29.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 385/28


BESLUIT VAN DE RAAD

van 2 juni 2004

betreffende de ondertekening en de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, en van het bijbehorende Memorandum van overeenstemming

(2004/911/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 94 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, artikel 300, lid 3, eerste alinea, en artikel 300, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 oktober 2001 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren met de Zwitserse Bondsstaat over een passende overeenkomst om te verzekeren dat de Zwitserse Bondsstaat maatregelen aanneemt van gelijke strekking als die welke binnen de Gemeenschap zullen worden toegepast met het oog op effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden.

(2)

Toepassing van de bepalingen van Richtlijn 2003/48/EG (2) is afhankelijk van toepassing door de Zwitserse Bondsstaat van maatregelen van gelijke strekking als die welke in die richtlijn zijn vervat, overeenkomstig een door de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Gemeenschap te sluiten overeenkomst.

(3)

De Gemeenschap heeft besloten het verzoek van de Zwitserse Bondsstaat in te willigen om in de overeenkomst bepalingen op te nemen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de oorspronkelijke versies van Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (3), en van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (4).

(4)

De overeenkomst en het Memorandum van overeenstemming dienen namens de Gemeenschap te worden ondertekend en goedgekeurd;

(5)

Er moet worden voorzien in een eenvoudige en snelle procedure voor de aanpassing van de bijlagen I en II van de overeenkomst,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, en het bijbehorende Memorandum van overeenstemming worden goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap.

De tekst van de overeenkomst en het bijbehorende memorandum van overeenstemming zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Commissie wordt gemachtigd namens de Gemeenschap wijzigingen goed te keuren in de bijlage bij de overeenkomst die ervoor zorgen dat deze overeenstemmen met de gegevens betreffende bevoegde autoriteiten die voortvloeien uit de in artikel 5, onder a), van Richtlijn 2003/48/EG bedoelde kennisgevingen en met de gegevens in de bijlage bij die richtlijn.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de Overeenkomst, het bijbehorende Memorandum van Overeenstemming en de in artikel 22, lid 2, van de Overeenkomst en in het Memorandum van overeenstemming bedoelde briefwisseling namens de Gemeenschap te ondertekenen.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd namens de Gemeenschap de akte van kennisgeving neder te leggen, bedoeld in artikel 17, lid 1, van de Overeenkomst (5).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 2 juni 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

C. McCREEVY


(1)  Advies uitgebracht op 30 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38.

(3)  PB L 225 van 20.8.1990, blz. 6.

(4)  PB L 157 van 26.6.2003, blz. 49.

(5)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „Gemeenschap” te noemen,

en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, hierna „Zwitserland” te noemen,

dan wel „Overeenkomstsluitende partij” of „Overeenkomstsluitende partijen”,

HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

Artikel 1

Inhouding door Zwitserse uitbetalende instanties

1.   Op rentebetalingen die door een op het grondgebied van Zwitserland gevestigde uitbetalende instantie worden verricht ten gunste van uiteindelijk gerechtigden in de zin van artikel 4 die hun woonplaats hebben in een lidstaat van de Europese Unie, hierna „lidstaat” te noemen, dient overeenkomstig lid 2 en artikel 2 hieronder een bedrag te worden ingehouden. Het tarief van de inhouding bedraagt 15 % gedurende de eerste drie jaar vanaf de datum van toepassing van deze overeenkomst, 20 % gedurende de daaropvolgende periode van drie jaar en 3 % na afloop van die periode.

2.   De inhouding geldt niet voor rentebetalingen op schuldvorderingen die worden uitgegeven door debiteuren die hun woonplaats hebben in Zwitserland of die betrekking hebben op vaste inrichtingen in Zwitserland van personen die niet hun woonplaats hebben in Zwitserland. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder de term „vaste inrichting” hetzelfde verstaan als in de betreffende overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen Zwitserland en de staat waar de debiteur zijn woonplaats heeft. Indien een dergelijke overeenkomst niet voorhanden is, wordt onder de term „vaste inrichting” verstaan een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een debiteur geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.

3.   Indien Zwitserland het tarief van de vervroegde heffing op rentebetalingen uit Zwitserse bron aan personen die hun woonplaats hebben in lidstaten echter verlaagt tot onder 35 %, dient Zwitserland op dergelijke rentebetalingen een bedrag in te houden. Het tarief van die inhouding dient overeen te komen met het verschil tussen het tarief van de in lid 1 bedoelde inhouding en het nieuwe tarief van de vervroegde heffing. Het tarief mag echter niet meer bedragen dan het in lid 1 bedoelde tarief.

Indien Zwitserland het toepassingsgebied van de wet inzake de vervroegde heffing op rentebetalingen aan personen die hun woonplaats hebben in lidstaten, beperkt, dient op rentebetalingen die hierdoor worden uitgesloten van de vervroegde heffing, een bedrag te worden ingehouden dat overeenkomt met de in lid 1 bedoelde tarieven.

4.   Lid 2 is niet van toepassing op rente die wordt uitgekeerd door Zwitserse beleggingsfondsen die op het moment van inwerkingtreding van deze overeenkomst of op een latere datum zijn vrijgesteld van de Zwitserse vervroegde heffing op de betalingen die zij verrichten ten gunste van personen die hun woonplaats hebben in een lidstaat.

5.   Zwitserland dient de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de taken die vereist zijn in het kader van de implementatie van deze overeenkomst, worden verricht door de uitbetalende instanties die gevestigd zijn op het grondgebied van Zwitserland, en dient met name te voorzien in bepalingen met betrekking tot procedures en sancties.

Artikel 2

Vrijwillige verstrekking van gegevens

1.   Zwitserland dient te voorzien in een procedure die de uiteindelijk gerechtigde als gedefinieerd in artikel 4 de mogelijkheid biedt de in artikel 1 genoemde inhouding te vermijden door zijn uitbetalende instantie in Zwitserland expliciet te machtigen de rentebetalingen ter kennis te brengen van de bevoegde autoriteit van die staat. Die machtiging betreft alle rentebetalingen welke door die uitbetalende instantie worden verricht ten gunste van de uiteindelijk gerechtigde.

