13.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/14


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 januari 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Sächsische Finanzgericht — Duitsland) — Ingenieurbüro Eulitz GbR Thomas und Marion Eulitz/Finanzamt Dresden I

(Zaak C-473/08) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Artikel 13, A, lid 1, sub j - Vrijstelling - Privé-lessen die particulier door docenten worden gegeven en betrekking hebben op school- of universitair onderwijs - Diensten die een zelfstandig docent verricht in kader van door derde instelling georganiseerde vervolgberoepsopleidingen)

2010/C 63/22

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Sächsische Finanzgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ingenieurbüro Eulitz GbR Thomas und Marion Eulitz

Verwerende partij: Finanzamt Dresden I

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Sächsisches Finanzgericht — Uitlegging van artikel 13, A, lid 1, sub j, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Vrijstelling van „privélessen die particulier door docenten worden gegeven en betrekking hebben op het school- of universitaire onderwijs” — Onderwijs gegeven door academisch ingenieur aan een privéschool in het kader van een vervolgopleiding die moet leiden tot een postacademische aanvullende kwalificatie op het gebied van preventieve brandbeveiliging voor ingenieurs en architecten — Continue verrichting van de onderwijsprestatie en gelijktijdige uitoefening van directietaken voor bepaalde leergangen — Ontvangst van salaris ook in geval van annulering van de leergang wegens te weinig deelnemers

Dictum

1)

Artikel 13, A, lid 1, sub j, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat de lessen die een gediplomeerd ingenieur aan een opleidingsinstituut met de rechtsvorm van een privaatrechtelijke vereniging verzorgt in het kader van met een diploma afgesloten opleidingen die bedoeld zijn voor cursisten die al in het bezit zijn van ten minste een door een instelling voor hoger onderwijs uitgereikt diploma van architect of ingenieur dan wel een gelijkwaardige opleiding hebben genoten, „privé-lessen die […] betrekking hebben op het school- of universitair onderwijs” in de zin van deze bepaling kunnen vormen. Andere activiteiten dan het geven van onderwijs in eigenlijke zin kunnen eveneens dergelijke lessen vormen op voorwaarde dat deze activiteiten hoofdzakelijk in het kader van de overdracht van kennis en vaardigheden tussen een leraar of docent en leerlingen of studenten met betrekking tot het school- of universitair onderwijs worden uitgeoefend. Voor zover nodig moet de verwijzende rechter verifiëren of alle in het hoofdgeding aan de orde zijnde activiteiten „privé-lessen” vormen die betrekking hebben op het „school- of universitair onderwijs” in de zin van deze bepaling.

2)

Artikel 13, A, lid 1, sub j, van deze richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een persoon als Eulitz, die vennoot van verzoekster in het hoofdgeding is en als docent diensten verricht in het kader van door een derde instelling aangeboden opleidingen, in omstandigheden als die in het hoofdgeding niet kan worden beschouwd als een docent die „particulier” in de zin van deze bepaling lesgeeft.


(1)  PB C 44 van 21.2.2009.