19.4.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 138/23 |
Beroep ingesteld op 26 februari 2021 — Tsjechië/Polen
(Zaak C-121/21)
(2021/C 138/30)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, L. Dvořáková en J. Vláčil, gemachtigden)
Verwerende partij: Republiek Polen
Conclusies
— |
verklaring voor recht dat de Republiek Polen:
|
— |
verwijzing van de Republiek Polen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van haar beroep voert de verzoekende partij middelen aan die zijn ontleend aan schending van richtlijn 2011/92, richtlijn 2000/60 en richtlijn 2003/4, alsook van het VEU (beginsel van loyale samenwerking).
1. |
De Republiek Polen heeft in haar nationale wetgeving bepalingen opgenomen op grond waarvan een vergunning voor de winning van bruinkool zonder milieueffectbeoordeling met zes jaar kan worden verlengd en op grond waarvan de procedure voor het verlenen van een vergunning voor winningsactiviteiten in de meeste gevallen niet-openbaar is. Zij heeft aldus richtlijn 2011/92 geschonden. |
2. |
De Republiek Polen heeft richtlijn 2011/92 geschonden door het besluit inzake milieuvoorwaarden van een project dat ertoe strekt de winningsactiviteiten van de mijn in Turów te verlengen en uit te breiden tot 2044, onmiddellijk uitvoerbaar te verklaren, waardoor zij de mogelijkheid van daadwerkelijke rechtsbescherming tegen dat besluit heeft uitgesloten. De Republiek Polen heeft tevens richtlijn 2000/60 geschonden doordat het besluit over de milieuvoorwaarden, vanuit het oogpunt van de invloed van de winning op de toestand van waterlichamen, niet de gehele duur van het project adequaat dekt. |
3. |
De Republiek Polen heeft richtlijn 2011/92 geschonden doordat het betrokken publiek en de Tsjechische Republiek is belet deel te nemen aan de procedure voor het verlenen van een definitieve vergunning tot 2026 voor winningsactiviteiten in de bruinkoolmijn in Turów, doordat de verleende vergunning niet is gepubliceerd en deze te laat en in onvolledige vorm aan de Tsjechische Republiek is bezorgd en doordat het Poolse recht in de weg staat aan de controle van dergelijke vergunning door het betrokken publiek, en ook doordat in die vergunning niet naar behoren rekening is gehouden met de milieueffecten. Aldus heeft de Republiek Polen tevens richtlijn 2003/4 en het beginsel van loyale samenwerking van artikel 4, lid 3, VEU geschonden. |
(1) Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB 2012, L 26, blz. 1).
(2) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB 2000, L 327, blz. 1).
(3) Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB 2003, L 41, blz. 26).