PMT Een stof wordt als PMT-stof beschouwd wanneer zij aan de persistentie-, mobiliteits- en toxiciteitscriteria van de punten 4.4.2.1.1, 4.4.2.1.2 en 4.4.2.1.3 voldoet, en overeenkomstig punt 4.4.2.3 is beoordeeld. 4.4.2.1.1. Persistentie Een stof wordt geacht te voldoen aan het persistentiecriterium (P) in een van de volgende situaties:
4.4.2.1.2. Mobiliteit Een stof wordt geacht te voldoen aan het mobiliteitscriterium (M) wanneer log Koc lager is dan 3. Voor een ioniseerbare stof wordt geacht aan het mobiliteitscriterium te zijn voldaan wanneer de laagste log Koc-waarde bij een pH-waarde tussen 4 en 9 lager is dan 3. 4.4.2.1.3. Toxiciteit Een stof wordt geacht te voldoen aan het toxiciteitscriterium (T) in een van de volgende situaties:
4.4.2.2. Indelingscriteria voor zPzM Een stof wordt als zPzM-stof beschouwd wanneer zij aan de persistentie- en mobiliteitscriteria van de punten 4.4.2.2.1 en 4.4.2.2.2 voldoet, en overeenkomstig punt 4.4.2.3 is beoordeeld. 4.4.2.2.1. Persistentie Een stof wordt geacht te voldoen aan het criterium “zeer persistent” (zP) in een van de volgende situaties:
4.4.2.2.2. Mobiliteit Een stof wordt geacht te voldoen aan het criterium “zeer mobiel” (zM) wanneer log Koc lager is dan 2. Voor een ioniseerbare stof wordt geacht aan het mobiliteitscriterium te zijn voldaan wanneer de laagste log Koc-waarde bij een pH-waarde tussen 4 en 9 lager is dan 2. 4.4.2.3. Indelingsgrondslag Voor de indeling van PMT-stoffen en zPzM-stoffen wordt de bewijskracht bepaald met behulp van de mening van deskundigen, door alle relevante en beschikbare informatie in punt 4.4.2.3 te vergelijken met de in de punten 4.4.2.1 en 4.4.2.2 bedoelde criteria. Die bewijskracht wordt in het bijzonder bepaald indien de in de punten 4.4.2.1 en 4.4.2.2 bedoelde criteria niet rechtstreeks op de beschikbare informatie kunnen worden toegepast. De informatie die gebruikt wordt bij de beoordeling van de PMT/zPzM-eigenschappen moet gebaseerd zijn op onder relevante omstandigheden verkregen gegevens. Bij de identificatie dient ook rekening te worden gehouden met de PMT/zPzM-eigenschappen van relevante bestanddelen, additieven of onzuiverheden en relevante omzettings- of afbraakproducten van een stof. Deze gevarenklasse (PMT- en zPzM-eigenschappen) is van toepassing op alle organische stoffen, met inbegrip van organometalen. De in de punten 4.4.2.3.1, 4.4.2.3.2 en 4.4.2.3.3 beschreven informatie wordt in aanmerking genomen voor de beoordeling van de P-, zP-, M-, zM- en T-eigenschappen. 4.4.2.3.1. Beoordeling van P- of zP-eigenschappen: Voor de beoordeling van P- of zP-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.4.2.3.2. Beoordeling van M- of zM-eigenschappen: Voor de beoordeling van M- of zM-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.4.2.3.3. Beoordeling van T-eigenschappen: Voor de beoordeling van T-eigenschappen moet de volgende informatie in aanmerking worden genomen:
4.4.2.4. Bewijskracht en de mening van deskundigen
4.4.2.5. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen op grond van de criteria van de punten 4.4.2.1 tot en met 4.4.2.4 ingedeeld. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet op grond van de criteria van de punten 4.4.2.1 tot en met 4.4.2.4 te worden ingedeeld. 4.4.3. Indelingscriteria voor mengsels
4.4.3.2. Toepassing in de tijd Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels op grond van de criteria van punt 4.4.3.1 ingedeeld. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet op grond van de criteria van punt 4.4.3.1 te worden ingedeeld. 4.4.4. Voorlichting over de gevaren
4.4.4.2. Toepassing in de tijd voor stoffen Uiterlijk vanaf 1 mei 2025 worden stoffen overeenkomstig punt 4.4.4.1 geëtiketteerd. Stoffen die vóór 1 mei 2025 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 november 2026 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.4.4.1. 4.4.4.3. Toepassing in de tijd voor mengsels Uiterlijk vanaf 1 mei 2026 worden mengsels overeenkomstig punt 4.4.4.1 geëtiketteerd. Mengsels die vóór 1 mei 2026 in de handel zijn gebracht, hoeven echter tot 1 mei 2028 niet te worden geëtiketteerd overeenkomstig punt 4.4.4.1.”. |
BIJLAGE II
In deel 2, punt 2.10, eerste alinea, van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1272/2008
worden de volgende streepjes toegevoegd:
“— |
≥ 0,1 % of meer van een stof die is ingedeeld als hormoonontregelaar met gevolgen voor de menselijke gezondheid van categorie 2, of |
— |
≥ 0,1 % of meer van een stof die is ingedeeld als hormoonontregelaar met gevolgen voor het milieu van categorie 2,”. |
BIJLAGE III
Deel 1 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De volgende punten c) en d) worden toegevoegd:
|
2) |
Aan tabel 1.2 worden de volgende rijen toegevoegd:
|
3) |
Aan tabel 1.3 worden de volgende rijen toegevoegd:
|
BIJLAGE IV
In deel 1, punt 1.1.2.1.1, van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt tabel 1.1 als volgt gewijzigd:
1) |
Na de rij voor de gevarenklasse “Aspiratiegevaar” wordt de volgende rij ingevoegd:
|
2) |
Na de rij voor de gevarenklasse “Gevaar voor het aquatisch milieu” worden de volgende rijen ingevoegd:
|
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/40 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/708 VAN DE COMMISSIE
van 20 maart 2023
tot verlening van toelating van de Unie voor de biocidefamilie “HYPO-CHLOR Product Family” overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 44, lid 5, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 20 december 2018 heeft Veltek Associates Inc. Europe overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het agentschap”) een aanvraag ingediend voor een toelating van de Unie voor een biocidefamilie met als naam “HYPO-CHLOR Product Family”, behorende tot productsoort 2 als omschreven in bijlage V bij die verordening, tezamen met de schriftelijke bevestiging dat de bevoegde autoriteit van Frankrijk ermee heeft ingestemd de aanvraag te beoordelen. De aanvraag is in het biocidenregister geregistreerd onder zaaknummer BC-EF047438-44. |
(2) |
“HYPO-CHLOR Product Family” bevat uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor als werkzame stof; die stof is opgenomen in de Unielijst van goedgekeurde werkzame stoffen voor productsoort 2, als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(3) |
Op 24 augustus 2021 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een beoordelingsrapport en de conclusies van haar beoordeling bij het agentschap ingediend. |
(4) |
Op 23 maart 2022 heeft het agentschap bij de Commissie een advies (2) ingediend dat overeenkomstig artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken (SPC) van “HYPO-CHLOR Product Family” en het definitieve beoordelingsrapport betreffende de biocidefamilie bevat. |
(5) |
In het advies wordt geconcludeerd dat “HYPO-CHLOR Product Family” een biocidefamilie is als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt s), van Verordening (EU) nr. 528/2012, dat de biocidefamilie in aanmerking komt voor een toelating van de Unie overeenkomstig artikel 42, lid 1, van die verordening en dat de biocidefamilie, onder voorbehoud van overeenstemming met de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van het biocide, voldoet aan de in artikel 19, leden 1 en 6, van die verordening gestelde voorwaarden. |
(6) |
Op 12 april 2022 heeft het agentschap, in overeenstemming met artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012, de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van het biocide in alle officiële talen van de Unie aan de Commissie doen toekomen. |
(7) |
De Commissie sluit zich aan bij het advies van het agentschap en acht het daarom passend om voor “HYPO-CHLOR Product Family” een toelating van de Unie te verlenen. |
(8) |
In zijn advies beveelt het agentschap aan dat de houder van de toelating als voorwaarde voor de toelating een test van de stabiliteit op lange termijn bij omgevingstemperatuur uitvoert van producten in meta-SPC 2A en 2B in de commerciële verpakkingen waarin de producten op de markt zullen worden aangeboden. De test moet betrekking hebben op de relevante fysische, chemische en technische eigenschappen van de producten, zowel vóór als na de opslag, om een houdbaarheid van 24 maanden te bevestigen. De Commissie is het eens met deze aanbeveling en is van mening dat het voorleggen van de resultaten van die test een voorwaarde moet zijn die aan het op de markt aanbieden en het gebruik van de biocidefamilie “HYPO-CHLOR Product Family” is verbonden overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012. De Commissie is ook van mening dat het feit dat gegevens moeten worden verstrekt nadat de toelating is verleend, geen invloed heeft op de conclusie over de naleving van de voorwaarde van artikel 19, lid 1, punt d), van die verordening op basis van de bestaande gegevens. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan Veltek Associates Inc. Europe wordt een toelating van de Unie met toelatingsnummer EU-0028423-0000 verleend voor het op de markt aanbieden en het gebruik van de biocidefamilie “HYPO-CHLOR Product Family”, onder voorbehoud van overeenstemming met de voorwaarden van bijlage I en de in bijlage II opgenomen samenvatting van de productkenmerken van het biocide.
De toelating van de Unie is geldig van 20 april 2023 tot en met 31 maart 2033.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Advies van het agentschap van 3 maart 2022 over de toelating van de Unie voor de biocidefamilie “Hypo-Chlor product family” (ECHA/BPC/321/2022); https://echa.europa.eu/bpc-opinions-on-union-authorisation
BIJLAGE I
VOORWAARDEN (EU-0028423-0000)
De houder van de toelating voert een test van de stabiliteit op lange termijn bij omgevingstemperatuur uit van producten in meta-SPC 2A en 2B in de commerciële verpakkingen waarin zij op de markt zullen worden aangeboden. De test van de stabiliteit op lange termijn bij omgevingstemperatuur moet betrekking hebben op de relevante fysische, chemische en technische eigenschappen van de producten, zowel vóór als na de opslag, overeenkomstig punt 2.6.4 van de Guidance on the Biocidal Products Regulation (richtsnoeren voor de biocidenverordening), volume I: Identiteit van de werkzame stof/fysisch-chemische eigenschappen/analysemethode — Informatie-eisen, evaluatie en beoordeling (ECHA, maart 2022) (1), om een houdbaarheid van 24 maanden te bevestigen.
Uiterlijk op 20 oktober 2023 dient de houder van de toelating de resultaten van de test in bij het agentschap.
(1) https://echa.europa.eu/documents/10162/23036412/bpr_guidance_vol_i_parts_abc_en.pdf/31b245e5-52c2-f0c7-04db-8988683cbc4b
BIJLAGE II
Samenvatting van de productkenmerken van een biocidefamilie
HYPO-CHLOR Product Family
Productsoort 2 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt (Desinfecteermiddelen)
Toelatingsnummer: EU-0028423-0000
Toelatingsnummer in R4BP: EU-0028423-0000
DEEL I
EERSTE INFORMATIENIVEAU
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE
1.1. Familienaam
Naam |
HYPO-CHLOR Product Family |
1.2. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
1.3. Toelatingshouder
Naam en adres van de toelatingshouder |
Naam |
Veltek Associates Inc. Europe |
Adres |
Rozengaard 1940, 8212DT Lelystad Nederland |
|
Toelatingsnummer |
EU-0028423-0000 |
|
Toelatingsnummer in R4BP |
EU-0028423-0000 |
|
Toelatingsdatum |
20 april 2023 |
|
Vervaldatum |
31 maart 2033 |
1.4. Fabrikant(en) van de biociden
Naam van de fabrikant |
Veltek Associates, Inc. |
Adres van de fabrikant |
15 Lee Blvd., PA19355 Malvern Verenigde Staten van Amerika |
Productielocatie |
15 Lee Blvd., PA19355 Malvern Verenigde Staten van Amerika |
1.5. Fabrikant(en) van de werkzame stof(fen)
Werkzame stof |
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
Naam van de fabrikant |
Univar USA Inc. |
Adres van de fabrikant |
532 E. Emaus Street, Pennsylvania 17057 Middleton Verenigde Staten van Amerika |
Productielocatie |
532 E. Emaus Street, Pennsylvania 17057 Middleton Verenigde Staten van Amerika |
2. SAMENSTELLING EN FORMULERING VAN DE BIOCIDEFAMILIE
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de familie
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,25 |
0,5 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
1,95 |
4,21 |
2.2. Soort(en) formulering
Formulering(en) |
AL — Gebruiksklaar |
DEEL II
TWEEDE INFORMATIENIVEAU — META-SPC('s)
META-SPC 1
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 1
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 1
Identificatiecode |
Meta SPC 2A |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-1 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 1
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 1
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,25 |
0,25 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
1,95 |
2,0 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 1
Formulering(en) |
AL — Gebruiksklaar |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 1
Gevarencategorie |
Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Voorkom lozing in het milieu. Gelekte/gemorste stof opnemen om materiële schade te vermijden. Houder met corrosiebestendige binnenbekleding bewaren. Inhoud naar Inhoud afvoeren in overeenstemming met de lokale regelgeving |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 1
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 1
Gebruik # 1 — Voor desinfecteren en bacterie-, schimmel- en sporendodende toepassingen — Meta-SPC2A
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
||||
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
||||
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Wetenschappelijke naam: bacteriën Triviale naam: bacteriën Ontwikkelingsstadia: bacteriële cellen Wetenschappelijke naam: gistsoorten Triviale naam: gist Ontwikkelingsstadia: gist Wetenschappelijke naam: schimmels Triviale naam: schimmels Ontwikkelingsstadia: schimmels Wetenschappelijke naam: bacteriële sporen Triviale naam: bacteriële sporen Ontwikkelingsstadia: bacteriële sporen |
||||
Toepassingsgebied |
Binnen Voor het desinfecteren van harde, niet-poreuze levenloze oppervlakken, materialen en apparatuur die niet worden gebruikt voor direct contact met voedsel of diervoeders (behalve voor de medische sector en behalve gebruiksvormen die onder Verordening (EU) 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen vallen). Desinfectiemiddel voor gebruik in productieruimtes, inclusief cleanroomgebieden in de farmaceutische, biofarmaceutische industrie en de fabricage van medische en diagnostische apparatuur zonder mechanische ingrepen. Uitsluitend cleanrooms voor gebufferde producten. |
||||
Toepassingsmethode(n) |
Methode: dweil, doek, doekje, onderdompeling of sprayen (vernevelaar 1-3 bar of triggersprayer). Gedetailleerde beschrijving: Triggersprayer alleen voor gebufferde producten. |
||||
Dosering(en) en frequentie |
Toe te passen dosis: gebruiksklaar. Verdunning (%): — Aantal en timing van de toepassing: Naar behoefte aanbrengen. Contacttijd:
Kamertemperatuur Schone omstandigheden |
||||
Categorie/categorieën gebruikers |
Industrieel |
||||
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE)-fles van 100 ml tot 10 liter (in sommige verpakkingsgrootten zijn de sproeiers bijgeleverd, maar niet aan de fles bevestigd) HDPE SimpleMix-fles van 473 ml en 3,79 liter met een kleinere polyethyleen met lage dichtheid (LDPE)-fles erin HDPE-drum van 200 liter |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
— |
Niet meer dan 35 ml/m2 gebruiken |
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
—
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
—
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
—
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
—
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (1) VAN DE META-SPC 1
5.1. Gebruiksvoorschrift
— |
Gebruiken volgens de gebruiksaanwijzing. |
— |
Om een effectief gebruik te garanderen, het product binnen maximaal 24 uur na toevoeging van de bufferoplossing gebruiken (alleen voor HYPO-CHLOR® Neutral 0,25 %). |
— |
Informeer de vergunninghouder als de behandeling niet effectief is. |
— |
De oppervlakken zorgvuldig schoonmaken voor het product wordt aangebracht. |
— |
Alleen aanbrengen op niet-poreuze oppervlakken. |
— |
Voor gebruik in combinatie met een dweil/doek/reinigingsdoekje het product op het te desinfecteren oppervlak aanbrengen (vernevelen/schenken) en vervolgens met een dweil/doek/reinigingsdoekje gelijkmatig verdelen over het oppervlak. |
— |
Ervoor zorgen dat oppervlakken volledig bevochtigd worden. Laat het product inwerken gedurende de vereiste contacttijd. |
— |
Na de benodigde contacttijd oppervlakken afspoelen. Oppervlakken aan de lucht laten drogen of afdrogen. |
— |
Deze autorisatie betreft niet het gebruik voor de desinfectie van instrumenten en materialen dat onder Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad valt. Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1). |
— |
Producten mogen niet worden gebruikt in combinatie met zuren of ammoniak. |
— |
Triggersprayer (gebufferde producten) alleen gebruiken voor kleine oppervlakken. |
5.2. Risicobeperkende maatregelen
— |
Adembescherming dragen: minimaal APF 4 voor toepassing en spoelen met drukpompsproeier (1-3 bar). |
— |
Zorg dat er geen omstanders in het behandelingsgebied aanwezig zijn tijdens het desinfectieproces met behulp van drukpompsproeier (1-3 bar). Als het nodig is dat er omstanders aanwezig zijn, moeten zij dezelfde ademhalings- en persoonlijke beschermingsmiddelen dragen als de gebruiker. |
— |
De ventilatiesnelheid moet minimaal 20 uur zijn voor gebufferde producten (alleen voor HYPO-CHLOR® Neutral 0,25 %). |
— |
Elke onnodig blootstelling voorkomen. |
— |
Niet aanbrengen op of in de buurt van voedsel, diervoeders of dranken, of op oppervlakken of gebruiksvoorwerpen die waarschijnlijk in direct zullen contact komen met voedsel, diervoeders, dranken en dieren. |
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
— |
BIJ CONTACT MET DE HUID: huid afspoelen met water. Bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
BIJ CONTACT MET DE OGEN: bij symptomen spoelen met water. Contactlenzen verwijderen, indien gedragen en zo mogelijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
NA INSLIKKEN: bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
NA INADEMING: bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
Verpakking of het etiket bij de hand houden. |
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
— |
Ongebruikt product niet in de grond, in waterlopen, in leidingen (gootsteen, toilet) of in het riool lozen. |
— |
Ongebruikt product, de verpakking en alle overig afval afvoeren in overeenstemming met de lokale regelgeving. |
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
— |
Niet bewaren boven 30 °C. |
— |
Beschermen tegen vorst. |
— |
Beschermen tegen direct zonlicht. |
— |
Houdbaarheid: 24 maanden |
6. OVERIGE INFORMATIE
—
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 1
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
HYPO-CHLOR NEUTRAL 0,25 % |
Marktgebied: EU |
|||
Toelatingsnummer |
EU-0028423-0001 1-1 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,25 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
1,95 |
7.2. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
HYPO-CHLOR 0,25 % |
Marktgebied: EU |
|||
Toelatingsnummer |
EU-0028423-0002 1-1 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,25 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
2,0 |
META-SPC 2
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 2
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 2
Identificatiecode |
Meta SPC 2B |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-2 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 2
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 2
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,47 |
0,5 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
3,92 |
4,21 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 2
Formulering(en) |
AL — Gebruiksklaar |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 2
Gevarencategorie |
