41999D0013

Het Schengenacquis - Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende de nieuwe versies van het Gemeenschappelijk handboek en van de Gemeenschappelijke visuminstructie (SCH/Com-ex(99) 13)

Publicatieblad Nr. L 239 van 22/09/2000 blz. 0317 - 0404


BESLUIT VAN HET UITVOEREND COMITÉ

van 28 april 1999

betreffende de nieuwe versies van het Gemeenschappelijk Handboek en van de Gemeenschappelijke Visuminstructie

(SCH/Com-ex (99) 13)

HET UITVOEREND COMITÉ,

Gelet op artikel 132 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen,

Gelet op de artikelen 3, 5, 6, 7, 8, 11, 12, 17, 18 en 25 van deze overeenkomst enerzijds, alsmede op de artikelen 9 en 17 van deze overeenkomst anderzijds,

Overwegende dat het in het belang van alle Schengenpartnerstaten is om in het kader van hun gemeenschappelijk beleid inzake personenverkeer te voorzien in een eenvormige wijze van visumafgifte, teneinde mogelijke negatieve gevolgen met betrekking tot de binnenkomst en de nationale veiligheid te vermijden,

Geleid door de wens om de thans met de Gemeenschappelijke Visuminstructie opgedane goede ervaringen verder uit te bouwen, alsook door het streven om de visumafgifteprocedure verder te harmoniseren,

Geleid door het beginsel van solidariteit tussen de Schengenstaten,

BESLUIT:

I. 1. tot aanpassing van de Gemeenschappelijke Visuminstructie met bijlagen (aanhangsel 1(1));

2. tot aanpassing van het Gemeenschappelijk Handboek met bijlagen (aanhangsel 2(2)).

In de aangepaste tekst zijn de wijzigingen verwerkt zoals die werden aangebracht in de bijlagen 1, 2, 3, 5, 7, 9, 10, 12 en 15 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie, alsmede in de overeenkomstige bijlagen 5, 5A, 14B, 10, 6B, 6C en 14A bij het Gemeenschappelijk Handboek (aanhangsel 3).

II. De in aanhangsel 3 vermelde documenten die in het verleden met betrekking tot de Gemeenschappelijke Visuminstructie, het Gemeenschappelijk Handboek en de bijlagen daarbij werden vastgesteld, vinden vanaf de vaststelling van deze aangepaste versie niet langer toepassing.

III. Het document over vertegenwoordiging bij visumafgifte is ter informatie toegevoegd (aanhangsel 4(3)).

IV. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het wordt vastgesteld.

Luxemburg, 28 april 1999.

De voorzitter

C. H. Schapper

(1) Bijlagen 5, 9 en 10 zijn vertrouwelijk. Zie SCH/Com-ex (98) 17.

(2) Vertrouwelijk document. Zie SCH/Com-ex (98) 17.

(3) Document SCH/II (95) 16, 19de herz.: niet gepubliceerd.

Aanhangsel 1

GEMEENSCHAPPELIJKE INSTRUCTIE AAN DE DIPLOMATIEKE EN CONSULAIRE BEROEPSPOSTEN

INHOUDSOPGAVE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGEN BIJ DE GEMEENSCHAPPELIJKE VISUMINSTRUCTIE

1. I. Gemeenschappelijke lijst van staten wier onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen

II. Bijgewerkt overzicht van staten wier onderdanen door geen enkele Schengenstaat aan de visumplicht zijn onderworpen

III. Bijgewerkt overzicht van staten wier onderdanen door één of meer Schengenstaten aan de visumplicht zijn onderworpen

2. Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides

3. Lijst van staten wier onderdanen of houders van door deze staten afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen

4. Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst

5. Lijst van gevallen waarin overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst voor visumafgifte de centrale autoriteiten van de eigen staat, van een andere staat of van andere staten dienen te worden geraadpleegd

6. Lijst van honorair consuls die bij wijze van uitzondering en als overgangsmaatregel tot visumafgifte bevoegd zijn

7. Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen

8. Modellen van de visumsticker en informatie betreffende de veiligheidskenmerken

9. Gegevens welke de onderscheidene staten eventueel in de zone "opmerkingen" zullen opnemen

10. Voorschriften voor invulling van de machineleesbare zone

11. Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht

12. Legeskosten (in EUR) voor visumafgifte

13. Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker

14. Beginselen en procedures voor mededeling aan de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels

15. Modellen van de door de Schengenstaten vervaardigde geharmoniseerde formulieren ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring

GEMEENSCHAPPELIJKE VISUMINSTRUCTIE

aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten van de staten die partij zijn bij het Akkoord van Schengen

VOORWAARDEN VOOR DE AFGIFTE VAN EEN VOOR HET GRONDGEBIED VAN ALLE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN VAN HET AKKOORD VAN SCHENGEN GELDIG EENVORMIG VISUM

I. ALGEMENE BEPALINGEN

1. Toepassingsgebied

Krachtens de bepalingen van hoofdstuk III, afdelingen 1 en 2, van de "Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen", ondertekend op 19 juni 1990, waartoe vervolgens Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en Oostenrijk zijn toegetreden, zijn onderstaande gemeenschappelijke regelingen van toepassing terzake van de behandeling van de aanvragen voor visa voor verblijf van ten hoogste drie maanden, met inbegrip van visa voor doorreis, welke voor het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen van het Akkoord van Schengen geldig zijn(1).

Voor visa voor een verblijf van langer dan drie maanden blijven de nationale regelingen van toepassing; bedoelde visa zijn slechts geldig voor verblijf op het nationale grondgebied. De houder van dergelijke visa mag evenwel over het grondgebied van de overige overeenkomstsluitende partijen reizen teneinde zich te begeven naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft verleend, tenzij hij niet kan voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a), d) en e), bedoelde voorwaarden voor binnenkomst, of gesignaleerd staat op de nationale signaleringslijst van de overeenkomstsluitende partij over wier grondgebied hij wenst te reizen.

2. Visa: begripsomschrijving en soorten

2.1. Eenvormig visum

Machtiging of beslissing welke zichtbaar wordt gemaakt door aanbrenging door een overeenkomstsluitende partij van een sticker in een paspoort, reisdocument of enig ander geldig grensoverschrijdingsdocument. Vreemdelingen die aan dit vereiste zijn onderworpen, mogen zich bij een buitengrensdoorlaatpost van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij of van een andere overeenkomstsluitende partij melden en aldaar, naar gelang van het soort visum, om doorreis of verblijf verzoeken, voorzover zij aan de overige voorwaarden voor doorreis of binnenkomst voldoen. Aan het bezit van een visum kan als zodanig geen onherroepelijk recht op binnenkomst worden ontleend.

2.1.1. Transitvisum voor luchthavens

Visum waarmee vreemdelingen die aan dit bijzonder vereiste zijn onderworpen, zich tijdens tussenlandingen bij een vluchtdeel of internationale vlucht in de internationale transitzone van een luchthaven mogen ophouden, zonder toegang tot het nationale grondgebied van de betrokken overeenkomstsluitende partij te verkrijgen. Deze visumplicht vormt een uitzondering op de algemene faciliteit zich zonder visum in genoemde internationale transitzone te mogen ophouden.

Dit soort visum is verplicht voor onderdanen van de staten welke in bijlage 3 zijn vermeld, alsmede voor andere ingezetenen van deze staten, die in het bezit zijn van een door de autoriteiten van de desbetreffende staat afgegeven reisdocument.

Uitzonderingen op de transitvisumplicht voor luchthavens worden in deel III van bijlage 3 geregeld.

2.1.2. Doorreisvisum

Visum waarmee vreemdelingen over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mogen reizen, teneinde zich vanuit een derde staat naar het grondgebied van een andere derde staat te begeven.

Het doorreisvisum is geldig voor één, twee of, bij wijze van uitzondering, verscheidene doorreizen, met dien verstande dat de duur van elke doorreis niet meer dan vijf dagen mag bedragen.

2.1.3. Visum voor kort verblijf of reisvisum; meervoudig visum

Visum waarmee vreemdelingen voor andere dan met immigratie verband houdende doeleinden om binnenkomst van het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mogen verzoeken, waarbij, te rekenen vanaf de datum van eerste binnenkomst, noch de duur van een ononderbroken verblijf, noch de totale duur van de achtereenvolgende verblijven meer dan drie maanden per zes maanden mogen bedragen. In de regel kan dit visum voor één of meerdere binnenkomsten worden afgegeven.

Aan vreemdelingen die zich bijvoorbeeld voor zakenreizen veelvuldig naar één of meerdere overeenkomstsluitende partijen dienen te begeven, mag een visum voor kort verblijf worden afgegeven, dat geldig is voor meervoudige verblijven waarvan de totale duur niet meer dan drie maanden per zes maanden mag bedragen. De geldigheidsduur van dit meervoudig visum mag één jaar bedragen en voor bepaalde categorieën van personen bij wijze van uitzondering meer dan één jaar (zie V, 2, punt 2.1).

2.1.4. Collectief visum

Doorreisvisum of visum voor een verblijfsduur van ten hoogste 30 dagen, dat op een collectief paspoort kan worden aangebracht, tenzij de nationale wetgeving zich daartegen verzet, en dat wordt afgegeven aan een groep vreemdelingen die, voordat zij besloten de reis te maken, sociaal of institutioneel zijn georganiseerd, voorzover binnenkomst en verblijf op, alsmede vertrek uit het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geschiedt door de leden als groep.

