12005SAN06/10/B

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond - Bijlage VI:Lijst bedoeld in artikel 23 van de Toetredingsakte: overgangsmaatregelen, Bulgarije - 10.Milieu - B.Beheer van afvalstoffen

Publicatieblad Nr. L 157 van 21/06/2005 blz. 0293 - 0297


B. BEHEER VAN AFVALSTOFFEN

1. 31993 R 0259: Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32001 R 2557: Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie van 28.12.2001 (PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1).

a) Tot en met 31 december 2014 dient elke overbrenging van in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 259/93 opgenomen afvalstoffen voor terugwinning naar Bulgarije, te worden gemeld aan de bevoegde autoriteiten en te worden verwerkt overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van de verordening.

b) In afwijking van artikel 7, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 259/93, kunnen de bevoegde Bulgaarse autoriteiten tot en met 31 december 2009 bezwaar aantekenen tegen de overbrenging van de volgende, in bijlage III vermelde afvalstoffen voor terugwinning naar Bulgarije, op de in artikel 4, lid 3, van de verordening vastgestelde gronden. Voor dergelijke overbrengingen geldt dan artikel 10 van de verordening.

AA. METAALHOUDENDE AFVALSTOFFEN

- AA 090 Afval en residuen van arseen

- AA 100 Afval en residuen van kwik

- AA 130 Vloeistoffen afkomstig van het afbijten van metalen

AB. HOOFDZAKELIJK UIT ANORGANISCHE BESTANDDELEN BESTAAND AFVAL, DAT METALEN EN ORGANISCHE MATERIALEN KAN BEVATTEN

AC. HOOFDZAKELIJK UIT ORGANISCHE BESTANDDELEN BESTAAND AFVAL, DAT METALEN EN ANORGANISCHE MATERIALEN KAN BEVATTEN

- AC 040 Slib van loodhoudende benzine

- AC 050 Thermische vloeistoffen (warmteoverdracht)

- AC 060 Hydraulische vloeistoffen

- AC 070 Remvloeistoffen

- AC 080 Antivriesvloeistoffen

- AC 110 Fenolen, fenolverbindingen met inbegrip van chloorfenol, in de vorm van vloeistoffen en slib

- AC 120 Polychloornaftaleen

- AC 150 Chloorfluorkoolwaterstoffen

- AC 160 Halonen

- AC 190 Lichte fractie vrijkomend bij het verwerken van autowrakken

- AC 200 Organische fosforverbindingen

- AC 230 Niet-waterige distillatieresiduen, al of niet gehalogeneerd, afkomstig van de terugwinning van organische oplosmiddelen

- AC 240 Afval afkomstig van de productie van alifatische gehalogeneerde koolwaterstoffen (zoals chloormethaan, dichloorethaan, vinylchloride, dichloorvinylideen, allylchloride and epichloorhydrine)

- AC 260 Varkensmest; uitwerpselen

AD. AFVAL DAT ZOWEL ORGANISCHE ALS ANORGANISCHE BESTANDDELEN KAN BEVATTEN

- AD 010 Afval afkomstig van de productie en de bereiding van farmaceutische producten

Afval dat een van de volgende stoffen bevat, daaruit bestaat, of daarmee verontreinigd is:

- AD 040 Anorganische cyaniden, met uitzondering van de residuen van edele metalen in vaste vorm die sporen van anorganische cyaniden bevatten

- AD 050 Organische cyaniden

- AD 060 Mengsels en emulsies van olie/water of koolwaterstoffen/water

- AD 070 Afval afkomstig van de productie, de bereiding en het gebruik van inkt, kleurstoffen, pigmenten, verf, lak of vernis

- AD 150 Als filters gebruikt natuurlijk organisch materiaal (bijvoorbeeld biofilters)

- AD 160 Stedelijk/huishoudelijk afval

Deze periode kan worden verlengd tot uiterlijk 31 december 2012, overeenkomstig de procedure van artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 [9], gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG [10].

c) In afwijking van artikel 7, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 259/93, kunnen de bevoegde Bulgaarse autoriteiten tot en met 31 december 2009 bezwaar aantekenen tegen de overbrenging van in bijlage IV van de verordening opgenomen en van niet in de bijlagen bij de verordening vermelde afvalstoffen voor terugwinning naar Bulgarije, op de in artikel 4, lid 3, van de verordening vastgestelde gronden.

d) In afwijking van artikel 7, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 259/93 tekenen de bevoegde Bulgaarse autoriteiten bezwaar aan tegen de overbrenging van de in de bijlagen II, III en IV bij de verordening vermelde afvalstoffen voor terugwinning en de overbrenging van niet in die bijlagen vermelde afvalstoffen voor terugwinning naar een installatie die een tijdelijke afwijking geniet van bepaalde eisen van Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging [11], of Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties [12] in de periode dat die tijdelijke afwijking geldt voor de installatie van bestemming.

