ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 158

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
21 juni 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 933/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 934/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

3

 

*

Verordening (EG) nr. 935/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2921/90 met betrekking tot het bedrag van de steun voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt

5

 

*

Verordening (EG) nr. 936/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 14/2004, wat betreft de geraamde voorzieningsbalans van de Franse overzeese departementen voor de sectoren granen, plantaardige oliën en verwerkte producten op basis van groenten en fruit en de levering van bepaalde levende dieren

6

 

 

Verordening (EG) nr. 937/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 houdende vaststelling voor het verkoopseizoen 2004/2005 van het in de periode van 1 juli 2004 tot en met 31 maart 2005 geldende steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen

10

 

 

Verordening (EG) nr. 938/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

12

 

 

Verordening (EG) nr. 939/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot wijziging van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee

14

 

 

Verordening (EG) nr. 940/2005 van de Commissie van 20 juni 2005 tot vaststelling van de mate waarin aan de aanvragen voor uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee kan worden voldaan

16

 

*

Richtlijn 2005/42/EG van de Commissie van 20 juni 2005 tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van de bijlagen II, IV en VI daarbij aan de technische vooruitgang ( 1 )

17

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 3 maart 2005 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 als nieuwe voedingsmiddelen of nieuwe voedselingrediënten krachtens Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 580)

20

 

*

Beschikking van de Commissie van 20 juni 2005 betreffende een verzoek om vrijstelling van de belasting op motorvoertuigen door Frankrijk ingediend krachtens artikel 6, lid 2, onder b), van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1818)  ( 1 )

23

 

*

Beschikking van de Commissie van 20 juni 2005 tot wijziging van Beschikking 92/452/EEG wat betreft embryoteams in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1812)  ( 1 )

24

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Besluit 2005/451/JBZ van de Raad van 13 juni 2005 tot vaststelling van de datum voor de toepassing van enige bepalingen van Verordening (EG) nr. 871/2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme

26

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/1


VERORDENING (EG) Nr. 933/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juni 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 20 juni 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

52,6

204

35,2

999

43,9

0707 00 05

052

82,1

999

82,1

0709 90 70

052

86,6

999

86,6

0805 50 10

388

60,1

528

61,6

624

69,9

999

63,9

0808 10 80

388

94,5

400

41,8

404

90,8

508

77,5

512

60,2

524

70,5

528

71,4

720

61,1

804

90,1

999

73,1

0809 10 00

052

202,7

999

202,7

0809 20 95

052

296,3

400

399,9

999

348,1

0809 30 10, 0809 30 90

052

174,2

999

174,2

0809 40 05

052

130,1

999

130,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/3


VERORDENING (EG) Nr. 934/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2247/2003 van de Commissie van 19 december 2003 houdende bepalingen ter uitvoering, in de sector rundvlees, van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) (3), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2247/2003 kunnen voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië invoercertificaten worden afgegeven. De invoer mag evenwel de voor ieder van de betrokken uitvoerende derde landen vastgestelde hoeveelheid niet overschrijden.

(2)

Voor producten van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië overstijgen de hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been, waarvoor van 1 tot en met 10 juni 2005 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2247/2003 certificaten zijn aangevraagd, niet de voor deze landen beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg kunnen voor de aangevraagde hoeveelheden invoercertificaten worden afgegeven.

(3)

De hoeveelheden, waarvoor met ingang van 1 juli 2005 certificaten kunnen worden aangevraagd binnen de totale hoeveelheid van 52 100 t, dienen te worden vastgesteld.

(4)

Er dient op te worden gewezen dat deze verordening Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (4) onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hieronder vermelde lidstaten geven op 21 juni 2005 voor de onderstaande hoeveelheden producten van de sector rundvlees, uitgedrukt in vlees zonder been, van oorsprong uit sommige staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, invoercertificaten af voor de daarbij vermelde landen van oorsprong:

 

Verenigd Koninkrijk:

200 t van oorsprong uit Botswana,

600 t van oorsprong uit Namibië,

 

Duitsland:

300 t van oorsprong uit Botswana,

370 t van oorsprong uit Namibië.

Artikel 2

Certificaataanvragen kunnen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2247/2003 in de eerste tien dagen van de maand juli 2005 worden ingediend voor de volgende hoeveelheden rundvlees zonder been:

Botswana:

15 106 t,

Kenia:

142 t,

Madagaskar:

7 579 t,

Swaziland:

3 337 t,

Zimbabwe:

9 100 t,

Namibië:

8 155 t.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 21 juni 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1899/2004 van de Commissie (PB L 328 van 30.10.2004, blz. 67).

(2)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(3)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).

(4)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/5


VERORDENING (EG) Nr. 935/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2921/90 met betrekking tot het bedrag van de steun voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 15, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (2) wordt het niveau van de steun voor tot caseïne of caseïnaten verwerkte ondermelk vastgesteld. Gezien de ontwikkeling van de marktprijs voor mageremelkpoeder op de markt van de Gemeenschap en voor caseïne en caseïnaten op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt moet het steunbedrag worden verlaagd.

(2)

Verordening (EEG) nr. 2921/90 moet derhalve worden gewijzigd.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 wordt het bedrag „0,75 EUR” vervangen door „0,52 EUR”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 279 van 11.10.1990, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 739/2005 (PB L 122 van 14.5.2005, blz. 18).