Het collectieve visum wordt afgegeven voor een groep van minimaal 5 en maximaal 50 personen. Er dient steeds een groepsverantwoordelijke te zijn, die houder is van een paspoort en, indien nodig, van een individueel visum.

2.2. Visum voor verblijf van langere duur

Visa voor een verblijf van langer dan drie maanden zijn nationale visa welke door iedere overeenkomstsluitende partij overeenkomstig de eigen wetgeving worden afgegeven.

Dit visum wordt evenwel aangemerkt als eenvormig doorreisvisum op grond waarvan de houder zich naar het grondgebied van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij mag begeven, met dien verstande dat de duur van de doorreis niet meer dan vijf dagen mag bedragen, te rekenen vanaf de datum van binnenkomst, behoudens wanneer hij niet voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst, of ter fine van weigering vermeld staat op de nationale lijst van de overeenkomstsluitende partij of partijen over wier grondgebied hij wenst te reizen (zie bijlage 4).

2.3. Visum met territoriaal beperkte geldigheid

Visum dat bij wijze van uitzondering in een paspoort, reisdocument of enig ander geldig grensoverschrijdingsdocument wordt aangebracht in de gevallen waarin het verblijf uitsluitend op het grondgebied van één of meer overeenkomstsluitende partijen is toegestaan, voorzover in- en uitreis eveneens via het grondgebied van deze overeenkomstsluitende partij of partijen geschiedt (zie punt V, 3).

2.4 Aan de grens afgegeven visum(2)

II. BEVOEGDE DIPLOMATIEKE OF CONSULAIRE POST

Een visumplichtige vreemdeling (bijlage 1) die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient zich tot de dienst "Visa" van de bevoegde diplomatieke of consulaire post te richten.

1. Vaststelling van de bevoegde overeenkomstsluitende partij

1.1. Overeenkomstsluitende partij die voor de behandeling van de visumaanvraag bevoegd is

De bevoegdheid voor behandeling van en beslissing op een aanvraag voor een eenvormig visum voor kort verblijf of doorreis berust volgens onderstaande rangorde bij:

a) - De overeenkomstsluitende partij op wier grondgebied het enige of het hoofdreisdoel is gelegen. Het hoofdreisdoel kan nimmer in een transitstaat zijn gelegen.

De diplomatieke of consulaire post bepaalt, bij ontvangst van de aanvraag, per geval in welke overeenkomstsluitende partij het hoofdreisdoel is gelegen; hij houdt daarbij rekening met de feitelijke omstandigheden, met name het reisdoel, de reisroute en de duur van het verblijf of de verblijven. Bij de toetsing van deze criteria baseert de diplomatieke of consulaire post zich hoofdzakelijk op de overgelegde bewijsstukken.

- Indien één of meerdere bestemmingen het directe gevolg of de aanvulling van een andere bestemming zijn, baseert de diplomatieke of consulaire post zich bij de toetsing der criteria meer bepaald op de hoofdreden of het hoofddoel van de reis.

- Indien geen der bestemmingen het directe gevolg of de aanvulling van een andere bestemming is, baseert de diplomatieke of consulaire post zich meer bepaald op de langste verblijfsduur (en, in geval van gelijke verblijfsduur in twee verschillende overeenkomstsluitende partijen, op het eerste verblijf).

b) - Overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst, indien niet kan worden bepaald in welke overeenkomstsluitende partij het hoofdreisdoel is gelegen.

De overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst is de overeenkomstsluitende partij via wiens buitengrens de aanvrager het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen binnenkomt, nadat zijn documenten zijn gecontroleerd.

- Indien de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst de visumaanvrager niet aan de visumplicht onderwerpt, is deze niet gehouden een visum af te geven; de bevoegdheid tot visumafgifte wordt overgedragen aan de overeenkomstsluitende partij van eerste bestemming of van doorreis waar de vreemdeling visumplichtig is, tenzij de overeenkomstsluitende partij van eerste binnenkomst vrijwillig, met instemming van de aanvrager, een visum afgeeft.

- De bevoegdheid voor behandeling van en beslissing op een aanvraag voor een visum waarvan de geldigheid tot het grondgebied van één overeenkomstsluitende partij of tot dat van de Benelux is beperkt, berust bij de betrokken overeenkomstsluitende partij (overeenkomstsluitende partijen).

1.2. Overeenkomstsluitende partij die als vertegenwoordiger van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij optreedt

a) Wanneer de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij als bedoeld in artikel 12 van de Uitvoeringsovereenkomst geen diplomatieke of consulaire post in een bepaalde staat heeft, mag een visum worden afgegeven door de diplomatieke of consulaire post van een overeenkomstsluitende partij die de belangen van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij vertegenwoordigt. Visumafgifte geschiedt in dit geval na machtiging van en namens de vertegenwoordigde overeenkomstsluitende partij, zo nodig na het volgen van de raadplegingsprocedure tussen de centrale autoriteiten. Voorzover een Benelux-staat over een diplomatieke of consulaire post beschikt, neemt deze ambtshalve de vertegenwoordiging van de overige Benelux-staten op zich.

b) Indien de voor de visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij een diplomatieke of consulaire post in de hoofdstad van een bepaalde staat heeft maar niet in het ressort waar de aanvraag wordt ingediend, en indien een of meerdere andere overeenkomstsluitende partijen in dat ressort wèl een consulaire post hebben, kan het visum bij wijze van uitzondering en slechts in staten met een uitgestrekt grondgebied, door een andere overeenkomstsluitende partij worden afgegeven door middel van vertegenwoordiging van de voor visumbehandeling verantwoordelijke overeenkomstsluitende partij, indien er tussen beide overeenkomstsluitende partijen een expliciete afspraak omtrent vertegenwoordiging bestaat en er nauwgezet volgens de voorwaarden hiervan wordt gehandeld.

c) De regeling als bedoeld onder de punten a) en b) biedt in ieder geval aan de visumaanvrager de keuze zich te richten tot hetzij de vertegenwoordigende diplomatieke of consulaire post, hetzij de vertegenwoordiging van de voor visumbehandeling bevoegde overeenkomstsluitende partij.

d) De subgroep "Visa" werkt een overzicht uit van de overeengekomen vertegenwoordigingsregelingen en draagt zorg voor de periodieke bijwerking van dit overzicht.

e) De afgifte van Schengenvisa in derde staten waar niet alle Schengenstaten vertegenwoordigd zijn, in relatie tot artikel 30, lid 1, onder a), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen, geschiedt op basis van navolgende uitgangspunten:

- De vertegenwoordigingsregeling bij de behandeling van visumaanvragen geldt voor de in het kader van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en overeenkomstig de Gemeenschappelijke Visuminstructie afgegeven eenvormige transitvisa voor luchtvaartpassagiers, doorreisvisa en visa voor kort verblijf. De vertegenwoordigende staat is ertoe verplicht de bepalingen van de Gemeenschappelijke Visuminstructie met dezelfde spoed toe te passen als bij de afgifte van eigen visa van dezelfde categorie en geldigheidsduur.

- Behoudens expliciete bilaterale afspraken geldt de vertegenwoordigingsregeling niet voor visa welke worden afgegeven met het oog op de uitoefening van een bezoldigde beroepsactiviteit of van een activiteit die voorafgaand dient te worden goedgekeurd door de staat waar zij dient plaats te vinden. Deze visumaanvragers dienen zich te richten tot de geaccrediteerde consulaire post van de staat waar genoemde activiteit dient te worden uitgeoefend.

- De Schengenstaten zijn niet ertoe gehouden, zich in elke derde staat voor visumafgifte te laten vertegenwoordigen. Zij kunnen besluiten dat visumaanvragen in bepaalde derde staten of aanvragen voor een bepaalde visumcategorie dienen te worden gericht tot een beroepspost van de staat waar het hoofdreisdoel is gelegen.

- De beoordeling van het gevaar voor illegale immigratie bij een visumaanvraag berust ten volle bij de diplomatieke of consulaire post.

- De vertegenwoordigde staten aanvaarden de verantwoordelijkheid voor asielverzoeken die zijn ingediend door houders van een visum dat - zoals blijkt uit de expliciete vermelding op het visum - door de vertegenwoordigende staat ten behoeve van de vertegenwoordigde staten is afgegeven.

- In uitzonderlijke gevallen kan in bilaterale afspraken worden aangegeven dat visumaanvragen van bepaalde categorieën vreemdelingen door de vertegenwoordigende staten hetzij worden voorgelegd aan de autoriteiten van de vertegenwoordigde staat waar het reisdoel is gelegen, hetzij worden doorverwezen naar een beroepspost van deze staat. Deze categorieën dienen (eventueel per diplomatieke of consulaire post) schriftelijk te worden vastgelegd. De visumafgifte wordt dan geacht te zijn gedaan met machtiging van de vertegenwoordigde staat als bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a), van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen.

- Op grond van nationale evaluaties van de in een bepaalde periode eventueel ingediende asielverzoeken door houders van in vertegenwoordiging afgegeven visa en van andere relevante gegevens inzake deze visumafgifte, kunnen de bilaterale afspraken in de loop der tijd worden bijgesteld. Ook kan worden overeengekomen dat bij bepaalde posten (eventueel ook ten aanzien van bepaalde nationaliteiten) van vertegenwoordiging wordt afgezien.