2. 31994 L 0062: Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32004 L 0012: Richtlijn 2004/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11.2.2004 (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 26).

a) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder a), van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2011 het totale percentage voor terugwinning of verbranding in afvalverbrandingsinstallaties met energieterugwinning te halen, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 35 gewichtsprocent per 31 december 2006, 39% voor 2007, 42% voor 2008, 46% voor 2009 en 48% voor 2010.

b) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder b), van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2014 het totale percentage voor terugwinning of verbranding in afvalverbrandingsinstallaties met energieterugwinning te halen, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 50 gewichtsprocent voor 2011, 53% voor 2012 en 56% voor 2013.

c) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder c), van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2009 het recyclingstreefcijfer voor kunststoffen te halen, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 8 gewichtsprocent per 31 december 2006, 12% voor 2007 en 14,5% voor 2008.

d) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder d), van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2014 het totale recyclingstreefcijfer te halen, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 34 gewichtsprocent per 31 december 2006, 38% voor 2007, 42% voor 2008, 45% voor 2009, 47% voor 2010, 49% voor 2011, 52% voor 2012 en 54,9% voor 2013.

e) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder e), punt i),van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2013 het recyclingstreefcijfer voor glas te halen, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 26 gewichtspercent per 31 december 2006, 33% voor 2007, 40% voor 2008, 46% voor 2009, 51% voor 2010, 55% voor 2011 en 59,6% voor 2012.

f) In afwijking van artikel 6, lid 1, onder e), punt iv),van Richtlijn 94/62/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2013 het recyclingstreefcijfer voor kunststoffen te halen, waarbij uitsluitend materiaal wordt meegeteld dat opnieuw tot kunststof wordt gerecycleerd, met inachtneming van de volgende tussentijdse streefcijfers:

- 17 gewichtsprocent voor 2009, 19% voor 2010, 20% voor 2011 en 22% voor 2012.

3. 31999 L 0031: Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1), gewijzigd bij:

- 32003 R 1882: Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29.9.2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 5, lid 3, onder a) en b), en bijlage I, punt 2, tweede streepje, van Richtlijn 1999/31/EG, en onverminderd artikel 6, onder c), punt ii) van de richtlijn, en Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen [13], zijn de voorschriften voor vloeibare, corrosieve en oxiderende afvalstoffen, en inzake het voorkomen dat oppervlaktewater in de gestorte afvalstoffen doordringt, tot en met 31 december 2014 niet van toepassing op de 14 onderstaande installaties:

1. "Polimeri" slibvijver, Varna, Devnya;

2. "Solvey Sod", "Deven" en "Agropolichim" gecombineerde as-slibvijver, Varna, Devnya - deel van de gemeente Varna;

3. "TPP Varna" asvijver, Varna, Beloslav;

4. "Sviloza" asvijver, Veliko Tarnovo, Svistov;

5. TPP in "Zaharni zavodi" asvijver, Veliko Tarnovo, Gorna Oryahovitsa;

6. "Vidachim v likvidatsia" asvijver, Vidin, Vidin;

7. "Toplofikatsia-Ruse TPP East" asvijver, Ruse, Ruse;

8. TPP "Republika", "COF-Pernik" en "Kremikovtsi-Rudodobiv" asvijver, Pernik, Pernik;

9. "Toplofikatsia Pernik" en "Solidus" Pernik asvijver, Pernik, Pernik;

10. TPP "Bobov dol" asvijver, Kyustendil, Bobov dol;

11. "Brikel" asvijver, Stara Zagora, Galabovo;

12. "Toplofikatsia Sliven" asvijver, Sliven, Sliven;

13. "TPP Maritsa 3" asvijver, Haskovo, Dimitrovgrad;

14. "TPP Maritsa 3" asvijver, Haskovo, Dimitrovgrad;

Bulgarije zorgt ervoor dat het storten van afval in deze 14 bestaande, niet aan de voorschriften beantwoordende installaties geleidelijk afneemt, overeenkomstig de onderstaande jaarlijkse maximumhoeveelheden:

- per 31 december 2006: 3020000 ton;

- per 31 december 2007: 3010000 ton;

- per 31 december 2008: 2990000 ton;

- per 31 december 2009: 1978000 ton;

- per 31 december 2010: 1940000 ton;

- per 31 december 2011: 1929000 ton;

- per 31 december 2012: 1919000 ton;

- per 31 december 2013: 1159000 ton;

- per 31 december 2014: 1039000 ton.

4. 32002 L 0096: Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24), gewijzigd bij:

- 32003 L 0108: Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8.12.2003 (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 106),

In afwijking van artikel 5, lid 5, en artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2002/96/EG dient Bulgarije uiterlijk op 31 december 2008 een gemiddelde hoeveelheid gescheiden ingezamelde AEEA uit particuliere huishoudens van ten minste vier kilogram per inwoner per jaar, alsmede het percentage terugwinning en het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen te halen.

[9] PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

[10] PB L 78 van 26.3.1991, blz. 32.

[11] PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.

[12] PB L 309 van 27.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

[13] PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

--------------------------------------------------