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/6


VERORDENING (EG) Nr. 936/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 14/2004, wat betreft de geraamde voorzieningsbalans van de Franse overzeese departementen voor de sectoren granen, plantaardige oliën en verwerkte producten op basis van groenten en fruit en de levering van bepaalde levende dieren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen, houdende wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 525/77 en (EEG) nr. 3763/91 (Poseidom) (1), en met name op artikel 3, lid 6, en artikel 6, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De betrokken geraamde voorzieningsbalansen en communautaire steunbedragen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 14/2004 van de Commissie van 30 december 2003 tot vaststelling van de voorzieningsbalansen en van de communautaire steun voor de voorziening van bepaalde essentiële producten voor menselijke consumptie, voor verwerking of voor verbruik als productiemiddel in de landbouw en voor de levering van levende dieren en eieren aan de ultraperifere regio’s overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad (2).

(2)

Met betrekking tot de uitvoering van de jaarlijkse voorzieningsbalansen in de sectoren granen, plantaardige oliën en verwerkte producten op basis van groenten en fruit en de levering van bepaalde levende dieren blijkt, voor de Franse overzeese gebieden, dat de hoeveelheden die voor de voorziening met deze producten zijn vastgesteld, onvoldoende zijn om de behoefte te dekken, omdat de vraag hoger is dan verwacht.

(3)

Er is met name behoefte aan verduurzaamde tomaten. Voor pootaardappelen blijft de uitvoeringsgraad achter op de in de balans opgenomen hoeveelheden. Met betrekking tot buffelkoeien, kuikens en eieren moeten bepaalde kenmerken van de producten waarvan de Franse overzeese departementen worden voorzien, worden aangepast aan de behoeften die op de bedrijven van die departementen zijn geconstateerd.

(4)

De hoeveelheid en de omschrijving van de hierboven genoemde producten en dieren moeten derhalve worden aangepast aan de effectieve behoeften van de betrokken Franse overzeese gebieden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken Comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 14/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De delen 1, 2, 3 en 4 van bijlage I worden vervangen door bijlage I bij de onderhavige verordening.

2)

De delen 1, 2, en 4 van bijlage II worden vervangen door bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004 (PB L 305 van 1.10.2004, blz. 1).

(2)  PB L 3 van 7.1.2004, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2138/2004 (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 24).


BIJLAGE I

„Deel 1

Granen en graanproducten bestemd voor voeding of vervoedering; oliehoudende gewassen, eiwithoudende gewassen, gedroogde voedergewassen

Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Departement

Omschrijving

GN-code

Hoeveelheid

(in t)

Steun

(EUR/t)

I

II

III

Guadeloupe

Zachte tarwe, gerst, maïs en mout

1001 90, 1003 00, 1005 90 en 1107 10

58 000

42

 (1)

Guyana

Zachte tarwe, gerst, maïs, voor diervoeding gebruikte producten en mout

1001 90, 1003 00, 1005 90, 2309 90 31, 2309 90 41, 2309 90 51, 2309 90 33, 2309 90 43, 2309 90 53 en 1107 10

6 445

52

 (1)

Martinique

Zachte tarwe, gerst, maïs, gries en griesmeel van harde tarwe, haver en mout

1001 90, 1003 00, 1005 90, 1103 11, 1004 00 en 1107 10

52 000

42

 (1)

Réunion

Zachte tarwe, gerst, maïs en mout

1001 90, 1003 00, 1005 90 en 1107 10

188 000

48

 (1)

Deel 2

Plantaardige oliën

Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

(in t)

Steun

(EUR/t)

I

II

III

Plantaardige oliën (2)

1507 tot en met 1516 (3)

Martinique

300

71

 (4)

Guadeloupe

300

71

 (4)

Réunion

11 000

 

91

 (4)

Guyana

100

91

 (4)

Total

11 700

Deel 3

Op basis van groenten en fruit verwerkte producten

Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

(in t)

Steun

(EUR/t)

I

II

III

Vruchtenmoes, door koken verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking

ex 2007

Alle

100

395

Vruchtenpulp, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, bestemd voor verwerking

ex 2008

Guyana

 

586

Guadeloupe

950

408

Martinique

 

408

Réunion

 

456

Geconcentreerde ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking

ex 2009

Guyana

500

 

727

 

Martinique

311

 (5)

Réunion

311

 

Guadeloupe

311

 

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2002

Alle

100

91

 (5)

Deel 4

Zaden

Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

(in t)

Steun

(EUR/t)

I

II

III

Pootaardappelen

0701 10 00

Réunion

50

 

94”

 


(1)  Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 (PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7) toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.

(2)  Bestemd voor de verwerkende industrie.

(3)  Met uitzondering van 1509 en 1510.

(4)  Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 136/66/EEG toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.

(5)  Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2201/96 (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29) toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.


BIJLAGE II

„Deel 1

Rundvee- en paardenhouderij

Aantal dieren en steun voor de levering van dieren uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

Steun

(EUR/dier)

Fokpaarden

0101 11 00

Alle

7

1 100

Levende runderen:

 

 

 

fokrunderen (1)

0102 10

 

 

fokbuffels

ex 0102 10 90

600

1 100

mestrunderen (2)  (3)

0102 90

200

Deel 2

Pluimveehouderij, konijnenhouderij

Aantal dieren en steun voor de levering van dieren uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

(aantal dieren, stuks)

Steun

(EUR/dier, stuk)

Kuikens

ex 0105 11

Alle

85 240

0,48

Broedeieren bestemd voor de productie van kuikens

ex 0407 00 19

800 000

0,17

Fokkonijnen

 

 

 

tamme fokkonijnen

ex 0106 19 10

800

33”

„Deel 4

Schapen- en geitenhouderij

Aantal dieren en steun voor de levering van dieren uit de Gemeenschap per kalenderjaar

Omschrijving

GN-code

Departement

Hoeveelheid

(aantal dieren)

Steun

(EUR/dier)

Schapen en geiten, fokdieren:

 

Alle

 

 

mannelijke dieren

ex 0104 10 en ex 0104 20

30

312

vrouwelijke dieren

ex 0104 10 en ex 0104 20

210

192”


(1)  Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(2)  Alleen indien van oorsprong uit een derde land.