2.   De minimale gegevens die door de uitbetalende instantie dienen te worden verstrekt ingeval van expliciete machtiging door de uiteindelijk gerechtigde zijn:

a)

de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde, die zijn vastgesteld in overeenstemming met artikel 5;

b)

de naam en het adres van de uitbetalende instantie;

c)

het rekeningnummer van de uiteindelijk gerechtigde of, indien dit niet bestaat, de identificatie van de schuldvordering die aanleiding geeft tot de rente, en

d)

het in overeenstemming met artikel 3 berekende bedrag van de rentebetaling.

3.   De Zwitserse bevoegde autoriteit brengt de in lid 2 bedoelde gegevens ter kennis van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uiteindelijk gerechtigde zijn woonplaats heeft. De verstrekking van deze gegevens geschiedt automatisch en tenminste éénmaal per jaar, binnen een termijn van zes maanden volgend op de beëindiging van het belastingjaar in Zwitserland, voor alle rentebetalingen gedaan gedurende dat jaar.

4.   Indien de uiteindelijk gerechtigde opteert voor deze procedure van vrijwillige verstrekking van gegevens of zijn inkomsten uit rente uitgekeerd door een Zwitserse uitbetalende instantie anderszins meldt aan de belastingautoriteiten in de lidstaat waar hij woont, dient over die inkomsten uit rente belasting te worden betaald in die lidstaat en gelden daarvoor dezelfde tarieven als die welke worden toegepast op soortgelijke inkomsten in die staat.

Artikel 3

Grondslag voor de inhouding

1.   De uitbetalende instantie verricht de inhouding, overeenkomstig artikel 1, lid 1, op de volgende wijze:

a)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder a): op het brutobedrag van de uitbetaalde of bijgeschreven rente;

b)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder b) of d): op het bedrag van de in genoemd lid, onder b) of d), bedoelde rente of inkomsten;

c)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder c): op het bedrag van de in dat lid, onder c), bedoelde rente.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt de inhouding in mindering gebracht naar rata van de periode dat de uiteindelijk gerechtigde houder van de schuldvordering is. Indien de uitbetalende instantie de duur van die periode niet kan vaststellen op basis van de informatie waarover zij beschikt, dient ervan uit te worden gegaan dat de uiteindelijk gerechtigde gedurende de gehele periode dat de schuldvordering heeft bestaan, de houder ervan is geweest, tenzij de uiteindelijk gerechtigde de datum van verkrijging van de schuldvordering aantoont.

3.   Belastingen en inhoudingen op dezelfde rentebetaling andere dan de inhouding waarin deze overeenkomst voorziet, dienen te worden verrekend met het in overeenstemming met dit artikel berekende bedrag van de inhouding.

4.   De leden 1, 2 en 3 doen geen afbreuk aan het bepaalde in artikel 1, lid 2.

Artikel 4

Definitie van uiteindelijk gerechtigde

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „uiteindelijk gerechtigde” verstaan elke natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt, of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, tenzij deze aantoont dat de rentebetaling niet te zijner gunste is ontvangen of bewerkstelligd. Een natuurlijke persoon wordt niet geacht de uiteindelijk gerechtigde te zijn indien:

a)

hij handelt als uitbetalende instantie in de zin van artikel 6, of

b)

hij handelt namens een rechtspersoon, een beleggingsfonds of een vergelijkbare of daarmee gelijkgestelde instelling voor collectieve belegging in effecten, of

c)

hij handelt namens een andere natuurlijke persoon die de uiteindelijk gerechtigde is en hij aan de uitbetalende instantie de identiteit van die uiteindelijk gerechtigde bekendmaakt, alsmede de lidstaat waar deze zijn woonplaats heeft.

2.   Indien de uitbetalende instantie beschikt over gegevens die doen vermoeden dat de natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, niet de uiteindelijk gerechtigde is, moet zij redelijke maatregelen nemen om de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde vast te stellen. Indien de uitbetalende instantie de uiteindelijk gerechtigde niet kan identificeren, behandelt zij de natuurlijke persoon in kwestie als de uiteindelijk gerechtigde.

Artikel 5

Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde

Om de identiteit en de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde, als gedefinieerd in artikel 4, te bepalen, houdt de uitbetalende instantie gegevens bij met betrekking tot diens naam, voornaam, adres en woonplaats in overeenstemming met de Zwitserse wettelijke bepalingen ter bestrijding van het witwassen van geld. Voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan, of voor transacties die, bij ontstentenis van contractuele betrekkingen, zijn verricht op of na 1 januari 2004, wordt voor natuurlijke personen die een paspoort of een officieel identiteitsdocument overleggen dat is afgegeven door een lidstaat, en die verklaren dat zij hun woonplaats hebben in een andere staat dan een lidstaat of Zwitserland, de woonplaats vastgesteld door middel van de fiscalewoonplaatsverklaring die is afgegeven door de bevoegde autoriteit van de staat waarin die natuurlijke persoon verklaart zijn woonplaats te hebben. Indien een dergelijke verklaring niet wordt overgelegd, wordt de lidstaat die het paspoort of ander officieel identiteitsdocument heeft afgegeven, geacht de woonstaat te zijn.

Artikel 6

Definitie van uitbetalende instantie

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „uitbetalende instantie” in Zwitserland verstaan banken volgens de Zwitserse bankwetgeving, effectenmakelaars volgens de Federale wet op effectenbeurzen en effectenhandel, natuurlijke personen en rechtspersonen die hun woonplaats hebben of gevestigd zijn in Zwitserland, personenvennootschappen en vaste inrichtingen van buitenlandse vennootschappen, die, zelfs als dit slechts sporadisch geschiedt, activa van derde partijen accepteren, in bezit hebben, daarmee investeringen verrichten of die overmaken, of die tijdens hun werkzaamheden rente uitbetalen of een rentebetaling bewerkstelligen.