- Vertegenwoordiging vindt uitsluitend terzake van visumafgifte plaats. Indien aan de visumaanvraag geen gevolg kan worden gegeven, omdat de betreffende vreemdeling niet in afdoende mate heeft kunnen aantonen dat hij aan de voorwaarden voldoet, dient de vreemdeling te worden gewezen op de mogelijkheid, zijn visumaanvraag bij een beroepspost van de partnerstaat waar zijn reisdoel is gelegen, in te dienen.

- Een verdere verfijning met betrekking tot de vertegenwoordigingsregeling kan worden aangebracht door middel van een verdere ontwikkeling van de programmatuur, waardoor vertegenwoordigende posten zonder veel extra moeite de centrale autoriteiten van de vertegenwoordigde staat kunnen raadplegen.

- Het overzicht van de vertegenwoordigingsregeling bij de afgifte van Schengenvisa in derde staten waar niet alle Schengenstaten vertegenwoordigd zijn, wordt de Centrale Groep ter kennisneming van de in onderling overleg tussen de betrokken partnerstaten in dit overzicht aangebrachte wijzigingen voorgelegd.

2. Raadpleging van de eigen centrale autoriteiten, de centrale autoriteit(en) van een andere staat of van andere staten overeenkomstig artikel 17, lid 2 van de Uitvoeringsovereenkomst

2.1. Verplichte voorafgaande raadpleging van de eigen centrale autoriteit

De diplomatieke of consulaire post die de visumaanvraag behandelt, dient zijn consulaire centrale autoriteit om machtiging te verzoeken, te raadplegen of deze vooraf mededeling te doen van de beslissing welke hij overweegt te nemen, voor de bij wet en de nationale praktijk vastgestelde gevallen, met inachtneming van de toepasselijke procedures en termijnen. De gevallen waarin interne raadpleging geschiedt, zijn opgenomen in bijlage 5, deel A.

2.2. Verplichte voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van een of meer andere overeenkomstsluitende partijen

De diplomatieke of consulaire post die de visumaanvraag behandelt, dient zijn eigen centrale autoriteit in het consulaire ressort om machtiging te verzoeken, die de aanvraag op haar beurt aan de bevoegde centrale autoriteiten van een of meerdere andere overeenkomstsluitende partijen doorgeleidt (deel V, 2, punt 2.3). Zolang het Uitvoerend Comité de lijst van aan raadpleging van andere centrale autoriteiten onderworpen gevallen niet heeft vastgesteld, dient de bij deze instructie gevoegde bijlage 5, deel B te worden gebruikt.

2.3. Raadplegingsprocedure in geval van vertegenwoordiging

a) Worden visumaanvragen met betrekking tot onderdanen van in bijlage 5, deel C, opgenomen staten in een diplomatieke of consulaire beroepspost van een in vertegenwoordiging van een partnerstaat optredende Schengenstaat ingediend, dan wordt de vertegenwoordigde staat geraadpleegd.

b) De informatie welke met betrekking tot deze visumaanvragen wordt uitgewisseld, stemt overeen met de informatie welke thans in het kader van de raadpleging bedoeld in bijlage 5, deel B, wordt verstrekt. Op het formulier dient evenwel in een verplichte rubriek voor verwijzingen naar het grondgebied van de vertegenwoordigde staat te worden voorzien.

c) Voor de termijnen, de verlenging daarvan en het soort antwoord gelden de huidige bepalingen van de Gemeenschappelijke Visuminstructie.

d) De overeenkomstig bijlage 5, deel B, voorziene raadplegingen worden door de vertegenwoordigde staat verricht.

3. Visumaanvraag door niet-ingezetenen van de staat waar de aanvraag wordt ingediend

Wordt een aanvraag in een andere staat dan die van de woonplaats van de aanvrager ingediend en bestaat er twijfel over de werkelijke intenties (in het bijzonder indien er sprake is van gevaar van illegale immigratie), dan kan het visum slechts worden afgegeven na voorafgaande raadpleging van de diplomatieke of consulaire post van de staat waar de aanvrager is gevestigd en/of de centrale autoriteit.

4. Bevoegdheid tot afgifte van een eenvormig visum

Voor afgifte van een eenvormig visum zijn alleen de diplomatieke en consulaire posten van de staten die partij zijn bij het Akkoord van Schengen bevoegd, behoudens de uitzonderingsgevallen als bedoeld in bijlage 6.

III. ONTVANGST VAN DE VISUMAANVRAAG

1. Visumaanvraagformulier; aantal exemplaren per aanvraag

Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient het desbetreffende formulier voor aanvraag van een eenvormig visum in te vullen.

Het aanvraagformulier dient in ten minste één exemplaar te worden ingevuld en kan onder andere voor de raadpleging van de centrale autoriteiten gebruikt worden. Voorzover de nationale procedures daartoe nopen, kunnen de overeenkomstsluitende partijen een groter aantal exemplaren verlangen.

2. Bij te voegen stukken

Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient bij de aanvraag onderstaande stukken te voegen:

a) een geldig reisdocument waarin een visum kan worden aangebracht;

b) in voorkomend geval, documenten ter staving van het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf.

Indien de aanvrager volgens de inlichtingen waarover de diplomatieke of consulaire post beschikt te goeder naam en faam bekend staat, kan het met de visumafgifte belaste personeel afzien van de eis dat hij bovenbedoelde bewijsstukken overlegt.

3. Aannemelijkheid van de terugkeer en middelen van bestaan

Een visumplichtige vreemdeling die het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij wenst binnen te komen, dient de aangezochte diplomatieke of consulaire post ervan te overtuigen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt en dat er waarborgen bestaan voor de terugkeer naar zijn land van herkomst.

4. Persoonlijke verschijning van de visumaanvrager

Persoonlijke verschijning bij de diplomatieke of consulaire post dient in beginsel te worden verlangd ter fine van mondelinge toelichting op de aanvraag, in het bijzonder wanneer gerede twijfel bestaat omtrent het effectieve reisdoel of de werkelijke intenties inzake terugkeer van de aanvrager naar diens land van herkomst.

Van dit beginsel kan worden afgeweken indien de aanvrager goed bekend is en zich op verre afstand van de diplomatieke of consulaire post bevindt, voorzover er geen twijfel omtrent zijn goede trouw bestaat en, ingeval van groepsreizen, indien een bekende en betrouwbare organisatie instaat voor de goede trouw van de aanvrager.

IV. RECHTSGROND

Eenvormige visa mogen slechts worden afgegeven voorzover aan de voorwaarden voor binnenkomst als bedoeld in de artikelen 15 en 5 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst van 19 juni 1990 is voldaan. Deze voorwaarden zijn:

Artikel 15

De visa als bedoeld in artikel 10 mogen in beginsel slechts worden afgegeven, voorzover de vreemdeling aan de in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), gestelde voorwaarden voor binnenkomst voldoet.

Artikel 5

1. Aan een vreemdeling die aan onderstaande voorwaarden voldoet, kan toegang worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden:

a) in het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument of van de geldige grensoverschrijdingsdocumenten, aangewezen door het Uitvoerend Comité;

b) indien vereist, in het bezit zijn van een geldig visum;

c) het, zo nodig, overleggen van documenten ter staving van het doel van het voorgenomen verblijf en de verblijfsomstandigheden alsmede het beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat, waar de toelating is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven;

d) niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan;

e) niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen.

2. Aan een vreemdeling die niet voldoet aan het geheel van deze voorwaarden, moet de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking daarvan noodzakelijk acht. In dat geval dient de toegang te worden beperkt tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij die de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis moet stellen.

De bijzondere bepalingen inzake het asielrecht en het bepaalde in artikel 18 blijven onverlet.

Visa met territoriaal beperkte geldigheid kunnen alleen onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 11, lid 2, artikel 14, lid 1 en artikel 16 juncto artikel 5, lid 2, worden afgegeven (zie V, 3).

Artikel 11, lid 2

2. Het bepaalde in lid 1 laat onverlet dat een overeenkomstsluitende partij in voorkomend geval in de loop van de desbetreffende periode van zes maanden een ander visum verleent waarvan de geldigheid is beperkt tot haar grondgebied.

Artikel 14, lid 1

1. Er mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheid van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

Artikel 16

Indien een overeenkomstsluitende partij het om één van de in artikel 5, lid 2, genoemde redenen noodzakelijk acht om af te wijken van het in artikel 15 neergelegde beginsel en aan een vreemdeling die niet aan alle in artikel 5, lid 1, genoemde voorwaarden voor binnenkomst voldoet, een visum te verlenen, wordt de geldigheid van dit visum territoriaal beperkt tot het grondgebied van deze partij, die de overige overeenkomstsluitende partijen hiervan in kennis dient te stellen.

V. BEHANDELING EN BESLISSING

De diplomatieke of consulaire post controleert eerst alle overgelegde stukken (1) en neemt na bestudering hiervan een beslissing over de visumaanvraag (2).