Kan bijtend zijn voor metalen. Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Voorkom lozing in het milieu. Gelekte/gemorste stof opnemen om materiële schade te vermijden. Houder met corrosiebestendige binnenbekleding bewaren. Inhoud naar Inhoud afvoeren in overeenstemming met de lokale regelgeving |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 2
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 2
Gebruik # 1 — Voor desinfecteren en bacterie-, schimmel- en sporendodende toepassingen — Meta SPC 2B
Productsoort |
PT 02 — Desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt |
||||
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
||||
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Wetenschappelijke naam: bacteriële sporen Triviale naam: bacteriële sporen Ontwikkelingsstadia: bacteriële sporen Wetenschappelijke naam: bacteriën Triviale naam: bacteriën Ontwikkelingsstadia: bacteriële cellen Wetenschappelijke naam: gistsoorten Triviale naam: gist Ontwikkelingsstadia: gist Wetenschappelijke naam: schimmels Triviale naam: schimmels Ontwikkelingsstadia: schimmels |
||||
Toepassingsgebied |
Binnen Voor het desinfecteren van harde, niet-poreuze levenloze oppervlakken, materialen en apparatuur die niet worden gebruikt voor direct contact met voedsel of diervoeders (behalve voor medische sector). Desinfectiemiddel voor gebruik in productieruimtes, inclusief cleanroomgebieden in de farmaceutische, biofarmaceutische industrie en de fabricage van medische en diagnostische apparatuur zonder mechanische ingrepen. Uitsluitend cleanrooms voor gebufferde producten. |
||||
Toepassingsmethode(n) |
Methode: dweil, doek, doekje, onderdompeling of sprayen (vernevelaar 1-3 bar of triggersprayer). Gedetailleerde beschrijving: Triggersprayer alleen voor gebufferde producten. Zie voor meer informatie het gebruiksvoorschrift. |
||||
Dosering(en) en frequentie |
Toe te passen dosis: gebruiksklaar. Verdunning (%): niet van toepassing Aantal en timing van de toepassing: Naar behoefte aanbrengen. Contacttijd:
Kamertemperatuur Schone omstandigheden |
||||
Categorie/categorieën gebruikers |
Industrieel |
||||
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE)-fles van 100 ml tot 10 liter (in sommige verpakkingsgrootten zijn de sproeiers bijgeleverd, maar niet aan de fles bevestigd) HDPE SimpleMix-fles van 473 ml en 3,79 liter met een kleinere polyethyleen met lage dichtheid (LDPE)-fles erin HDPE-drum van 200 liter |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
— |
Niet meer dan 35 ml/m2 gebruiken |
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
—
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
—
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
—
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
—
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (2) VAN DE META-SPC 2
5.1. Gebruiksvoorschrift
— |
Gebruiken volgens de gebruiksaanwijzing. |
— |
Om een effectief gebruik te garanderen, het product binnen maximaal 24 uur na toevoeging van de bufferoplossing gebruiken (alleen voor HYPO-CHLOR® Neutral 0,52 %). |
— |
Informeer de vergunninghouder als de behandeling niet effectief is. |
— |
De oppervlakken zorgvuldig schoonmaken voor het product wordt aangebracht. |
— |
Alleen aanbrengen op niet-poreuze oppervlakken. |
— |
Voor gebruik in combinatie met een dweil/doek/reinigingsdoekje het product op het te desinfecteren oppervlak aanbrengen (vernevelen/schenken) en vervolgens met een dweil/doek/reinigingsdoekje gelijkmatig verdelen over het oppervlak. |
— |
Ervoor zorgen dat oppervlakken volledig bevochtigd worden. Laat het product inwerken gedurende de vereiste contacttijd. |
— |
Na de benodigde contacttijd oppervlakken afspoelen. Oppervlakken aan de lucht laten drogen of afdrogen. |
— |
Deze autorisatie betreft niet het gebruik voor de desinfectie van instrumenten en materialen dat onder Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad valt. |
— |
Producten mogen niet worden gebruikt in combinatie met zuren of ammoniak. |
— |
Triggersprayer (gebufferde producten) alleen gebruiken voor kleine oppervlakken. |
5.2. Risicobeperkende maatregelen
— |
Adembescherming dragen: minimaal APF 4 voor toepassing en spoelen met drukpompsproeier (1-3 bar). |
— |
Zorg dat er geen omstanders in het behandelingsgebied aanwezig zijn tijdens het desinfectieproces met behulp van drukpompsproeier (1-3 bar). Als het nodig is dat er omstanders aanwezig zijn, moeten zij dezelfde ademhalings- en persoonlijke beschermingsmiddelen dragen als de gebruiker. |
— |
De ventilatiesnelheid moet minimaal 20 uur zijn voor gebufferde producten (alleen voor HYPO-CHLOR® Neutral 0,52 %). |
— |
Elke onnodig blootstelling voorkomen. |
— |
Niet aanbrengen op of in de buurt van voedsel, diervoeders of dranken, of op oppervlakken of gebruiksvoorwerpen die waarschijnlijk in direct zullen contact komen met voedsel, diervoeders, dranken en dieren. |
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
— |
BIJ CONTACT MET DE HUID: huid afspoelen met water. Bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
BIJ CONTACT MET DE OGEN: bij symptomen spoelen met water. Contactlenzen verwijderen, indien gedragen en zo mogelijk. Een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
NA INSLIKKEN: bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
NA INADEMING: bij symptomen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. |
— |
Verpakking of het etiket bij de hand houden. |
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
— |
Ongebruikt product niet in de grond, in waterlopen, in leidingen (gootsteen, toilet) of in het riool lozen. |
— |
Ongebruikt product, de verpakking en alle overig afval afvoeren in overeenstemming met de lokale regelgeving. |
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
— |
Niet bewaren boven 30 °C. |
— |
Beschermen tegen vorst. |
— |
Beschermen tegen direct zonlicht. |
— |
Houdbaarheid: 24 maanden |
6. OVERIGE INFORMATIE
—
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 2
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
HYPO-CHLOR 0,52 % |
Marktgebied: EU |
|||
Toelatingsnummer |
EU-0028423-0003 1-2 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,5 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
4,21 |
7.2. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
HYPO-CHLOR NEUTRAL 0,52 % |
Marktgebied: EU |
|||
Toelatingsnummer |
EU-0028423-0004 1-2 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Uit natriumhypochloriet vrijgekomen actief chloor |
|
Werkzame stof |
|
|
0,47 |
Sodium hypochlorite |
Sodium hypochlorite |
Niet-werkzame stof |
7681-52-9 |
231-668-3 |
3,92 |
(1) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 1.
(2) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 2.
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/54 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/709 VAN DE COMMISSIE
van 29 maart 2023
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, punt b),
Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld. |
(2) |
Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 maart 2023.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Wolfgang BURTSCHER
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).
BIJLAGE
“BIJLAGE I
GN-code |
Omschrijving |
Representatieve prijs (EUR/100 kg) |
In artikel 3 bedoelde zekerheid (EUR/100 kg) |
Oorsprong (1) |
0207 14 10 |
Delen zonder been, van pluimvee van de soort Gallus domesticus, bevroren |
230,1 |
21 |
BR |
(1) Nomenclatuur vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie van 12 oktober 2020 betreffende de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over internationale handel in goederen en betreffende de geografische uitsplitsing voor andere bedrijfsstatistieken (PB L 334 van 13.10.2020, blz. 2).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/57 |
VERORDENING (EU) 2023/710 VAN DE COMMISSIE
van 30 maart 2023
tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van broompropylaat, chloridazon, fenpropimorf, imazaquin en tralkoxydim in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a), artikel 18, lid 1, punt b), en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor chloridazon, fenpropimorf en tralkoxydim zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor broompropylaat zijn MRL’s vastgesteld in bijlage II en in deel B van bijlage III bij die verordening, naargelang van het product. Voor imazaquin zijn MRL’s vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening. |
(2) |
Broompropylaat is in de Unie nooit goedgekeurd als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen. De MRL’s voor die stof zijn vastgesteld op de bepaalbaarheidsgrens. Zij moeten daarom worden verplaatst naar bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(3) |
De goedkeuringen van de werkzame stoffen chloridazon en imazaquin zijn op 31 december 2018 verstreken, die van fenpropimorf en tralkoxydim op 30 april 2019 (2). |
(4) |
Alle bestaande toelatingen voor de toepassing op eetbare gewassen van gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stoffen chloridazon, fenpropimorf, imazaquin en tralkoxydim bevatten, zijn ingetrokken. Het is derhalve passend om de huidige in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 voor die stoffen vastgestelde MRL’s te schrappen overeenkomstig artikel 17 juncto artikel 14, lid 1, punt a), en artikel 14, lid 2, van die verordening. Sommige MRL’s kunnen worden gehandhaafd, met name die welke gebaseerd zijn op verzoeken om invoertoleranties die veilig zijn voor de consument en die gebaseerd zijn op Codex-grenswaarden (“CXL’s”) die niet zijn vastgesteld op basis van inmiddels verouderde toepassingen in de Unie, en die veilig zijn voor de consument. |
(5) |
Het MRL voor fenpropimorf in bananen komt overeen met een verzoek om invoertoleranties van Venezuela en is veilig voor de consument (3). De MRL’s voor fenpropimorf in gerst, haver, rogge, tarwe, suikerbiet, alle weefsels van zoogdieren en melk komen overeen met CXL’s die veilig zijn voor de consument (4). Die MRL’s moeten op de bestaande niveaus worden gehandhaafd overeenkomstig artikel 3, lid 2, punt g), en artikel 14, lid 2, punten a), c) en e), van Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor alle andere producten moeten de huidige MRL’s voor fenpropimorf in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 overeenkomstig artikel 14, lid 1, punt a), juncto artikel 17 van die verordening op de bepaalbaarheidsgrens worden vastgesteld. |
(6) |
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria hebben analytisch haalbare bepaalbaarheidsgrenzen aanbevolen voor alle stoffen en producten. |
(7) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
(8) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Opdat alle werkzame stoffen die onder deze verordening vallen op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden, mag deze verordening niet van toepassing zijn op producten die in de Unie zijn geproduceerd of in de Unie zijn ingevoerd vóór de gewijzigde MRL’s van toepassing zijn geworden en waarvoor uit informatie blijkt dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd. |
(10) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 21 oktober 2023 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 21 oktober 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(3) Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels (MRLs) for fenpropimorph according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2015; 13(3):4050.
(4) Scientific and technical support for preparing a EU position in the 50th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2018; 16(7):5306.
BIJLAGE
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In bijlage V worden de volgende kolommen voor broompropylaat, chloridazon, imazaquin en tralkoxydim toegevoegd: „BIJLAGE V Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor MRL’s gelden, zie bijlage I.
(*) Bepaalbaarheidsgrens
(2) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/84 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/711 VAN DE COMMISSIE
van 30 maart 2023
tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 van de Commissie van 12 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2), en met name artikel 2,
Overwegende hetgeen volgt:
A. GELDENDE MAATREGELEN
(1) |
Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (“de oorspronkelijke verordening”) een definitief antidumpingrecht ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“het betrokken product”) dat in de Unie wordt ingevoerd (3). |
(2) |
Op 12 juli 2019 heeft de Commissie, na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 (“de basisverordening”) de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 met nog eens vijf jaar verlengd. |
(3) |
Op 28 november 2019 heeft de Commissie, na een onderzoek naar ontwijking op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 (4). |
(4) |
In het kader van het oorspronkelijke onderzoek werd overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2016/1036 een steekproef van de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China (“de VRC”) samengesteld. |
(5) |
De Commissie had voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs uit de VRC individuele antidumpingrechten variërend van 13,1 % tot 18,3 % op tafel- en keukengerei van keramiek ingesteld. Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen, werd een recht van 17,9 % ingesteld. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131, bevat een lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs. Voorts werd een voor het gehele land geldend recht van 36,1 % ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek afkomstig van ondernemingen in de VRC die zich niet kenbaar hadden gemaakt of die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt. |
(6) |
Volgens artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 kan de Commissie bijlage I bij die verordening wijzigen door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen of waaraan geen individuele behandeling is toegekend, namelijk het gewogen gemiddelde recht van 17,9 %, wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:
|
B. VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR
(7) |
Op 12 augustus 2020 heeft Linyi Hongshun Porcelain Co., Ltd (“Linyi Hongshun” of “de indiener van het verzoek”) bij de Commissie een verzoek ingediend om behandeling als nieuwe producent-exporteur (“BNPE”) en bijgevolg om toepassing van het recht dat geldt voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in de VRC, namelijk 17,9 %, met als argument dat aan de drie voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 was voldaan. |
(8) |
Om te bepalen of de indiener van het verzoek voldeed aan de voorwaarden voor een BNPE zoals vastgelegd in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 (“de BNPE-voorwaarden”), heeft de Commissie de indiener van het verzoek eerst een vragenlijst toegezonden met het verzoek om aan te tonen dat hij aan die voorwaarden voldeed. |
(9) |
Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt. |
(10) |
De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed. Daartoe heeft zij het door de indiener van het verzoek in zijn antwoorden op de vragenlijst verstrekte bewijsmateriaal geanalyseerd, verschillende websites, waaronder die van de indiener van het verzoek en Qichacha (5), geraadpleegd en informatie over de onderneming getoetst aan de in eerdere zaken verstrekte informatie. Tegelijkertijd heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie geïnformeerd over het verzoek van de indiener van het verzoek en deze verzocht indien nodig opmerkingen in te dienen. De bedrijfstak van de Unie heeft opmerkingen over het verzoek ingediend. |
(11) |
Op 28 september 2022 werd de indiener van het verzoek in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie aanvankelijk had voorgesteld zijn verzoek om BNPE af te wijzen, en de indiener van het verzoek werd in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken. |
(12) |
Op 17 oktober 2022 heeft de indiener van het verzoek nadere informatie verstrekt over de voorwaarde van artikel 2, punt b). Dit leidde tot een nadere analyse van de vraag of de indiener van het verzoek al dan niet aan deze voorwaarde voldeed, zoals uiteengezet in de overwegingen 14 tot en met 17. |
C. ANALYSE VAN HET VERZOEK
(13) |
De Commissie heeft tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek aan de in artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde heeft voldaan en het betrokken product gedurende het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek dus niet naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek is in 2004 opgericht. In het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek heeft de indiener van het verzoek het betrokken product geproduceerd en verkocht op de binnenlandse markt en in niet-EU-landen. De indiener van het verzoek verstrekte een verkoopregister voor het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, waaruit bleek dat in dit tijdvak alleen verkopen op de binnenlandse markt en in niet-EU-landen plaatsvonden. |
(14) |
Met betrekking tot de in artikel 2, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent op wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek verbonden was met de Chinese exporteur Linyi Goldfuture. Ook werd vastgesteld dat Linyi Goldfuture het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek naar de EU uitvoerde. |
(15) |
Uit opmerkingen die na de mededeling van feiten en overwegingen werden ontvangen, bleek bij het onderzoek echter ook dat de onderneming Linyi Goldfuture een handelaar was en niet verbonden was met een andere producent of producent-exporteur dan de indiener van het verzoek. Het door Linyi Goldfuture naar de EU uitgevoerde betrokken product werd vervaardigd door een onafhankelijke Chinese producent. Bovendien werd Linyi Goldfuture opgericht in augustus 2012, dus na het oorspronkelijke onderzoektijdvak. Op basis hiervan heeft de Commissie vastgesteld dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent op wie het recht van toepassing is en die aan het oorspronkelijke onderzoek had kunnen meewerken. De indiener van het verzoek voldeed dan ook aan deze voorwaarde. |
(16) |
Met betrekking tot de in artikel 2, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek producten naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek heeft e-mailverkeer met een klant in de EU, pro-formafacturen en handelsfacturen, paklijsten, cognossementen, douaneaangifteformulieren en betalingsbewijzen ingediend voor verschillende bestellingen die tussen 2017 en 2020 door in de EU gevestigde ondernemingen zijn geplaatst. De indiener van het verzoek voldoet dan ook aan deze voorwaarde. |
(17) |
Bijgevolg voldeed de indiener van het verzoek aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 voor een BNPE, zodat het verzoek moet worden ingewilligd. Voor de indiener van het verzoek moet dan ook het antidumpingrecht van 17,9 % voor niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen gelden. |
D. MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(18) |
De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen aan de indiener van het verzoek toe te kennen. |
(19) |
De partijen zijn op 28 september 2022 in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. De indiener van het verzoek diende opmerkingen in zoals vermeld in overweging 12 en voerde aan dat de onderneming Linyi Goldfuture een exporteur en geen producent is, die pas na het oorspronkelijke onderzoektijdvak is opgericht, en dat de relatie van Linyi Goldfuture met de indiener van het verzoek daarom geen invloed had op de bevindingen in het kader van de tweede bnp-voorwaarde. Gezien de wijziging van de bevindingen heeft de Commissie de partijen de mogelijkheid geboden om opmerkingen over een herzien algemeen informatiedocument in te dienen. Er werden geen opmerkingen ontvangen. |
(20) |
Deze verordening is in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage 1 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 wordt de volgende onderneming toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen:
Onderneming |
Aanvullende Taric-code |
“Linyi Hongshun Porcelain Co., Ltd. |
899C” |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) PB L 189 van 15.7.2019, blz. 8.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 van de Commissie van 28 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 139).
