20.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 141/7


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 23 april 2009 [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court) — Verenigd Koninkrijk] — TNT Post UK Ltd, The Queen/The Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

(Zaak C-357/07) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Vrijstellingen - Artikel 13, A, lid 1, sub a - Door openbare postdiensten verrichte prestaties)

2009/C 141/10

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: TNT Post UK Ltd, The Queen

Verwerende partij: The Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

In tegenwoordigheid van: Royal Mail Group Ltd

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court) — Uitlegging van artikel 13, A, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang — Door openbare postdiensten verrichte diensten — Begrip „openbare postdiensten” — Commerciële vennootschap die postdiensten verricht daaronder begrepen

Dictum

1)

Het begrip „openbare postdiensten” van artikel 13, A, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat het betrekking heeft op — openbare dan wel particuliere — dienstverleners die de verplichting op zich nemen, in een lidstaat de gehele universele postdienst, zoals deze dienst is gedefinieerd in artikel 3 van richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002, of een deel daarvan, te verzekeren.

2)

De vrijstelling van artikel 13, A, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn is van toepassing op diensten en daarmee gepaard gaande leveringen van goederen, met uitzondering van personenvervoer en telecommunicatiediensten, die de openbare postdiensten als zodanig verrichten, te weten in hun hoedanigheid van exploitant die de verplichting op zich neemt om in een lidstaat de gehele universele postdienst of een deel daarvan te verzekeren. Deze vrijstelling is niet van toepassing op diensten en daarmee gepaard gaande leveringen van goederen die worden verricht onder voorwaarden waarover individueel is onderhandeld.


(1)  PB C 247 van 20.10.2007.