Artikel 7

Definitie van rentebetaling

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „rentebetaling” verstaan:

a)

rente, uitbetaald of bijgeschreven op een rekening, die is terug te voeren op enigerlei schuldvordering, met inbegrip van rente, uitbetaald op fiduciaire deposito's door Zwitserse uitbetalende instanties ten gunste van uiteindelijk gerechtigden, als gedefinieerd in artikel 4, al dan niet gedekt door hypotheek of voorzien van een winstdelingsclausule, en met name de opbrengsten van overheidspapier en obligatieleningen, inclusief daaraan gehechte premies en prijzen, maar met uitsluiting van leningen tussen particulieren die niet handelen in het kader van hun beroepswerkzaamheden. Boetes voor te late betaling worden niet als rentebetaling aangemerkt;

b)

rente die is aangegroeid of gekapitaliseerd op het moment van de verkoop, terugbetaling of aflossing van de onder a) bedoelde schuldvorderingen;

c)

inkomsten uit rentebetalingen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, hierna de „Richtlijn” genoemd, uitgekeerd door

i)

instellingen voor collectieve belegging (icbe's) die zijn gevestigd in een lidstaat,

ii)

entiteiten die zijn gevestigd in een lidstaat, die kiezen voor een behandeling als bedoeld in artikel 4, lid 3, van de richtlijn en de uitbetalende instantie daarvan op de hoogte brengen,

iii)

instellingen voor collectieve belegging (icbe's) die buiten het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen zijn gevestigd,

iv)

Zwitserse beleggingsfondsen die op het moment van inwerkingtreding van deze overeenkomst of op een latere datum zijn vrijgesteld van de Zwitserse vervroegde heffing op hun betalingen aan natuurlijke personen die hun woonplaats hebben in een lidstaat;

d)

inkomsten die zijn gerealiseerd bij de verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen of bewijzen van deelneming in de volgende instellingen en entiteiten, indien deze rechtstreeks of onrechtstreeks via andere hierna bedoelde instellingen voor collectieve belegging of entiteiten meer dan 40 % van hun vermogen beleggen in de onder a) bedoelde schuldvorderingen:

i)

instellingen voor collectieve belegging (icbe's) die zijn gevestigd in een lidstaat,

ii)

entiteiten die zijn gevestigd in een lidstaat, die kiezen voor een behandeling als bedoeld in artikel 4, lid 3, van de richtlijn en de uitbetalende instantie daarvan op de hoogte brengen,

iii)

instellingen voor collectieve belegging (icbe's) die buiten het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen zijn gevestigd,

iv)

Zwitserse beleggingsfondsen die op het moment van inwerkingtreding van deze overeenkomst of op een latere datum zijn vrijgesteld van de Zwitserse vervroegde heffing op hun betalingen aan natuurlijke personen die hun woonplaats hebben in een lidstaat.

2.   Wat betreft lid 1, onder c), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het deel van de inkomsten dat voortkomt uit rentebetalingen, het volledige bedrag aan inkomsten als rentebetaling aangemerkt.

3.   Wat betreft lid 1, onder d), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het percentage van het vermogen dat is belegd in schuldvorderingen of in aandelen of bewijzen van deelneming als omschreven onder dat punt, dat percentage geacht meer dan 40 % te bedragen. Indien zij het bedrag van de door de uiteindelijk gerechtigde gerealiseerde inkomsten niet kan bepalen, worden de inkomsten geacht de opbrengst van de verkoop, aflossing of terugbetaling van de aandelen of bewijzen van deelneming te zijn.

4.   Inkomsten met betrekking tot instellingen of entiteiten die maximaal 15 % van hun vermogen hebben belegd in schuldvorderingen in de zin van lid 1, onder a), worden niet aangemerkt als rentebetaling overeenkomstig lid 1, onder c) en d).

5.   Het percentage bedoeld in lid 1, onder d), en lid 3 bedraagt vanaf 1 januari 2011 25 %.

6.   De in lid 1, onder d), en lid 4 bedoelde percentages worden bepaald aan de hand van de beleggingspolitiek, zoals die in het fondsreglement of de statuten van de betrokken instellingen of entiteiten is neergelegd en, bij ontstentenis daarvan, op basis van de feitelijke samenstelling van de beleggingsportefeuille van de betrokken instellingen of entiteiten.

Artikel 8

Verdeling van belastingopbrengsten

1.   Zwitserland behoudt 25 % van de opbrengsten als gevolg van de inhouding op grond van deze overeenkomst en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde.

2.   Die overdrachten vinden elk jaar in één verrichting per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het eind van het belastingjaar in Zwitserland.

Artikel 9

Voorkoming van dubbele belasting

1.   Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen, door een uitbetalende instantie in Zwitserland is onderworpen aan inhouding, kent de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde hem een belastingverrekening toe die gelijk is aan het bedrag van de inhouding. Indien dit bedrag hoger is dan het totaalbedrag van de rente waarop krachtens het nationale recht belasting verschuldigd is, restitueert de fiscale woonstaat het bedrag dat te veel is ingehouden aan de uiteindelijk gerechtigde.

2.   Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen onderworpen is geweest aan andere belastingen en inhoudingen dan die waarin deze overeenkomst voorziet, en de lidstaat waar de fiscale woonstaat is gevestigd naar nationaal recht of op grond van overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting voor dergelijke heffingen en inhoudingen belastingverrekening toekent, worden dergelijke andere belastingen en inhoudingen verrekend alvorens de procedure van lid 1 wordt toegepast. De lidstaat waar de fiscale woonplaats is gevestigd aanvaardt verklaringen afgegeven door Zwitserse uitbetalende instanties als bewijs van de belasting of inhouding, met dien verstande dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de fiscale woonstaat is gevestigd de Zwitserse bevoegde autoriteit kan verzoeken de in de door de Zwitserse uitbetalende instanties afgegeven verklaringen vervatte informatie te verifiëren.

3.   De fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde kan de belastingverrekeningsregeling bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven vervangen door restitutie van de in artikel 1 bedoelde inhouding.