(5) Qichacha is een particuliere databank met winstoogmerk in Chinese handen, die aan consumenten/beroepsbeoefenaars bedrijfsgegevens, kredietinformatie en analyses over in China gevestigde particuliere en openbare ondernemingen verstrekt.
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/88 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/712 VAN DE COMMISSIE
van 30 maart 2023
tot opening van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China voor één Chinese producent-exporteur, tot intrekking van het recht ten aanzien van de invoer van die producent-exporteur en tot registratie van deze invoer
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 11, lid 4, en artikel 14, lid 5,
Na kennisgeving aan de lidstaten,
Overwegende hetgeen volgt:
1. VERZOEK
(1) |
Op 30 september 2022 heeft de Commissie een verzoek ontvangen om op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur te openen. Het verzoek is op 28 februari 2023 geactualiseerd. |
(2) |
Het verzoek werd ingediend door Hebei Xingfei Chemical Co., Ltd (“de indiener van het verzoek”), een producent-exporteur van trichloorisocyanuurzuur in de Volksrepubliek China (“de VRC”). |
2. ONDERZOCHT PRODUCT
(3) |
Het betrokken product is trichloorisocyanuurzuur en bereidingen daarvan, ook bekend onder de algemene internationale benaming (INN) “symcloseen”, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2933 69 80 en ex 3808 94 20 (Taric-codes 2933698070, 3808942020). |
(4) |
Het chemisch product trichloorisocyanuurzuur is een organisch breedspectrumontsmettings- en bleekmiddel op basis van chloor. Het wordt verkocht in de vorm van poeder, korrels, tabletten of chips. |
3. BESTAANDE MAATREGELEN
(5) |
Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1631/2005 van de Raad (2) en werd uitgebreid bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 van de Commissie (3). Het niveau van de rechten voor Chinese producenten-exporteurs varieert van 3,2 % tot 42,6 %. |
(6) |
Op 5 december 2022 heeft de Commissie naar aanleiding van een verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek geopend in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de VRC (4). |
4. MOTIVERING VAN DE NIEUWE ONDERZOEKEN
(7) |
De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat hij het onderzochte product tijdens het onderzoektijdvak waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd (van 1 april 2003 tot en met 31 maart 2004), niet naar de Unie heeft uitgevoerd. |
(8) |
Hij heeft verder voldoende bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat hij niet verbonden is met een producent-exporteur van het onderzochte product die aan de geldende antidumpingrechten onderworpen is. |
(9) |
Ten slotte heeft de indiener van het verzoek voldoende bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat hij na het einde van het onderzoektijdvak waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, is begonnen met het uitvoeren van het onderzochte product naar de Unie. |
5. PROCEDURE
5.1. Opening van het onderzoek
(10) |
Na onderzoek van het beschikbare bewijsmateriaal is de Commissie tot de conclusie gekomen dat dit voldoende was om een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur te openen op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening teneinde voor de indiener van het verzoek een individuele dumpingmarge te kunnen vaststellen. Indien dumping wordt geconstateerd, zal de Commissie de hoogte bepalen van het recht dat moet worden toegepast op de invoer van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek is geproduceerd. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 11, leden 3 en 4, van de basisverordening moet de normale waarde voor de indiener van het verzoek worden vastgesteld volgens de in artikel 2, leden 1 tot en met 6 bis, van de basisverordening vastgelegde methode, aangezien het meest recente nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen na 20 december 2017 werd geopend. |
(12) |
De bekende betrokken producenten in de Unie zijn op 28 februari 2023 van het verzoek om een nieuw onderzoek in kennis gesteld en zijn tot en met 8 maart 2023 in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken. |
(13) |
De Commissie wijst de partijen er ook op dat na de uitbraak van COVID-19 een mededeling (5) is bekendgemaakt over de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken, die mogelijk van toepassing is op deze procedure. |
5.2. Intrekking van de bestaande maatregelen en registratie van de invoer
(14) |
Op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening moet het geldende antidumpingrecht worden ingetrokken ten aanzien van de invoer van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek is vervaardigd. Tegelijkertijd moet de invoer van dit product, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, worden geregistreerd om te garanderen dat de antidumpingrechten vanaf de datum van registratie van deze invoer kunnen worden geheven indien uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek het betrokken product met dumping invoert. Voorts merkt de Commissie op dat het in dit stadium niet mogelijk is een betrouwbare raming te maken van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, onverminderd artikel 9, lid 4, van de basisverordening. Indien het verzoek wordt ingetrokken en het nieuwe onderzoek wordt beëindigd, blijft het bedrag van de verschuldigde rechten voor de geregistreerde invoer gebaseerd op het antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 is vastgesteld voor “alle andere ondernemingen”, namelijk 42,6 %. |
5.3. Tijdvak van het nieuwe onderzoek
(15) |
Het onderzoek zal de periode van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022 bestrijken (“tijdvak van het nieuwe onderzoek”). De Commissie behoudt zich evenwel het recht voor ook te onderzoeken of er mogelijk in een daaropvolgende periode transacties hebben plaatsgevonden, en zij kan het tijdvak van het nieuwe onderzoek waar nodig wijzigen in het licht van de bevindingen van het onderzoek. |
5.4. Onderzoek naar de indiener van het verzoek
(16) |
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, heeft de Commissie een vragenlijst voor de indiener van het verzoek beschikbaar gesteld in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van het directoraat-generaal Handel (https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2662). De indiener van het verzoek moet de ingevulde vragenlijst binnen de in artikel 4, lid 2, van deze verordening vermelde termijn indienen. |
5.5. Andere schriftelijke opmerkingen
(17) |
Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van deze verordening hun standpunten kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal binnen de in artikel 4, lid 2, van deze verordening vermelde termijn in het bezit van de Commissie zijn. |
5.6. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
(18) |
Alle belanghebbenden kunnen binnen de in artikel 4, lid 3, van deze verordening vermelde termijnen verzoeken om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt. |
5.7. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
(19) |
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten partijen de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens aan belanghebbenden in dit onderzoek te verstrekken in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen. |
(20) |
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding “Sensitive” (6). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden. |
(21) |
Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. |
(22) |
Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is. |
(23) |
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI) in te dienen. |
(24) |
Om toegang tot het platform TRON.tdi te krijgen, moeten belanghebbenden over een EU Login-account beschikken. Volledige instructies over het registreren voor en het gebruik van het platform TRON.tdi zijn beschikbaar op het adres https://webgate.ec.europa.eu/tron/resources/documents/gettingStarted.pdf |
(25) |
Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://europa.eu/!7tHpY3). |
(26) |
Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend via het platform TRON.tdi of per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op via het platform TRON.tdi of per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.
|
6. NIET-MEDEWERKING
(27) |
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin. |
(28) |
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, zullen deze overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt. |
(29) |
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend. |
7. RAADADVISEUR-AUDITEUR
(30) |
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend. |
(31) |
De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie. |
(32) |
Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moet een verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt door de belanghebbenden worden ingediend. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek. |
(33) |
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (https://policy.trade.ec.europa.eu/contacts/hearing-officer_nl). |
8. TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK
(34) |
Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden afgesloten. |
9. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
(35) |
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (7). |
(36) |
Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (https://europa.eu/!vr4g9W), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uit hoofde van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 geopend om vast te stellen of een individueel antidumpingrecht moet worden ingesteld op trichloorisocyanuurzuur en bereidingen daarvan, ook bekend onder de algemene internationale benaming (INN) “symcloseen”, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2933 69 80 en ex 3808 94 20 (Taric-codes 2933698070 en 3808942020) van oorsprong uit de VRC, vervaardigd voor uitvoer naar de Unie door Hebei Xingfei Chemical Co., Ltd (aanvullende Taric-code C629).
Artikel 2
Het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product.
Artikel 3
De nationale douaneautoriteiten nemen overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 passende maatregelen om de invoer van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product te registreren.
De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.
Artikel 4
1. Belanghebbenden moeten binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening contact opnemen met de Commissie.
2. Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen.
3. Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen om door de Commissie te worden gehoord. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) Verordening (EG) nr. 1631/2005 van de Raad van 3 oktober 2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op trichloorisocyanuurzuur uit de Volksrepubliek China en de Verenigde Staten van Amerika (PB L 261 van 7.10.2005, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2230 van de Commissie van 4 december 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 319 van 5.12.2017, blz. 10).
(4) Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 462 van 5.12.2022, blz. 10).
(5) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020XC0316%2802%29
(6) Een “Sensitive”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst). Het document is ook beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(7) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BESLUITEN
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/94 |
BESLUIT (EU) 2023/713 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
tot benoeming van één lid en twee plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door het Koninkrijk der Nederlanden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio’s (1),
Gezien de voordrachten van de Nederlandse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 300, lid 3, van het Verdrag bestaat het Comité van de Regio’s uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering. |
(2) |
Op 10 december 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/2157 (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 vastgesteld. |
(3) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het aftreden van de heer Ronald Eduard DE HEER. |
(4) |
In het Comité van de Regio’s zijn twee zetels van plaatsvervanger vrijgekomen vanwege het aftreden van mevrouw Marcelle HENDRICKX en de heer Ben VAN ASSCHE. |
(5) |
De Nederlandse regering heeft mevrouw Elisabeth VAN SELM, vertegenwoordiger van een lokale gemeenschap die politiek verantwoording is verschuldigd aan een gekozen vergadering (burgemeester van de gemeente Purmerend), voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als lid van het Comité van de Regio’s. |
(6) |
De Nederlandse regering heeft de volgende vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen die politiek verantwoording zijn verschuldigd aan een gekozen vergadering, voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s: de heer Bouke Roelof ARENDS (burgemeester van de gemeente Westland) en de heer Jeroen Bastiaan DIEPEMAAT (wethouder van de gemeente Enschede), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De volgende vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen die politiek verantwoording zijn verschuldigd aan een gekozen vergadering, worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, in het Comité van de Regio’s benoemd:
a) |
tot lid:
alsmede |
b) |
tot plaatsvervanger:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.
(2) Besluit (EU) 2019/2157 van de Raad van 10 december 2019 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 78).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/96 |
BESLUIT (EU) 2023/714 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
tot wijziging van Besluit 1999/70/EG betreffende de externe accountants van de nationale centrale banken, wat betreft de externe accountants van de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Protocol nr. 4 betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 27.1,
Gezien de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 15 februari 2023 aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountants van de Central Bank of Ireland (ECB/2023/1) (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die door de Raad van bestuur van de ECB worden aanbevolen en door de Raad van de Europese Unie worden aanvaard. |
(2) |
In 2016 heeft de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland Mazars geselecteerd als haar externe accountant voor de boekjaren 2016 tot en met 2020. Op 15 november 2021 heeft de Raad Besluit (EU) 2021/2018 (2) vastgesteld, waarbij het mandaat van Mazars als externe accountant van de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland voor de boekjaren 2021 en 2022 verlengd werd. |
(3) |
Het mandaat van Mazars als huidige externe accountant van de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland eindigt na de audit van het boekjaar 2022. Het is daarom noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2023 een externe accountant te benoemen. |
(4) |
De Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland heeft Grant Thornton Ireland geselecteerd als haar externe accountant voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, met de mogelijkheid om het mandaat te verlengen voor de boekjaren 2028 en 2029. |
(5) |
De Raad van bestuur van de ECB beveelt aan om Grant Thornton Ireland te benoemen tot externe accountant van de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland voor de boekjaren 2023 tot en met 2027, met de mogelijkheid om het mandaat te verlengen voor de boekjaren 2028 en 2029. |
(6) |
Ingevolge de aanbeveling van de Raad van bestuur van de ECB moet Besluit 1999/70/EG van de Raad (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1 van Besluit 1999/70/EG wordt lid 5 vervangen door:
“5. Grant Thornton Ireland wordt aanvaard als externe accountant van de Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland voor de boekjaren 2023 tot en met 2027.”.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Europese Centrale Bank.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB C 66 van 23.2.2023, blz. 1.
(2) Besluit (EU) 2021/2018 van de Raad van 15 november 2021 tot wijziging van Besluit 1999/70/EG betreffende de externe accountants van de nationale centrale banken, met betrekking tot de externe accountants van de Banc Ceannais na hÉireann/de Central Bank of Ireland (PB L 413 van 19.11.2021, blz. 1).
(3) Besluit 1999/70/EG van de Raad van 25 januari 1999 betreffende de externe accountants van de nationale centrale banken (PB L 22 van 29.1.1999, blz. 69).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/98 |
BESLUIT (EU) 2023/715 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
tot benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, voorgedragen door het Koninkrijk Denemarken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 302,
Gezien Besluit (EU) 2019/853 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien de voordracht van de Deense regering,
Na raadpleging van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 300, lid 2, van het Verdrag bestaat het Europees Economisch en Sociaal Comité uit vertegenwoordigers van de organisaties van werkgevers, werknemers en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties. |
(2) |
Op 2 oktober 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/1392 (2) tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2020 tot en met 20 september 2025 vastgesteld. |
(3) |
In het Europees Economisch en Sociaal Comité is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het aftreden van de heer Mordechaj Martin SALAMON. |
(4) |
De Deense regering heeft mevrouw Mette KINDBERG, Landsformand for Faglige Seniorer (nationaal voorzitter, vereniging van Deense ouderen), voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2025, voorgedragen als lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Mevrouw Mette KINDBERG, Landsformand for Faglige Seniorer (nationaal voorzitter, vereniging van Deense ouderen), wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2025, benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 15.
