ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

11 november 2021 ( *1 )

„Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 1169/2011 – Verstrekking van voedselinformatie aan consumenten – Artikel 9, lid 1, onder l) – Voedingswaardevermelding – Artikel 31, lid 3, tweede alinea – Berekening van de energetische waarde en hoeveelheden nutriënten – Mogelijkheid om deze informatie te verstrekken voor het levensmiddel na bereiding – Voorwaarden – Artikel 33, lid 2, tweede alinea – Uitdrukking per portie of consumptie-eenheid”

In zaak C‑388/20,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in burgerlijke en strafzaken, Duitsland) bij beslissing van 23 juli 2020, ingekomen bij het Hof op 14 augustus 2020, in de procedure

Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband eV

tegen

Dr. August Oetker Nahrungsmittel KG,

wijst

HET HOF (Achtste kamer),

samengesteld als volgt: J. Passer (rapporteur), president van de Zevende kamer, waarnemend voor de president van de Achtste kamer, F. Biltgen en N. Wahl, rechters,

advocaat-generaal: A. Rantos,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband eV, vertegenwoordigd door P. Wassermann, Rechtsanwalt,

Dr. August Oetker Nahrungsmittel KG, vertegenwoordigd door C. Konnertz-Häußler, Rechtsanwältin,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door C. Hödlmayr en B. Rous Demiri als gemachtigden,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 2 september 2021,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 31, lid 3, tweede alinea, en artikel 33, lid 2, tweede alinea, van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB 2011, L 304, blz. 18, met rectificatie in PB 2012, L 247, blz. 17).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband eV (federatie van consumentenorganisaties, Duitsland; hierna: „BVV”) en Dr. August Oetker Nahrungsmittel KG (hierna: „Dr. Oetker”), waarbij wordt gevorderd dat deze onderneming wordt gelast de voedingswaarde-etikettering op de voorkant van muesliverpakking in overeenstemming te brengen met de vereisten van verordening nr. 1169/2011.

Toepasselijke bepalingen

3

In de overwegingen 35, 37 en 41 van verordening nr. 1169/2011 staat te lezen:

„(35)

Om producten in verpakkingen van verschillende grootte gemakkelijker te kunnen vergelijken, is het zinnig de verplichte voedingswaardevermelding in bedragen van 100 g of 100 ml te behouden, en indien nodig aanvullende vermeldingen per portie toe te staan. Als het levensmiddel is voorverpakt en er afzonderlijke porties of consumptie-eenheden zijn geïdentificeerd, moet dan ook een voedingswaardevermelding per portie of per consumptie-eenheid toegestaan zijn, naast de vermelding per 100 g of per 100 ml. Bovendien moet de Commissie, om te kunnen voorzien in vergelijkbare aanduidingen met betrekking tot porties of consumptie-eenheden, over de bevoegdheid beschikken regels vast te stellen met betrekking tot de uitdrukking van de voedingswaardevermelding per portie of per consumptie-eenheid voor specifieke categorieën van levensmiddelen.

[…]

(37)

Aangezien deze verordening onder andere ten doel heeft de eindverbruiker in staat te stellen met kennis van zaken te kiezen, moet erop worden toegezien dat de eindverbruiker de informatie op het etiket gemakkelijk begrijpt. […]

[…]

(41)

Om de gemiddelde consument te bereiken en het informatieve doel te dienen waarvoor zij wordt ingevoerd, en gezien het huidige niveau van de kennis over voeding, moet de verstrekte voedingsinformatie eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen zijn. Wanneer de voedingswaarde-informatie gedeeltelijk in het hoofdgezichtsveld, beter bekend als ‚de voorkant van de verpakking’, en gedeeltelijk op een andere zijde van de verpakking, zoals de achterkant, staat, zou dat de consumenten in verwarring kunnen brengen. Daarom moet de voedingswaardevermelding in één gezichtsveld staan. Voorts kunnen de belangrijkste elementen van de voedingswaarde-informatie op basis van vrijwilligheid in het hoofdgezichtsveld worden herhaald, om de consumenten te helpen de essentiële voedingswaarde-informatie gemakkelijk te lezen wanneer zij levensmiddelen kopen. Een vrije keuze van de informatie die kan worden herhaald, zou de consumenten in verwarring kunnen brengen. Daarom moet duidelijk worden bepaald welke informatie kan worden herhaald.”

4

Artikel 9 („Lijst van verplichte vermeldingen”) van deze verordening bepaalt in lid 1:

„Overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 35 en behoudens de in dit hoofdstuk vervatte uitzonderingen zijn de volgende vermeldingen verplicht:

[…]

l) een voedingswaardevermelding.”