Artikel 10

Uitwisseling van inlichtingen

1.   De bevoegde autoriteiten van Zwitserland en iedere lidstaat wisselen gegevens uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht, of soortgelijke inbreuken met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke inbreuken” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrekking tot de aangelegenheden waarnaar de verzoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op administratieve, civielrechtelijke of strafrechtelijke basis. Onverminderd het toepassingsgebied van de uitwisseling van inlichtingen als gedefinieerd in dit lid, worden gegevens uitgewisseld volgens de procedures die zijn vastgesteld in de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting tussen Zwitserland en de lidstaten, en op de daarin genoemde wijze vertrouwelijk behandeld.

2.   Bij het bepalen of gegevens in antwoord op een verzoek kunnen worden verstrekt, dient de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe te passen overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is gericht.

3.   De staat aan welke het verzoek is gericht, dient de gegevens te verstrekken indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke inbreuken betreffen. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke inbreuken betreffen, kan zijn gebaseerd op:

a)

documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;

b)

getuigenverklaringen van de belastingplichtige;

c)

gegevens van een informant of een andere derde persoon, die onafhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aangenomen dat die betrouwbaar zijn, of

d)

indirect bewijs.

4.   Zwitserland opent bilaterale onderhandelingen met elk van de lidstaten om de individuele categorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke inbreuken” overeenkomstig de belastingprocedure die door deze staten wordt toegepast.

Artikel 11

Bevoegde autoriteiten

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „bevoegde autoriteiten” verstaan de in bijlage I genoemde autoriteiten.

Artikel 12

Overleg

Indien de bevoegde Zwitserse autoriteit en een of meer van de andere in artikel 11 genoemde bevoegde autoriteiten het niet eens zijn over de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst, trachten zij in onderling overleg tot een oplossing te komen. Zij brengen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van hun overleg. Met betrekking tot interpretatievraagstukken kan de Commissie op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten deelnemen aan het overleg.

Artikel 13

Toetsing

1.   De overeenkomstsluitende partijen plegen tenminste eenmaal in de drie jaar, of op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen, overleg met het oog op de bestudering en, voor zover de overeenkomstsluitende partijen zulks nodig achten, de verbetering van de technische werking van de overeenkomst en de evaluatie van internationale ontwikkelingen. Het overleg wordt gehouden binnen een maand na het verzoek of, in dringende gevallen, zo spoedig mogelijk.

2.   Op basis van een dergelijke evaluatie kunnen de overeenkomstsluitende partijen overleg plegen om te bestuderen op welke punten deze overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

3.   Zodra er voldoende ervaring is opgedaan met de volledige implementatie van artikel 1, lid 1, plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg om te bestuderen op welke punten de overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

4.   Met het oog op het in de leden 1, 2 en 3 bedoelde overleg stelt elke overeenkomstsluitende partij de andere overeenkomstsluitende partij op de hoogte van mogelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de goede werking van deze overeenkomst. Dit omvat mede relevante overeenkomsten tussen een der overeenkomstsluitende partijen en een derde staat.

Artikel 14

Verband met bilaterale overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting

De bepalingen van de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting tussen Zwitserland en de lidstaten vormen geen hinderpaal voor de heffing van de inhouding waarin deze overeenkomst voorziet.

Artikel 15

Uitkering van dividenden, rente en royalty’s tussen ondernemingen

1.   Onverminderd de toepassing van binnenlandse of op een overeenkomst gebaseerde bepalingen ter voorkoming van fraude of misbruik in Zwitserland en de lidstaten, is uitkering van dividenden door dochterondernemingen aan moedermaatschappijen niet onderworpen aan belasting in de bronstaat indien:

de moedermaatschappij gedurende ten minste twee jaar een directe deelneming van minimaal 25 % heeft in het kapitaal van de dochteronderneming, en;

de fiscale woonstaat van de ene vennootschap een lidstaat is en de fiscale woonstaat van de andere vennootschap Zwitserland, en;

de fiscale woonstaat van geen van beide vennootschappen een derde staat is krachtens een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met die derde staat, en;

beide vennootschappen vennootschapsbelasting betalen zonder te zijn vrijgesteld, en beide vennootschappen kapitaalvennootschappen (1) zijn.

Estland mag echter, zolang het inkomstenbelasting blijft heffen op uitgekeerde winsten zonder niet uitgekeerde winsten te belasten, en uiterlijk tot en met 31 december 2008, die belasting blijven toepassen op uitgekeerde winsten door Estse dochterondernemingen aan hun in Zwitserland gevestigde moedermaatschappijen.

2.   Onverminderd de toepassing van binnenlandse of op een overeenkomst gebaseerde bepalingen ter voorkoming van fraude of misbruik in Zwitserland en de lidstaten, is uitkering van rente en royalty’s tussen gelieerde ondernemingen of hun permanente vestigingen niet onderworpen aan belasting in de bronstaat indien:

dergelijke vennootschappen gedurende ten minste twee jaar zijn gelieerd door een directe deelneming van minimaal 25 % in het kapitaal of beide vennootschappen worden gecontroleerd door een derde vennootschap die gedurende ten minste twee jaar een directe deelneming van minimaal 25 % heeft in zowel het kapitaal van de eerste vennootschap als het kapitaal van de tweede vennootschap, en;

de fiscale woonstaat van de ene vennootschap of vaste inrichting een lidstaat is en de fiscale woonstaat van de andere vennootschap Zwitserland is of de andere vaste inrichting aldaar is gevestigd, en;

de fiscale woonstaat van geen van beide vennootschappen een derde staat is krachtens een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met die derde staat, en geen van de vaste inrichtingen in die derde staat is gevestigd, en;

alle vennootschappen aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn zonder ervan, inzonderheid wat betreft uitkeringen van rente en royalty’s, te zijn vrijgesteld en alle vennootschappen kapitaalvennootschappen (1) zijn.

Indien Richtlijn 2003/49/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling voor uitkeringen van rente en royalty’s tussen gelieerde ondernemingen uit verschillende lidstaten echter voorziet in een overgangsperiode voor een bepaalde lidstaat, dient die staat slechts na het verstrijken van die periode te voorzien in de hierboven genoemde bepalingen inzake uitkering van rente en royalty’s.