(3)  Vrijstelling van invoerrechten geldt alleen wanneer:

de importeur bij aankomst van de dieren in de DOM verklaart dat de runderen ter plaatse zullen worden vetgemest gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf de dag van effectieve aankomst en vervolgens in de DOM zullen worden geconsumeerd;

de importeur zich er bij aankomst van de dieren schriftelijk toe verbindt om binnen één maand na de dag van aankomst van de runderen aan de bevoegde autoriteiten te melden op welk bedrijf de runderen zullen worden vetgemest;

de importeur het bewijs levert dat, behalve in geval van overmacht, het rund is vetgemest op het overeenkomstig het bepaalde in het tweede streepje gemelde bedrijf (bedrijven), dat het niet is geslacht vóór het verstrijken van de in het eerste streepje vastgestelde periode of dat het om gezondheidsredenen is geslacht of als gevolg van ziekte of een ongeval is gestorven.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/10


VERORDENING (EG) Nr. 937/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

houdende vaststelling voor het verkoopseizoen 2004/2005 van het in de periode van 1 juli 2004 tot en met 31 maart 2005 geldende steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van toetreding van Griekenland, en met name op Protocol nr. 4 betreffende katoen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3) is bepaald dat uiterlijk op 30 juni van het betrokken verkoopseizoen het steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen moet worden vastgesteld voor elke periode waarvoor een wereldmarktprijs voor dat product is vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 is bij Verordening (EG) nr. 905/2005 van de Commissie (4) de werkelijke productie van niet-geëgreneerde katoen en de daarop gebaseerde verlaging van de streefprijs vastgesteld voor het verkoopseizoen 2004/2005.

(3)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1051/2001 is de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen op gezette tijden tijdens het verkoopseizoen 2004/2005 vastgesteld.

(4)

Derhalve moet voor het verkoopseizoen 2004/2005 het steunbedrag worden vastgesteld voor elke periode waarvoor een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen is vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 31 maart 2005 worden in de bijlage de steunbedragen voor niet-geëgreneerde katoen vastgesteld die met de in de verordeningen in de bijlage vastgestelde wereldmarktprijzen corresponderen en die gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de respectieve verordeningen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  Protocol laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

(2)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3.

(3)  PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).

(4)  PB L 154 van 17.6.2005, blz. 3.


BIJLAGE

STEUN VOOR NIET-GEËGRENEERDE KATOEN

(EUR/100 kg)

Verordening van de Commissie (tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen) (EG) nr.

Steunbedrag

Griekenland

Spanje

Portugal

1218/2004 (1)

59,946

56,651

84,076

1239/2004 (2)

61,029

57,734

85,159

1271/2004 (3)

61,684

58,389

85,814

1334/2004 (4)

62,119

58,824

86,249

1399/2004 (5)

62,684

59,389

86,814

1434/2004 (6)

62,720

59,425

86,850

1490/2004 (7)

62,327

59,032

86,457

1510/2004 (8)

61,088

57,793

85,218

1554/2004 (9)

60,531

57,236

84,661

1593/2004 (10)

60,545

57,250

84,675

1642/2004 (11)

61,719

58,424

85,849

1649/2004 (12)

61,640

58,345

85,770

1710/2004 (13)

62,324

59,029

86,454

1752/2004 (14)

62,436

59,141

86,566

1824/2004 (15)

62,982

59,687

87,112

1913/2004 (16)

63,966

60,671

88,096

1940/2004 (17)

64,793

61,498

88,923

1998/2004 (18)

65,240

61,945

89,370

2058/2004 (19)

65,491

62,196

89,621

2115/2004 (20)

65,513

62,218

89,643

2197/2004 (21)

65,512

62,217

89,642

2234/2004 (22)

65,662

62,367

89,792

30/2005 (23)

64,589

61,294

88,719

90/2005 (24)

63,928

60,633

88,058

164/2005 (25)

64,610

61,315

88,740

230/2005 (26)

64,199

60,904

88,329

288/2005 (27)

63,800

60,505

87,930

346/2005 (28)

63,041

59,746

87,171

398/2005 (29)

62,978

59,683

87,108

455/2005 (30)

63,159

59,864

87,289

492/2005 (31)

61,932

58,637

86,062


(1)  PB L 232 van 1.7.2004, blz. 32.

(2)  PB L 235 van 6.7.2004, blz. 8.

(3)  PB L 240 van 10.7.2004, blz. 5.

(4)  PB L 247 van 21.7.2004, blz. 13.

(5)  PB L 255 van 31.7.2004, blz. 23.

(6)  PB L 264 van 11.8.2004, blz. 10.

(7)  PB L 273 van 21.8.2004, blz. 20.

(8)  PB L 276 van 26.8.2004, blz. 12.

(9)  PB L 282 van 1.9.2004, blz. 6.

(10)  PB L 290 van 11.9.2004, blz. 4.

(11)  PB L 295 van 18.9.2004, blz. 31.

