21.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 158/13


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de Cassation (Frankrijk) op 21 april 2008 — Laszlo Hadadi (Hadady)/Csilla Marta Mesko, echtgenote van Laszlo Hadadi (Hadady)

(Zaak C-168/08)

(2008/C 158/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de Cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Laszlo Hadadi (Hadady)

Verwerende partij: Csilla Marta Mesko, echtgenote van Laszlo Hadadi (Hadady)

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 3, lid 1, sub b, [van verordening nr. 2201/2003] (1) aldus worden uitgelegd dat in een situatie waarin de echtgenoten zowel de nationaliteit van de staat van de aangezochte rechter als de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie hebben, de nationaliteit van [de staat van] de aangezochte rechter voorrang dient te krijgen?

2)

Bij een ontkennend antwoord op de vorige vraag, moet die bepaling dan aldus worden uitgelegd dat daarmee, in een situatie waarin de echtgenoten elk de nationaliteit hebben van dezelfde twee lidstaten, de meest effectieve van deze twee nationaliteiten wordt bedoeld?

3)

Bij een ontkennend antwoord op de vorige vraag, moet die bepaling dan worden geacht de echtgenoten een alternatief te bieden, zodat zij naar keuze de rechtbanken kunnen aanzoeken van één van de twee landen waarvan zij beiden de nationaliteit hebben.


(1)  Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (PB L 338, blz. 1).