31992L0115

Richtlijn 92/115/EEG van de Raad van 17 december 1992 houdende eerste wijziging van Richtlijn 88/344/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de produktie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan

Publicatieblad Nr. L 409 van 31/12/1992 blz. 0031 - 0032


RICHTLIJN 92/115/EEG VAN DE RAAD van 17 december 1992 houdende eerste wijziging van Richtlijn 88/344/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de produktie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

In samenwerking met het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat Richtlijn 88/344/EEG (4) in artikel 2, lid 5, bepaalt dat binnen twee jaar na de aanneming van deze richtlijn de Commissie na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, de bepalingen ten aanzien van de in de bijlage genoemde stoffen en 2-methylpropanol aan een nieuw onderzoek onderwerpt en zo nodig wijzigingen voorstelt;

Overwegende dat de Raad in het kader van deze wijziging besluit of de risiduen van de in deel III van de bijlage genoemde extractiemiddelen moeten worden ingedeeld als aroma's in plaats van levensmiddelen;

Overwegende dat drie jaar na goedkeuring van Richtlijn 88/344/EEG de Commissie passende voorstellen bij de Raad moet indienen ten aanzien van een aantal in artikel 2, lid 6, van die richtlijn genoemde stoffen, die tot dusver onder de nationale wetgeving vielen;

Overwegende dat het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding alle in die richtlijn genoemde extractiemiddelen in 1990 en 1991 aan een nieuw onderzoek heeft onderworpen met als doel de in 1981 vastgestelde tijdelijke aanvaardbare dagelijkse doses (ADI's) te vervangen door permanente evaluaties; dat dit niet altijd mogelijk is geweest, daar toereikende gegevens, hoewel hierom is verzocht, niet zijn verstrekt; dat aan de hand van de ontvangen gegevens het Wetenschappelijk Comité heeft besloten de aanvaarding te bevestigen of de tijdelijke status te handhaven of de vroeger verleende tijdelijke goedkeuring in te trekken, afhankelijk van de betrokken stof,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 88/344/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1:

a) in lid 1 wordt de volgende alinea ingevoegd:

"Deze richtlijn is van toepassing onverminderd de bepalingen in meer specifieke communautaire regelingen.";

b) lid 2 wordt geschrapt;

2. in artikel 2 vervallen de leden 5 en 6;

3. de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) DEEL I,

- bij aceton wordt de volgende voetnoot (2) toegevoegd:

"(2) Het gebruik van aceton bij de raffinage van olijfolie is verboden.";

b) DEEL II,

- de stoffen methanol en 2-propanol worden, voor alle gebruik, toegevoegd met een maximaal restgehalte van 10 mg/kg;

- voetnoot (1) wordt aangevuld met de volgende zin:

"Gecombineerd gebruik van hexaan en ethylmethylketon is verboden.";

- voetnoot (2) vervalt. In de derde kolom wordt het gehalte van 10 mg/kg aan dichloormethaan in gebrande koffie vervangen door het gehalte van 2 mg/kg;

- bij ethylmethylketon wordt de volgende nieuwe voetnoot (2) toegevoegd:

"(2)De aanwezigheid van n-hexaan in deze stof mag niet meer dan 50 mg/kg bedragen. Dit extractiemiddel mag niet in combinatie met hexaan worden gebruikt.";

c) DEEL III,

- Cyclohexaan, isobutaan en de voetnoot (1) worden geschrapt;

- voor dichloormethaan wordt het gehalte van 0,1 mg/kg vervangen door een gehalte van 0,02 mg/kg;

- 1-Propanol wordt toegevoegd, met een maximaal restgehalte van 1 mg/kg;

- bij hexaan en ethylmethylketon wordt de volgende voetnoot (1) toegevoegd:

"(1)Het gecombineerde gebruik van deze twee middelen is verboden.".

Artikel 2

1. De Lid-Staten wijzigen hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in dier voege dat:

- uiterlijk op 1 juli 1993 de handel in produkten die aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen is toegestaan;

- op 1 januari 1994 de handel in produkten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen is verboden.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt ernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 17 december 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. NEEDHAM

(1) PB nr. C 11 van 17. 1. 1992, blz. 5.

(2) PB nr. C 94 van 13. 4. 1992, blz. 158, en

PB nr. C 337 van 21. 12. 1992.

(3) PB nr. C 223 van 31. 8. 1992, blz. 23.

(4) PB nr. L 157 van 24. 6. 1988, blz. 28.