(2) Besluit (EU) 2020/1392 van de Raad van 2 oktober 2020 tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2020 tot en met 20 september 2025, en tot intrekking en vervanging van Besluit tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2020 tot en met 20 september 2025, vastgesteld op 18 september 2020 (PB L 322 van 5.10.2020, blz. 1).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/100 |
BESLUIT (EU) 2023/716 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
tot benoeming van een lid en een plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door de Portugese Republiek
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio’s (1),
Gezien de voordracht van de Portugese regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 300, lid 3, van het Verdrag bestaat het Comité van de Regio’s uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering. |
(2) |
Op 20 januari 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/102 (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 vastgesteld. |
(3) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van het nationale mandaat op grond waarvan de heer Luís Miguel DA SILVA MENDONÇA ALVES was voorgedragen. |
(4) |
In het Comité van de Regio’s komt een zetel van plaatsvervanger vrij door de benoeming van Pedro Miguel CÉSAR RIBEIRO tot lid. |
(5) |
De Portugese regering heeft de heer Pedro Miguel CÉSAR RIBEIRO, vertegenwoordiger van een lokale gemeenschap die in een lokaal lichaam is gekozen, Presidente da Câmara Municipal de Almeirim (burgemeester van Almeirim), voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als lid van het Comité van de Regio’s. |
(6) |
De Portugese regering heeft mevrouw Cristina DE FÁTIMA SILVA CALISTO, vertegenwoordiger van een lokale gemeenschap die in een lokaal lichaam is gekozen, Presidente da Câmara Municipal de Lagoa (burgemeester van Lagoa), voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De volgende vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen die in een lichaam zijn gekozen, worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, in het Comité van de Regio’s benoemd:
a) |
tot lid:
en |
b) |
tot plaatsvervanger:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.
(2) Besluit (EU) 2020/102 van de Raad van 20 januari 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 20 van 24.1.2020, blz. 2).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/102 |
BESLUIT (EU) 2023/717 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door Malta
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio’s (1),
Gezien de voordracht van de Maltese regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens artikel 300, lid 3, van het Verdrag bestaat het Comité van de Regio’s uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering. |
(2) |
Op 26 maart 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/511 (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 vastgesteld. |
(3) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van het nationale mandaat op grond waarvan de heer Anthony MIFSUD was voorgedragen. |
(4) |
De Maltese regering heeft de heer Anthony CHIRCOP, vertegenwoordiger van een regionale gemeenschap die in een regionaal lichaam is gekozen, president, Reġjun Lvant (voorzitter, Oostelijke Regionale Raad), voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, voorgedragen als lid van het Comité van de Regio’s, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De heer Anthony CHIRCOP, vertegenwoordiger van een regionale gemeenschap die in een lichaam is gekozen president, Reġjun Lvant (voorzitter, Oostelijke Regionale Raad), wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2025, tot lid van het Comité van de Regio’s benoemd.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.
(2) Besluit (EU) 2020/511 van de Raad van 26 maart 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 113 van 8.4.2020, blz. 18).
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/103 |
BESLUIT (EU) 2023/718 VAN DE RAAD
van 28 maart 2023
betreffende het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van een besluit tot instelling van een subcomité voor maritieme samenwerking en de vaststelling van het mandaat daarvan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, en de artikelen 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds (1) (“de overeenkomst”), is bij Besluit (EU) 2017/2414 van de Raad (2) door de Unie gesloten en op 1 maart 2018 in werking getreden. |
(2) |
Op grond van artikel 48 van de overeenkomst is het Gemengd Comité ingesteld en onder andere belast met de uitvoering van de overeenkomst. Volgens artikel 48, lid 3, van de overeenkomst dient het Gemengd Comité speciale subcomités in te stellen om zich te laten bijstaan bij de uitvoering van zijn taken. Het Gemengd Comité bepaalt de samenstelling en taken van dergelijke subcomités en de wijze van functioneren. Zowel de Unie als de Filipijnen heeft belangstelling getoond voor de instelling van een subcomité voor maritieme samenwerking teneinde een specifieke dialoog over alle aspecten van de maritieme samenwerking tussen de Unie en de Filipijnen te faciliteren. |
(3) |
Het Gemengd Comité stelt via een schriftelijke procedure, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van zijn reglement van orde, een besluit vast tot instelling van het subcomité voor maritieme samenwerking en de vaststelling van het mandaat ervan. |
(4) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen, met betrekking tot de goedkeuring van een besluit tot instelling van een subcomité voor maritieme samenwerking en tot vaststelling van het mandaat daarvan, aangezien dat besluit voor de Unie bindend zal zijn, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de schriftelijke procedure van het Gemengd Comité dat is ingesteld op grond van artikel 48 van de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds, wat betreft de vaststelling van een besluit tot instelling van een subcomité voor maritieme samenwerking tussen de EU en de Filipijnen en de vaststelling van het mandaat daarvan, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité in de bijlage bij dit besluit.
2. Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. BUSCH
(1) PB L 343 van 22.12.2017, blz. 3.
(2) Besluit (EU) 2017/2414 van de Raad van 25 september 2017 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds (PB L 343 van 22.12.2017, blz. 1).
ONTWERP
BESLUIT NR. …/2023 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-FILIPIJNEN
van …
tot instelling van het subcomité voor maritieme samenwerking en tot vaststelling van het mandaat daarvan
HET GEMENGD COMITÉ EU-FILIPIJNEN,
Gezien de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds (“de overeenkomst”), en met name artikel 48, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij artikel 48, lid 3, van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Comité speciale subcomités dient in te stellen om zich te laten bijstaan bij de uitvoering van zijn taken. Het Gemengd Comité kan de samenstelling en taken van dergelijke subcomités en hun werkwijze vaststellen. |
(2) |
Het Gemengd Comité heeft een lijst van subcomités opgesteld en hun mandaat vastgesteld bij Besluit nr. 2/2020 van 28 januari 2020. |
(3) |
Na verder overleg tussen de partijen kunnen zowel lijst als de reikwijdte van elk subcomité worden gewijzigd. |
(4) |
De instelling van een nieuw speciaal subcomité voor maritieme samenwerking zou een specifieke dialoog over alle aspecten van de maritieme samenwerking tussen de EU en de Filipijnen faciliteren en de doeltreffende uitvoering van maritieme samenwerkingsprogramma’s tussen de Filipijnen en de EU bevorderen. |
(5) |
Het mandaat in bijlage B bij Besluit nr. 2/2020 van het Gemengd Comité van 28 januari 2020 moet ook van toepassing zijn op het subcomité voor maritieme samenwerking vanaf de instelling ervan. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van zijn reglement van orde kan het Gemengd Comité besluiten nemen door middel van een schriftelijke procedure, op voorwaarde dat beide partijen daarmee instemmen. |
(7) |
Opdat het subcomité voor maritieme samenwerking tijdig operationeel wordt, moet dit besluit bij schriftelijke procedure worden vastgesteld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Instelling van het Subcomité voor maritieme samenwerking en vaststelling van het mandaat daarvan
1. Het subcomité voor maritieme samenwerking wordt ingesteld als een gespecialiseerd subcomité van het Gemengd Comité.
2. Het mandaat in bijlage B bij Besluit nr. 2/2020 van het Gemengd Comité van 28 januari 2020 is tevens van toepassing op het subcomité voor maritieme samenwerking.
Artikel 2
Wijziging van de lijst van subcomités
De lijst van subcomités in bijlage A bij Besluit nr. 2/2020 van het Gemengd Comité van 28 januari 2020 wordt vervangen door de lijst in de bijlage bij dit besluit.
Gedaan te …,
Voor het Gemengd Comité EU-Filipijnen,
De voorzitter
BIJLAGE
Gemengd Comité EU-Filipijnen
Speciale subcomités
Subcomité voor ontwikkelingssamenwerking
Subcomité voor handel, investeringen en economische samenwerking
Subcomité voor goed bestuur, de rechtsstaat en mensenrechten
Subcomité voor maritieme samenwerking
31.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 93/108 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/719 VAN DE COMMISSIE
van 24 maart 2023
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 2189)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 259, lid 1, punt c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) is een besmettelijke virale ziekte bij vogels die ernstige gevolgen kan hebben voor de rentabiliteit van pluimveehouderijen en die de handel binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen verstoort. HPAI-virussen kunnen trekvogels besmetten, die deze virussen vervolgens tijdens hun trek in de herfst en in de lente over lange afstanden kunnen verspreiden. De aanwezigheid van HPAI-virussen bij wilde vogels vormt derhalve een voortdurende bedreiging wat betreft de directe en indirecte insleep van deze virussen in inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Bij een uitbraak van HPAI bestaat het risico dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. |
(2) |
Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. HPAI valt onder de definitie van een in de lijst in die verordening opgenomen ziekte en is onderworpen aan de daarin vastgestelde regels inzake ziektepreventie en -bestrijding. Daarnaast vormt Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (2) een aanvulling op Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten, waaronder ziektebestrijdingsmaatregelen voor HPAI. |
(3) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie (3) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat noodmaatregelen op het niveau van de Unie in verband met uitbraken van HPAI. |
(4) |
Meer in het bijzonder is in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 bepaald dat de naar aanleiding van uitbraken van HPAI door de lidstaten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones zijn opgenomen. |
(5) |
Naar aanleiding van uitbraken van HPAI bij pluimvee of in gevangenschap levende vogels in Tsjechië, Estland, Frankrijk, Italië en Hongarije die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moesten worden weerspiegeld, is die bijlage onlangs bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/665 van de Commissie (4) gewijzigd. |
(6) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/665 is vastgesteld, hebben Duitsland, Frankrijk en Italië de Commissie in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van HPAI in inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels werden gehouden, gelegen in de deelstaten Beieren, Mecklenburg-Voor-Pommeren, Rijnland-Palts en Sleeswijk-Holstein in Duitsland, in de administratieve regio Centre-Val de Loire in Frankrijk en in de regio Emilia-Romagna in Italië. |
(7) |
Daarnaast hebben Denemarken, Litouwen en Zweden de Commissie in kennis gesteld van uitbraken van HPAI in inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels werden gehouden, gelegen in de gemeente Gribskov in Denemarken, in het district Matuizai in Litouwen en in de gemeente Kävlinge in Zweden. |
(8) |
De bevoegde autoriteiten van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Zweden hebben de nodige ziektebestrijdingsmaatregelen genomen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, waaronder de instelling van beschermings- en bewakingszones rond die uitbraken. |
(9) |
De Commissie heeft de door Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Zweden genomen ziektebestrijdingsmaatregelen in samenwerking met die lidstaten bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteiten van die lidstaten ingestelde beschermings- en bewakingszones in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Zweden op voldoende afstand liggen van de inrichtingen waar de uitbraken van HPAI zijn bevestigd. |
(10) |
In de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 zijn voor Denemarken, Litouwen en Zweden momenteel geen gebieden opgenomen als beschermings- en bewakingszones. |
(11) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de door Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Zweden overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings- en bewakingszones in samenwerking met die lidstaten snel worden vastgesteld op het niveau van de Unie. |
(12) |
Daarom moeten de gebieden die voor Duitsland, Frankrijk en Italië in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 als bewakingszones zijn opgenomen, worden gewijzigd. |
(13) |
Bovendien moeten voor Denemarken, Litouwen en Zweden beschermings- en bewakingszones worden opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641. |
(14) |
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken om rekening te houden met de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Litouwen en Zweden ingestelde beschermings- en bewakingszones en de duur van de daarin geldende maatregelen aan te geven. |