(12)  PB L 296 van 21.9.2004, blz. 15.

(13)  PB L 305 van 1.10.2004, blz. 47.

(14)  PB L 312 van 9.10.2004, blz. 10.

(15)  PB L 320 van 21.10.2004, blz. 20.

(16)  PB L 328 van 30.10.2004, blz. 94.

(17)  PB L 335 van 11.11.2004, blz. 4.

(18)  PB L 344 van 20.11.2004, blz. 30.

(19)  PB L 355 van 1.12.2004, blz. 24.

(20)  PB L 366 van 11.12.2004, blz. 13.

(21)  PB L 373 van 21.12.2004, blz. 35.

(22)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 77.

(23)  PB L 7 van 11.1.2005, blz. 4.

(24)  PB L 19 van 21.1.2005, blz. 25.

(25)  PB L 28 van 1.2.2005, blz. 14.

(26)  PB L 39 van 11.2.2005, blz. 37.

(27)  PB L 48 van 19.2.2005, blz. 18.

(28)  PB L 55 van 1.3.2005, blz. 9.

(29)  PB L 65 van 11.3.2005, blz. 3.

(30)  PB L 74 van 19.3.2005, blz. 40.

(31)  PB L 81 van 30.3.2005, blz. 43.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/12


VERORDENING (EG) Nr. 938/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië, Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (1), en met name op artikel 5, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2, lid 2, en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 is bepaald dat voor eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen om de twee weken communautaire invoerprijzen en communautaire producentenprijzen worden vastgesteld die telkens voor twee weken gelden. Overeenkomstig artikel 1 ter van Verordening (EEG) nr. 700/88 van de Commissie van 17 maart 1988 houdende een aantal uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (2) worden deze prijzen vastgesteld voor perioden van twee weken op basis van de door de lidstaten verstrekte gewogen gegevens.

(2)

De bovengenoemde prijzen dienen onverwijld te worden vastgesteld opdat de toe te passen douanerechten kunnen worden bepaald.

(3)

Als gevolg van de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie per 1 mei 2004 hoeft voor dat land niet langer een invoerprijs te worden vastgesteld.

(4)

Voor Israël, Marokko en de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook hoeft evenmin nog een invoerprijs te worden vastgesteld in verband met de overeenkomsten die zijn goedgekeurd bij Besluit 2003/917/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst EG-Israël (3), Besluit 2003/914/EG van de Raad van 22 december 2003 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nr. 1 en nr. 3 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en het Koninkrijk Marokko (4) en Besluit 2005/4/EG van de Raad van 22 december 2004 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de interim associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Autoriteit (5).

(5)

In de perioden tussen de vergaderingen van het Comité van beheer voor levende planten en producten van de bloementeelt moet de Commissie deze maatregelen vaststellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 bedoelde eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen worden in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgesteld voor de periode van 22 juni tot en met 5 juli 2005.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97 (PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1).

(2)  PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97 (PB L 289 van 22.10.1997, blz. 1).

(3)  PB L 346 van 31.12.2003, blz. 65.

(4)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 117.

(5)  PB L 2 van 5.1.2005, blz. 4.


BIJLAGE

(EUR/100 stuks)

Periode: van 22 juni tot en met 5 juli 2005

Communautaire producentenprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

 

18,52

13,24

28,11

11,42

Communautaire invoerprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

Jordanië


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/14


VERORDENING (EG) Nr. 939/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot wijziging van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bij uitvoer in de sector slachtpluimvee toe te passen restituties zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 755/2005 van de Commissie (2).

(2)

De toepassing van de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 vermelde criteria op de gegevens waarover de Commissie heden beschikt, geeft aanleiding tot wijziging van de op dit tijdstip geldende restituties bij uitvoer in de zin als vermeld in de bijlage bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 bedoelde producten, die vastgesteld zijn in de bijlage van Verordening (EG) nr. 755/2005, worden in overeenstemming met de bijlage van deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juni 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 126 van 19.5.2005, blz. 34.


BIJLAGE

Uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee voor de periode vanaf 21 juni 2005

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

0105 11 11 9000

A02

EUR/100 st.

0,80

0105 11 19 9000

A02

EUR/100 st.

0,80

0105 11 91 9000

A02

EUR/100 st.

0,80

0105 11 99 9000

A02

EUR/100 st.

0,80

0105 12 00 9000

A02

EUR/100 st.

1,70

0105 19 20 9000

A02

EUR/100 st.

1,70

0207 12 10 9900

V01

EUR/100 kg

0207 12 10 9900

A24

EUR/100 kg

0207 12 90 9190

V01

EUR/100 kg

0207 12 90 9190

A24

EUR/100 kg

0207 12 90 9990

V01

EUR/100 kg

0207 12 90 9990

A24

EUR/100 kg

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

V01

Angola, Saudi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Oman, Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Jemen, Libanon, Irak en Iran.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/16


VERORDENING (EG) Nr. 940/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot vaststelling van de mate waarin aan de aanvragen voor uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee kan worden voldaan

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1372/95 van de Commissie van 16 juni 1995 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee (1) en met name op artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1372/95 is voorzien in bijzondere maatregelen die worden getroffen wanneer de aanvragen voor uitvoercertificaten betrekking hebben op hoeveelheden en/of uitgaven die, in de betrokken periode, de normale afzet, rekening houdend met de in artikel 8, lid 11, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad (2) bedoelde maxima, en/of de desbetreffende uitgaven overschrijden of dreigen te overschrijden.

