2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 103/5


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 februari 2011 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — Nederland) — Vicoplus SC PUH (C-307/09), BAM Vermeer Contracting sp. zoo (C-308/09), Olbek Industrial Services sp. zoo (C-309/09)/Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(Gevoegde zaken C-307/09 tot en met C-309/09) (1)

(Vrij verrichten van diensten - Terbeschikkingstelling van werknemers - Toetredingsakte van 2003 - Overgangsmaatregelen - Toegang van Poolse onderdanen tot arbeidsmarkt van staten die op tijdstip van toetreding van Republiek Polen reeds lid van de Unie waren - Vereiste van tewerkstellingsvergunning voor terbeschikkingstelling van arbeidskrachten - Richtlijn 96/71/EG - Artikel 1, lid 3)

2011/C 103/07

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Vicoplus SC PUH (C-307/09), BAM Vermeer Contracting sp. zoo (C-308/09), Olbek Industrial Services sp. zoo (C-309/09)

Verwerende partij: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Raad van State (Nederland) — Uitlegging van de artikelen 49 EG en 50 EG en van artikel 1, lid 3, sub c, van richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB 1997, L 18, blz. 1) — Nationale wettelijke regeling die tewerkstellingsvergunning vereist voor het ter beschikking stellen van werknemers

Dictum

1)

De artikelen 56 VWEU en 57 VWEU verzetten zich er niet tegen dat een lidstaat, gedurende de overgangsperiode die is voorzien in hoofdstuk 2, punt 2, van bijlage XII bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, vereist dat voor de terbeschikkingstelling in de zin van artikel 1, lid 3, sub c, van richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, op zijn grondgebied, van werknemers die Pools onderdaan zijn, een tewerkstellingsvergunning wordt verkregen.

2)

De terbeschikkingstelling van werknemers in de zin van artikel 1, lid 3, sub c, van richtlijn 96/71 is een dienstverrichting tegen vergoeding waarbij de ter beschikking gestelde werknemer in dienst blijft van de dienstverrichtende onderneming en er geen arbeidsovereenkomst tot stand komt met de inlenende onderneming. Zij wordt erdoor gekenmerkt dat de verplaatsing van de werknemer naar de lidstaat van ontvangst het doel op zich van de dienstverrichting door de dienstverlenende onderneming vormt en dat deze werknemer zijn taken onder toezicht en leiding van de inlenende onderneming vervult.


(1)  PB C 267 van 7.11.2009.