(15) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(16) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van HPAI betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(17) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 maart 2023.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 134 van 20.4.2021, blz. 166).
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/665 van de Commissie van 14 maart 2023 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 83 van 22.3.2023, blz. 70).
BIJLAGE
“BIJLAGE
DEEL A
In de artikelen 1 en 2 bedoelde beschermingszones in de betrokken lidstaten*:
Lidstaat: Tsjechië
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Pardubice Region |
||
CZ-HPAI(P)-2023-00019 |
Kunčina (677141); Radišov (754471); Staré Město u Moravské Třebové (754480). |
24.3.2023 |
Lidstaat: Denemarken
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
DK-HPAI(P)-2023-00002 |
The parts of Gribskov municipality that are contained within a circle of radius 3 km, centered on gps coordinates N 56.0319; E 12.1340 |
9.4.2023 |
Lidstaat: Duitsland
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
BAYERN |
||
DE-HPAI(P)-2023-00019 |
Landkreis Ansbach 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 10.370223/49.339214. Betroffen sind Teile der Gemeinden Buch a. Wald, Colberg, Geslau und Leutershausen |
4.4.2023 |
DE-HPAI(P)-2023-00017 |
Landkreis Kehlheim Gebietsteile in den Gemeindebereichen Elsendorf, Siegenburg, Train, sowie Teile des gemeindefreien Gebietes Dürnbucher Forst |
22.3.2023 |
MECKLENBURG-VORPOMMERN |
||
DE-HPAI(P)-2023-00018 |
Landkreis Ludwigslust-Parchim 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 11,696565/53,457479 Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Domsühl und Lewitzrand |
2.4.2023 |
RHEINLAND-PFALZ |
||
DE-HPAI(P)-2023-00021 |
Kreis Cochem-Zell 3 km-Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps Koordinaten: 7.156477/50.228485 Betroffen sind die Ortsgemeinden Düngenheim, Eulgem, Gamlen, Hambuch, Illerich, Kaisersesch, Landkern, Masburg, Urmersbach und Zettingen |
11.4.2023 |
SCHLESWIG-HOLSTEIN |
||
DE-HPAI(P)-2023-00020 |
Dithmarschen 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 9.118042/54.088966 Gemeinde Nindorf sowie Teile der Gemeinden Bargenstedt, Elpersbüttel, Krumstedt, Meldorf, Sarzbüttel, Windbergen und Wolmersdorf |
7.4.2023 |
Lidstaat: Estland
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
EE-HPAI(P)-2023-00001 |
The parts of Harju and Rapla county, that are contained within a circle of radius 3 kilometer, centered on gps coordinates N 59.190840; E 24.792034 |
29.3.2023 |
Lidstaat: Frankrijk
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Département: Calvados (14) |
||
FR-HPAI(NON-P)-2023-00246 |
CESNY-AUX-VIGNES MEZIDON VALLEE D'AUGE OUEZY |
27.3.2023 |
Département: Côtes-d'Armor (22) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00035 FR-HPAI(P)-2023-00037 FR-HPAI(P)-2023-00038 FR-HPAI(P)-2023-00039 FR-HPAI(P)-2023-00040 FR-HPAI(P)-2023-00045 FR-HPAI(P)-2023-00046 FR-HPAI(P)-2023-00047 FR-HPAI(P)-2023-00048 FR-HPAI(P)-2023-00049 FR-HPAI(P)-2023-00050 FR-HPAI(P)-2023-00051 FR-HPAI(P)-2023-00053 FR-HPAI(P)-2023-00054 FR-HPAI(P)-2023-00055 FR-HPAI(P)-2023-00056 FR-HPAI(P)-2023-00057 FR-HPAI(P)-2023-00058 FR-HPAI(P)-2023-00061 |
SAINT CONNAN KERPERT PLÉSIDY SAINT-GILLES-PLIGEAUX SEVEN-LÉHART BOQUEHO LANDRODEC LA HARMOYE LANFAINS LE FOEIL LE VIEUX BOURG SAINT ADRIEN SAINT BIHY SAINT FIACRE SAINT GILDAS SAINT GILLES PLIGEAUX SAINT PEVER CANIHUEL |
20.3.2023 |
Département: Eure (27) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00063 |
BEUZEVILLE BOULLEVILLE FORT-MOVILLE MANNEVILLE-LA-RAOULT SAINT-MACLOU LE TORPT |
28.3.2023 |
Département: Eure-et-Loir (28) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00064 |
FONTAINE-LA-GUYON SAINT-ARNOULT-DES-BOIS SAINT-AUBIN-DES-BOIS SAINT-LUPERCE |
3.4.2023 |
Département: Loire-Atlantique (44) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01466 FR-HPAI(P)-2022-01591 FR-HPAI(P)-2022-01592 FR-HPAI(P)-2022-01609 FR-HPAI(P)-2022-01616 FR-HPAI(P)-2023-00001 FR-HPAI(P)-2023-00015 FR-HPAI(P)-2023-00009 FR-HPAI(P)-2023-00028 FR-HPAI(P)-2022-01498 FR-HPAI(P)-2022-01554 FR-HPAI(P)-2022-01504 FR-HPAI(P)-2023-00010 FR-HPAI(P)-2023-00021 |
VIEILLEVIGNE CORCOUE SUR LORGNE LEGE PAULX TOUVOIS |
22.3.2023 |
Département: Vendée (85) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01523 |
GROSBREUIL CHÂTEAU D'OLONNE SAINTE FOY LE GIROUARD GROSBREUIL TALMONT SAINT HILAIRE LES ACHARDS SAINT MATHURIN SAINTE FLAIVE DES LOUPS |
22.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01526 |
AUIGNY LES CLOUZEAUX BEAULIEU SOUS LA ROCHE LANDERONDE LA ROCHE SUR YON VENANSAULT |
22.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01465 FR-HPAI(P)-2022-01468 FR-HPAI(P)-2022-01439 FR-HPAI(P)-2022-01453 |
CHALLANS LE PERRIER SALLERTAINE SOULLANS APPREMONT COMMEQUIERS LA CHAPELLE PALLAU SAINT PAUL MONT PENIT SAINT CHRISTOPHE DU LIGNERON |
22.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01536 |
LES LUCS SUR BOULOGNE MONTREVERD ROCHESERVIERE SAINT PHILBERT DE BOUAINE |
10.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01424 FR-HPAI(P)-2022-01426 FR-HPAI(P)-2022-01438 FR-HPAI(P)-2022-01440 FR-HPAI(P)-2022-01441 FR-HPAI(P)-2022-01442 FR-HPAI(P)-2022-01446 FR-HPAI(P)-2022-01451 FR-HPAI(P)-2022-01454 FR-HPAI(P)-2022-01455 FR-HPAI(P)-2022-01456 FR-HPAI(P)-2022-01459 FR-HPAI(P)-2022-01460 FR-HPAI(P)-2022-01461 FR-HPAI(P)-2022-01462 FR-HPAI(P)-2022-01463 FR-HPAI(P)-2022-01464 FR-HPAI(P)-2022-01469 FR-HPAI(P)-2022-01470 FR-HPAI(P)-2022-01478 FR-HPAI(P)-2022-01479 FR-HPAI(P)-2022-01488 FR-HPAI(P)-2022-01490 FR-HPAI(P)-2022-01491 FR-HPAI(P)-2022-01493 FR-HPAI(P)-2022-01494 FR-HPAI(P)-2022-01495 FR-HPAI(P)-2022-01500 FR-HPAI(P)-2022-01503 FR-HPAI(P)-2022-01507 FR-HPAI(P)-2022-01508 FR-HPAI(P)-2022-01509 FR-HPAI(P)-2022-01510 FR-HPAI(P)-2022-01513 FR-HPAI(P)-2022-01514 FR-HPAI(P)-2022-01520 FR-HPAI(P)-2022-01525 FR-HPAI(P)-2022-01527 FR-HPAI(P)-2022-01528 FR-HPAI(P)-2022-01529 FR-HPAI(P)-2022-01530 FR-HPAI(P)-2022-01531 FR-HPAI(P)-2022-01533 FR-HPAI(P)-2022-01537 FR-HPAI(P)-2022-01539 FR-HPAI(P)-2022-01540 FR-HPAI(P)-2022-01542 FR-HPAI(P)-2022-01543 FR-HPAI(P)-2022-01546 FR-HPAI(P)-2022-01551 FR-HPAI(P)-2022-01552 FR-HPAI(P)-2022-01553 FR-HPAI(P)-2022-01555 FR-HPAI(P)-2022-01556 FR-HPAI(P)-2022-01557 FR-HPAI(P)-2022-01560 FR-HPAI(P)-2022-01561 FR-HPAI(P)-2022-01562 FR-HPAI(P)-2022-01563 FR-HPAI(P)-2022-01565 FR-HPAI(P)-2022-01566 FR-HPAI(P)-2022-01567 FR-HPAI(P)-2022-01568 FR-HPAI(P)-2022-01570 FR-HPAI(P)-2022-01572 FR-HPAI(P)-2022-01574 FR-HPAI(P)-2022-01575 FR-HPAI(P)-2022-01576 FR-HPAI(P)-2022-01577 FR-HPAI(P)-2022-01583 FR-HPAI(P)-2022-01585 FR-HPAI(P)-2022-01589 FR-HPAI(P)-2022-01590 FR-HPAI(P)-2022-01593 FR-HPAI(P)-2022-01595 FR-HPAI(P)-2022-01596 FR-HPAI(P)-2022-01599 FR-HPAI(P)-2022-01600 FR-HPAI(P)-2022-01601 FR-HPAI(P)-2022-01602 FR-HPAI(P)-2022-01604 FR-HPAI(P)-2022-01607 FR-HPAI(P)-2022-01608 FR-HPAI(P)-2022-01610 FR-HPAI(P)-2022-01611 FR-HPAI(P)-2022-01613 FR-HPAI(P)-2022-01614 FR-HPAI(P)-2022-01615 FR-HPAI(P)-2022-01618 FR-HPAI(P)-2022-01620 FR-HPAI(P)-2023-00002 FR-HPAI(P)-2023-00003 FR-HPAI(P)-2023-00004 FR-HPAI(P)-2023-00005 FR-HPAI(P)-2023-00006 FR-HPAI(P)-2023-00020 |
ANTIGNY BAZOGES EN PAILLERS BAZOGES EN PAREDS BEAUREPAIRE BOUFFERE BOURNEZEAU CHANTONNAY CHANVERRIE CHAVAGNES EN PAILLERS CHAVAGNES LES REDOUX CHEFFOIS FOUGERE LA BOISSIERE DE MONT TAIGU LA BRUFFIERE LA CAILLERE SAINT HILAIRE LA CHATAIGNERAIE LA GUYONNIERE LA JAUDONNIERE LA MEILLERAIE TILLAY LA TARDIERE LE BOUPERE LES EPESSES LES HERBIERS LES LANDES GENUSSON MENOMBLET MONSIREIGNE MONTAIGU MONTOURNAIS MORTAGNE SUR SEVRE MOUCHAMPS MOUILLERON SAINT GERMAIN POUZAUGES REAUMUR ROCHETREJOUX SAINT AUBIN DES ORMEAUX SAINT CYR DES GATS SAINT GEORGES DE MONTAIGU SAINT GERMAIN DE PRINCAY SAINT HILAIRE DE LOULAY SAINT HILAIRE LE VOUHIS SAINT LAURENT SUR SEVRE SAINT MALO DU BOIS SAINT MARS LA REORTHE SAINT MARTIN DES NOYERS SAINT MARTINS DES TILLEULS SAINT LMAURICE LE GIRARD SAINT MESMIN SAINT PAUL EN PÄREDS SAINT PIERRE DU CHEMIN SAINT PROUANT SAINT SULPICE EN PAREDS SAINT VINCENT STERLANGES SAINTE CECILE SEVREMONT SIGOURNAIS TALLUD SAINTE GEMME THOUARSAIS BOUILDROUX TIFFAUGES VENDRENNES |
22.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01602 FR-HPAI(P)-2022-01618 FR-HPAI(P)-2023-00011 |
L’HERMENAULT MARSAIS-SAINTE-RADEGONDE SAINT CYR DES GATS SAINT MARTIN DES FONTAINES SAINT VALERIEN est de la D52, D14 puis D99 POUILLE SAINT ETIENNE DE BRILLOUET THIRE |
22.3.2023 |
FR-HPAI(P)-2022-01604 FR-HPAI(P)-2022-01611 FR-HPAI(P)-2023-00003 FR-HPAI(P)-2023-00004 |
LA GARNACHE FROIDFOND FALLERON GRAND’LANDES |
22.3.2023 |
Lidstaat: Italië
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Regions: Veneto and Lombardia |
||
IT-HPAI(P)-2023-00001 |
The area of the parts of Veneto and Lombardia Regions contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 45.189848901, E11.01251936 |
30.3.2023 |
Region: Emilia Romagna |
||
IT-HPAI(P)-2023-00002 |
The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 44.172952, E 12.323829 |
12.4.2023 |
Lidstaat: Hongarije
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Bács-Kiskun vármegye |
||
HU-HPAI(P)-2023-00005 — HU-HPAI(P)-2023-00008 HU-HPAI(P)-2023-00011 — HU-HPAI(P)-2023-00013 HU-HPAI(P)-2023-00018 HU-HPAI(P)-2023 — HU-HPAI(P)-2023-00025 |
Kiskunmajsa, Jásszentlászló, Móricgát és Szank települések közigazgatási területének a 46.567675 és a 19.643564, a 46.560250 és a 19.653790, a 46.475730 és a 19.743580, a 46.551046 és a 19.790439, a 46.561767 és a 19.663297, a 46.569793 és a 19.692088, a 46.570880 és a 19.682400, valamint a 46.550029 és a 19.723605 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
30.3.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00009 — HU-HPAI(P)-2023-00010 HU-HPAI(P)-2023-00015 — HU-HPAI(P)-2023-00017 HU-HPAI(P)-2023-00019 — HU-HPAI(P)-2023-00021 HU-HPAI(P)-2023-00024 HU-HPAI(P)-2023-00029 |
Bócsa, Bugac, Bugacpusztaháza, Kaskantyú, Soltvadkert, Szank és Tázlár települések közigazgatási területének a 46.572330 és a 19.486939, a 46.556370 és a 19.521271, a 46.641252 és a 19.532421, a 46.607374 és a 19.538858, a 46.616224 és a 19.444349, a 46.635031 és a 19.545341, a 46.609697 és a 19.530675, a 46.598273 és a 19.462954, a 46.631954 és a 19.533666, valamint a 46.614164 és a 19.439083 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
31.3.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00022 HU-HPAI(P)-2023-00023 |
Bugac, Bugacpusztaháza, Jakabszállás és Móricgát települések közigazgatási területének a 46.698392 és a 19.650317, avalamint a 46.675382 és a 19.663231 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
30.3.2023 |
Csongrád-Csanád vármegye |
||
HU-HPAI(P)-2023-00008 |
Csengele település közigazgatási területének a 46.551046 és a 19.790439 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
30.3.2023 |
Békés vármegye |
||
HU-HPAI(P)-2023-00026 HU-HPAI(P)-2023-00028 |
Békés, Békéscsaba és Murony települések közigazgatási területének a 46.717690 és a 21.046991, valamint a 46.686160 és a 21.069071 790439 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
29.3.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00027 |
Békéscsaba, Szabadkígyós és Újkígyós települések közigazgatási területének a 46.595656 és a 21.028554 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
28.3.2023 |
Lidstaat: Litouwen
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
LT-HPAI(P)-2023-00001 |
Varėnos r. sav. Matuizų sen., Valkininkų sen. |
10.4.2023 |
Lidstaat: Zweden
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
SE-HPAI(P)-2023-00001 |
Those parts of the municipality Kävlinge contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N55.777073 and E13.012336 |
14.4.2023 |
DEEL B
In de artikelen 1 en 3 bedoelde bewakingszones in de betrokken lidstaten*:
Lidstaat: België
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
BE-HPAI(P)-2023-00004 |
Die delen van de gemeenten Aalst, Affligem, Asse, Buggenhout, Denderleeuw, Dendermonde, Dikbeek, Erpe-Mere, Haaltert, Hamme, Lebbeke, Lede, Liedekerke, Londerzeel, Meise, Merchtem, Opwijk en Ternat die zich uitstrekken voorbij het in de beschermingszone beschreven gebied en zich bevinden binnen een cirkel met een straal van tien kilometer met als middelpunt WGS84-decimale coördinaten lengte 4,14828, breedte 50,9485. |
25.3.2023 |
Die delen van de gemeenten Aalst, Asse, Lebbeke, Merchtem en Opwijk die zich bevinden binnen een cirkel met een straal van drie kilometer met als middelpunt WGS84 decimale coördinaten lengte 4,14828 breedte 50,9485. |
17.3.2023-25.3.2023 |
Lidstaat: Tsjechië
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Central Bohemian Region |
||
CZ-HPAI(P)-2023-00018 |
Bdín (601225); Chrášťany u Rakovníka (654027); Janov (656879); Kalivody (662275); Kněževes u Rakovníka (666866); Kounov u Rakovníka (671151); Kozojedy (671894); Kroučová (675067); Lužná u Rakovníka (689378); Milostín (695122); Milý (695246); Mšec (700231); Mšecké Žehrovice (700240); Lhota pod Džbánem (700410); Mutějovice (700428); Nesuchyně (703826); Nové Strašecí (706744); Nový Dům (707279); Olešná u Rakovníka (710202); Chlum u Rakovníka (651443); Pochvalov (724955); Přerubenice (735051); Přílepy (736040); Rakovník (739081); Ruda u Nového Strašecí (743178); Řevničov (745383); Senomaty (747521); Smilovice (751022); Srbeč (752894); Svojetín (761184); Veclov u Svojetína (761192); Třeboc (770159); Třtice u Nového Strašecí (771171). |
30.3.2023 |
Hředle (648949); Krupá (675253); Krušovice (675415); Lišany u Rakovníka (684929). |
22.3.2023-30.3.2023 |
|
Pardubice Region |
||
CZ-HPAI(P)-2023-00019 |
Anenská Studánka (600377); Helvíkov (600385); Borušov (608041); Prklišov (608050); Svojanov u Borušova (608068); Damníkov (624683); Dětřichov u Svitav (626031); Dětřichov u Moravské Třebové (626074); Dlouhá Loučka (626431); Gruna (636231); Žipotín (636258); Česká Kamenná Horka (662798); Moravská Kamenná Horka (662801); Koclířov (667595); Koruna (669636); Krasíkov (673200); Linhartice (683868); Květná u Lukové (689017); Luková (689025); Malíkov (690945); Pacov u Moravské Třebové (717274); Stará Trnávka (693367); Mladějov na Moravě (696927); Boršov u Moravské Třebové (607991); Moravská Třebová (698806); Nová Ves u Moravské Třebové (705641); Opatov v Čechách (711454); Radkov u Moravské Třebové (737976); Rozstání u Moravské Třebové (742473); Rychnov na Moravě (744093); Petrušov (754463); Tatenice (765180); Trpík (624691); Třebařov (769355); Útěchov u Moravské Třebové (775541); Žichlínek (796913). |