3.   Bestaande overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting tussen Zwitserland en de lidstaten, die op het moment van goedkeuring van deze Overeenkomst voorzien in een gunstigere belastingbehandeling van uitkeringen van dividenden, rente en royalty’s, blijven onverlet.

Artikel 16

Overgangsbepalingen voor verhandelbare schuldinstrumenten (2)

1.   Vanaf de toepassingsdatum van deze overeenkomst en zolang ten minste één lidstaat soortgelijke bepalingen toepast, maar uiterlijk tot 31 december 2010, worden binnenlandse en internationale obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten die voor het eerst zijn uitgegeven vóór 1 maart 2001 of waarvan de oorspronkelijke fondsreglementen vóór die datum zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van de uitgevende staat, niet aangemerkt als schuldvorderingen in de zin van artikel 7, lid 1, onder a), op voorwaarde dat op of na 1 maart 2002 geen vervolgemissies van dergelijke verhandelbare schuldinstrumenten plaatsvinden.

Zolang echter ten minste één lidstaat soortgelijke bepalingen toepast, blijven de bepalingen van dit artikel ook na 31 december 2010 gelden voor dergelijke verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake „gross-up” en vroegtijdige aflossing bevatten en

waarvoor geldt dat de uitbetalende instantie, als gedefinieerd in artikel 6, is gevestigd in Zwitserland en

waarvoor geldt dat die uitbetalende instantie de rente rechtsreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten gunste van, een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat.

Indien en vanaf het moment dat soortgelijke bepalingen door geen enkele lidstaat meer worden toegepast, zijn de bepalingen van dit artikel nog slechts van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake „gross-up” en vroegtijdige aflossing bevatten en

waarvoor geldt dat de uitbetalende instantie van de emittent gevestigd is in Zwitserland en

waarvoor geldt dat die uitbetalende instantie de rente rechtsreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten gunste van, een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat.

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten door een overheidsinstantie of een gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag (genoemd in bijlage II bij deze overeenkomst), wordt de emissie van een dergelijk instrument, bestaande uit de oorspronkelijke emissie en de vervolgemissie, in haar geheel beschouwd als een schuldvordering in de zin van artikel 7, lid 1, onder a).

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten door een andere emittent dan die bedoeld in de vierde alinea, wordt die emissie beschouwd als een schuldvordering in de zin van artikel 7, lid 1, onder a).

2.   Dit artikel vormt geen belet voor Zwitserland en de lidstaten om overeenkomstig hun nationale wetgeving belasting te heffen op inkomsten uit de in lid 1 genoemde schuldinstrumenten.

Artikel 17

Ondertekening, inwerkingtreding en geldigheidsduur

1.   Deze overeenkomst dient door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures te worden bekrachtigd of goedgekeurd. De overeenkomstsluitende partijen zullen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van deze procedures. De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de laatste kennisgeving.

2.   Op voorwaarde dat zij voldoen aan de constitutionele eisen voor Zwitserland en de vereisten van het Gemeenschapsrecht inzake de sluiting van internationale overeenkomsten en onverminderd artikel 18, dienen Zwitserland en, voor zover van toepassing, de Gemeenschap deze overeenkomst effectief te implementeren en toe te passen vanaf 1 januari 2005 en elkaar daarvan in kennis te stellen.

3.   Deze overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een overeenkomstsluitende partij wordt beëindigd.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis te stellen. In dat geval eindigt de geldigheid van de overeenkomst twaalf maanden na een dergelijke kennisgeving.

Artikel 18

Toepassing en schorsing van de toepassing

1.   De toepassing van deze overeenkomst is afhankelijk van de goedkeuring en implementatie door de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de lidstaten genoemd in het verslag van de Raad (Economische en Financiële Vraagstukken) aan de Europese Raad van Santa Maria da Feira van 19 en 20 juni 2000, alsmede door, respectievelijk, de Verenigde Staten van Amerika, Andorra, Liechtenstein, Monaco en San Marino, van dezelfde of gelijkwaardige maatregelen als die vervat in de richtlijn of deze overeenkomst, met uitzondering van artikel 15 van deze overeenkomst, en welke voorzien in dezelfde implementatiedata.

2.   De overeenkomstsluitende partijen besluiten, in onderling overleg, ten minste zes maanden voor de in artikel 17, lid 2, bedoelde datum of aan de in lid 1 genoemde voorwaarde wordt voldaan met betrekking tot de datum van inwerkingtreding van de betreffende maatregelen in de betrokken derde staten en afhankelijke of geassocieerde gebieden. Indien de overeenkomstsluitende partijen besluiten dat niet aan de voorwaarde wordt voldaan, stellen zij, in onderling overleg, een nieuwe datum vast voor de toepassing van artikel 17, lid 2.

3.   Onverminderd de leden 1 en 2, is artikel 15, wat Spanje betreft, vanaf de inwerkingtreding van een bilaterale overeenkomst tussen Spanje en Zwitserland inzake de uitwisseling van informatie op verzoek voor administratieve, strafrechtelijke of civielrechtelijke gevallen van belastingfraude, overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden, van toepassing op inkomsten die niet onder deze overeenkomst vallen, maar wel onder verdragen of overeenkomsten tussen Spanje en Zwitserland tot het vermijden van dubbele belasting op inkomsten en vermogen.

4.   De toepassing van deze overeenkomst of gedeelten daarvan kan met onmiddellijke ingang door een van de overeenkomstsluitende partijen worden geschorst door kennisgeving aan de andere partij, indien de richtlijn of een gedeelte van de richtlijn overeenkomstig het gemeenschapsrecht, hetzij tijdelijk, hetzij permanent niet langer van toepassing is of in het geval dat een lidstaat de toepassing van de betreffende uitvoeringsbepalingen schorst.

5.   Elke overeenkomstsluitende partij kan de toepassing van deze overeenkomst schorsen door kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij, indien een van de in lid 1 bedoelde derde staten of gebieden besluit de in dat lid bedoelde maatregelen niet langer toe te passen. De schorsing van de toepassing geschiedt op zijn vroegst twee maanden na de kennisgeving. De maatregelen zijn opnieuw van kracht zodra de schorsing van de overeenkomst wordt opgeheven.