Bij de behandeling te hanteren basiscriteria:

Gememoreerd zij dat de behandeling van de visumaanvraag aan de volgende fundamentele criteria moet worden getoetst: de veiligheid van de overeenkomstsluitende partijen, de bestrijding van de illegale immigratie alsmede andere aspecten van de internationale betrekkingen. Naar gelang van de betrokken staat kan aan één van deze criteria meer gewicht worden toegekend, doch alle dienen steeds in aanmerking te worden genomen.

Wat de veiligheid betreft, dient te worden nagegaan of de vereiste controles werden verricht: bevraging - via het SIS - van het bestand van ter fine van weigering van toegang gesignaleerde personen, raadpleging van de centrale autoriteiten voor de staten waarvoor deze procedure verplicht is.

De beoordeling van het gevaar voor illegale immigratie berust ten volle bij de diplomatieke en consulaire posten. De behandeling van visumaanvragen heeft tot doel de aanvragers te onderkennen die voornemens zijn te emigreren en door middel van een visum voor toeristische, studie- of zakelijke doeleinden, dan wel voor familiebezoek pogen de Schengenruimte binnen te komen en er zich te vestigen. Aanvragen welke worden ingediend door personen uit "risicogroepen" (werklozen, personen zonder bestaansmiddelen) vereisen bijzondere aandacht. In geval van twijfel omtrent de authenticiteit van de documenten of de betrouwbaarheid van de bewijsstukken, dient van visumafgifte te worden afgezien.

De controleprocedure dient evenwel te worden versoepeld ten aanzien van aanvragers die bekend staan als bonafide personen, wier gegevens in het kader van de consulaire samenwerking onderling worden uitgewisseld.

1. Behandeling van de visumaanvraag

1.1. Controle van de visumaanvraag

- de aangevraagde verblijfsduur dient met het doel van het verblijf overeen te stemmen;

- de diverse rubrieken van het formulier dienen volledig en plausibel ingevuld te zijn; voorts dient het formulier een foto van de aanvrager te bevatten en, zo mogelijk, het hoofdreisdoel te vermelden.

1.2. Controle van de identiteit van de aanvrager

Controle van de identiteit van de aanvrager en nagaan of hij ter fine van weigering van toegang in het geautomatiseerde Schengeninformatiesysteem (SIS) is gesignaleerd, dan wel of andere (veiligheids)risico's bestaan die zich tegen visumafgifte verzetten, dan wel of betrokkene een immigratiegevaar oplevert doordat hij tijdens een vorig verblijf de hem toegestane verblijfduur heeft overschreden.

1.3. Controle van het reisdocument

- toetsing van de rechtmatigheid van het document: het moet volledig zijn en mag niet gewijzigd, nagemaakt of vervalst zijn;

- toetsing van de territoriale geldigheid van het reisdocument; het document dient voor binnenkomst op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geldig te zijn;

- toetsing van de geldigheidsduur van het reisdocument; de geldigheidsduur van het reisdocument zou drie maanden langer moeten zijn dan die van het visum (artikel 13, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst).

- om dringende humanitaire redenen, redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen kan evenwel, bij wijze van hoge uitzondering, een visum worden aangebracht in een reisdocument dat een kortere geldigheidsduur heeft dan bovengenoemde termijn (drie maanden), mits de geldigheidsduur langer is dan die van het visum en de terugkeer van de vreemdeling naar zijn land mogelijk is;

- toetsing van de duur van eerdere verblijven op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

1.4. Controle van andere stukken naar gelang van de aanvraag

Aantal en aard van de stukken hangen af van het mogelijke gevaar voor illegale immigratie en van de plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld converteerbare valuta) en kunnen van staat tot staat verschillen. Bij de beoordeling van de bewijsstukken kunnen de diplomatieke en consulaire posten een aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste praktijk uitwerken.

Deze bewijsstukken dienen verplicht betrekking te hebben op het reisdoel, de vervoermiddelen, de terugreis, de middelen van bestaan en de logiesomstandigheden.

- Bewijsstukken met betrekking tot het reisdoel, bijvoorbeeld:

- uitnodiging,

- oproeping,

- deelneming aan een groepsreis.

- Bewijsstukken met betrekking tot de reisroute, vervoermiddelen en terugreis, bijvoorbeeld:

- reisbiljet (heen en terug),

- vreemde valuta voor benzine of autoverzekering.

- Bewijsstukken met betrekking tot de middelen van bestaan.

Als bewijs van voldoende middelen van bestaan kunnen worden aanvaard: converteerbaar contant geld, reischeques, aan bankrekeningen in vreemde valuta gekoppelde chequeboekjes, kredietkaarten of andere middelen welke het bezit van vreemde valuta staven.

De middelen van bestaan dienen in verhouding te staan tot de duur en het doel van de reis, alsmede tot de kosten van levensonderhoud in de bezochte overeenkomstsluitende partij (partijen). Daartoe stellen de nationale autoriteiten van de onderscheidene overeenkomstsluitende partijen jaarlijks de voor grensoverschrijding vereiste richtbedragen vast (bijlage 7)(3).

- Bewijsstukken met betrekking tot logies:

De volgende documenten kunnen als bewijsstuk met betrekking tot de logiesomstandigheden worden aangemerkt:

a) reservering in een hotel of soortgelijk logiesverstrekkend bedrijf;

b) een op naam van de visumaanvrager gesteld document waaruit blijkt dat deze in de overeenkomstsluitende partij van verblijf een woning heeft gehuurd of in eigendom heeft;

c) indien de visumaanvrager verklaart logies te nemen bij een particulier of particuliere instelling, dienen de diplomatieke en consulaire posten te controleren of de vreemdeling daadwerkelijk daar zal verblijven, door middel van:

- hetzij raadplegingen van de nationale autoriteiten, voorzover deze noodzakelijk zijn;

- hetzij overlegging door de visumaanvrager van een toezegging tot logiesverstrekking door diegene die uitnodigt, welke toezegging door deze laatste door middel van een geharmoniseerd formulier is vastgelegd en door de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende partij conform de nationale wetgeving is gecontroleerd. Het model van dit formulier kan door het Uitvoerend Comité worden vastgesteld;

- hetzij overlegging door de visumaanvrager van een officieel of door de overheid afgegeven document houdende toezegging tot logiesverstrekking, welk document conform het nationale recht van de overeenkomstsluitende partij is opgesteld en gecontroleerd.

Overlegging van beide vorengenoemde documenten houdende toezegging tot logiesverstrekking vormt geen nieuwe voorwaarde voor visumafgifte. Deze documenten zijn evenwel een praktisch instrument voor de consulaire post ter staving van de beschikbaarheid van logies en, in voorkomend geval, van de middelen van bestaan. Indien een overeenkomstsluitende partij van een dergelijk document gebruikmaakt, dienen steeds de volgende gegevens te worden vermeld: de identiteit van zowel de uitnodigende persoon als de uitgenodigde vreemdeling(en), het verblijfadres, de duur en de reden van het verblijf, eventuele verwantschap, alsmede het regelmatige karakter van het verblijf van de uitnodigende persoon.

Na afgifte van het visum brengt de visumafgevende post zijn stempel en het nummer van het visum op het document aan, teneinde hergebruik te vermijden.

Deze controles zijn gericht op het tegengaan van schijn- of frauduleuze uitnodigingen alsmede van uitnodigingen welke uitgaan van onregelmatig of in precaire toestand verblijvende vreemdelingen.

Indien de visumaanvrager aantoont ruimschoots over financiële middelen te beschikken ter bestrijding van de kosten van levensonderhoud en logies in de te bezoeken overeenkomstsluitende partij of partijen, kan hij worden vrijgesteld van de verplichting bij aanvraag van een eenvormig visum een toezegging tot logiesverstrekking over te leggen.

- Overige, in voorkomend geval vereiste documenten:

Afhankelijk van het geval kunnen andere documenten worden vereist, zoals:

- bewijsstukken aangaande verblijfplaats en ter staving van bindingen met de overeenkomstsluitende partij van verblijf;

- ouderlijke toestemming voor minderjarigen;

- bewijsstukken met betrekking tot de sociaal-economische situatie van de aanvrager.

Daar waar volgens het nationale recht van de Schengenstaten ter staving van een uitnodiging van privé-personen of zakenlieden, een garantstellingsverklaring (-toezegging) dan wel bewijsstukken inzake huisvesting worden verlangd, geschiedt dit door middel van een geharmoniseerd formulier.

1.5. Toetsing van de goede trouw van de visumaanvrager

Ten behoeve van deze toetsing wordt nagegaan of de visumaanvrager in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking als bonafide persoon bekendstaat.

Tevens worden hierbij de onder punt VIII, 3, van deze instructie genoemde uitgewisselde informatie geraadpleegd.

2. Procedure inzake beslissing over visumaanvragen

2.1. Keuze van het soort visum en aantal binnenkomsten

Het eenvormige visum kan zijn (artikel 11):

- een voor één of meer binnenkomsten geldig reisvisum, waarbij, te rekenen vanaf de datum van eerste binnenkomst, noch de duur van een ononderbroken verblijf, noch de totale duur van de achtereenvolgende verblijven meer dan drie maanden per zes maanden mag bedragen;

- een voor meerdere binnenkomsten geldig visum met een geldigheidsduur van één jaar waarmee verblijf van drie maanden per zes maanden mogelijk is; een dergelijk visum kan worden afgegeven aan aanvragers die de nodige waarborgen bieden en voor één der overeenkomstsluitende partijen van bijzonder belang zijn. Bij wijze van uitzondering kan aan bepaalde categorieën van personen een visum worden afgegeven met een geldigheidsduur van meer dan één, tot ten hoogste vijf jaar waarmee verscheidene binnenkomsten mogelijk zijn;

- een doorreisvisum op grond waarvan de houder één, twee of bij wijze van uitzondering verscheidene keren over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen mag reizen om zich naar een derde staat te begeven, zonder dat de duur van de doorreis meer dan vijf dagen mag bedragen, voorzover hem de toegang tot de betrokken derde staat vooraf is verzekerd en de te volgen reisroute redelijkerwijs over het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen loopt.