2.4.2023 |
Kunčina (677141); Radišov (754471); Staré Město u Moravské Třebové (754480). |
25.3.2023-2.4.2023 |
|
Ústí nad Labem Region |
||
CZ-HPAI(P)-2023-00018 |
Dolní Ročov (740241); Domoušice (631019); Horní Ročov (740250); Konětopy u Pnětluk (722758); Pnětluky (722766); Solopysky (752436); Úlovice (740268). |
30.3.2023 |
Lidstaat: Denemarken
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
DK-HPAI(P)-2023-00002 |
The parts of Gribskov, Halsnæs and Hillerød municipalities beyond the area described in the protection zone and within the circle of radius 10 kilometres, centred on gps koordinates coordinates N 56.0319; E 12.1340 |
18.4.2023 |
The parts of Gribskov municipality that are contained within a circle of radius 3 km, centered on gps coordinates N 56.0319; E 12.1340 |
10.4.2023-18.4.2023 |
Lidstaat: Duitsland
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
|||
BAYERN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00019 |
Landkreis und Stadt Ansbach 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 10.370223/49.339214. Betroffen ist die Stadt Ansbach mit den Stadtteilen Dornberg, Liegenbach, Neudorf, Oberdormbach. Betroffen ist der Landkreis Ansbach mit der Gemeinde Herrieden mit dem Ortsteil Niederdombach, den Gemeinden oder Teilen der Gemeinden Leutershausen, Schillingsfürst, Aurach, Buch a. Wald, Colmberg, Dombühl, Gebsattel, Geslau, Lehrberg, Oberdachstetten und Windelsbach |
13.4.2023 |
|||
Landkreis Ansbach 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 10.370223/49.339214. Betroffen sind Teile der Gemeinden Buch a. Wald, Colberg, Geslau und Leutershausen |
5.4.2023-13.4.2023 |
||||
DE-HPAI(P)-2023-00017 |
Landkreis Eichstätt Gemarkung Gaden im Gemeindebereich Pförring |
1.4.2023 |
|||
DE-HPAI(NON-P)-2023-00279 |
Landkreis Kelheim Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Elsendorf, Gemarkung Mitterstetten, Gemeinde Wildenberg, Gemeinde Kirchdorf, Gemeinde Rohr in Niederbayern, Gemeinde Langquaid, Gemarkung Adlhausen und Langquaid, Gemeinde Herrngiersdorf, Gemeinde Siegenburg, Gemarkung Tollbach, Gemeinde Hausen, Gemarkung Herrnwahlthann, Ortsteil Naffenhofen |
24.3.2023 |
|||
DE-HPAI(P)-2023-00017 |
Landkreis Kelheim Betroffen sind Gebietsteile in den Gemeindebereichen Abensberg, Aiglsbach, Attenhofen, Biburg, Kirchdorf, Mainburg, Neustadt a.d. Donau, Elsendorf, Rohr i.NB, Siegenburg, Train, Wildenberg, sowie Teile des gemeindefreien Gebietes Dürnbucher Forst |
1.4.2023 |
|||
Landkreis Kehlheim Gebietsteile in den Gemeindebereichen Elsendorf, Siegenburg, Train, sowie Teile des gemeindefreien Gebietes Dürnbucher Forst |
23.3.2023-1.4.2023 |
||||
DE-HPAI(NON-P)-2023-00279 |
Landkreis Landshut Betroffen sind Teile der Gemeinde Rottenburg a.d. Laaber |
16.3.2023-24.3.2023 |
|||
Landkreis Landshut betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Hohenthann, Neufahrn in Niederbayern, Rottenburg a.d. Laaber, Pfeffenhausen, Weihmichl |
24.3.2023 |
||||
DE-HPAI(P)-2023-00019 |
Landkreis Neustadt a.d. Aisch- Bad Windsheim Betroffen sind die Gemeindeteile Marktbergel (Gemarkung Marktbergel), Munasiedlung (Gemarkung Marktbergel) und Ermetzhof (Gemarkung Ermetzhof) der Marktgemeinde Marktbergel |
13.4.2023 |
|||
DE-HPAI(P)-2023-00017 |
Landkreis Pfaffenhofen Gemeindeteile Au, Auhausen, Dirnbergermühle, Forstpriel, Münchsmünster und Niedermühle im östlichen Gemeindegebiet der Gemeinde Münchsmünster |
1.4.2023 |
|||
DE-HPAI(NON-P)-2023-00279 |
Landkreis Straubing-Bogen Betroffen ist der Ortsteil Oberhausen bei Oberhaselbach der Marktgemeinde Mallersdorf-Pafffenberg |
24.3.2023 |
|||
BREMEN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00010 |
Bremerhaven 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 8.550178/53.668897. Betroffen sind Leherheide-West, Königsheide, Fehrmoor inklusive der Enklave Fehrmoor, Weddewarden sowie im nördlichen Teil der stadtbremischen Überseehäfen. |
23.3.2023 |
|||
MECKLENBURG-VORPOMMERN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00018 |
Landkreis Ludwigslust-Parchim 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 11,696565/53,457479 Betroffen sind Gemeinden oder Teile der Gemeinden Brenz, Domsühl, Friedrichsruhe, Lewitzrand, Neustadt-Glewe, Parchim, Spornitz und Tramm |
11.4.2023 |
|||
NIEDERSACHSEN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00016 |
Landkreis Cloppenburg 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 7.512968/52.701149. Betroffen sind Teile der Gemeinde Löningen. |
27.3.2023 |
|||
DE-HPAI(P)-2023-00010 |
Landkreis Cuxhaven 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 8.550178/53.668897. Betroffen sind Teile der Gemeinden Wurster Nordseeküste und Geestland. |
23.3.2023 |
|||
DE-HPAI(P)-2023-00010 |
Landkreis Cuxhaven 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 8.550178/53.668897. Betroffen sind Teile der Gemeinden Wurster Nordseeküste und Geestland. |
15.3.2023-23.3.2023 |
|||
DE-HPAI(P)-2023-00016 |
Landkreis Emsland 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 7.512968/52.701149. Betroffen sind Teile der Gemeinden Dohren, Geeste, Gersten, Groß Berßen, Haselünne, Herzlake, Hüven, Klein Berßen, Lähden, Stavern und der Stadt Meppen. |
27.3.2023 |
|||
Landkreis Emsland 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps-Koordinaten 7.512968/52.701149. Betroffen sind Teile der Gemeinden Haselünne und Lähden. |
19.3.2023-27.3.2023 |
||||
NORDRHEIN-WESTFALEN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00009 |
Kreis Paderborn 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 8.454131 51.772199) Betroffen sind Teile:
|
14.3.2023-22.3.2023 |
|||
Kreis Paderborn 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (gps-Koordinaten 8.454131 51.772199) Betroffen sind Teile:
|
22.3.2023 |
||||
RHEINLAND-PFALZ |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00021 |
Kreis Cochem-Zell 3 km-Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps Koordinaten: 7.156477/50.228485 Betroffen sind die Ortsgemeinden Düngenheim, Eulgem, Gamlen, Hambuch, Illerich, Kaisersesch, Landkern, Masburg, Urmersbach und Zettingen |
12.4.2023-20.4.2023 |
|||
Kreis Cochem-Zell 10 km-Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps Koordinaten: 7.156477/50.228485 Betroffen sind die Ortsgemeinden und Ortsgemeindeteile Alflen, Binningen, Brachtendorf, Brieden, Brohl, Büchel, Cochem, Dünfus, Eppenberg, Faid, Forst (Eifel), Gevenich, Greimersburg, Hauroth, Kaifenheim, Kail, Kalenborn, Klotten, Laubach, Leienkaul, Möntenich, Müllenbach, Pommern, Roes, Treis-Karden (nördlich der Mosel und nördlich von Allmesch), Ulmen (östlich des Endertbaches), Valwig und Wirfus |
20.4.2023 |
||||
Kreis Mayen-Koblenz 10 km-Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps Koordinaten: 7.156477/50.228485 Betroffen sind die Ortsgemeinden Alzheim, Anschau, Bermel, Ditscheid, Gering, Kehrig, Kollig, Monreal, Reudelsterz, Weiler |
20.4.2023 |
||||
Kreis Vulkaneifel 10 km-Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den gps Koordinaten: 7.156477/50.228485 Betroffen sind die Ortsgemeinden Arbach, Höchstberg, Kaperich, Kötterichen, Lirstal, Oberelz, Retterath, Uersfeld |
20.4.2023 |
||||
SCHLESWIG-HOLSTEIN |
|||||
DE-HPAI(P)-2023-00020 |
Dithmarschen 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 9.118042/54.088966 Teile der Gemeinden Bargenstedt, Elpersbüttel, Krumstedt, Meldorf, Sarzbüttel, Windbergen und Wolmersdorf, die nicht in der Schutzzone liegen, die Gesamtflächen der Gemeinden Epenwöhrden, Gudendorf, Hemmingstedt, Lieth, Odderade, Süderhastedt und Teile der Gemeinden Albersdorf, Arkebek, Barlt, Busenwurth, Eggstedt, Frestedt, Großenrade, Heide, Lohe-Rickelshof, Nordhastedt, Nordermeldorf, Quickborn, Schafstedt, Tensbüttel-Röst, St. Michaelisdonn und Wöhrden |
16.4.2023 |
|||
Dithmarschen 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 9.118042/54.088966 Gemeinde Nindorf sowie Teile der Gemeinden Bargenstedt, Elpersbüttel, Krumstedt, Meldorf, Sarzbüttel, Windbergen und Wolmersdorf |
8.4.2023-16.4.2023 |
||||
DE-HPAI(P)-2023-00011 |
Ostholstein 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 10.709607/54.287553 Teile der Gemeinden Harmsdorf, Kasseedorf, Lensahn, Malente, Oldenburg in Holstein, Schönwalde am Bungsberg |
26.3.2023 |
|||
Ostholstein 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 10.709607/54.287553 Teile der Gemeinde Wangels die nicht zur Schutzzone gehören |
18.3.2023-26.3.2023 |
||||
Plön 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 10.709607/54.287553 Gesamtfläche der Gemeinden Högsdorf, Howacht, Kletkamp Teile der Gemeinden Behrensdorf, Dannau, Helmsdorf, Kirchnüchel, Klamp, Lütjenburg, Panker |
26.3.2023 |
||||
Plön 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb gps-Koordinaten 10.709607/54.287553 Teile der Gemeinde Blekendorf die nicht zur Schutzzone gehören |
18.3.2023-26.3.2023 |
Lidstaat: Estland
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
EE-HPAI(P)-2023-00001 |
The parts of Harju and Rapla county, beyond the area described in the protection zone and within the circle of radius 10 kilometres, centred on gps koordinates coordinates N 59.190840; E 24.792034 |
7.4.2023 |
The parts of Harju and Rapla county, that are contained within a circle of radius 3 kilometer, centered on gps coordinates N 59.190840; E 24.792034 |
30.3.2023-7.4.2023 |
Lidstaat: Frankrijk
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Département: Calvados (14) |
||
FR-HPAI(NON-P)-2023-00246 |
VALAMBRAY ARGENCES BELLENGREVILLE LE BU-SUR-ROUVRES CANTELOUP CESNY-AUX-VIGNES CLEVILLE CONDE-SUR-IFS ERNES MAIZIERES MERY-BISSIERES-EN-AUGE MEZIDON VALLEE D'AUGE MOULT-CHICHEBOVILLE NOTRE-DAME-D'ESTREES-CORBON OUEZY BELLE VIE EN AUGE SAINT-OUEN-DU-MESNIL-OGER SAINT-PIERRE-EN-AUGE SAINT-SYLVAIN SASSY VENDEUVRE VIMONT |
5.4.2023 |
CESNY-AUX-VIGNES MEZIDON VALLEE D'AUGE OUEZY |
28.3.2023-5.4.2023 |
|
FR-HPAI(P)-2023-00063 |
ABLON LES AUTHIEUX-SUR-CALONNE BONNEVILLE-LA-LOUVET VANDEINS QUETTEVILLE LA RIVIERE-SAINT-SAUVEUR SAINT-ANDRE-D'HEBERTOT VONGNES LE THEIL-EN-AUGE VIEUX-BOURG |
6.4.2023 |
Département: Côtes-d'Armor (22) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00035 FR-HPAI(P)-2023-00037 FR-HPAI(P)-2023-00038 FR-HPAI(P)-2023-00039 FR-HPAI(P)-2023-00040 FR-HPAI(P)-2023-00045 FR-HPAI(P)-2023-00046 FR-HPAI(P)-2023-00047 FR-HPAI(P)-2023-00048 FR-HPAI(P)-2023-00049 FR-HPAI(P)-2023-00050 FR-HPAI(P)-2023-00051 FR-HPAI(P)-2023-00053 FR-HPAI(P)-2023-00054 FR-HPAI(P)-2023-00055 FR-HPAI(P)-2023-00056 FR-HPAI(P)-2023-00057 FR-HPAI(P)-2023-00058 FR-HPAI(P)-2023-00061 |
BOQUEHO BOURBRIAC CANIHUEL KERIEN KERPERT MAGOAR LA HARMOYE LANRIVAIN LANRODEC LE HAUT-CORLAY LE LESLAY LE VIEUX-BOURG SAINT-ADRIEN SAINT-GILLES-PLIGEAUX CORLAY PLUSSULIEN SAINT-IGEAUX SAINT-MAYEUX BON REPOS SUR BLAVET PLOUNEVEZ-QUINTIN SAINT-MARTIN-DES-PRES SAINT-GILLES-VIEUX-MARCHE SAINT-NICOLAS-DU-PÉLEM ALLINEUC CAUREL COADOUT MERLEAC LANFAINS LE BODEO PLAINE HAUTE QUINTIN SAINT AGATHON SAINT BRANDAN SAINT DONAN SAINTE TREPHINE COHINIAC LE FOEIL CHATELAUDREN PLOUAGAT PLOEUC L'HERMITAGE PLOUMAGOAR PLOUVARA SAINT JEAN KERDANIEL CAUREL |
29.3.2023 |
SAINT CONNAN KERPERT PLÉSIDY SAINT-GILLES-PLIGEAUX SEVEN-LÉHART BOQUEHO LANDRODEC LA HARMOYE LANFAINS LE FOEIL LE VIEUX BOURG SAINT ADRIEN SAINT BIHY SAINT FIACRE SAINT GILDAS SAINT GILLES PLIGEAUX SAINT PEVER |
21.3.2023-29.3.2023 |
|
Département: Eure (27) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00063 |
BERVILLE-SUR-MER LE BOIS-HELLAIN LA CHAPELLE-BAYVEL CONTEVILLE EPAIGNES FATOUVILLE-GRESTAIN FIQUEFLEUR-EQUAINVILLE FOULBEC LA LANDE-SAINT-LEGER MARTAINVILLE LES PREAUX SAINT-PIERRE-DU-VAL SAINT-SAMSON-DE-LA-ROQUE SAINT-SULPICE-DE-GRIMBOUVILLE SAINT-SYMPHORIEN SELLES TOUTAINVILLE TRIQUEVILLE VANNECROCQ |
6.4.2023 |
BEUZEVILLE BOULLEVILLE FORT-MOVILLE MANNEVILLE-LA-RAOULT SAINT-MACLOU LE TORPT |
29.3.2023-6.4.2023 |
|
Département: Eure-et-Loir (28) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00064 |
AMILLY BAILLEAU-LE-PIN BAILLEAU-L'EVEQUE BILLANCELLES BRICONVILLE CERNAY CHAUFFOURS CHUISNES CINTRAY CLEVILLIERS COURVILLE-SUR-EURE DANGERS FAVIERES FONTENAY-SUR-EURE FRESNAY-LE-GILMERT FRUNCE LANDELLES LUCE MAINVILLIERS MITTAINVILLIERS-VERIGNY NOGENT-SUR-EURE OLLE ORROUER SAINT-GEORGES-SUR-EURE SAINT-GERMAIN-LE-GAILLARD THIMERT-GATELLES |
12.4.2023 |
FONTAINE-LA-GUYON SAINT-ARNOULT-DES-BOIS SAINT-AUBIN-DES-BOIS SAINT-LUPERCE |
4.4.2023-12.4.2023 |
|
Département: Gers (32) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00052 FR-HPAI(P)-2023-00059 |
CASTERON CASTET-ARROUY GIMBREDE MAUROUX PLIEUX SAINT-CREAC L'ISLE BOUZON LECTOURE SAINT CLAR SAINTE MERE |
27.3.2023 |
FLAMARENS PEYRECAVE SAINT-ANTOINE |
19.3.2023-27.3.2023 |
|
Département: Loire-Atlantique (44) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01466 FR-HPAI(P)-2022-01591 FR-HPAI(P)-2022-01592 FR-HPAI(P)-2022-01609 FR-HPAI(P)-2022-01616 FR-HPAI(P)-2023-00001 FR-HPAI(P)-2023-00015 FR-HPAI(P)-2023-00009 FR-HPAI(P)-2023-00028 FR-HPAI(P)-2022-01498 FR-HPAI(P)-2022-01554 FR-HPAI(P)-2022-01504 FR-HPAI(P)-2023-00010 FR-HPAI(P)-2023-00021 |
AIGREFEUILLE SUR MAINE ANCENIS SANIT GEREON LE BIGNON LA BOISSIERE DU DORE BOUAYE BOUGUENAIS BOUSSAY CELLIER CHÂTEAU THEBAUD LA CHEVROLIERE CLISSON DIVATTE SUR LOIRE GENESTON GETIGNE GORGES LANDREAU LA LIMOUZINIERE LOROUX BOTTEREAU LOIREAUXENCE MACHECOUL SAINT MEME MAISDON SUR SEVRE LA MARNE MONNIERES MONTBERT MOUZILLON OUDON PAULX LA PLANCHE PONT SAINT MARTIN LA REGRIPIERE REZE LA REMAUDIERE REMOUILLE SAINT AIGNAN DE GRANDLIEU SAINT COLOMBIAN SAINT ETIENNE DE MER MORTE SAINT HILAIRE DE CLISSON SAINT JULIEN DE CONCELLES SAINT LUMINE DE CLISSON SAINT LUMINE DE COUTAIS SAINT PHILBERT DE GRAND LIEU LES SORINIERES VAIR SUR LOIRE VALLET VALLONS DE L'ERDRE |
30.3.2023 |
VIEILLEVIGNE CORCOUE SUR LORGNE LEGE PAULX TOUVOIS |
23.3.2023-30.3.2023 |
|