(2)

De markt voor bepaalde producten van de sector slachtpluimvee wordt gekenmerkt door een onzekere situatie. In verband met het feit dat de restituties voor deze producten op zeer korte termijn worden gewijzigd, zouden met speculatieve doeleinden uitvoercertificaten kunnen worden aangevraagd. De afgifte van certificaten voor de van 13 tot en met 17 juni en op 20 juni 2005 aangevraagde hoeveelheden zou tot gevolg kunnen hebben dat de hoeveelheden worden overschreden die overeenkomen met de normale afzet van de betrokken producten. De aanvragen waarvoor voor de betrokken producten nog geen uitvoercertificaten zijn afgegeven, dienen te worden afgewezen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor aanvragen voor uitvoercertificaten die op grond van Verordening (EG) nr. 1372/95 in de sector slachtpluimvee worden ingediend, geldt dat er geen gevolg wordt gegeven aan de aanvragen van 13 tot en met 17 juni en van 20 juni 2005 die in behandeling zijn en waarvoor de certificaten respectievelijk op 22 en 29 juni 2005 hadden moeten worden afgegeven voor de in bijlage I bij genoemde verordening bedoelde categorie.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juni 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwíkkeling


(1)  PB L 133 van 17.6.1995, blz. 26. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1383/2001 (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 26).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/17


RICHTLIJN 2005/42/EG VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van de bijlagen II, IV en VI daarbij aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van de beoordeling van de cutane toxiciteit van costuswortelolie (Saussurea lappa Clarke), 7-ethoxy-4-methylcumarine, hexahydrocumarine en perubalsem (Myroxylon pereirae) is het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten (WCCNVP) van oordeel dat deze stoffen niet als geurstoffen in cosmetische producten mogen worden gebruikt. Zij moeten bijgevolg worden opgenomen in bijlage II bij Richtlijn 76/768/EEG.

(2)

De azokleurstoffen CI 12150, CI 20170 en CI 27290 zijn in bijlage IV, eerste deel, bij Richtlijn 76/768/EEG opgenomen als kleurstoffen die in cosmetische producten mogen voorkomen. De veiligheid van deze kleurstoffen is ter discussie gesteld omdat zij bij de stofwisseling wellicht kankerverwekkende amines vormen. Het WCCNVP is op basis van de beschikbare informatie van oordeel dat het gebruik van de kleurstoffen CI 12150, CI 20170 en CI 27290 een gevaar voor de gezondheid van de consument inhoudt daar bij gebruik van deze stoffen een of meer kankerverwekkende aromatische amines kunnen vrijkomen. Deze kleurstoffen moeten bijgevolg uit bijlage IV, eerste deel, bij Richtlijn 76/768/EEG worden geschrapt.

(3)

Benzethoniumchloride is in bijlage VI, eerste deel, bij Richtlijn 76/768/EEG met rangnummer 53 opgenomen als een conserveermiddel dat tot een concentratie van 0,1 % mag worden gebruikt in uit te spoelen cosmetische producten. Het WCCNVP is van oordeel, dat ook het gebruik van benzethoniumchloride in niet uit te spoelen cosmetische producten met uitzondering van die voor mondhygiëne moet worden toegestaan tot een concentratie van 0,1 %. De vermelding onder rangnummer 53 in bijlage VI, eerste deel, bij Richtlijn 76/768/EEG moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Het WCCNVP is van oordeel dat methylisothiazolinone geen gevaar voor de gezondheid van de consument inhoudt wanneer het in cosmetische eindproducten als conserveermiddel wordt gebruikt met een maximale concentratie van 0,01 %. Methylisothiazolinone moet bijgevolg met rangnummer 57 worden opgenomen in bijlage VI, eerste deel, bij Richtlijn 76/768/EEG.

(5)

Richtlijn 76/768/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, IV en VI bij Richtlijn 76/768/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat cosmetische producten die niet aan de bijlagen II en IV bij richtlijn 76/768/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn voldoen, vanaf 31 maart 2006 niet meer door in de Gemeenschap gevestigde fabrikanten of importeurs in de handel worden gebracht en niet meer aan de eindverbruiker worden verkocht of geleverd.

Artikel 3

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/9/EG van de Commissie (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 46).


BIJLAGE

De bijlagen bij Richtlijn 76/768/EG worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de volgende rangnummers toegevoegd:

„1133.

Costuswortelolie (Saussurea lappa Clarke) (CAS-nr. 8023-88-9) bij gebruik als geurstof

1134.

7-Ethoxy-4-methylcumarine (CAS-nr. 87-05-8) bij gebruik als geurstof

1135.

Hexahydrocumarine (CAS-nr. 700-82-3) bij gebruik als geurstof

1136.

Perubalsem (INCI-naam: Myroxylon pereirae; CAS-nr. 8007-00-9) bij gebruik als geurstof”

2)

In bijlage IV, eerste deel, worden de kleurstoffen CI 12150, CI 20170 en CI 27290 geschrapt.