2.2. Administratieve verantwoordelijkheid van de post welke de aanvraag behandelt

De diplomatieke vertegenwoordiger of het hoofd van de consulaire post draagt, overeenkomstig hun nationale bevoegdheden, de volledige verantwoordelijkheid voor de praktische aspecten van de visumafgifte door hun post en plegen onderling overleg.

De diplomatieke of consulaire post beslist op grond van alle hem ter beschikking zijnde gegevens, daarbij rekening houdend met de concrete situatie van elke visumaanvrager.

2.3. Bijzondere procedure voor gevallen waarin voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van de andere overeenkomstsluitende partijen is vereist

Voor raadpleging van de centrale autoriteiten hebben de overeenkomstsluitende partijen besloten dat een systeem zal worden ingevoerd.

Wanneer het technische systeem voor de raadplegingen uitvalt, kunnen in een overgangsperiode en afhankelijk van het geval, onderstaande maatregelen worden toegepast:

- beperking van het aantal raadplegingen tot strikt noodzakelijk geachte gevallen;

- gebruikmaking van het plaatselijke netwerk van diplomatieke en consulaire posten van de betrokken overeenkomstsluitende partijen voor kanalisering van de raadplegingen;

- gebruikmaking van het netwerk van de in de respectieve overeenkomstsluitende partijen gevestigde ambassades van de onderscheidene overeenkomstsluitende partijen, hetzij a) in de raadplegende overeenkomstsluitende partij, hetzij b) in de geraadpleegde overeenkomstsluitende partij;

- gebruikmaking van conventionele communicatiemiddelen (fax, telefoon, etc.) tussen de verschillende contactpunten;

- vergrote aandacht voor de bewaking van het gemeenschappelijk belang.

Voor afgifte van het eenvormige visum voor bepaalde in bijlage 5, deel B, genoemde categorieën van aanvragers voor wie raadpleging van een centrale autoriteit, van het ministerie van Buitenlandse Zaken of van andere autoriteiten is vereist (artikel 17, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst) geldt de volgende procedure:

De diplomatieke of consulaire post welke een visumaanvraag ontvangt van personen die behoren tot een dezer categorieën waarvoor raadpleging van de centrale autoriteit is vereist, dient in de eerste plaats na te gaan of de aanvrager van het visum ter fine van weigering van toegang in het Schengeninformatiesysteem is gesignaleerd.

Tevens dient de diplomatieke of consulaire post de volgende procedure te volgen:

a) Procedure

De procedure als bedoeld onder punt b) dient niet te worden gevolgd wanneer de aanvrager van het visum in het Schengeninformatiesysteem ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd.

b) Doorgeleiding van de aanvraag aan de eigen centrale autoriteit

Alvorens te beslissen over een aan raadpleging van de centrale autoriteit onderworpen visumaanvraag dient de bevoegde diplomatieke of consulaire post de aanvraag onverwijld aan de eigen centrale autoriteit voor te leggen.

- Indien de eigen centrale autoriteit een aanvraag wordt voorgelegd waarvoor zij bevoegd is en hierover een afwijzende beslissing neemt, behoeven de overige daarom verzoekende centrale autoriteiten niet meer te worden geraadpleegd.

- Indien de eigen centrale autoriteit een aanvraag wordt voorgelegd waarvoor zij als vertegenwoordiger van de voor visumafgifte bevoegde overeenkomstsluitende partij optreedt, leidt zij de aanvraag aan de centrale autoriteit van de bevoegde overeenkomstsluitende partij door. Indien de centrale autoriteit van de vertegenwoordigde overeenkomstsluitende partij - of, indien zulks in bilaterale afspraken is vastgelegd, de centrale autoriteit van de vertegenwoordigende overeenkomstsluitende partij - beslist de visumaanvraag af te wijzen, behoeven de overige centrale autoriteiten niet meer te worden geraadpleegd.

c) Inhoud van de raadpleging

Ter raadpleging van de centrale autoriteiten leidt de diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag wordt ingediend, aan de eigen centrale autoriteit de volgende gegevens door:

1. Diplomatieke of consulaire post waar de visumaanvraag is ingediend;

2. Naam en voornaam, geboortedatum en -plaats van de visumaanvrager(s), alsmede naam van de ouders van de visumaanvrager(s), voorzover bekend;

3. Nationaliteit van de visumaanvrager(s) en, voorzover bekend, eerdere nationaliteiten;

4. Type en nummer van het overgelegde reisdocument of de overgelegde reisdocumenten, alsmede de datum van afgifte en datum waarop de geldigheidsduur verstrijkt;

5. Duur en doel van het verblijf;

6. Voorziene reisdata;

7. Woonplaats, beroep, werkgever;

8. Referenties in de overeenkomstsluitende partijen, met name eerder ingediende visumaanvragen en eerdere verblijven in overeenkomstsluitende partijen;

9. Grens waarlangs de aanvrager zich voorneemt het grondgebied binnen te komen;

10. Overige namen (geboortenaam of, in voorkomend geval, naam na huwelijk, ter aanvulling van de identiteitsvaststelling overeenkomstig het nationale recht der respectieve overeenkomstsluitende partijen en het nationale recht van de staat waarvan de aanvrager onderdaan is);

11. Overige door de consulaire posten nuttig geachte informatie, te weten: naam van de in het paspoort vermelde echtgenoot en kinderen die de aanvrager vergezellen, reeds eerder verkregen visa, andere voor dezelfde bestemming ingediende aanvragen.

Bovenstaande gegevens zullen uit het visumaanvraagformulier worden overgenomen; hierbij zal de daarin vermelde volgorde worden gerespecteerd.

Bovenstaande gegevens vormen de basis van de bij raadpleging aan de centrale autoriteiten doorgeleide informatie; in beginsel bepaalt de raadplegende overeenkomstsluitende partij de wijze van verzending, met dien verstande dat datum en uur van verzending van het verzoek en van ontvangst door de geraadpleegde centrale autoriteiten duidelijk op het bericht zijn vermeld.

d) Doorgeleiding van de eigen centrale autoriteit aan de overige centrale autoriteit(en)

De centrale autoriteit van de overeenkomstsluitende partij waar de visumaanvraag is ingediend, raadpleegt vervolgens de centrale autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij/partijen die daarom hebben verzocht. Daartoe worden de door de overeenkomstsluitende partijen aangewezen autoriteiten als centrale autoriteiten aangemerkt.

Na het verrichten van de nodige toetsingen delen deze autoriteiten hun beoordeling over de visumaanvraag mede aan de centrale autoriteit die hen heeft geraadpleegd.

e) Antwoordtermijn; verlenging

Het antwoord van de geraadpleegde centrale autoriteiten aan de raadplegende centrale autoriteit dient binnen een termijn van ten hoogste zeven kalenderdagen te worden medegedeeld. De eerste antwoordtermijn begint te lopen vanaf het tijdstip van verzending van de aanvraag door de centrale autoriteit die tot raadpleging dient over te gaan.

Indien binnen genoemde termijn één van de geraadpleegde centrale autoriteiten de raadplegende centrale autoriteit een verzoek tot verlenging van de termijn doet toekomen, kan deze met zeven dagen worden verlengd.

In uitzonderingsgevallen kan de geraadpleegde centrale autoriteit een met reden omkleed verzoek tot verlenging van de termijn met meer dan zeven dagen doen toekomen.

De geraadpleegde autoriteiten zien erop toe dat in spoedgevallen zo snel mogelijk wordt geantwoord.

Indien na de eerste termijn, en in voorkomend geval de tweede, geen antwoord is verstrekt, betekent zulks dat de geraadpleegde overeenkomstsluitende partij/partijen met de visumafgifte instemt/(instemmen) en tegen visumafgifte geen bezwaar heeft/(hebben).

f) Beslissing naar gelang van het resultaat der raadpleging

Na het verstrijken van de antwoordtermijn kan de centrale autoriteit van de overeenkomstsluitende partij waar de visumaanvraag is ingediend de diplomatieke of consulaire post tot afgifte van een eenvormig visum machtigen.

De diplomatieke of consulaire post waar de visumaanvraag wordt ingediend, mag, bij uitblijven van een uitdrukkelijke instructie van de eigen centrale autoriteit, een visum afgeven na een termijn van veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf het tijdstip van verzending van de aanvraag door de centrale autoriteit die tot raadpleging dient over te gaan. De verantwoordelijkheid voor mededeling aan de eigen diplomatieke of consulaire post van het tijdstip waarop de antwoordtermijn aanvangt, berust bij de respectieve centrale autoriteiten.

