31997D0213

97/213/EG: Beschikking van de Raad van 17 maart 1997 waarbij het Koninkrijk Zweden wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 9 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

Publicatieblad Nr. L 086 van 28/03/1997 blz. 0031 - 0032


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 17 maart 1997 waarbij het Koninkrijk Zweden wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 9 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (97/213/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), inzonderheid op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad, volgens artikel 27, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen elke lidstaat kan machtigen bijzondere, van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen om de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen;

Overwegende dat het Koninkrijk Zweden bij brief, die op 6 december 1996 bij de Commissie is geregistreerd, heeft verzocht om machtiging tot het invoeren van een maatregel die afwijkt van artikel 9 van Richtlijn 77/388/EEG;

Overwegende dat de andere lidstaten op 20 december 1996 van het verzoek van het Koninkrijk Zweden in kennis zijn gesteld;

Overwegende dat de maatregel noodzakelijk is om het effect van belastingontwijking tegen te gaan dat ertoe heeft geleid dat een toenemend aantal communautaire belastingplichtigen en niet-belastingplichtigen zich buiten de Gemeenschap van telecommunicatiediensten voorzien met als enig doel de betaling van BTW te vermijden; dat de maatregel te dien einde bovendien noodzakelijk is om leveranciers van telecommunicatiediensten die in een lidstaat gevestigd zijn, te ontmoedigen om zich buiten de Gemeenschap te vestigen;

Overwegende dat de maatregel voorts strekt tot vereenvoudiging van de procedure voor de belastingheffing, aangezien zij de klanten van telecommunicatiediensten aan eenzelfde belastingplicht onderwerpt, ongeacht of de diensten worden verricht door binnen of buiten de Gemeenschap gevestigde leveranciers;

Overwegende dat de afwijkingen, behoudens in een te verwaarlozen mate, niet van invloed zijn op het bedrag van de bij het eindverbruik verschuldigde belasting en derhalve geen nadelige gevolgen hebben voor de uit de belasting over de toegevoegde waarde afkomstige eigen middelen van de Europese Gemeenschappen;

Overwegende dat deze maatregel moet worden getroffen met ingang van 1 januari 1997, teneinde zo spoedig mogelijk verandering te brengen in een situatie die het concurrentievermogen van de Europese telecommunicatiemaatschappijen ondermijnt; dat de klanten en leveranciers van telecommunicatiediensten vanaf 1 januari 1997 geen gewettigd vertrouwen meer hadden in de verlenging van de op die datum geldende regelgeving;

Overwegende dat het wenselijk is de afwijking toe te staan tot en met 31 december 1999, of, indien een richtlijn houdende wijziging van de plaats van belastingheffing op telecommunicatiediensten op een eerdere datum in werking treedt, tot die datum, om de Raad in staat te stellen om, op voorstel van de Commissie, een algemene communautaire oplossing te vinden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG wordt het Koninkrijk Zweden gemachtigd om telecommunicatiediensten op te nemen in het toepassingsgebied van artikel 9, lid 2, onder e), van deze richtlijn. Indien een lidstaat gebruikmaakt van deze mogelijkheid, zijn de bepalingen van artikel 9, lid 3, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG eveneens van toepassing op deze diensten.

Als telecommunicatiediensten worden beschouwd diensten die betrekking hebben op de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, tekst, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard, via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische systemen, daaronder begrepen de overdracht en het verlenen van het recht om gebruik te maken van capaciteit voor een dergelijke transmissie, uitzending of ontvangst.

Artikel 2

Deze beschikking kan worden toegepast op telecommunicatiediensten waarvoor het belastbare feit heeft plaatsgevonden na 1 januari 1997. Zij is eveneens van toepassing op vooruitbetalingen voor telecommunicatiediensten die zijn gedaan voor de datum van tenuitvoerlegging van deze beschikking door de lidstaat, indien die vooruitbetalingen betrekking hebben op de levering van telecommunicatiediensten die na de datum van tenuitvoerlegging hebben plaatsgevonden.

Artikel 3

De in deze beschikking vervatte machtiging is van toepassing tot en met 31 december 1999 of, indien een richtlijn houdende wijziging van de plaats van belastingheffing op telecommunicatiediensten op een eerdere datum in werking treedt, tot die datum.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.

Gedaan te Brussel, 17 maart 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. ZALM

(1) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/95/EG (PB nr. L 338 van 28. 12. 1996, blz. 89).