19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/7


VERORDENING (EG) Nr. 1804/2004 VAN DE COMMISSIE

van 14 oktober 2004

tot wijziging van de lijst van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen van de bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen (1), en met name op artikel 44, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1347/2000 bepaalt dat elke belanghebbende kan verzoeken dat een in een lidstaat gegeven beslissing in een andere lidstaat wordt erkend en uitvoerbaar verklaard.

(2)

De bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 1347/2000 leggen vast welke rechterlijke instanties in de lidstaten bevoegd zijn voor de behandeling van verzoeken om een verklaring van tenuitvoerlegging en van de hiertegen ingestelde rechtsmiddelen en vermelden de overeenkomstige beroepsprocedures.

(3)

De bijlagen I, II en III werden gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003 teneinde de lijst van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen van de toetredende landen op te nemen.

(4)

Letland, Litouwen, Slovenië en Slowakije hebben de Commissie overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1347/2000 in kennis gesteld van teksten tot wijziging van de in de bijlagen I, II en III opgenomen lijsten van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen.

(5)

Verordening (EG) nr. 1347/2000 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1347/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Letland betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Letland, de „rajona (pilsētas) tiesa””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišče””.

2)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen, de „Lietuvos apeliacinis teismas””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišče””.

c)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije, de „okresný súd””.

3)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen, door een beroep in cassatie bij de „Lietuvos Aukščiausiasis Teismas””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië door een beroep bij de „Vrhovno sodišče Republike Slovenije””;

c)

met betrekking tot Slowakije wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

in Slowakije, door een „dovolanie””.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 oktober 2004.

Voor de Commissie

António VITORINO

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 30.6.2000, blz. 19. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.