5

Artikel 30 („Inhoud”) van die verordening luidt:

„1.   De verplichte voedingswaardevermelding omvat het volgende:

a)

de energetische waarde, en

b)

de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, proteïne en zout.

[…]

3.   Wanneer de etikettering van een voorverpakt levensmiddel de in lid 1 bedoelde verplichte voedingswaardevermelding bevat, mag de volgende informatie daarop worden herhaald:

a)

de energetische waarde, of

b)

de energetische waarde samen met de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, suikers en zout.

4.   Wanneer de etikettering van de producten genoemd in artikel 16, lid 4, een voedingswaardevermelding bevat, mag, in afwijking van artikel 36, lid 1, de inhoud van de vermelding worden beperkt tot de energetische waarde.

5.   Onverminderd artikel 44 mag, wanneer de etikettering van de producten bedoeld in artikel 44, lid 1, een voedingswaardevermelding geeft, in afwijking van artikel 36, lid 1, de inhoud van die vermelding worden beperkt tot het onderstaande:

a)

de energetische waarde, of

b)

de energetische waarde samen met de hoeveelheid vetten, verzadigde vetzuren, suikers en zout.

[…]”

6

Artikel 31 („Berekening”) van diezelfde verordening bepaalt in lid 3:

„De in artikel 30, leden 1 tot en met 5, bedoelde energetische waarde en hoeveelheden nutriënten hebben betrekking op het levensmiddel zoals dit wordt verkocht.

Zo nodig kan de informatie betrekking hebben op het levensmiddel na bereiding, indien een voldoende gedetailleerde bereidingswijze is aangegeven en de informatie op het voor consumptie geschikt gemaakte levensmiddel betrekking heeft.”

7

Artikel 32 („Uitdrukking in 100 g of 100 ml”) van verordening nr. 1169/2011 bepaalt in lid 2:

„De in artikel 30, leden 1 tot en met 5, bedoelde energetische waarde en hoeveelheden nutriënten worden uitgedrukt per 100 g of 100 ml.”

8

Artikel 33 („Uitdrukking per portie of consumptie-eenheid”) van deze verordening bepaalt in de leden 1 en 2:

„1.   In onderstaande gevallen mogen de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten bedoeld in artikel 30, lid 1 tot en met 5, worden uitgedrukt per gemakkelijk door de consument te herkennen portie en/of consumptie-eenheid, op voorwaarde dat de portie of eenheid op het etiket wordt gekwantificeerd en dat wordt vermeld hoeveel porties of eenheden er in de verpakking zitten:

a)

naast de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 2;

b)

naast de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 3, wat betreft de hoeveelheden vitaminen en mineralen;

c)

naast of in plaats van de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 4.

2.   In afwijking van artikel 32, lid 2, mag in de gevallen bedoeld in artikel 30, lid 3, onder b), de uitdrukking van de energetische waarden en de hoeveelheden nutriënten en/of het percentage van de in deel B van bijlage XIII vastgestelde referentie-innames, beperkt blijven tot de portie of consumptie-eenheid.

Indien de hoeveelheden nutriënten in overeenstemming met de eerste alinea enkel worden uitgedrukt per portie of per consumptie-eenheid, wordt de energetische waarde uitgedrukt per 100 g/100 ml en per portie of per consumptie-eenheid.”

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

9

Dr. Oetker is een Duits levensmiddelenbedrijf dat muesli vervaardigt en verkoopt onder de naam „Dr. Oetker Vitalis Knuspermüsli Schoko+Keks” (krokante muesli met chocolade en koekjes). Het product is verpakt in een rechthoekige kartonnen doos.

10

Deze verpakking bevat de volgende voedingswaardevermeldingen:

De zijkant van de verpakking (de smalle zijde van de kartonnen verpakking) bevat onder het opschrift „Voedingswaarde-informatie” vermeldingen betreffende de energetische waarde en de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, proteïne en zout, die enerzijds betrekking hebben op 100 g van het product zoals dit wordt verkocht en anderzijds op een portie van 40 g muesli bereid met 60 ml melk met een vetgehalte van 1,5 %;

Op de voorkant van de verpakking (het hoofdgezichtsveld van de kartonnen verpakking) worden de vermeldingen betreffende de energetische waarde en de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, suikers en zout herhaald, maar deze hebben enkel betrekking op een portie van het product na bereiding.

