5.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/10


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 oktober 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Swiss Re Germany Holding GmbH/Finanzamt München für Körperschaften

(Zaak C-242/08) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Artikelen 9, lid 2, sub e, vijfde streepje, en 13, B, sub a, c en d, punten 2 en 3 - Begrip handelingen ter zake van verzekering en herverzekering - Cessie onder bezwarende titel van portefeuille levensherverzekeringscontracten aan in derde staat gevestigde persoon - Vaststelling van plaats van deze cessie - Vrijstellingen)

2009/C 297/09

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Swiss Re Germany Holding GmbH

Verwerende partij: Finanzamt München für Körperschaften

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 9, lid 2, sub e, vijfde streepje, en artikel 13, B, sub a, c en d, punten 2 en 3, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Overdracht, tegen een vergoeding van de in een derde land gevestigde overnemer, van een portefeuille van levensherverzekeringscontracten met toestemming van de verzekeringsnemers, waarbij alle aan de overgedragen contracten inherente rechten en plichten, doch geen andere economische goederen worden overgedragen — Bepaling van de fiscale plaats van verrichting — Toepasselijkheid op deze transactie van een van de vrijstellingen van voornoemde bepalingen van artikel 13, B, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG)

Dictum

1.

Een cessie onder bezwarende titel van een portefeuille levensherverzekeringscontracten door een in een lidstaat gevestigde vennootschap aan een in een derde staat gevestigde verzekeringsmaatschappij, waarbij deze laatste met instemming van de verzekerden alle uit deze contracten voortvloeiende rechten en verbintenissen overneemt, vormt noch een handeling die valt onder de artikelen 9, lid 2, sub e, vijfde streepje, en 13, B, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, noch een handeling die onder artikel 13, B, sub d, punt 2 juncto punt 3, van deze richtlijn valt.

2.

In het kader van een cessie onder bezwarende titel van een portefeuille van 195 levensherverzekeringscontracten heeft de omstandigheid dat niet de overnemende maar de cederende vennootschap een prijs — namelijk door de vaststelling van een negatieve waarde — voor de overname van 18 van deze contracten betaalt, geen invloed op het antwoord op de eerste vraag.

3.

Artikel 13, B, sub c, van de Zesde richtlijn (77/388) moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op een cessie onder bezwarende titel van een portefeuille levensherverzekeringscontracten, zoals die aan de orde in het hoofdgeding.


(1)  PB C 223 van 30.08.2008.