3)

Bijlage VI, eerste deel, wordt als volgt gewijzigd:

a)

rangnummer 53 komt als volgt te luiden:

Rangnummer

Stoffen

Maximaal toelaatbare concentratie

Beperkingen en eisen

Gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen die op het etiket dienen te worden vermeld

a

b

c

d

e

„53

Benzethonium Chloride (INCI)

0,1 %

a)

Uit te spoelen producten,

b)

Niet uit te spoelen producten, met uitzondering van die voor mondverzorging”

 

b)

de volgende vermelding wordt toegevoegd als rangnummer 57:

Rangnummer

Stoffen

Maximaal toelaatbare concentratie

Beperkingen en eisen

Gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen die op het etiket dienen te worden vermeld

a

b

c

d

e

„57

Methylisothiazolinone (INCI)

0,01 %”

 

 


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/20


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 3 maart 2005

tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 als nieuwe voedingsmiddelen of nieuwe voedselingrediënten krachtens Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 580)

(Slechts de tekst in de Franse en de Nederlandse taal is authentiek)

(2005/448/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten (1), hierna „de verordening” genoemd, en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 24 april 2001 heeft Monsanto bij de bevoegde autoriteiten van Nederland overeenkomstig artikel 4 van de verordening een verzoek ingediend voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 als nieuwe voedingsmiddelen, respectievelijk voedselingrediënten.

(2)

In haar verslag van de eerste beoordeling van 5 november 2002 kwam de Nederlandse bevoegde instantie voor de beoordeling van voedingsmiddelen tot de conclusie dat voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van NK 603-maïs even veilig zijn als voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van conventionele maïs en op dezelfde wijze gebruikt mogen worden.

(3)

De Commissie heeft het verslag van de eerste beoordeling op 6 januari 2003 aan alle lidstaten toegezonden. Binnen de in artikel 6, lid 4, van de verordening vastgestelde periode van 60 dagen zijn overeenkomstig deze bepaling met redenen omklede bezwaren tegen het in de handel brengen van dit product ingediend.

(4)

Op 27 augustus 2003 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 11 van de verordening de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) geraadpleegd. Op 25 november 2003 heeft de EFSA het advies uitgebracht dat NK 603-maïs even veilig is als conventionele maïs en dat het derhalve onwaarschijnlijk is dat het in de handel brengen daarvan voor levensmiddelen, diervoeders of verwerking nadelige effecten op de gezondheid van mens of dier of, in die context, op het milieu zal hebben (2). Bij dit advies heeft de EFSA alle specifieke vraagpunten en bedenkingen in beschouwing genomen die door de lidstaten naar voren gebracht waren.

(5)

Ingevolge artikel 46, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (3) worden verzoeken krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 258/97 die vóór de datum van toepassing van eerstgenoemde verordening waren ingediend, ongeacht artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, volgens de bepalingen van Verordening (EG) nr. 258/97 behandeld wanneer de aanvullende beoordeling die volgens artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 258/97 nodig is, voor de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1829/2003 naar de Commissie is gestuurd.

(6)

Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) van de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft in samenwerking met het Europees netwerk van GGO-laboratoria (ENGL) een detectiemethode voor NK 603-maïs gevalideerd. Het GCO heeft een volledige valideringsstudie (ringonderzoek) aan de hand van internationaal aanvaarde richtsnoeren uitgevoerd om de prestaties van een kwantitatieve modificatiespecifieke methode voor het opsporen en kwantificeren van de NK 603-transformatiestap bij maïs te testen. Het voor de studie benodigde materiaal is door Monsanto verstrekt. Volgens het GCO zijn de prestaties van de methode geschikt voor het beoogde doel, rekening houdend met de door ENGL voorgestelde prestatiecriteria voor methoden die zijn ingediend in verband met naleving van de regelgeving, enerzijds, en de gangbare wetenschappelijke opvattingen over bevredigende prestaties van een methode, anderzijds. Zowel de methode als de resultaten van de validatie zijn openbaar gemaakt.

(7)

Het referentiemateriaal voor maïs van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 is geproduceerd door het GCO van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

(8)

Voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 moeten worden geëtiketteerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1829/2003 en moeten voldoen aan de traceerbaarheidsvereisten van Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (4).

(9)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 65/2004 van de Commissie (5) is aan het product een eenduidig identificatienummer toegekend met het oog op de toepassing van Verordening (EG) nr. 1830/2003.

(10)

Informatie over de identificatie van voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603, met inbegrip van de gevalideerde detectiemethode en het referentiemateriaal, zoals opgenomen in de bijlage, moet terug te vinden zijn in het register bedoeld in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(11)

Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid heeft geen advies uitgebracht; daarom heeft de Commissie krachtens artikel 13, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 258/97 en in overeenstemming met artikel 5, lid 4, van Besluit 1999/468/EG van de Raad (6) een voorstel bij de Raad ingediend, waarover deze binnen drie maanden een besluit moest nemen.

(12)

De Raad heeft echter binnen de vastgestelde termijn geen besluit genomen. Daarom moet nu de Commissie een beschikking geven,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Voedingsmiddelen en voedselingrediënten, afkomstig van de genetisch gemodificeerde maïslijn NK 603 (hierna „de producten” genoemd), overeenkomstig de benaming en specificatie in de bijlage, mogen als nieuwe voedingsmiddelen of nieuwe voedselingrediënten in de Gemeenschap in de handel worden gebracht.

Artikel 2

De producten worden geëtiketteerd als „genetisch gemodificeerde maïs” of „geproduceerd met genetisch gemodificeerde maïs” overeenkomstig de etiketteringsvoorschriften van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Artikel 3

De producten en de in de bijlage opgenomen informatie worden opgenomen in het Communautair register van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot Monsanto Europe NV, Tervurenlaan 270-272, B-1150 Brussel, België, als vertegenwoordiger van Monsanto Company, USA. Zij heeft een geldigheidsduur van 10 jaar.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(2)  The EFSA Journal (2003) 9, 1-14.

(3)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.

(4)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24.