Indien de centrale autoriteit een verzoek tot uitzonderlijke verlenging van de antwoordtermijn ontvangt, stelt zij hiervan de diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend in kennis; deze post kan niet op de aanvraag beslissen dan na uitdrukkelijke instructie van de eigen centrale autoriteit.

g) Doorgeleiding van specifieke stukken

In uitzonderlijke gevallen kan de ambassade waarbij de visumaanvraag werd ingediend, op verzoek van de consulaire post van de in overeenstemming met artikel 17 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst geraadpleegde staat het formulier van de visumaanvraag (met foto) doorgeleiden.

Deze procedure vindt alleen toepassing in plaatsen waar diplomatieke of consulaire beroepsposten van de raadplegende en van de geraadpleegde staat bestaan, en enkel voor onderdanen van in bijlage 5, deel B, opgenomen staten.

In generlei geval kan het antwoord of het verzoek om verlenging van de raadpleging ter plaatse worden doorgeleid, behoudens de raadplegingen welke in overeenstemming met de huidige bepalingen van bijlage 5, deel B, bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie ter plaatse plaatsvinden. Voor de uitwisseling tussen de centrale autoriteiten wordt in beginsel het raadplegingsnetwerk gebruikt.

2.4. Weigering van visumaanvraag of visumafgifte

Indien een diplomatieke of consulaire post van één der overeenkomstsluitende partijen een aanvraag of afgifte van een eenvormig visum weigert, kan hiertegen naar nationaal recht van de betrokken overeenkomstsluitende partij beroep worden ingesteld.

Ingeval een visum wordt afgewezen en in de nationale rechtsbepalingen in motivering van deze weigering is voorzien, moet deze op basis van de onderstaande formulering geschieden: "Ingevolge artikel 15 juncto artikel 5 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990 is uw visumaanvraag afgewezen, daar u niet voldoet aan de in artikel 5, lid 1, onder a), c), d), e) gestelde voorwaarden (desbetreffende letter aankruisen), waarin wordt bepaald dat ... (tekst van de desbetreffende voorwaarde of voorwaarden)."

Deze tekst kan in voorkomend geval worden aangevuld met meer gedetailleerde informatie, dan wel andere informatie bevatten, wanneer het nationale recht in een dergelijke verplichting voorziet.

Indien een diplomatieke of consulaire post die als vertegenwoordiger van een andere partnerstaat optreedt, zich ertoe genoodzaakt ziet om niet tot behandeling van een visumaanvraag over te gaan, wordt dit de aanvrager medegedeeld en wordt deze tevens ervan in kennis gesteld dat hij zich kan wenden tot de diplomatieke of consulaire post van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.

3. Visum met territoriaal beperkte geldigheid

Een visum waarvan de territoriale geldigheid tot het grondgebied van een of meer overeenkomstsluitende partijen is beperkt, kan worden afgegeven, indien:

1. de diplomatieke of consulaire post om één der in artikel 5, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst genoemde redenen (humanitaire overwegingen, nationaal belang of internationale verplichtingen) afwijking van het in artikel 15 neergelegde beginsel (artikel 16) noodzakelijk acht;

2. het een geval betreft als bedoeld in artikel 14 van de Uitvoeringsovereenkomst, luidende als volgt: "1. Er mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheid van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

2. Indien het reisdocument door één of meer overeenkomstsluitende partijen niet als 'geldig reisdocument' is erkend, kan het visum worden afgegeven in de vorm van een visumverklaring.".

3. de diplomatieke of consulaire post uit spoedeisende overwegingen (humanitaire overwegingen, nationaal belang of internationale verplichtingen) niet tot raadpleging van de centrale autoriteiten overgaat of indien daartegen bepaalde bezwaren worden gemaakt;

4. de diplomatieke of consulaire post aan de aanvrager die binnen een tijdsbestek van zes maanden reeds een visum van drie maanden heeft benut, om dringende redenen een nieuw visum voor een verblijf binnen dezelfde periode van zes maanden verstrekt.

In de onder 1, 3 en 4 genoemde gevallen kan de geldigheid van het visum territoriaal beperkt worden tot het grondgebied van één overeenkomstsluitende partij, van de Benelux of van twee Benelux-staten. In het onder punt 2 genoemde geval kan de geldigheid van het visum territoriaal beperkt worden tot het grondgebied van één of meer overeenkomstsluitende partijen, tot de Benelux of tot dat van twee Benelux-staten.

De diplomatieke of consulaire posten van de overige overeenkomstsluitende partijen dienen hiervan in kennis te worden gesteld.

VI. INVULLING VAN DE VISUMSTICKER

De bijlagen 13 en 8 behelzen voorbeelden van ingevulde visumstickermodellen alsmede informatie betreffende de veiligheidskenmerken.

1. Zone 8: gemeenschappelijke gegevens

1.1. Rubriek "GELDIG VOOR"

Met de rubriek "GELDIG VOOR" wordt het grondgebied aangeduid waarop de houder van het visum zich mag ophouden.

Slechts drie vermeldingen kunnen in de rubriek worden aangebracht:

a) overeenkomstsluitende partijen;

b) overeenkomstsluitende partij(en) tot wier grondgebied de geldigheid is beperkt (in dit geval worden de volgende landencodes gebruikt: A voor Oostenrijk, F voor Frankrijk, D voor Duitsland, E voor Spanje, GR voor Griekenland, P voor Portugal, I voor Italië, L voor Luxemburg, N voor Nederland en B voor België);

c) Benelux.

- Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van hetzij het eenvormige visum als bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, hetzij een visum waarvan de geldigheid niet is beperkt tot het grondgebied van de visumafgevende overeenkomstsluitende partij, wordt in de rubriek "GELDIG VOOR" in de taal van de overeenkomstsluitende partij van afgifte "Schengenstaten" ingevuld.

- Indien de visumsticker wordt gebruikt voor afgifte van een visum op grond waarvan verblijf, alsmede in- en uitreis tot een bepaald grondgebied is beperkt, wordt in bedoelde rubriek, in de officiële landstaal, de naam vermeld van de desbetreffende overeenkomstsluitende partij, tot wiens grondgebied het verblijf alsmede de in- en uitreis van de houder zich dienen te beperken.

- In de gevallen voorzien in artikel 14 van de Uitvoeringsovereenkomst mag de territoriale geldigheid tot het grondgebied van één of meerdere overeenkomstsluitende partijen worden beperkt. Bij toepassing hiervan dient de naam van de betrokken staten op de sticker te worden ingevuld.

- Bedoelde beperkte territoriale geldigheid kan evenmin gelden voor een gebied dat kleiner is dan het grondgebied van één der overeenkomstsluitende partijen.

1.2. Rubriek "VAN ... TOT ...":

De rubriek "VAN ... TOT ..." vermeldt de periode gedurende welke de houder van het visum tot verblijf gerechtigd is.

Na "VAN" wordt de datum aangeduid van de eerste dag waarop de houder van het visum het grondgebied mag binnenkomen waarvoor het visum geldig is; de vermelding van deze datum bestaat uit:

- twee cijfers ter aanduiding van het nummer van de dag; indien het nummer van de dag uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

- horizontaal streepje;

- twee cijfers ter aanduiding van de maand; indien het nummer van de maand uit één cijfer bestaat, is het eerste cijfer een nul;

- horizontaal streepje;

- twee cijfers ter aanduiding van het jaar, welke de laatste twee cijfers van het nummer van het jaar zijn.

- Voorbeeld: 15-04-94 = vijftien april 1994.

Na "TOT" wordt de datum van de laatste dag van het toegestane verblijf aangeduid; de visumhouder dient het grondgebied waarvoor het visum geldig is vierentwintig uur vóór bedoelde dag te verlaten.

Deze datum wordt op dezelfde wijze vermeld als die waarmee de eerste dag van het verblijf wordt aangeduid.

1.3. Rubriek "AANTAL BINNENKOMSTEN"

Deze rubriek vermeldt het aantal malen dat de houder van het visum het grondgebied waarvoor het geldig is, mag binnenkomen; hiermee wordt met andere woorden het aantal verblijfsperioden aangeduid waarover de houder van het visum het aantal onder rubriek 1.4 aangeduide dagen kan spreiden.

Het aantal binnenkomsten kan één, twee of meer (onbepaald) bedragen; dit wordt op de rechterzijde van de visumsticker aangeduid, en wel respectievelijk met "01", "02", of, indien de visumhouder tot meer dan twee binnenkomsten gerechtigd is, met het woord "MULT".

Bij een doorreisvisum kan slechts toestemming voor één of twee binnenkomsten worden verleend; dit wordt respectievelijk met "01" of "02" aangeduid. Alleen in uitzonderingsgevallen kan een zelfde visum recht geven op meer dan twee doorreizen, hetgeen wordt aangeduid met de afkorting "MULT".

Wanneer het aantal uitreizen en binnenkomsten identiek is, verliest het visum zijn geldigheid, ook indien de totale verblijfduur nog niet is verstreken.

1.4. Rubriek "DUUR VAN HET VERBLIJF ... DAGEN"

De rubriek "DUUR VAN HET VERBLIJF ... DAGEN" vermeldt het aantal dagen gedurende welke de visumhouder tot verblijf gerechtigd is op het grondgebied waarvoor het visum geldig is, hetzij gedurende een ononderbroken periode, hetzij gedurende verscheidene verblijfsperioden, voorzover deze binnen de in rubriek 1.2 aangeduide data zijn gelegen en het aantal in rubriek 1.3 vermelde binnenkomsten niet wordt overschreden(4).