Artikel 19

Vorderingen en eindafrekening

1.   Indien deze overeenkomst wordt beëindigd of de toepassing geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, blijven de vorderingen van individuele personen overeenkomstig artikel 9 onverlet.

2.   Zwitserland stelt in een dergelijk geval aan het eind van de toepassingsduur van deze overeenkomst een eindafrekening op en verricht een eindbetaling aan de lidstaten.

Artikel 20

Territoriale werkingssfeer

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op ieder grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Zwitserland.

Artikel 21

Bijlagen

1.   De bijlagen maken deel uit van deze overeenkomst.

2.   De lijst van de bevoegde autoriteiten die in bijlage I is opgenomen, kan bij eenvoudige kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij worden gewijzigd door Zwitserland voor wat de in punt a) van genoemde bijlage bedoelde autoriteit betreft, en door de Gemeenschap voor wat de overige autoriteiten betreft.

De lijst van de gelijkgestelde entiteiten die in bijlage II is opgenomen, kan in onderling overleg worden gewijzigd.

Artikel 22

Talen

1.   De onderhavige Overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estische, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

2.   De versie van de onderhavige Overeenkomst in de Maltese taal wordt op basis van een briefwisseling authentiek verklaard door de overeenkomstsluitende partijen. Zij zal gelijkelijk authentiek zijn, op dezelfde wijze als de in lid 1 genoemde talen.

EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo.

NA DŮKAZ ČEHOŽ připojili níže podepsaní zplnomocnění zástupci k této smlouvě své podpisy.

TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne aftale.

ZU URKUND DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.

SELLE KINNITUSEKS on täievolilised esindajad käesolevale lepingule alla kirjutanud.

ΣΕ ΠΙΣΤΩΣΗ ΤΩΝ ΑΝΩΤΕΡΩ, οι υπογράφοντες πληρεξούσιοι έθεσαν την υπογραφή τους κάτω από την παρούσα συμφωνία.

IN WITNESS WHEREOF, the undersigned Plenipotentiaries have hereunto set their hands.

EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord.

IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto la propria firma in calce al presente accordo.

TO APLIECINOT, attiecīgi pilnvarotas personas ir parakstījušas šo nolīgumu.

TAI PALIUDYDAMI, šį Susitarimą pasirašė toliau nurodyti įgaliotieji atstovai.

FENTIEK HITELÉÜL e megállapodást az alulírott meghatalmazottak alább kézjegyükkel látták el.

B'XIEHDA TA' DAN, il-Plenipotenzjari hawn taħt iffirmati ffirmaw dan il-Ftehim.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben geplaatst.

W DOWÓD CZEGO, niżej podpisani pełnomocnicy złożyli swoje podpisy.

EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuserem as suas assinaturas no final do presente Acordo.

NA DÔKAZ ČOHO dolupodpísaní splnomocnení zástupcovia podpísali túto dohodu.

V POTRDITEV TEGA so spodaj podpisani pooblaščenci podpisali ta sporazum.

TÄMÄN VAKUUDEKSI allamainitut täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän sopimuksen.

TILL BEVIS HÄRPÅ har undertecknade befullmäktigade undertecknat detta avtal.

Hecho en Luxemburgo, el veintiseis de octubre del dos mil cuatro.

V Lucemburku dne dvacátého šestého října dva tisíce čtyři.

Udfærdiget i Luxembourg den seksogtyvende oktober to tusind og fire.

Geschehen zu Luxemburg am sechsundzwanzigsten Oktober zweitausendundvier.

Kahe tuhande neljanda aasta oktoobrikuu kahekümme kuuendal päeval Luxembourgis.

Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι έξι Οκτωβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Luxembourg on the twenty-sixth day of October in the year two thousand and four.

Fait à Luxembourg, le vingt-six octobre deux mille quatre.

Fatto a Lussembourgo, addì ventisei ottobre duemilaquattro.

Luksemburgā, divi tūkstoši ceturtā gada divdesmit sestajā oktobrī.

Priimta du tūkstančiai ketvirtų metų spalio dvidešimt šeštą dieną Liuksemburge.

Kelt Luxembourgban, a kettőezer negyedik év október huszonhatodik napján.

Magħmula fil-Lussemburgu fis-sitta u għoxrin jum ta' Ottubru tas-sena elfejn u erbgħa.

Gedaan te Luxemburg, de zesentwintigste oktober tweeduizendvier.

Sporządzono w Luksemburgu w dniu dwudziestym szóstym października roku dwutysięcznego czwartego.

Feito em Luxemburgo, em vinte e seis de Outubro de dois mil e quatro.

V Luxemburgu dvadsiateho šiesteho októbra dvetisícštyri.

V Luxembourgu, dne šestindvajsetega oktobra leta dva tisoč štiri.

Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäkuudentena päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Luxemburg den tjugosjätte oktober tjugohundrafyra.

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Image


(1)  Voor wat betreft Zwitserland, omvat het begrip „kapitaalvennootschappen”:

société anonyme/Aktiengesellschaft/società anonima;

société à responsabilité limitée/Gesellschaft mit beschränkter Haftung/società a responsabilità limitata;

société en commandite par actions/Kommanditaktiengesellschaft/società in accomandita per azioni.

(2)  Evenals in de richtlijn zijn deze overgangsbepalingen ook van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten die eigendom zijn van beleggingsfondsen.