(5)  PB L 10 van 16.1.2004, blz. 5.

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

INFORMATIE VOOR HET COMMUNAUTAIR REGISTER VAN GENETISCH GEMODIFICEERDE LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS

a)   Vergunninghouder:

Naam: Monsanto Europe NV

Adres: Tervurenlaan 270-272, B-1150 Brussel, België

Namens Monsanto Company, 800 N. Lindbergh Boulevard St. Louis, Missouri 63167, USA

b)   Benaming en specificatie van de producten:

Voedingsmiddelen en voedselingrediënten afkomstig van genetisch gemodificeerde maïs (Zea maize L.) lijn NK 603, met een verhoogde tolerantie voor het herbicide glyfosaat, en van alle kruisingen daarvan met traditioneel geteelde maïslijnen. De maïslijn NK 603 bevat de volgende DNA-sequenties in twee intacte cassettes:

een epsps-gen voor 5-enolpyruvylshikimaat-3-fosfaatsynthase, afkomstig van Agrobacterium sp. stam CP4 (CP4 EPSPS), dat tolerantie voor glyfosaat geeft, gereguleerd door de promoter van het actine 1-gen van rijst, een terminatorsequentie uit Agrobacterium tumefaciens en de sequentie voor het chloroplasttransportpeptide uit het epsps-gen van Arabidopsis thaliana;

een epsps-gen voor 5-enolpyruvylshikimaat-3-fosfaatsynthase, afkomstig van Agrobacterium sp. stam CP4 (CP4 EPSPS), dat tolerantie voor glyfosaat geeft, gereguleerd door een versterkte 35S-promoter van het bloemkoolmozaïekvirus, een terminatorsequentie uit Agrobacterium tumefaciens en de sequentie voor het chloroplasttransportpeptide uit het epsps-gen van Arabidopsis thaliana.

c)   Etikettering:„Genetisch gemodificeerde maïs” of „Geproduceerd met genetisch gemodificeerde maïs”

d)   Detectiemethode:

Modificatiespecifieke real-time kwantitatieve PCR-methode voor genetisch gemodificeerde NK 603-maïs.

Gevalideerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) van de Europese Commissie, in samenwerking met het Europees netwerk van GGO-laboratoria (ENGL), wordt gepubliceerd op http://gmo-crl.jrc.it/statusofdoss.htm

Referentiemateriaal: IRMM-415, geproduceerd door het GCO van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

e)   Eenduidig identificatienummer: MON-00603-6

f)   Krachtens bijlage II van het Protocol van Cartagena vereiste informatie: Niet van toepassing.

g)   Voorwaarden of beperkingen met betrekking tot het in de handel brengen van het product: Niet van toepassing.

h)   Voorschriften voor monitoring na het in de handel brengen: Niet van toepassing.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/23


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

betreffende een verzoek om vrijstelling van de belasting op motorvoertuigen door Frankrijk ingediend krachtens artikel 6, lid 2, onder b), van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1818)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/449/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 1999/62/EG van de Raad betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 6, lid 2, onder b), van Richtlijn 1999/62/EG kunnen de lidstaten verlaagde tarieven of vrijstellingen toepassen voor voertuigen die slechts af en toe deelnemen aan het verkeer op de openbare weg in de lidstaat van registratie en die door natuurlijke of rechtspersonen worden gebruikt die het goederenvervoer niet als hoofdactiviteit hebben, mits het vervoer door deze voertuigen niet leidt tot vervalsing van de mededinging, en behoudens toestemming van de Commissie.

(2)

Frankrijk heeft de Commissie gevraagd haar goedkeuring te geven aan vrijstelling van de belasting op motorvoertuigen overeenkomstig Richtlijn 1999/62/EG voor voertuigen van 12 t of meer die in Frankrijk uitsluitend bij openbare en industriële werken gebruikt worden.

(3)

Aan de voorwaarden van artikel 6, lid 2, onder b), wordt voldaan, aangezien genoemde voertuigen slechts af en toe deelnemen aan het verkeer op de openbare weg, niet voor goederenvervoer gebruikt worden en geen concurrentievervalsing veroorzaken omdat zij alleen maar kunnen worden gebruikt voor vervoer van vast op het voertuig gemonteerde en voor haar gebruiksdoel gebruikte uitrusting.

(4)

De goedkeuring moet voor een beperkte tijd gegeven worden.

(5)

De door Frankrijk gevraagde vrijstelling dient derhalve te worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder b), van Richtlijn 1999/62/EG wordt bij deze de vrijstelling tot en met 31 december 2009 van de belasting op motorvoertuigen van 12 t of meer die uitsluitend voor transport van vast gemonteerde uitrusting bij openbare en industriële werken in Frankrijk gebruikt worden door de Commissie goedgekeurd:

1)

Hef- en transportwerktuigen met eigen aandrijving (op een rijdend chassis gemonteerde kranen);

2)

Mobiele pompen of pompstations, vast gemonteerd op een rijdend chassis;

3)

Mobiele motorcompressorgroepen, vast gemonteerd op een rijdend chassis;

4)

Betonmolens en betonpompen, vast gemonteerd op een rijdend chassis (met uitzondering van truckmixers voor het transport van beton);

5)

Mobiele generatorgroepen, vast geïnstalleerd op een rijdend chassis;

6)

Mobiele boormachines, vast geïnstalleerd op een rijdend chassis.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vice-voorzitter


(1)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.


