24.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 256/5 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 3 september 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Amministrazione dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate/Fallimento Olimpiclub Srl
(Zaak C-2/08) (1)
(Btw - Voorrang van gemeenschapsrecht - Bepaling van nationaal recht waarin beginsel van gezag van gewijsde is neergelegd)
2009/C 256/09
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Amministrazione dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate
Verwerende partij: Fallimento Olimpiclub Srl
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Corte suprema di cassazione — Uitlegging van richtlijn 77/388/EEG: Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Voorrang van het gemeenschapsrecht — Nationale bepaling die het beginsel van het gezag van gewijsde bekrachtigt en leidt tot een met het gemeenschapsrecht inzake de btw onverenigbaar resultaat
Dictum
Het gemeenschapsrecht verzet zich tegen toepassing, in omstandigheden als die in het hoofdgeding, van een bepaling van nationaal recht, zoals artikel 2909 van het Italiaanse burgerlijk wetboek (Codice civile), in een geding betreffende de belasting over de toegevoegde waarde voor een aanslagjaar waarvoor nog geen definitieve rechterlijke beslissing is gewezen, voor zover deze toepassing belet dat de nationale rechter bij wie dit geding aanhangig is gemaakt, rekening houdt met de gemeenschapsrechtelijke normen betreffende misbruik inzake deze belasting.