11

BVV heeft Dr. Oetker aangemaand om zich, wat de reclame voor het in de punten 9 en 10 van dit arrest vermelde product betreft, te voegen naar de in verordening nr. 1169/2011 opgenomen voorschriften inzake de voedingswaardevermelding. Volgens BVV had Dr. Oetker namelijk inbreuk gemaakt op artikel 33 van deze verordening, gelezen in samenhang met de artikelen 30 en 32 ervan, omdat op de voorkant van de verpakking van dit product de energetische waarde niet per portie van het product zoals dit wordt verkocht, maar enkel per portie van het product na bereiding was vermeld.

12

Aangezien deze aanmaning niets had opgeleverd, heeft BVV beroep ingesteld bij het Landgericht Bielefeld (rechter in eerste aanleg Bielefeld, Duitsland), dat dit beroep bij vonnis van 8 augustus 2018 heeft toegewezen. Nadat Dr. Oetker hoger beroep had ingesteld, heeft het Oberlandesgericht Hamm (hoogste rechterlijke instantie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, Hamm, Duitsland) dit vonnis bij arrest van 13 juni 2019 vernietigd en het beroep van BVV verworpen.

13

BVV heeft tegen het arrest van het Oberlandesgericht Hamm beroep in Revision ingesteld bij het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in burgerlijke en strafzaken, Duitsland), de verwijzende rechter.

14

Volgens de verwijzende rechter hangt de uitkomst van dit beroep in Revision met name af van de vraag of artikel 31, lid 3, en artikel 33, lid 2, van verordening nr. 1169/2011 aldus moeten worden uitgelegd dat het verboden is om, in een geval als het onderhavige, op de voorkant van de verpakking voor verkoopbevorderende doeleinden voedingswaarde-informatie per portie van het levensmiddel na bereiding te vermelden, zonder ook melding te maken van de energetische waarde per 100 g van het levensmiddel zoals dit wordt verkocht.

15

Tegen deze achtergrond heeft het Bundesgerichtshof de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Moet artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 aldus worden uitgelegd dat deze bepaling uitsluitend van toepassing is op levensmiddelen die moeten worden bereid en waarvoor de bereidingswijze vooraf is vastgesteld?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, wordt dan met de uitdrukking ‚per 100 g’ in artikel 33, lid 2, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 uitsluitend 100 g van het product zoals dit wordt verkocht bedoeld of – ten minste ook – 100 g van het levensmiddel na bereiding?”

Beantwoording van de prejudiciële vragen

Eerste vraag

16

Met zijn eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 aldus moet worden uitgelegd dat deze bepaling uitsluitend van toepassing is op levensmiddelen die moeten worden bereid om te kunnen worden geconsumeerd en waarvoor de bereidingswijze vooraf is vastgesteld.

17

Het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product kan op verschillende wijzen worden bereid, namelijk door toevoeging van melk, yoghurt, kwark, vruchtensap, fruit, jam of honing. Het kan ook zonder enige bereiding worden geconsumeerd.

18

Het Hof dient zich derhalve uit te spreken over de vraag of, wanneer er verschillende bereidingswijzen van een levensmiddel bestaan, voedingswaardevermeldingen die vrijwillig op de voorkant van de verpakking van dit levensmiddel worden herhaald, uitsluitend betrekking mogen hebben op een van deze bereidingswijzen.

19

Overeenkomstig artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 kan de voedingswaarde-informatie „zo nodig” betrekking hebben op „het levensmiddel na bereiding”, in plaats van op het levensmiddel „zoals dit wordt verkocht”, „indien een voldoende gedetailleerde bereidingswijze is aangegeven en de informatie op het voor consumptie geschikt gemaakte levensmiddel betrekking heeft”.

20

Bij de uitlegging van deze bepaling, die voor de vaststelling van haar betekenis en draagwijdte niet uitdrukkelijk verwijst naar het recht van de lidstaten, moet niet alleen rekening worden gehouden met de bewoordingen van die bepaling, maar ook met haar context en met de doelstelling van de regeling in kwestie (zie in die zin arrest van 16 juli 2020, AFMB e.a., C‑610/18, EU:C:2020:565, punt 50).

21

Zoals de advocaat-generaal in de punten 45, 49 en 50 van zijn conclusie heeft opgemerkt, geven de letterlijke en de contextuele uitlegging geen uitsluitsel over de vraag of artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 alleen betrekking heeft op levensmiddelen met één vooraf vastgestelde bereidingswijze dan wel ook op levensmiddelen die op verschillende wijzen kunnen worden bereid door er met name een verscheidenheid van ingrediënten aan toe te voegen. Naast het feit dat op basis van de bewoordingen van deze bepaling geen duidelijk en ondubbelzinnig antwoord op deze vraag kan worden gegeven, bevat verordening nr. 1169/2011 namelijk geen enkele bepaling over de berekening en de presentatie van de voedingswaardevermelding op de voorkant van een verpakking.

