31.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 51/10


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 november 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de cour d’appel de Paris — Frankrijk) — IB/FA

(Zaak C-289/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 2201/2003 - Bevoegdheid om kennis te nemen van een verzoek tot echtscheiding - Artikel 3, lid 1, onder a) - Begrip “gewone verblijfplaats” van de verzoeker)

(2022/C 51/12)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour d’appel de Paris

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: IB

Verwerende partij: FA

Dictum

Artikel 3, lid 1, onder a), van verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000, moet aldus worden uitgelegd dat een echtgenoot die zijn leven verdeelt tussen twee lidstaten, slechts in een van deze lidstaten zijn gewone verblijfplaats kan hebben, zodat uitsluitend de gerechten van de lidstaat waar die gewone verblijfplaats gelegen is, bevoegd zijn om kennis te nemen van het verzoek tot ontbinding van de huwelijksband.


(1)  PB C 297 van 7.9.2020.