BIJLAGE I

LIJST VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN

Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn de volgende instanties „bevoegde autoriteiten”:

a)

in Zwitserland, Le Directeur de l'Administration fédérale des contributions/Der Direktor der Eidgenössischen Steuerverwaltung/il direttore dell'Amministrazione federale delle contribuzioni, of diens gevolmachtigde of tussenpersoon,

b)

in het Koninkrijk België: De Minister van Financiën/Le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger,

c)

in de Tsjechische Republiek: Ministr financí of een gemachtigd vertegenwoordiger,

d)

in het Koninkrijk Denemarken: Skatteministeren of een gemachtigd vertegenwoordiger,

e)

in de Bondsrepubliek Duitsland: Der Bundesminister der Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

f)

in Estland: Rahandusminister of een machtigd vertegenwoordiger,

g)

in de Helleense Republiek: Ο Υπουργός των Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

h)

in het Koninkrijk Spanje: El Ministro de Hacienda of een gemachtigd vertegenwoordiger,

i)

in de Franse Republiek: Le Ministre chargé du budget of een gemachtigd vertegenwoordiger,

j)

in Ierland: The Revenue Commissioners of hun gemachtigd vertegenwoordiger,

k)

in de Italiaanse Republiek: Il Capo del Dipartimento per le Politiche Fiscali of een gemachtigd vertegenwoordiger,

l)

in Cyprus: Υπουργός Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

m)

in Letland: Finanšu ministrs of een gemachtigd vertegenwoordiger,

n)

in Litouwen: Finansų ministras of een gemachtigd vertegenwoordiger,

o)

in het Groothertogdom Luxemburg: Le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger; echter voor de toepassing van artikel 10 is de bevoegde autoriteit le Procureur Général d'État Luxembourgeois,

p)

in Hongarije: A pénzügyminiszter of een gemachtigd vertegenwoordiger,

q)

op Malta: Il-Ministru responsabbli għall-Finanzi of een gemachtigd vertegenwoordiger,

r)

in het Koninkrijk der Nederlanden: De Minister van Financiën of een gemachtigd vertegenwoordiger,

s)

in de Republiek Oostenrijk: Der Bundesminister für Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

t)

in Polen: Minister Finansów of een gemachtigd vertegenwoordiger,

u)

in de Portugese Republiek: O Ministro das Finanças of een gemachtigd vertegenwoordiger,

v)

in Slovenië: Minister za finance of een gemachtigd vertegenwoordiger,

w)

in Slowakije: Minister financií of een gemachtigd vertegenwoordiger,

x)

in de Republiek Finland: Valtiovarainministeriö/Finansministeriet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

y)

in het Koninkrijk Zweden: Chefen för Finansdepartementet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

z)

in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en in de Europese gebiedsdelen voor de buitenlandse betrekkingen waarvan het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk is: de Commissioners of Inland Revenue of hun gemachtigd vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in Gibraltar, die door het Verenigd Koninkrijk wordt aangewezen overeenkomstig het Akkoord met betrekking tot de autoriteiten van Gibraltar in de context van EU- en EG-instrumenten en daarmee verband houdende verdragen welke zijn aangemeld bij de lidstaten en instellingen van de Europese Unie van 19 april 2000, waarvan het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie Zwitserland een kopie zal doen toekomen, en dat van toepassing zal zijn op deze overeenkomst.

BIJLAGE II

LIJST VAN GELIJKGESTELDE ENTITEITEN

Voor de toepassing van artikel 16 van deze overeenkomst, worden de volgende entiteiten beschouwd als „gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag”:

ENTITEITEN IN DE EUROPESE UNIE:

 

België

Vlaams Gewest

Région wallonne (Waals Gewest)

Brussels Hoofdstedelijk Gewest/Région de Bruxelles Capitale

Communauté française (Franse Gemeenschap)

Vlaamse Gemeenschap

Deutschsprachige Gemeinschaft (Duitstalige Gemeenschap)

 

Spanje

Xunta de Galicia (regering van de Autonome Gemeenschap van Galicië)

Junta de Andalucía (regering van de Autonome Gemeenschap van Andalusië)

Junta de Extremadura (regering van de Autonome Gemeenschap van Extremadura)

Junta de Castilla-La Mancha (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-La Mancha)

Junta de Castilla-León (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-León)

Gobierno Foral de Navarra (regering van de Autonome Gemeenschap van Navarra)

Govern de les Illes Balears (regering van de Autonome Gemeenschap van de Balearen)

Generalitat de Catalunya (regering van de Autonome Gemeenschap van Catalonië)

Generalitat de Valencia (regering van de Autonome Gemeenschap van Valencia)

Diputación General de Aragón (regering van de Autonome Gemeenschap van Aragón)

Gobierno de las Islas Canarias (regering van de Autonome Gemeenschap van de Canarische Eilanden)

Gobierno de Murcia (regering van de Autonome Gemeenschap van Murcia)

Gobierno de Madrid (regering van de Autonome Gemeenschap van Madrid)

Gobierno de la Comunidad Autónoma del País Vasco/Euzkadi (regering van de Autonome Gemeenschap van Baskenland)

Diputación Foral de Guipúzcoa (Provincieraad van Guipúzcoa)

Diputación Foral de Vizcaya/Bizkaia (Provincieraad van Biskaje)

Diputación Foral de Alava (Provincieraad van Alava)

Ayuntamiento de Madrid (Gemeente Madrid)

Ayuntamiento de Barcelona (Gemeente Barcelona)

Cabildo Insular de Gran Canaria (Eilandraad van Gran Canaria)

Cabildo Insular de Tenerife (Eilandraad van Tenerife)

Instituto de Crédito Oficial (Officiële Kredietinstelling)

Instituto Catalán de Finanzas (Catalaans Instituut voor Financiën)

Instituto Valenciano de Finanzas (Valenciaans Instituut voor Financiën)

 

Griekenland

Οργανισμός Τηλεπικοινωνιών Ελλάδος (Griekse Organisatie voor Telecommunicatie)

Οργανισμός Σιδηροδρόμων Ελλάδος (Organisatie van de Griekse Spoorwegen)

Δημόσια Επιχειρήση Ηλεκτρισμού (Openbaar Elektriciteitsbedrijf)

 

Frankrijk

La Caisse d'amortissement de la dette sociale (CADES) (Fonds voor de aflossing van de sociale schuld)

L'Agence française de développement (AFD) (Frans Agentschap voor Ontwikkeling)

Réseau Ferré de France (RFF) (Spoorwegennet van Frankrijk)

Caisse Nationale des Autoroutes (CNA) (Nationaal Autosnelwegenfonds)

Assistance publique Hôpitaux de Paris (APHP) (Openbare Bijstand Parijse Ziekenhuizen)

Charbonnages de France (CDF) (Franse Steenkoolwinning)

