32004L0002

Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie van 9 januari 2004 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumresidugehalten voor fenamifos (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 014 van 21/01/2004 blz. 0010 - 0018


Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie

van 9 januari 2004

houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumresidugehalten voor fenamifos

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/62/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie(4), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/69/EG van de Commissie(6), en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Voor granen en producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, worden de residugehalten vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn, dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en tegelijk toxicologisch aanvaardbaar is, met name uit een oogpunt van milieubescherming en gelet op de geschatte inname via de voeding. Voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong worden de residugehalten vastgesteld op basis van het verbruik door dieren van met bestrijdingsmiddelen behandelde granen en producten van plantaardige oorsprong en, in voorkomend geval, de rechtstreekse gevolgen van het gebruik van diergeneesmiddelen. De communautaire maximumresidugehalten (MRL's) komen overeen met de bovengrens van de hoeveelheden residu die naar verwachting in producten kunnen worden gevonden wanneer goede landbouwpraktijken in acht zijn genomen.

(2) De MRL's voor bestrijdingsmiddelen worden voortdurend opnieuw bezien en gewijzigd om rekening te houden met nieuwe gegevens en informatie. De MRL's worden vastgesteld op de ondergrens van analytische bepaling wanneer de toegelaten toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen geen detecteerbare gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op het levensmiddel opleveren, wanneer voor geen enkele toepassing een toelating bestaat, wanneer de door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, of wanneer toepassingen in derde landen die residuen opleveren in of op levensmiddelen die in de gemeenschappelijke markt in het vrije verkeer kunnen worden gebracht, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

(3) Met betrekking tot fenamifos heeft een lidstaat de Commissie gemeld de nationale MRL's overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 90/642/EEG te willen herzien omdat deze lidstaat zich zorgen maakt over de inname door de consument. Bij de Commissie is een voorstel voor de herziening van de communautaire MRL' s ingediend.

(4) De totale blootstelling van consumenten tijdens hun leven en de kortdurende blootstelling aan fenamifos via levensmiddelen, waarop deze richtlijn betrekking heeft, is geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gepubliceerde richtsnoeren(7). Volgens de berekeningen leiden de in deze richtlijn vastgestelde MRL's niet tot onaanvaardbare blootstelling van de consument.

(5) Voorzover relevant, is de acute blootstelling van consumenten aan die bestrijdingsmiddelen via elk van de levensmiddelen die residuen kunnen bevatten, geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren. Volgens de berekeningen veroorzaakt de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen met inachtneming van de in deze richtlijn voorgestelde MRL's geen acute toxische effecten.

(6) De handelspartners van de Gemeenschap zijn via de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de in deze richtlijn vastgestelde MRL's geraadpleegd en met hun opmerkingen is rekening gehouden.

(7) Met de adviezen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name de adviezen en aanbevelingen op het gebied van de bescherming van de consumenten van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen, is rekening gehouden.

(8) De bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG wordt het volgende toegevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 2

In deel B van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG wordt het volgende toegevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 3

Bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd:

"De in de bijlage bij deze richtlijn opgenomen maximumresidugehalten (MRL's) worden toegevoegd aan de MRL's in bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG."

Artikel 4

De lidstaten dienen vóór 31 juli 2004 de bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 augustus 2004.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 5

Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2004.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37.

(2) PB L 154 van 21.6.2003, blz. 70.

(3) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43.

(4) PB L 155 van 24.6.2003, blz. 15.

(5) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71.

(6) PB L 175 van 15.7.2003, blz. 37.

(7) Richtsnoeren voor het voorspellen van de opname via de voeding van residuen van bestrijdingsmiddelen (herziene versie), opgesteld door GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).

BIJLAGE

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"