Département: Deux-Sèvres (79) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01411 FR-HPAI(P)-2022-01415 FR-HPAI(P)-2022-01414 FR-HPAI(P)-2022-01417 FR-HPAI(P)-2022-01430 FR-HPAI(P)-2022-01436 FR-HPAI(P)-2022-01428 FR-HPAI(P)-2022-01447 FR-HPAI(P)-2022-01448 FR-HPAI(P)-2022-01477 FR-HPAI(P)-2022-01450 FR-HPAI(P)-2022-01475 FR-HPAI(P)-2022-01474 FR-HPAI(P)-2022-01482 FR-HPAI(P)-2022-01484 FR-HPAI(P)-2022-01473 FR-HPAI(P)-2022-01502 FR-HPAI(P)-2022-01504 FR-HPAI(P)-2022-01515 FR-HPAI(P)-2022-01499 FR-HPAI(P)-2022-01521 FR-HPAI(P)-2022-01522 FR-HPAI(P)-2022-01532 FR-HPAI(P)-2022-01541 FR-HPAI(P)-2022-01534 FR-HPAI(P)-2022-01538 FR-HPAI(P)-2022-01544 FR-HPAI(P)-2022-01569 FR-HPAI(P)-2022-01587 FR-HPAI(P)-2022-01588 |
ARGENTONNAY BRESSUIRE BRETIGNOLLES CERIZAY CIRIERES COMBRAND GENNETON MAULEON MONTRAVERS NUEIL-LES-AUBIERS LA PETITE-BOISSIERE LE PIN SAINT-AMAND-SUR-SEVRE SAINT-ANDRE-SUR-SEVRE SAINT-AUBIN-DU-PLAIN SAINT PIERRE DES ECHAUBROGNES VAL-EN-VIGNES |
11.3.2023-22.3.2023 |
ARGENTON-L’EGLISE BOUILLE-LORETZ LA CHAPELLE-THIREUIL CHATILLON-SUR-THOUET COULONGES-THOUARSAIS FAYE-L’ABESSE LA FORÊT-SUR-SÈVRE GEAY LUCHE-THOUARSAIS MAUZE-THOUARSAIS MOUTIERS-SOUS-CHANTEMERLE SAINT-MAURICE-ETUSSON SAINT-PAUL-EN-GATINE VOULMENTIN |
22.3.2023 |
|
FR-HPAI(P)-2023-00019 |
AVON CHANTECORPS CHENAY CHEY LA COUARDE COUTIERES EXIREUIL EXOUDUN FOMPERRON MENIGOUTE LA MOTTE-SAINT-HERAY NANTEUIL SAINTE-EANNE SAINT-GERMIER SAINT-MAIXENT-L’ECOLE SAINT-MARTIN-DE-SAINT-MAIXENT SEPVRET SOUVIGNE |
22.3.2023 |
BOUGON PAMPROUX SALLES SOUDAN |
11.3.2023-22.3.2023 |
|
Département: Tarn-et-Garonne (82) |
||
FR-HPAI(NON-P)-2023-00052 FR-HPAI(NON-P)-2023-00060 |
ASQUES BALIGNAC CAUMONT DONZAC DUNES ESPALAIS GOLFECH GOUDOURVILLE GRAMONT LAVIT MALAUSE MERLES MONTGAILLARD LE PIN POMMEVIC PUYGAILLARD DE LOMAGNE SAINT ARROUMEX SAINT CIRICE SAINT LOUP SAINT MICHEL SAINT NICOLAS DE LA GRAVE SISTELS VALENCE |
26.3.2023 |
AUVILLAR BARDIGUES CASTERA BOUZET LACHAPELLE MANSONVILLE MARSAC POUPAS SAINT JEAN DU BOUZET |
18.3.2023-26.3.2023 |
|
Département: Vaucluse (84) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01620 |
ALTHEN-DES-PALUDS AUBIGNAN AVIGNON BEAUMES-DE-VENISE BEDARRIDES CARPENTRAS CHATEAUNEUF-DE-GADAGNE CHATEAUNEUF-DU-PAPE COURTHEZON ENTRAIGUES-SUR-LA-SORGUE JONQUERETTES JONQUIERES LORIOL-DU-COMTAT MONTEUX MORIERES-LES-AVIGNON ORANGE PERNES-LES-FONTAINES LE PONTET SAINT-SATURNIN-LES-AVIGNON SARRIANS SORGUES LE THOR VEDENE VELLERON |
22.3.2023 |
ALTHEN-DES-PALUDS BEDARRIDES ENTRAIGUES-SUR-LA-SORGUE MONTEUX SORGUES |
11.3.2023-22.3.2023 |
|
Département: Vendée (85) |
||
FR-HPAI(P)-2022-01424 FR-HPAI(P)-2022-01426 FR-HPAI(P)-2022-01438 FR-HPAI(P)-2022-01440 FR-HPAI(P)-2022-01441 FR-HPAI(P)-2022-01442 FR-HPAI(P)-2022-01446 FR-HPAI(P)-2022-01451 FR-HPAI(P)-2022-01454 FR-HPAI(P)-2022-01455 FR-HPAI(P)-2022-01456 FR-HPAI(P)-2022-01459 FR-HPAI(P)-2022-01460 FR-HPAI(P)-2022-01461 FR-HPAI(P)-2022-01462 FR-HPAI(P)-2022-01463 FR-HPAI(P)-2022-01464 FR-HPAI(P)-2022-01469 FR-HPAI(P)-2022-01470 FR-HPAI(P)-2022-01478 FR-HPAI(P)-2022-01479 FR-HPAI(P)-2022-01488 FR-HPAI(P)-2022-01490 FR-HPAI(P)-2022-01491 FR-HPAI(P)-2022-01493 FR-HPAI(P)-2022-01494 FR-HPAI(P)-2022-01495 FR-HPAI(P)-2022-01500 FR-HPAI(P)-2022-01503 FR-HPAI(P)-2022-01507 FR-HPAI(P)-2022-01508 FR-HPAI(P)-2022-01509 FR-HPAI(P)-2022-01510 FR-HPAI(P)-2022-01513 FR-HPAI(P)-2022-01514 FR-HPAI(P)-2022-01520 FR-HPAI(P)-2022-01525 FR-HPAI(P)-2022-01527 FR-HPAI(P)-2022-01528 FR-HPAI(P)-2022-01529 FR-HPAI(P)-2022-01530 FR-HPAI(P)-2022-01531 FR-HPAI(P)-2022-01533 FR-HPAI(P)-2022-01537 FR-HPAI(P)-2022-01539 FR-HPAI(P)-2022-01540 FR-HPAI(P)-2022-01542 FR-HPAI(P)-2022-01543 FR-HPAI(P)-2022-01546 FR-HPAI(P)-2022-01551 FR-HPAI(P)-2022-01552 FR-HPAI(P)-2022-01553 FR-HPAI(P)-2022-01555 FR-HPAI(P)-2022-01556 FR-HPAI(P)-2022-01557 FR-HPAI(P)-2022-01583 FR-HPAI(P)-2022-01585 FR-HPAI(P)-2022-01589 FR-HPAI(P)-2022-01590 FR-HPAI(P)-2022-01593 FR-HPAI(P)-2022-01595 FR-HPAI(P)-2022-01596 FR-HPAI(P)-2022-01599 FR-HPAI(P)-2022-01600 FR-HPAI(P)-2022-01601 FR-HPAI(P)-2022-01602 FR-HPAI(P)-2022-01604 FR-HPAI(P)-2022-01607 FR-HPAI(P)-2022-01608 FR-HPAI(P)-2022-01610 FR-HPAI(P)-2022-01611 FR-HPAI(P)-2022-01613 FR-HPAI(P)-2022-01614 FR-HPAI(P)-2022-01615 FR-HPAI(P)-2022-01618 FR-HPAI(P)-2022-01620 FR-HPAI(P)-2023-00002 FR-HPAI(P)-2023-00003 FR-HPAI(P)-2023-00004 FR-HPAI(P)-2023-00005 FR-HPAI(P)-2023-00006 FR-HPAI(P)-2023-00007 FR-HPAI(P)-2023-00011 FR-HPAI(P)-2023-00017 FR-HPAI(P)-2023-00018 FR-HPAI(P)-2023-00020 FR-HPAI(P)-2023-00030 |
SAINT HILAIRE DES LOGES au sud de la D745 FOUSSAIS PAYRE a l'ouest de la D49 FAYMOREAU MARILLET ANTIGNY BOURNEAU CEZAIS FONTENAY-LE-COMTE L'ORBRIE LA CHATAIGNERAIE LA TARDIERE LOGE-FOUGEREUSE MARSAIS-SAINTE-RADEGONDE SAINT-MARTIN-DE-FRAIGNEAU SAINT-MAURICE-DES-NOUES SAINT-PIERRE-DU-CHEMIN SERIGNE PISSOTTE MARVENT NIEUL-SUR-L'AUTISTE PUY-DE-SERRE SAINT-HILAIRE-DE-VOUST VOUVANT SAINT-MICHEL-LE-CLOUCQ XANTON-CHASSENON SAINT HILAIRE DES LOGES au nord de la D745 FOUSSAIS PAYRE à l'est de la D49 BREUIL-BARRET LA CHAPELLE-AUX-LYS LOGE-FOUGEREUSE SAINT-HILAIRE-DE-VOUST BAZOGES-EN-PAILLERS BEAUREPAIRE BESSAY BOURNEZEAU au nord de la D948 et de la D949B CHAILLE-LES-MARAIS CHAMPAGNE-LES-MARAIS CHANTONNAY à l'ouest de la D137 CHÂTEAU-GUIBERT à l'est de la D746 CHAUCHE à l'ouest de l'A83 CHAVAGNES-EN-PAILLERS au nord de la D6 CORPE DOMPIERRE-SUR-YON ESSARTS EN BOCAGE FOUGERE LA BOISSIERE-DE-MONTAIGU au sud de la D23 et D72 LA CHAIZE-LE-VICOMTE au sud de la D948 LA COPECHAGNIERE LA FERRIERE LA MERLATIERE LA RABATELIERE LA REORTHE LA ROCHE-SUR-YON à l'est de la D746 et D763 LES BROUZILS LES HERBIERS au nord de la D160 et à l'ouest de la D23 LES LANDES-GENUSSON au sud de la D72 et D755 MAREUIL-SUR-LAY-DISSAIS à l'est de la D746 MESNARD-LA-BAROTIERE MOUTIERS-SUR-LE-LAY au sud de la D19 RIVES-DE-L'YON à l'est de la D746 SAINT-ANDRE-GOULE-D'OIE au sud de l'A87 SAINTE-CECILE SAINTE-HERMINE SAINTE-PEXINE au sud de la D19 SAINT-FULGENT à l'est de l'A87 SAINT-GEORGES-DE-MONTAIGU SAINT-HILAIRE-LE-VOUHIS SAINT-JEAN-DE-BEUGNE SAINT-JUIRE-CHAMPGILLON SAINT-MARTIN-DES-NOYERS à l'est de la D7 THORIGNY LES MAGNILS-REIGNIERS LUCON MOUZEUIL-SAINT-MARTIN NALLIERS PUYRAVAULT SAINT-AUBIN-LA-PLAINE SAINTE-GEMME-LA-PLAINE SAINTE-RADEGONDE-DES6NOYERS SAINTE-ETIENNE-DE6BRILLOUET TRIAIZE VENDRENNES BOURNEZEAU au sud de la D498 et de la D949B LES PINEAUX MOUTIERS-SUR-LE-LAY SAINTE-PEXINE au nord de la D19 SAINT-MARTIN-DES-NOYERS à l'ouest de la D7 LA CHAIZE-LE-VICOME au nord de la D948 LA FERRIERE au sud de la D160 CHAUCHE à l'est de l'A83 CHAVAGNES-EN-PAILLERS au sud de la D6 SAINT-ANDRE-GOULE-D'OIE au nord de l'A87 SAINT-FULGENT à l'ouest de l'A87 BREM-SUR-MER BRETIGNOLLES-SUR-MER COEX GIVRAND LA CHAIZE-GIRAUD LA CHAPELLE-HERMIER L'AIUGUILLON-SUR-VIE LES ACHARDS L'ILE-D'OLONNE MARTINET OLONNE-SUR-MER SAINTE-FOY SAINT-GEORGES-DES-POINTINDOUX SAINT-JULIEN-DES-LANDES SAINT-MATHURIN SAINT-REVEREND BREM-SUR-MER LANDEVIEILLE SAINT-JULIEN-DES-LANDES VAIRE |
30.3.2023 |
Département: Vienne (86) |
||
FR-HPAI(P)-2023-00019 |
CURZAY SUR VONNE JAZENEUIL ROUILLE SAINT SAUVANT SANXAY |
22.3.2023 |
Lidstaat: Italië
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Regions: Veneto and Lombardia |
||
IT-HPAI(P)-2023-00001 |
The area of the parts of Veneto and Lombardia Regions extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 45.189848901, E11.01251936 |
8.4.2023 |
The area of the parts of Veneto and Lombardia Regions contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 45.189848901, E11.01251936 |
31.3.2023-8.4.2023 |
|
Region: Emilia Romagna |
||
IT-HPAI(P)-2023-00002 |
The area of the parts of Emilia Romagna Region extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of ten kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 44.172952, E 12.323829 |
21.4.2023 |
The area of the parts of Emilia Romagna Region contained within a circle of radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N 44.172952, E 12.323829 |
13.4.2023-21.4.2023 |
Lidstaat: Hongarije
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
Bács-Kiskun és Csongrád-Csanád vármegye |
||
HU-HPAI(P)-2023-00005 — HU-HPAI(P)-2023-00013 HU-HPAI(P)-2023-00015 — HU-HPAI(P)-2023-00025 HU-HPAI(P)-2023-00029 |
Bócsa, Bugac, Bugacpusztaháza, Csólyospálos, Fülöpjakab, Harkakötöny, Jakabszállás, Jászszentlászló, Kaskantyú, Kiskunmajsa, Kömpöc, Kunszállás, Móricgát, Pálmonostora, Petőfiszállás, Pirtó, Soltvadkert, Szank, Tázlár, Zsana, Csengele és Kistelek települések védőkörzeten kívül eső teljes közigazgatási területe. Kecskemét település közigazgatási területének a 46.698392 és a 19.650317 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Kiskőrös település közigazgatási területének a 46.572330 és a 19.486939, a 46.616224 és a 19.444349, a 46.598273 és a 19.462954, valamint a 46.614164 és a 19.439083 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Kiskunfélegyháza település közigazgatási területének a 46.551046 és a 19.790439, a 46.561767 és a 19.663297, a 46.569793 és a19.692088, a 46.570880 és a 19.682400, a 46.550029 és a 19.723605, a 46.698392 és a 19.650317, a 46.675382 és a 19.663231, valamint a 46.537062 és a 19.727489 koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Kiskunhalas település közigazgatási területének a 46.572330 és a 19.486939, a 46.556370 és a 19.521271, valamint a 46.598273 és a 19.462954 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Nyárlőrinc, Tiszaalpár és Városföld települések közigazgatási területének a 46.765936 és a 19.858434 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Orgovány település közigazgatási területének a 46.641252 és a 19.532421, a 46.607374 és a 19.538858, a 46.635031 és a 19.545341, a 46.609697 és a 19.530675, valamint a 46.631954 és a 19.533666 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Páhi település közigazgatási területének a 46.641252 és a 19.532421, 46.616224 és a 19.444349, a 46.631954 és a 19.533666, valamint a 46.614164 és a 19.439083 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. Tabdi település közigazgatási területének a 46.616224 és a 19.444349, valamint a 46.614164 és a 19.439083 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül eső területe. |
9.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00014 |
Kiskunfélegyháza település közigazgatási területének a 46.765936 és a 19.858434 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül és védőkörzeten kívül eső területe, valamint a 46.551046 és a 19.790439, a 46.561767 és a 19.663297, a 46.569793 és a19.692088, a 46.570880 és a 19.682400, a 46.550029 és a 19.723605, a 46.698392 és a 19.650317, a 46.675382 és a 19.663231, a 46.537062 és a 19.727489 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön kívül eső teljes közigazgatási területe. |
27.3.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00005 — HU-HPAI(P)-2023-00008 HU-HPAI(P)-2023-00011 — HU-HPAI(P)-2023-00013 HU-HPAI(P)-2023-00018 HU-HPAI(P)-2023-00025 |
Kiskunmajsa, Jásszentlászló, Móricgát és Szank települések közigazgatási területének a 46.567675 és a 19.643564, a 46.560250 és a 19.653790, a 46.475730 és a 19.743580, a 46.551046 és a 19.790439, a 46.561767 és a 19.663297, a 46.569793 és a 19.692088, a 46.570880 és a 19.682400, valamint a 46.550029 és a 19.723605 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
31.3.2023-9.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00009 — HU-HPAI(P)-2023-00010 HU-HPAI(P)-2023-00015 — HU-HPAI(P)-2023-00017 HU-HPAI(P)-2023-00019 — HU-HPAI(P)-2023-00021 HU-HPAI(P)-2023-00024 HU-HPAI(P)-2023-00029 |
Bócsa, Bugac, Bugacpusztaháza, Kaskantyú, Soltvadkert, Szank és Tázlár települések közigazgatási területének a 46.572330 és a 19.486939, a 46.556370 és a 19.521271, a 46.641252 és a 19.532421, a 46.607374 és a 19.538858, a 46.616224 és a 19.444349, a 46.635031 és a 19.545341, a 46.609697 és a 19.530675, a 46.598273 és a 19.462954, a 46.631954 és a 19.533666, valamint a 46.614164 és a 19.439083 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
1.4.2023-9.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00014 |
Kiskunfélegyháza település közigazgatási területének a 46.765936 és 19.858434 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
19.3.2023-9.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00022 HU-HPAI(P)-2023-00023 |
Bugac, Bugacpusztaháza, Jakabszállás és Móricgát települések közigazgatási területének a 46.698392 és a 19.650317, avalamint a 46.675382 és a 19.663231 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
31.3.2023-9.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00008 |
Csengele település közigazgatási területének a 46.551046 és a 19.790439 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
31.3.2023-9.4.2023 |
Békés vármegye |
||
HU-HPAI(P)-2023-00026 — HU-HPAI(P)-2023-00028 |
Békés, Békéscsaba, Csabaszabadi, Csanádapáca, Gerendás, Gyula, Kamut, Kétegyháza, Kétsoprony, Medgyesbodzás, Medgyesegyháza, Mezőberény, Murony, Pusztaottlaka, Szabadkígyós, Telekgerendás és Újkígyós települések közigazgatási területének 46.717690 és a 21.046991, a 46.595656 és a 21.028554, valamint a 46.686160 és a 21.069071 790439 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 10 km sugarú körön belül és védőkörzeten kívül eső területe. |
7.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00026 HU-HPAI(P)-2023-00028 |
Békés, Békéscsaba és Murony települések közigazgatási területének a 46.717690 és a 21.046991, valamint a 46.686160 és a 21.069071 790439 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
30.3.2023-7.4.2023 |
HU-HPAI(P)-2023-00027 |
Békéscsaba, Szabadkígyós és Újkígyós települések közigazgatási területének a 46.595656 és a 21.028554 gps-koordináták által meghatározott pont körüli 3 km sugarú körön belül eső területe. |
29.3.2023-7.4.2023 |
Lidstaat: Litouwen
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
LT-HPAI(P)-2023-00001 |
Varėnos r. sav. Jakėnų sen., Vydenių sen. Barčių k., Kamorūnų k., Vaidagų k., and Šalčininkų r. sav. Kalesninkų sen., Dainavos sen., Pabarės sen. |
19.4.2023 |
Varėnos r. sav. Matuizų sen., Valkininkų sen. |
11.4.2023-19.4.2023 |
Lidstaat: Polen
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
||||||||||||||||||
PL-HPAI(P)-2023-00054 PL-HPAI(P)-2023-00065 |
W województwie łódzkim:
w powiecie skierniewickim.