Entreprise minière et chimique (EMC) (Mijnbouw- en chemiebedrijf)

 

Italië

Regio’s

Provincies

Gemeenten

Cassa Depositi e Prestiti (Deposito- en Consignatiefonds)

 

Letland

Pašvaldības (lokale overheden)

 

Polen

gminy (gemeenten)

powiaty (districten)

województwa (provincies)

związki gmin (verbanden van gemeenten)

powiatów (verbanden van districten)

województw (verbanden van provincies)

miasto stołeczne Warszawa (hoofdstad Warschau)

Agencja Restrukturyzacji i Modernizacji Rolnictwa (Agentschap voor herstructurering en Modernisering van de landbouw)

Agencja Nieruchomości Rolnych (Agentschap voor agrarische eigendom)

 

Portugal

Região Autónoma da Madeira (Autonome Regio Madeira)

Região Autónoma dos Açores (Autonome Regio der Azoren)

Gemeenten

 

Slowakije

mestá a obce (gemeenten)

Železnice Slovenskej republiky (Slowaakse Spoorwegen)

Štátny fond cestného hospodárstva (Nationaal Fonds voor Wegenbeheer)

Slovenské elektrárne (Slowaakse elektriciteitscentrales)

Vodohospodárska výstavba (Watermaatschappij)

INTERNATIONALE ENTITEITEN:

 

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

 

Europese Investeringsbank

 

Aziatische Ontwikkelingsbank

 

Afrikaanse Ontwikkelingsbank

 

Wereldbank/IBRD/IMF

 

Internationale Financieringsmaatschappij

 

Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank

 

Fonds voor sociale ontwikkeling van de Raad van Europa

 

Euratom

 

Europese Gemeenschap

 

Corporación Andina de Fomento (CAF) (Andes-Ontwikkelingsmaatschappij)

 

Eurofima

 

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

 

Noordse Investeringsbank

 

Caribische Ontwikkelingsbank

Het bepaalde in artikel 16 laat internationale verplichtingen die de overeenkomstsluitende partijen mogelijk ten overstaan van voornoemde internationale entiteiten zijn aangegaan, onverlet.

ENTITEITEN IN DERDE STATEN:

De entiteiten die aan de volgende criteria voldoen:

1)

De entiteit wordt ondubbelzinnig geacht, overeenkomstig de nationale criteria, een publieke entiteit te zijn.

2)

De publieke entiteit is een niet-commerciële producent die een cluster van activiteiten beheert en financiert, waarbij hij voornamelijk niet-commerciële goederen en diensten levert, die bestemd zijn voor het algemeen nut en die effectief worden gecontroleerd door de centrale overheid.

3)

De publieke entiteit is een grote en regelmatige emittent van schuldinstrumenten.

4)

De betrokken staat is in staat te waarborgen dat de publieke entiteit niet tot vroegtijdige aflossing zal overgaan in het geval van „gross-up”-clausules.


MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING

tussen de Europese Gemeenschap, het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Federale Republiek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Ierse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en de Zwitserse Bondsstaat

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE IERSE REPUBLIEK,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, hierna „Zwitserland” te noemen,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:

1.   INLEIDING

Zwitserland en de Gemeenschap staan op het punt een overeenkomst te sluiten die voorziet in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (hierna „de richtlijn” te noemen). Dit Memorandum van overeenstemming is een aanvulling op die overeenkomst.

2.   ADMINISTRATIEVE BIJSTAND BIJ BELASTINGFRAUDE EN SOORTGELIJKE AANGELEGENHEDEN

Zodra de overeenkomst is ondertekend, gaan Zwitserland en elke lidstaat van de Europese Unie bilaterale onderhandelingen aan teneinde:

in hun respectieve overeenkomsten ter vermijding van dubbele belastingheffing op inkomsten en kapitaal bepalingen op te nemen inzake administratieve bijstand in de vorm van uitwisseling van informatie op verzoek voor alle administratieve, strafrechtelijke of civielrechtelijke gevallen van belastingfraude volgens de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot bepaalde inkomsten die niet onder de overeenkomst vallen, maar wel onder hun respectieve verdragen.

de individuele categorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke inbreuken” overeenkomstig de belastingprocedure die door deze staten wordt toegepast.

3.   ONDERHANDELINGEN OM TE VOORZIEN IN MAATREGELEN VAN GELIJKE STREKKING MET ANDERE DERDE STATEN

Tijdens de overgangsperiode waarin bij de richtlijn wordt voorzien, opent de Gemeenschap besprekingen met andere belangrijke financiële centra, teneinde de goedkeuring te stimuleren door die rechtsgebieden van maatregelen van gelijke strekking als die welke door de Gemeenschap worden toegepast.

4.   INTENTIEVERKLARING

De ondertekenaars van dit Memorandum van overeenstemming verklaren dat naar hun inzicht de in punt 1 bedoelde overeenkomst en dit Memorandum een aanvaardbare en evenwichtige regeling uitmaken waarvan mag worden aangenomen dat die de belangen van de partijen waarborgt. Zij zullen de overeengekomen maatregelen derhalve in goed vertrouwen implementeren en deze regeling niet zonder geldige reden unilateraal ondermijnen.

Indien er enig substantieel verschil wordt bemerkt tussen het toepassingsgebied van de op 3 juni 2003 goedgekeurde richtlijn en dat van de overeenkomst, met name met betrekking tot artikel 1, lid 2, en artikel 6 van de overeenkomst, gaan de overeenkomstsluitende partijen zonder verwijl besprekingen aan overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de overeenkomst, teneinde ervoor te zorgen dat de gelijke strekking van de maatregelen waarin de overeenkomst voorziet, wordt gehandhaafd.

Ondertekend te Luxembourg op 26 oktober 2004 en opgesteld in tweevoud in de de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estische, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

2. De versie van de onderhavige Overeenkomst in de Maltese taal wordt op basis van een briefwisseling authentiek verklaard door de ondertekenende partijen. Zij zal gelijkelijk authentiek zijn, op dezelfde wijze als de in lid 1 genoemde talen.

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għar-Republikka ta' Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Image