22

Derhalve kunnen alleen aan de hand van de teleologische uitlegging elementen voor een antwoord worden gevonden, met name wat betreft de betekenis die moet worden gegeven aan de uitdrukking „zo nodig” in artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011.

23

Het met artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 nagestreefde doel moet worden beoordeeld in het licht van zowel de doelstelling van deze bepaling als de doelstellingen van de betrokken regeling, waaronder, zoals het Hof reeds heeft opgemerkt, het doel om een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen ten aanzien van voedselinformatie, rekening houdend met de verschillen in de perceptie van de consumenten (zie in die zin arrest van 1 oktober 2020, Groupe Lactalis, C‑485/18, EU:C:2020:763, punt 43 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

24

Zoals de advocaat-generaal in punt 52 van zijn conclusie heeft opgemerkt, blijkt uit de overwegingen 35 en 41 van verordening nr. 1169/2011 dat artikel 31 van deze verordening tot doel heeft de vergelijking van levensmiddelen te vergemakkelijken en de consument te informeren.

25

Volgens overweging 35 hebben de regels over de voedingswaardevermelding per 100 g of 100 ml tot doel om „producten in verpakkingen van verschillende grootte gemakkelijker te kunnen vergelijken”. In deze overweging heet het verder dat „naast de vermelding per 100 g of per 100 ml […] indien nodig aanvullende vermeldingen per portie” zijn toegestaan, „als het levensmiddel is voorverpakt en er afzonderlijke porties of consumptie-eenheden zijn geïdentificeerd”.

26

Volgens overweging 41 moet de verstrekte voedingsinformatie, „om de gemiddelde consument te bereiken en het informatieve doel te dienen waarvoor zij wordt ingevoerd, […] eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen zijn”. Uit deze overweging blijkt ook dat „de belangrijkste elementen van de voedingswaarde-informatie op basis van vrijwilligheid in het hoofdgezichtsveld [kunnen] worden herhaald, om de consumenten te helpen de essentiële voedingswaarde-informatie gemakkelijk te lezen wanneer zij levensmiddelen kopen”.

27

Uit het voorgaande volgt dat indien, zoals in casu, een levensmiddel op verschillende wijzen kan worden bereid, de informatie over de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten van het levensmiddel na bereiding ervan overeenkomstig het voorstel van de producent het niet mogelijk maakt om dit levensmiddel te vergelijken met soortgelijke levensmiddelen van andere producenten, aangezien de berekening van de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten van een product dat op verschillende wijzen kan worden bereid, per definitie onzeker is omdat zij noodzakelijkerwijs varieert naargelang van de bereidingswijze.

28

De niet-vergelijkbaarheid kan evenmin worden verholpen door het feit dat de waarden van een portie elders op de verpakking worden vermeld, samen met de waarden per 100 g van het product zoals dit wordt verkocht. Zoals het Hof heeft opgemerkt in zijn arrest van 4 juni 2015, Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände (C‑195/14, EU:C:2015:361, punten 3840), kan de omstandigheid dat de lijst van ingrediënten op de verpakking van het product in kwestie staat, op zich niet uitsluiten dat de etikettering van dat product en de wijze waarop zij is uitgevoerd, de koper kunnen misleiden. Naar analogie maakt geïsoleerde informatie op de voorkant van de verpakking het niet mogelijk om producten te vergelijken en zaaien aanvullende vermeldingen met verschillende referentiehoeveelheden elders op de verpakking bij de consument mogelijk nog meer verwarring over de vergelijkbaarheid met andere producten.

29

Deze uitlegging wordt overigens bevestigd door overweging 37 van verordening nr. 1169/2011, volgens welke erop moet worden toegezien dat de eindverbruiker de informatie op het etiket gemakkelijk begrijpt teneinde hem in staat te stellen om met kennis van zaken te kiezen.

30

Bijgevolg moeten levensmiddelen die op verschillende wijzen kunnen worden bereid, worden uitgesloten van de werkingssfeer van artikel 33, lid 2, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011.

31

Derhalve moet op de eerste vraag worden geantwoord dat artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 aldus moet worden uitgelegd dat deze bepaling uitsluitend van toepassing is op levensmiddelen die moeten worden bereid en waarvoor de bereidingswijze vooraf is vastgesteld.

Tweede vraag

32

Gelet op het antwoord op de eerste vraag hoeft de tweede vraag niet te worden beantwoord.

Kosten

33

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

 

Artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling uitsluitend van toepassing is op levensmiddelen die moeten worden bereid en waarvoor de bereidingswijze vooraf is vastgesteld.

 

ondertekeningen


( *1 ) Procestaal: Duits.