4.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/4


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het House of Lords — Verenigd Koninkrijk) — Commissioners for her Majesty’s Revenue and Customs/Loyalty Management UK Limited (C-53/09), Baxi Group Ltd (C-55/09)

(Gevoegde zaken C-53/09 en C-55/09) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Maatstaf van heffing - Verkoopbevorderingssysteem - Klantenbindingsprogramma waarbij klanten punten van handelaren kunnen ontvangen die zij kunnen inwisselen voor getrouwheidsgeschenken - Betalingen door beheerder van programma aan deelnemende leveranciers van getrouwheidsgeschenken - Betalingen door handelaar aan beheerder van programma die getrouwheidsgeschenken levert)

2010/C 328/06

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

House of Lords — Verenigd Koninkrijk

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Commissioners for her Majesty’s Revenue and Customs

Verwerende partijen: Loyalty Management UK Limited, (C-53/09), Baxi Group Ltd (C-55/09)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — House of Lords — Uitlegging van de artikelen 5, 6 en 11A, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Maatstaf van heffing — Klantenbindingsprogramma op grond waarvan de gebruikers punten kunnen verzamelen bij deelnemende leveranciers en deze bij daartoe aangewezen leveranciers kunnen inwisselen voor geschenken of tegoedbonnen — Inwisseling van punten op grond waarvan door de beheerder van een programma aan de betrokken aangewezen leverancier een vergoeding wordt betaald

Dictum

In het kader van een klantenbindingsprogramma als dat wat in de hoofdgedingen aan de orde is, moeten de artikelen 5, 6, 11, A, lid 1, sub a, alsmede 17, lid 2, in de versie van artikel 28 septies, punt 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, aldus worden uitgelegd dat

betalingen door de beheerder van het betrokken programma aan deelnemende leveranciers die getrouwheidsgeschenken leveren aan klanten, in zaak C-53/09 dienen te worden aangemerkt als de, door een derde betaalde, tegenprestatie voor een levering van goederen aan die klanten, of, in voorkomend geval, voor een verrichting van diensten ten behoeve van die klanten. Het staat evenwel aan de verwijzende rechter, na te gaan of die betalingen ook de tegenprestatie omvatten voor een dienstverrichting die een afzonderlijke prestatie vormt, en

betalingen door de sponsor aan de beheerder van het betrokken programma die getrouwheidsgeschenken levert aan klanten, in zaak C-55/09 ten dele dienen te worden aangemerkt als de, door een derde betaalde, tegenprestatie voor een levering van goederen aan die klanten en ten dele als de tegenprestatie voor een verrichting van diensten door de beheerder van dat programma ten behoeve van die sponsor.


(1)  PB C 90 van 18.4.2009

PB C 148 van 5.6.2010.