31978L0144

Richtlijn 78/144/EEG van de Raad van 30 januari 1978 houdende zesde wijziging van de Richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren

Publicatieblad Nr. L 044 van 15/02/1978 blz. 0020 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0049
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 20 blz. 0092
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0049
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0096


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 30 januari 1978

houdende zesde wijziging van de richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren

( 78/144/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/399/EEG ( 4 ) , een gemeenschappelijke lijst van kleurstoffen bevat ;

Overwegende dat op communautair niveau het nut van titaandioxyde ( E 171 ) , ijzeroxyden en ijzerhydroxyden ( E 172 ) niet alleen voor het aan de oppervlakte kleuren , doch ook voor het door en door kleuren technologisch is aangetoond ;

Overwegende dat het volgens de meest recente wetenschappelijke en toxicologische gegevens mogelijk is het gebruik van bovengenoemde stoffen in de Gemeenschap toe te laten ;

Overwegende dat krachtens bijlage VII , hoofdstuk IX , punt 1 , van de Toetredingsakte , Denemarken , Ierland en het Verenigd Koninkrijk tot en met 31 december 1977 hun nationale wettelijke voorschriften mogen handhaven , krachtens welke het gebruik in levensmiddelen is toegestaan van bepaalde kleurstoffen en produkten om kleurstoffen aan te lengen of op te lossen , die niet voorkomen op de gemeenschappelijke lijst ;

Overwegende dat riboflavine-5'-fosfaat in bepaalde omstandigheden technologische voordelen biedt in vergelijking met het reeds in bijlage I van de Richtlijn opgenomen riboflavine ( E 101 ) ;

Overwegende dat het wetenschappelijk onderzoek van sommige van deze stoffen nog niet is afgesloten en het derhalve niet mogelijk is een definitieve beslissing te nemen omtrent het toelaten in de Gemeenschap van het gebruik van Briljantblauw FCF , Bruin FK , Chocoladebruin HT , Rood 2 G en riboflavine-5'-fosfaat , Geel 2 G en de in de Toetredingsakte opgenomen stoffen voor het aanlengen of oplossen van kleurstoffen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 2 van de richtlijn van 23 oktober 1962 wordt gelezen :

" Artikel 2

1 . In afwijking van artikel 1 mogen de Lid-Staten het gebruik van de in bijlage II genoemde stoffen in levensmiddelen toestaan .

2 . Binnen drie jaar na de kennisgeving van deze richtlijn onderzoekt de Commissie de afwijkingen waarvan sprake is in lid 1 opnieuw en stelt alle dienstige wijzigingen voor aan de Raad . " .

Artikel 2

Bijlage I van de richtlijn van 23 oktober 1962 wordt als volgt gewijzigd :

De aanduidingen met betrekking tot de ners . E 171 en E 172 worden van deel II overgebracht naar deel I en na het nummer E 163 ingevoegd .

Artikel 3

Bijlage II van de richtlijn van 23 oktober 1962 wordt gelezen :

" BIJLAGE II

a ) Kleurstoffen waarmee waren door en door en aan de oppervlakte worden gekleurd :

Gebruikelijke benaming ( 1 ) * Schultz ( 2 ) * Cl ( 2 ) * DFG ( 2 ) * Chemische naam of omschrijving *

Briljantblauw FCF * 770 * 42 090 * - * Dinatriumzout van 4 ( 4-(N-ethyl-p-sulfobenzyl-amino)-fenyl)-2 - sulfonium-fenyl)-methyleen)-(1-(N-ethyl-N - sulfobenzyl)D2,5-)cyclohexadieen-imine *

Bruin FK * - * - * - * Een mengsel dat in hoofdzaak omvat het dinatriumzout van 1,3-diamino-4 ( p-sulfofenylazo)benzeen en het natriumzout van 2,4-diamino-5-(p-sulfofenylazo ) tolueen *

Chocoladebruin HT * - * 20 285 * - * Dinatriumzout van 4,4-(2,4-dihydroxy-5-(hydroxymethyl)-m-fenyleen ) tot ( azo ) di-1-naftaleen-sulfonzuur *

Rood 2 G * 40 * 18 050 * - * Dinatriumzout en acetamino-5 hydroxy-4 ( fenylazo)-3 naftaleen-2,7 disulfonzuur *

Riboflavine-5'-fosfaat * - * - * - * 5'fosfaatester van riboflavine *

Geel 2 G * - * 18 965 * - * Dinatriumzout van 1-(2,5-dichloor-4-sulfofenyl-5-hydroxy-3 - methyl-4-p-sulfofenylazopyrazol *

b ) Produkten om kleurstoffen aan te lengen of op te lossen :

Ethylacetaat

Diëthylether

Glycerolmono-acetaat

Glyceroldo-acetaat

Glyceroltri-acetaat

Iso-propylalcohol

Propyleenglycol

Azijnzuur

Natriumhydroxide

Ammoniumhydroxide .

( 1 ) ( 2 ) Zie voetnoten van bijlage I . " .

Artikel 4

De artikelen 1 , 2 en 3 worden van kracht met ingang van 1 januari 1978 .

Artikel 5

De Lid-Staten nemen uiterlijk één jaar na kennisgeving van deze richtlijn de wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen en stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 30 januari 1978 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

P . DALSAGER

( 1 ) PB nr . C 6 van 9 . 1 . 1978 , blz . 132 .

( 2 ) Advies uitgebracht op 14/15 . 12 . 1977 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 3 ) PB nr . 115 van 11 . 11 . 1962 , blz . 2645/62 .

( 4 ) PB nr . L 108 van 26 . 4 . 1976 , blz . 19 .