In de vrije ruimte tussen de woorden "DUUR VAN HET VERBLIJF" en het woord "DAGEN" wordt met twee cijfers, waarvan het eerste een nul is indien het aantal dagen uit één cijfer bestaat, het aantal verblijfsdagen aangeduid waarop het visum recht geeft.

In deze rubriek mag maximaal negentig dagen per zes maanden worden vermeld.

1.5. Rubriek "AFGEGEVEN TE ... OP ..."

De rubriek "AFGEGEVEN TE ... OP ..." vermeldt, in de taal van de overeenkomstsluitende partij van afgifte, de naam van de stad waar de diplomatieke of consulaire post van afgifte is gevestigd (de naam wordt tussen "TE" en "OP" geplaatst), alsmede, na "OP", de datum van afgifte.

De datum van afgifte wordt op dezelfde wijze vermeld als de in rubriek 1.2 bedoelde data.

De visumafgevende autoriteit kan worden afgeleid uit het in zone 4 aangebrachte stempel.

1.6. Rubriek "PASPOORTNUMMER"

De rubriek "PASPOORTNUMMER" vermeldt het nummer van het paspoort waarin de visumsticker wordt aangebracht. Na het laatste cijfer van het paspoort wordt het aantal meereizende minderjarigen en, in voorkomend geval, de meereizende echtgenoot die in het paspoort van de houder zijn vermeld, als volgt aangebracht: een cijfer voor het aantal minderjarigen, gevolgd door een "X" (bij- voorbeeld "1X" = 1 minderjarige, "3X" = 3 minderjarigen) en een "Y" voor de echtgenoot.

Het paspoortnummer is het serienummer dat op alle of op de meeste bladzijden van het paspoort is gedrukt of door middel van een perforeerstempel is aangebracht.

1.7. Rubriek "TYPE VISUM"

Teneinde identificatie door de controleambtenaren te vergemakkelijken, wordt in de rubriek "TYPE VISUM "door middel van de letters A, B, C en D het type visum vermeld waarop de visumsticker betrekking heeft.

A: transitvisum voor luchtvaartpassagiers

B: doorreisvisum

C: visum voor kort verblijf

D: nationaal visum voor verblijf van langere duur

Voor visa met territoriaal beperkte geldigheid en collectieve visa worden, afhankelijk van het van toepassing zijnde geval, de letters A, B of C gebruikt.

2. Zone 9: nationale gegevens (opmerkingen)

In tegenstelling tot zone 8 (gemeenschappelijke en verplichte gegevens), is deze zone voorbehouden aan gegevens welke krachtens nationale voorschriften moeten worden vermeld. In beginsel staat het elke delegatie vrij de door haar wenselijk geachte gegevens te vermelden: voor een goed begrip van de gegevens dienen deze de overige overeenkomstsluitende partijen te worden meegedeeld (zie bijlage 9).

3. Zone 4: stempel van de afgevende post

Het stempel van de afgevende post wordt, horizontaal gezien, aangebracht in de rechthoek tussen de linkerzijde van de sticker en de rubriek "OPMERKINGEN", en, verticaal gezien, tussen de voor plaatdruk bestemde zone en de machineleesbare zone.

Afmetingen, opschrift en inktsoort voor de stempel zullen door elke overeenkomstsluitende partij afzonderlijk worden vastgesteld.

4. Zone 5: machineleesbare zone

Zowel het formaat van de visumsticker als dit van de machineleesbare zone werden op voorstel van de overeenkomstsluitende partijen door de ICAO goedgekeurd. Genoemde zone behelst twee regels met elk 36 karakters (OCR B-10 karakters/inch). Bijlage 10 behelst de wijze waarop genoemde zone dient te worden ingevuld.

5. Overige bij invulling van de visumsticker relevante aspecten

5.1. Ondertekening van het visum

Indien naar het nationale recht of de nationale praktijk van een overeenkomstsluitende partij handgeschreven ondertekening van het visum verplicht is, dient het visum door de bevoegde persoon te worden ondertekend nadat het in het paspoort is aangebracht.

Ondertekening geschiedt ter rechterzijde van de voor opmerkingen bestemde zone, op zodanige wijze dat de lijnen ervan de rand van de sticker overschrijden en ten dele op de bladzijde van het paspoort, respectievelijk reisdocument komen te staan, zonder daarbij evenwel de machineleesbare zone te overlappen.

5.2. Annulering van een reeds ingevulde visumsticker

Een visumsticker mag geen correcties of doorhalingen te zien geven. Indien bij invulling een vergissing wordt gemaakt, dient de visumsticker op de volgende wijze te worden te worden geannuleerd:

- indien de vergissing wordt geconstateerd vóór aanbrenging van de sticker in het reisdocument: door materiële vernietiging of door de sticker overhoeks door te knippen;

- indien de vergissing wordt geconstateerd na aanbrenging van de sticker in het reisdocument: door overhoekse doorhaling met een rode streep, waarna een nieuwe sticker in het paspoort wordt aangebracht.

5.3. Aanbrenging van de visumsticker in het paspoort

De visumsticker wordt ingevuld voordat hij in het paspoort wordt aangebracht. Stempeling en ondertekening geschieden nadat de visumsticker in het paspoort of het reisdocument is aangebracht.

Wanneer de visumsticker correct is ingevuld, wordt deze aangebracht op de eerste bladzijde van het paspoort waarop geen stempel (met uitzondering van het aanvraagidentificatiestempel) of enige aantekening is geplaatst. Wordt geweigerd: een paspoort waarin niet voldoende ruimte voor aanbrenging van de visumsticker aanwezig is, het paspoort waarvan de geldigheidsduur is verstreken of waarmee de uitreis tijdens de geldigheidsduur alsmede de terugkeer naar de staat van oorsprong of de binnenkomst in een derde staat niet mogelijk zijn (artikel 13 van de Uitvoeringsovereenkomst).

5.4. Paspoorten en reisdocumenten waarin een eenvormig visum kan worden aangebracht

De criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht overeenkomstig artikel 17, lid 3, onder a), van de Uitvoeringsovereenkomst zijn in bijlage 11 vervat.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst mag geen visum worden aangebracht in een reisdocument indien dit voor geen der overeenkomstsluitende partijen geldig is. Is het reisdocument slechts voor één of meer overeenkomstsluitende partijen geldig, dan dient de geldigheidsduur van het aan te brengen visum tot deze overeenkomstsluitende partij of partijen te worden beperkt.

Indien het reisdocument niet als geldig is erkend door één of meer overeenkomstsluitende partijen, kan het visum worden afgegeven in de vorm van een visumverklaring. Deze op een afzonderlijk inlegvel aangebrachte visumverklaring geldt alleen als visum met territoriaal beperkte geldigheid.

VII. BEHEER EN ORGANISATIE

1. Organisatie van de dienst "Visa"

De organisatie van de eigen dienst "Visa" valt onder de bevoegdheid van de respectieve overeenkomstsluitende partijen.

De hoofden van de posten dienen zich ervan te vergewissen dat de voor visumafgifte bevoegde dienst "Visa" zodanig is georganiseerd, dat onzorgvuldigheid, welke diefstal en vervalsing tot gevolg kan hebben, wordt tegengegaan.

- Op het voor de visumafgifte bevoegde personeel mag ter plaatse geen druk worden uitgeoefend.

- Vermeden moet worden (bijvoorbeeld door regelmatige postenruil van de ambtenaren) dat "gewoonten" worden gecreëerd, waardoor geringere waakzaamheid in de hand wordt gewerkt.

- Voor de bewaring en het gebruik van visumstickers dienen dezelfde veiligheidsmaatregelen als bij andere te beveiligen waardepapieren te worden getroffen.

2. Bestanden en archivering van de aanvragen

Iedere overeenkomstsluitende partij is verantwoordelijk voor het beheer van de bestanden en het archief der aanvraagformulieren en, bij visumafgifte waarvoor raadpleging van de centrale autoriteiten is vereist, voor de foto van de visumaanvrager.

De bewaartermijn van de aanvraagformulieren bedraagt minimum één jaar indien een visum werd afgegeven en minimum vijf jaar indien het werd geweigerd.

Teneinde de raadpleging tussen de centrale autoriteiten te vergemakkelijken, worden bij raadpleging de referenties van het bestand en het archief vermeld.

3. Visumregister

Iedere overeenkomstsluitende partij registreert de afgegeven visa volgens de eigen voorschriften. Geannuleerde visumstickers dienen als zodanig te worden geregistreerd.

4. Legeskosten bij visumafgifte

De legeskosten bij visumafgifte zijn opgenomen in bijlage 12.

VIII. CONSULAIRE SAMENWERKING TER PLEKKE

1. Richtlijnen voor de consulaire samenwerking ter plekke

De consulaire samenwerking ter plekke is in het algemeen gericht op de evaluatie van het migratierisico en, in het bijzonder op de vaststelling van gemeenschappelijke criteria voor de behandeling van visumaanvragen, de informatie-uitwisseling inzake falsificaten, mogelijke netwerken van illegale immigratie en weigering van kennelijk ongegronde of frauduleuze visumaanvragen. Door middel van de samenwerking kan tevens informatie betreffende bonafide visumaanvragers worden uitgewisseld en kan de aan het publiek te verstrekken informatie inzake de voorwaarden voor het verkrijgen van een eenvormig visum gemeenschappelijk worden bijgewerkt. Bij de consulaire samenwerking ter plekke wordt rekening gehouden met de administratieve werkelijkheid en de plaatselijke sociaal-economische structuur.