21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/24


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2005

tot wijziging van Beschikking 92/452/EEG wat betreft embryoteams in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1812)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/450/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo’s van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (1), en met name op artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Beschikking 92/452/EEG van de Commissie van 30 juli 1992 houdende vaststelling van lijsten van embryoteams en embryoproductieteams die in derde landen zijn erkend met het oog op de uitvoer van runderembryo’s naar de Gemeenschap (2) is bepaald dat de lidstaten de invoer van runderembryo’s uit derde landen alleen toestaan als die embryo’s zijn verzameld, behandeld en opgeslagen door embryoteams die voorkomen op de lijsten in de bijlage bij die beschikking.

(2)

Nieuw-Zeeland heeft gevraagd in de lijst voor dat land zeven centra te schrappen en van drie centra het adres te wijzigen. Voorts heeft Nieuw-Zeeland de belettering van het erkenningsnummer van de centra gewijzigd.

(3)

De Verenigde Staten van Amerika hebben gevraagd in de lijst voor dat land één centrum toe te voegen en van drie centra het adres te wijzigen.

(4)

Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika hebben garanties gegeven betreffende de naleving van de desbetreffende voorschriften van Richtlijn 89/556/EEG en de betrokken embryoteams zijn door de veterinaire diensten van die landen officieel erkend voor uitvoer naar de Gemeenschap.

(5)

Beschikking 92/452/EEG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 92/452/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 24 juni 2005.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 302 van 19.10.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 250 van 29.8.1992, blz. 40. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/29/EG (PB L 15 van 19.1.2005, blz. 34).


BIJLAGE

De bijlage bij Beschikking 92/452/EEG wordt als volgt gewijzigd:

a)

De lijst voor Nieuw-Zeeland wordt vervangen door:

„NZ

 

NZEB01

 

Premier Genetics NZ Ltd

Ingram Road, RD 3, Drury

South Auckland

Dr Thomas Edward Dixon, Dr John Crawford

NZ

 

NZEB02

 

Animal Breeding Services Ltd,

Kihikihi ET Centre

3680 State Highway 3, RD 2

Hamilton

Dr John David Hepburn, Dr Lindsay Chitty

NZ

 

NZEB04

 

Advanced Genetics

100 Paradise Gully Road,

RD 5C

Oamaru

Dr Neil Sanderson”

b)

De gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot embryoteam nr. 92VA055 E794 worden vervangen door:

„US

 

92VA055 E794

 

2420, Grace Chapel Road,

Harrisonburg, VA 22801

Randall Hinshaw”

c)

De gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot embryoteam nr. 92VA056 E794 worden vervangen door:

„US

 

92VA056 E794

 

2420, Grace Chapel Road,

Harrisonburg, VA 22801

Sarah S. Whitman”

d)

De gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot embryoteam nr. 96TX088 E928 worden vervangen door:

„US

 

96TX088 E928

 

Ultimate Genetics/Normangee,

4140 OSR Normangee,

TX 77871

Dr Joe Oden”

e)

De volgende gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika worden toegevoegd:

„US

 

04TN113 E795

 

Large Animal Services

Embryo Transfer Center

272 Bowers Road Greeneville,

TN 37743

Mitchell L. Parks”


Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie

21.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 158/26


BESLUIT 2005/451/JBZ VAN DE RAAD

van 13 juni 2005

tot vaststelling van de datum voor de toepassing van enige bepalingen van Verordening (EG) nr. 871/2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Verordening (EG) nr. 871/2004 van de Raad van 29 april 2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (1) (hierna „de Raadsverordening” genoemd), en met name op artikel 2, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 24 februari 2005 heeft de Raad Besluit 2005/211/JBZ aangenomen betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 2, leden 1, 2 en 3, van dit besluit worden enige bepalingen ervan van kracht op de aldaar vermelde data.

(3)

Gelijkluidende bepalingen in de Raadsverordening dienen vanaf dezelfde datum van toepassing te worden.

(4)

Krachtens artikel 2, lid 2, van de Raadsverordening is deze verordening van toepassing vanaf een door de Raad vast te stellen datum, zodra aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan, waarbij de Raad kan besluiten om voor de toepassing van verschillende bepalingen verschillende data vast te stellen.

(5)

Ten aanzien van de leden 1, 3, 7 en 8 van artikel 1 van de Raadsverordening is aan de in artikel 2, lid 2, van deze verordening bedoelde noodzakelijke voorwaarden voldaan.

(6)

Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de door de Raad van de Europese Unie met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (3), welke te ontwikkelen bepalingen betrekking hebben op het gebied genoemd in artikel 1, punt G van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst (4).

(7)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), waarbij de te ontwikkelen bepalingen betrekking hebben op het gebied genoemd in artikel 1, punt G van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 4, lid 1, van de besluiten van de Raad van 25 oktober 2004, betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap, en inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst (6),

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De leden 1 en 3 van artikel 1 van de Raadsverordening zijn van toepassing met ingang van 13 juni 2005.

2.   De leden 7 en 8 van artikel 1 van de Raadsverordening zijn van toepassing met ingang van 11 september 2005.

3.   De leden 1, 3, 7 en 8 van artikel 1 van de Raadsverordening zijn voor IJsland en Noorwegen van toepassing met ingang van 10 december 2005.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB L 162 van 30.4.2004, blz. 29.

(2)  PB L 68 van 15.3.2005, blz. 44.

(3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(4)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(5)  Doc. 13054/04 van de Raad, te vinden op http://register.consilium.eu.int

(6)  PB L 368 van 15.12.2004, blz. 26 en PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78.