w powiecie łowickim.
w powiecie brzezińskim.
w powiecie zgierskim zawierające się w promieniu 10 km od współrzędnych gps: 51.96132/19.96614 |
21.3.2023-29.3.2023 |
||||||||||||||||||
PL-HPAI(P)-2023-00062 |
W województwie zachodniopomorskim:
w powiecie gryfińskim.
w powiecie pyrzyckim. |
26.3.2023 |
||||||||||||||||||
W województwie zachodniopomorskim:
w powiecie gryfińskim. |
18.3.2023-26.3.2023 |
|||||||||||||||||||
PL-HPAI(P)-2023-00064 |
W województwie śląskim:
W województwie śląskim w powiecie miłkowskim:
|
24.3.2023 |
||||||||||||||||||
W województwie śląskim:
|
16.3.2023-24.3.2023 |
Lidstaat: Slovenië
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
SI-HPAI(P)-2023-00001 |
Municipality Cerklje na Gorenjskem: settlements Adergas, Ambrož pod Krvavcem, Češnjevek, Dvorje, Grad, Praprotna Polica, Ravne, Sidraž, Stiška vas, Sveti Lenart, Štefanja Gora, Trata pri Velesovem, Velesovo, Vrhovje Municipality Domžale: settlements Homec, Hudo, Kolovec, Nožice, Preserje pri Radomljah, Radomlje, Zgornje Jarše Municipality Kamnik: settlements Bistričica, Brezje nad Kamnikom, Briše, Črna pri Kamniku, Godič, Jeranovo, Kamnik, Kamniška Bistrica, Klemenčevo, Košiše, Kregarjevo, Kršič, Laniše, Mekinje, Nevlje, Okroglo, Oševek, Podgorje, Podjelše, Potok v Črni, Rudnik pri Radomljah, Spodnje Stranje, Stahovica, Stolnik, Šmarca, Tučna, Tunjice, Tunjiška Mlaka, Vodice nad Kamnikom, Volčji Potok, Vrhpolje pri Kamniku, Zagorica nad Kamnikom, Zakal, Zduša, Zgornje Stranje, Županje Njive Municipality Komenda: settlements Gmajnica, Gora pri Komendi, Komenda, Križ, Mlaka, Moste, Poslovna cona Žeje pri Komendi, Suhadole, Žeje pri Komendi Municipality Kranj: settlements Britof, Hrastje, Jama, Mavčiče, Praše Municipality Medvode: settlements Dragočajna, Hraše, Moše, Smlednik, Valburga Municipality Mengeš: settlements Dobeno, Loka pri Mengšu, Mengeš, Topole Municipality Preddvor: settlements Kokra, Možjanca, Potoče, Tupaliče Municipality Šenčur: settlements Hotemaže, Luže, Milje, Olševek, Prebačevo, Srednja vas pri Šenčurju, Šenčur, Trboje, Visoko, Voglje, Voklo, Žerjavka Municipality Vodice: settlements Bukovica pri Vodicah, Dobruša, Dornice, Koseze, Polje pri Vodicah, Repnje, Selo pri Vodicah, Skaručna, Šinkov Turn, Torovo, Utik, Vesca, Vodice, Vojsko, Zapoge |
28.3.2023 |
Municipality Cerklje na Gorenjskem: settlements Apno, Cerkljanska Dobrava, Cerklje na Gorenjskem, Glinje, Lahovče, Poženik, Pšata, Pšenična Polica, Spodnji Brnik, Šenturška Gora, Šmartno, Vašca, Viševca, Vopovlje, Zalog pri Cerkljah in Zgornji Brnik; Municipality Komenda: settlements Breg pri Komendi, Klanec, Komendska Dobrava, Nasovče, Podboršt pri Komendi in Potok pri Komendi. |
20.3.2023-28.3.2023 |
Lidstaat: Zweden
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
SE-HPAI(P)-2023-00001 |
The area of the parts of the municipality Kävlinge extending beyond the area described in the protection zone and within the circle of a radius of 10 kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N55.777073 and E13.012336 |
23.4.2023 |
Those parts of the municipality Kävlinge contained within a circle of a radius of three kilometres, centred on WGS84 dec. coordinates N55.777073 and E13.012336 |
15.4.2023-23.4.2023 |
DEEL C
In de artikelen 1 en 3 bis bedoelde extra beperkingszones in de betrokken lidstaten*:
Lidstaat: Frankrijk
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid van de in artikel 3 bis bedoelde maatregelen |
Les communes suivantes dans le département: Calvados (14) |
|
VALAMBRAY ANGERVILLE AUVILLARS BANNEVILLE-LA-CAMPAGNE BAROU-EN-AUGE BASSENEVILLE BAVENT BERNIERES-D'AILLY BEUVRON-EN-AUGE LA BOISSIERE BONS-TASSILLY BOURGUEBUS BRETTEVILLE-LE-RABET BRETTEVILLE-SUR-LAIZE BREVILLE-LES-MONTS BRUCOURT CAGNY CAMBREMER CASTILLON-EN-AUGE CAUVICOURT CINTHEAUX CORMELLES-LE-ROYAL COURCY CRICQUEVILLE-EN-AUGE CUVERVILLE DAMBLAINVILLE DEMOUVILLE DOZULE BEAUFOUR-DRUVAL EMIEVILLE EPANEY ESCOVILLE ESTREES-LA-CAMPAGNE FONTAINE-LE-PIN FONTENAY-LE-MARMION FRENOUVILLE FRESNEY-LE-PUCEUX GERROTS GIBERVILLE GOUSTRANVILLE GOUVIX GRAINVILLE-LANGANNERIE GRENTHEVILLE HEROUVILLETTE HOTOT-EN-AUGE LA HOUBLONNIERE IFS JANVILLE JORT LEAUPARTIE LESSARD-ET-LE-CHENE LIVAROT-PAYS-D'AUGE LOUVAGNY LE MESNIL-SIMON MEZIDON VALLEE D'AUGE LES MONCEAUX MONDEVILLE MONTREUIL-EN-AUGE MORTEAUX-COULIBÅ’UF NOTRE-DAME-DE-LIVAYE OLENDON OUILLY-LE-TESSON PERRIERES PETIVILLE POTIGNY LE PRE-D'AUGE PUTOT-EN-AUGE REPENTIGNY CASTINE-EN-PLAINE LA ROQUE-BAIGNARD ROUVRES RUMESNIL LE CASTELET SAINT-GERMAIN-LE-VASSON SAINT-JOUIN SAINT-LEGER-DUBOSQ SAINT-MARTIN-DE-FONTENAY SAINT-OUEN-LE-PIN SAINT-PAIR SAINT-PIERRE-EN-AUGE SAINT-SAMSON SASSY SOIGNOLLES SOLIERS SOULANGY SOUMONT-SAINT-QUENTIN TOUFFREVILLE SALINE URVILLE VENDEUVRE VERSAINVILLE VICQUES VICTOT-PONTFOL |
5.4.2023 |
BARNEVILLE-LA-BERTRAN BLANGY-LE-CHATEAU BONNEVILLE-SUR-TOUQUES LE BREVEDENT CANAPVILLE CRICQUEBÅ’UF ENGLESQUEVILLE-EN-AUGE EQUEMAUVILLE FAUGUERNON LE FAULQ FIERVILLE-LES-PARCS FOURNEVILLE FUMICHON GONNEVILLE-SUR-HONFLEUR HONFLEUR MANNEVILLE-LA-PIPARD LE MESNIL-SUR-BLANGY MOYAUX NOROLLES PENNEDEPIE PIERREFITTE-EN-AUGE LE PIN PONT-L'EVEQUE REUX SAINT-ETIENNE-LA-THILLAYE SAINT-GATIEN-DES-BOIS SAINT-HYMER SAINT-JULIEN-SUR-CALONNE SAINT-MARTIN-AUX-CHARTRAINS SAINT-PHILBERT-DES-CHAMPS SURVILLE TOUQUES TOURVILLE-EN-AUGE TROUVILLE-SUR-MER VILLERVILLE |
6.4.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Cher (18) |
|
GENOUILLY GRACAY SAINT-OUTRILLE |
22.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Eure (27) |
|
AIZIER ASNIERES BAILLEUL-LA-VALLEE BOUQUELON BOURNEVILLE-SAINTE-CROIX CAMPIGNY COLLETOT COLLETOT CONDE-SUR-RISLE CORMEILLES CORNEVILLE-SUR-RISLE EPREVILLE-EN-LIEUVIN LE PERREY FRESNE-CAUVERVILLE HEUDREVILLE-EN-LIEUVIN LIEUREY MANNEVILLE-SUR-RISLE MARAIS-VERNIER MORAINVILLE-JOUVEAUX NOARDS LA NOE-POULAIN PIENCOURT PONT-AUDEMER LA POTERIE-MATHIEU QUILLEBEUF-SUR-SEINE SAINT-AUBIN-DE-SCELLON SAINT-AUBIN-SUR-QUILLEBEUF SAINT-CHRISTOPHE-SUR-CONDE SAINT-ETIENNE-L'ALLIER LE MESNIL-SAINT-JEAN SERRE-LES-SAPINS SAINT-MARDS-DE-BLACARVILLE SAINT-MARTIN-SAINT-FIRMIN SAINTE-OPPORTUNE-LA-MARE SAINT-PIERRE-DE-CORMEILLES SAINT-PIERRE-DES-IFS SAINT-SIMEON SAINT-SYLVESTRE-DE-CORMEILLES TOCQUEVILLE TOURVILLE-SUR-PONT-AUDEMER TROUVILLE-LA-HAULE VALLETOT VIEUX-PORT |
6.4.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Eure-et-Loir (28) |
|
ARDELLES AUNAY-SOUS-CRECY BARJOUVILLE BELHOMERT-GUEHOUVILLE BERCHERES-LES-PIERRES BERCHERES-SAINT-GERMAIN BLANDAINVILLE LA BOURDINIERE-SAINT-LOUP BOUGLAINVAL LE BOULLAY-LES-DEUX-EGLISES LE BOULLAY-THIERRY CHALLET CHAMPHOL CHAMPROND-EN-GATINE CHARONVILLE CHARTAINVILLIERS CHARTRES CHATEAUNEUF-EN-THYMERAIS LES CHATELLIERS-NOTRE-DAME COLTAINVILLE CORANCEZ LES CORVEES-LES-YYS LE COUDRAY DAMMARIE DIGNY EPEAUTROLLES ERMENONVILLE-LA-GRANDE ERMENONVILLE-LA-PETITE LE FAVRIL FRESNAY-LE-COMTE FRIAIZE GASVILLE-OISEME GELLAINVILLE HAPPONVILLIERS ILLIERS-COMBRAY JAUDRAIS JOUY LEVES LA LOUPE LUISANT LUPLANTE MAGNY MARCHEVILLE MAILLEBOIS MEREGLISE MESLAY-LE-GRENET MIGNIERES MONTIREAU MORANCEZ NERON NOGENT-LE-PHAYE NONVILLIERS-GRANDHOUX POISVILLIERS PONTGOUIN PUISEUX SAINT-ANGE-ET-TORCAY SAINT-AVIT-LES-GUESPIERES SAINT-DENIS-DES-PUITS SAINT-ELIPH SAINT-EMAN SAINT-JEAN-DE-REBERVILLIERS SAINT-MAIXME-HAUTERIVE SAINT-MAURICE-SAINT-GERMAIN SAINT-PREST SAINT-SAUVEUR-MARVILLE SANDARVILLE SAULNIERES SAUMERAY SENONCHES SERAZEREUX SOURS LE THIEULIN THIVARS TREMBLAY-LES-VILLAGES VER-LES-CHARTRES VILLEBON VITRAY-EN-BEAUCE |
12.4.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Gers (32) |
|
AVENSAC AVEZAN BIVES BRUGNENS CADEILHAN CASTELNAU-D'ARBIEU CASTERA-LECTOUROIS ESTRAMIAC GAUDONVILLE LECTOURE MAGNAS PESSOULENS SAINT-AVIT-FRANDAT SAINT-LEONARD SEMPESSERRE TOURNECOUPE URDENS BAJONETTE BERRAC CERAN FLEURANCE GOUTZ HOMPS LAGARDE LARROQUE ENGALIN PAUILHAC PERGAIN TAILLAC SAINT MARTIN DE GOYNE SAINT MEZARD |
27.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Loire-Atlantique (44) |
|
LA CHAPELLE HEULIN LOIREAUXENCE MONTRELAIS PALLET |
30.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Tarn-et-Garonne (82) |
|
ANGEVILLE AUTERIVE BEAUMONT DE LOMAGNE BELBEZE EN LOMAGNE BOUDOU BRASSAC CASTELFERRUS CASTELMAYRAN CASTELSAGRAT CASTELSARRASIN COUTURES CUMONT ESPARSAC FAJOLLES GARGANIVILLAR GASQUES GENSAC GIMAT GLATENS LABOURGADE LAFFITE LAMAGISTERE LAMOTHE CUMONT LARRAZET MARIGNAC MAUMUSSON MOISSAC MONTESQUIEU MONTJOI PERVILLE SAINT AIGNAN SAINT CLAIR SAINT NAZAIRE DE VALENTANE SAINT PAUL D'ESPIS SAINT VINCENT LESPINASSE SERIGNAC VIGUERON |
26.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Vaucluse (84) |
|
ALTHEN-DES-PALUDS AUBIGNAN AVIGNON LE BARROUX LE BEAUCET BEAUMES-DE-VENISE BEDARRIDES BEDOIN BLAUVAC CABRIERES-D'AVIGNON CADEROUSSE CAIRANNE CAMARET-SUR-AIGUES CAROMB CARPENTRAS CAUMONT-SUR-DURANCE CAVAILLON CHATEAUNEUF-DE-GADAGNE CHATEAUNEUF-DU-PAPE COURTHEZON CRILLON-LE-BRAVE ENTRAIGUES-SUR-LA-SORGUE GIGONDAS GORDES L'ISLE-SUR-LA-SORGUE JONQUERETTES JONQUIERES LAFARE LAGNES LORIOL-DU-COMTAT MALEMORT-DU-COMTAT MAZAN METHAMIS MODENE MONTEUX MORIERES-LES-AVIGNON MORMOIRON ORANGE PERNES-LES-FONTAINES PIOLENC LE PONTET RASTEAU ROBION LA ROQUE-ALRIC LA ROQUE-SUR-PERNES SABLET SAINT-DIDIER SAINT-HIPPOLYTE-LE-GRAVEYRON SAINT-PIERRE-DE-VASSOLS SAINT-SATURNIN-LES-AVIGNON SARRIANS SAUMANE-DE-VAUCLUSE SEGURET |
22.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Vendée (85) |
|
AUCHAY SUR VENDEE BESSAY BOURNEZEAU CHÂTEAU GUIBERT CORPE FONTENAY LE COMTE FOUGERE L'HERMANAULT LA COUTURE LE LANGON LE TABLIER LES MAGNILS REIGNIERS LES VELLUIRE SUR VENDEE LONGEVES LUCON MAREUIL SUR LAY DISSAIS MOUZEUIL SAINT MARTIN NALLIERS PEAULT PETOSSE POUILLE RIVE DE L'YON ROSNAY SAINT AUBIN LA PLAINE SAINT ETIENNE DE BRILLOUET SAINT JEAN DE BEUGNE SAINTE GEMME LA PLAINE SAINTE PEXINE SERIGNE THIRE |
30.3.2023 |
Les communes suivantes dans le département: Vienne (86) |
|
BENASSAY CELLE LEVESCAULT CHATILLON CLOUE COUHE COULOMBIERS LA CHAPELLE MONTREUIL LAVAUSSEAU LUSIGNAN PAYRE |
22.3.2023 |
Lidstaat: Polen
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid van de in artikel 3 bis bedoelde maatregelen |
||||||||||||||
W województwie śląskim:
|
24.3.2023 |
* |
Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld. |