Het personeel van de posten komt op gezette tijden bijeen - naar gelang van de omstandigheden en op het door dit personeel wenselijk geacht ambtelijk niveau - en brengt over deze vergaderingen aan de eigen centrale autoriteit verslag uit. Het voorzitterschap kan verzoeken om overlegging van een halfjaarlijks algemeen verslag.

2. Voorkoming van gelijktijdige of na recente weigering opnieuw ingediende visumaanvragen

Door onderlinge informatie-uitwisseling en identificatie van de visumaanvraag door middel van stempels of andere vervangende of aanvullende maatregelen dient te worden voorkomen dat een visumaanvrager verscheidene visumaanvragen indient - gelijktijdig of opeenvolgend na een recente weigering - bij één of meer diplomatieke of consulaire posten.

Onverminderd de raadpleging die de diplomatieke en consulaire posten kunnen uitvoeren, alsmede de informatie-uitwisseling, brengen zij in het paspoort van iedere aanvrager het volgende stempel aan: "VISUM AANGEVRAAGD OP ... TE ...". In de eerste zone worden zes cijfers aangebracht: twee voor de dag, twee voor de maand en twee voor het jaar; in de tweede wordt de naam van de diplomatieke of consulaire post van de overeenkomstsluitende partij vermeld. Daaraan dient de code van het aangevraagde type visum te worden toegevoegd.

Voor diplomatieke en dienstpaspoorten wordt het besluit om al dan niet een stempel aan te brengen, overgelaten aan de terzake bevoegde diplomatieke of consulaire post waar de aanvraag is ingediend.

Het stempel kan eveneens worden aangebracht wanneer een visum voor verblijf van langere duur wordt aangevraagd.

Bij een uit hoofde van vertegenwoordiging afgegeven visum wordt in het stempel, na de code van het aangevraagde type visum, de letter "R" gevolgd door de code van de vertegenwoordigde staat vermeld.

Bij de afgifte van het visum wordt de visumsticker indien mogelijk op het identificatiestempel aangebracht.

In uitzonderlijke gevallen waarin aanbrenging van het stempel onmogelijk blijkt, doet de diplomatieke of consulaire post die het voorzitterschap vervult, daarvan mededeling aan de terzake bevoegde Schengenwerkgroep en verzoekt hij deze om goedkeuring van alternatieve maatregelen, zoals de uitwisseling van fotokopieën van paspoorten of van lijsten van afgewezen visumaanvragen met vermelding van de grond voor afwijzing.

Op initiatief van het voorzitterschap of op eigen initiatief, beslissen de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten ter plekke of vervangende of aanvullende voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

3. Toetsing van de bonafiditeit van de visumaanvragers

Teneinde toetsing van de goede trouw van visumaanvragers te vergemakkelijken, kunnen de diplomatieke en consulaire posten, conform hun nationale wetgeving, op basis van plaatselijk gemaakte afspraken in het kader van hun samenwerking en in overeenstemming met het bepaalde onder punt 1 van dit hoofdstuk informatie uitwisselen.

Periodiek kan informatie worden uitgewisseld over visumaanvragers wier visum werd geweigerd omdat zij gebruik hebben gemaakt van gestolen, verduisterde of valse documenten, de uitreisdatum van een eerder afgegeven visum niet hebben gerespecteerd, een gevaar voor de veiligheid zouden vormen en in het bijzonder wegens verdenking van poging tot illegale emigratie naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

Deze gemeenschappelijk uitgewisselde of vergaarde informatie vormt een hulpmiddel bij de beoordeling van de visumaanvragen. Zij mag evenwel niet worden gezien als vervanging van de toetsing van de concrete visumaanvraag noch van de bevraging van het Schengeninformatiesysteem of de raadpleging van de centrale autoriteiten die daarom verzoeken.

4. Uitwisseling van statistieken

4.1. De uitwisseling van statistieken over afgegeven en formeel afgewezen visa voor kort verblijf, voor doorreis en voor luchthaventransit vindt op kwartaalbasis plaats.

4.2. Onverminderd de op grond van artikel 16 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen bestaande verplichting, die in bijlage 14 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie duidelijk wordt geformuleerd en op grond waarvan de Schengenstaten binnen 72 uur de gegevens voor afgifte van een territoriaal beperkt visum dienen te verstrekken, wordt de diplomatieke en consulaire posten van de Schengenstaten opgedragen, maandelijks hun statistieken over de in de voorafgaande maand afgegeven territoriaal beperkte visa uit te wisselen en deze aan hun centrale autoriteiten te doen toekomen.

(1) Krachtens artikel 138 van de Uitvoeringsovereenkomst zijn deze bepalingen voor wat betreft de Franse Republiek slechts van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek en voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden slechts op het grondgebied van het Rijk in Europa.

(2) In uitzonderingsgevallen kan een visum voor kort verblijf of doorreis aan de grens worden afgegeven conform de in deel II, punt 5 van het Gemeenschappelijk Handboek neergelegde voorwaarden.

(3) Bedoelde richtbedragen zullen worden vastgesteld conform de in deel I van het Gemeenschappelijk Handboek "Buitengrenzen" neergelegde modaliteiten.

(4) In geval van een doorreisvisum mag het aantal in deze rubriek vermelde dagen ten hoogste vijf bedragen.

BIJLAGE 1

I. Gemeenschappelijke lijst van staten wier onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen

II. Bijgewerkt overzicht van staten wier onderdanen door geen enkele Schengenstaat aan de visumplicht zijn onderworpen

III. Bijgewerkt overzicht van staten wier onderdanen door één of meer Schengenstaten aan de visumplicht zijn onderworpen

Onderstaande lijsten bevatten een overzicht van de door het Uitvoerend Comité van Schengen tot en met 1 mei 1999 genomen besluiten. Voor informatie betreffende eventuele wijzigingen na 1 mei 1999 wende men zich tot de bevoegde diensten van de Commissie of van het secretariaat-generaal van de Raad.

I. Gemeenschappelijke lijst(1) van staten wier onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen

VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN(2)

AFGHANISTAN

ANTIGUA EN BARBUDA

ALBANIË

ARMENIË

ANGOLA

AZERBEIDZJAN

BOSNIË-HERZEGOVINA

BARBADOS

BANGLADESH

BURKINA FASO

BULGARIJE

BAHREIN

BOEROENDI

BENIN

BAHAMA'S

BHUTAN

BOTSWANA

BELARUS

BELIZE

CONGO (DEMOCRATISCHE REPUBLIEK)

CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK

CONGO BRAZZAVILLE

IVOORKUST

KAMEROEN

CHINA

CUBA

KAAPVERDIË

DJIBOUTI

DOMINICA

DOMINICAANSE REPUBLIEK

ALGERIJE

EGYPTE

ERITREA

ETHIOPIË

FIJI

MICRONESIA

GABON

GRENADA

GEORGIË

GHANA

GAMBIA

GUINEE

EQUATORIAAL GUINEA

GUINEE BISSAU

GUYANA

HAÏTI

INDONESIË

INDIA

IRAK

IRAN

JAMAICA

JORDANIË

KENIA

KIRGIZIË

CAMBODJA

KIRIBATI

COMOREN, DE

SAINT CHRISTOPHER (SAINT KITTS) EN NEVIS

NOORD-KOREA

KOEWEIT

KAZACHSTAN

LAOS

LIBANON

SAINT LUCIA

SRI LANKA

LIBERIA

LESOTHO

LIBIË

MAROKKO

MOLDAVIË

MADAGASKAR

MARSHALLEILANDEN

VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

MALI

BIRMA/MYANMAR

MONGOLIË

NOORDELIJKE MARIANEN (EILANDEN)

MAURITANIË

MAURITIUS

MALDIVEN, DE

MALAWI

MOZAMBIQUE

NAMIBIË

NIGER

NIGERIA

NEPAL

NAURU

OMAN

PERU

PAPOEA-NIEUW-GUINEA

FILIPIJNEN

PAKISTAN

PALAU

QATAR

ROEMENIË

RUSLAND

RWANDA

SAOEDI-ARABIË

SALOMONSEILANDEN, DE

SEYCHELLEN, DE

SOEDAN

SIERRA LEONE

SENEGAL

SOMALIË

SURINAME

SAO TOMÉ EN PRINCIPE

SYRIË

SWAZILAND

TSJAAD

TOGO

THAILAND

TADZJIKISTAN

TURKMENISTAN

TUNESIË

TONGA

TURKIJE

TRINIDAD EN TOBAGO

TUVALU

TAIWAN

TANZANIA

OEKRAÏNE

OEGANDA

OEZBEKISTAN

SAINT VINCENT EN DE GRENADINES

VIETNAM

VANUATU

WEST-SAMOA

JEMEN

FEDERALE REPUBLIEK JOEGOSLAVIË (SERVIË-MONTENEGRO)

ZUID-AFRIKA

ZAMBIA

ZIMBABWE

II. Bijgewerkt overzicht van staten wier onderdanen door geen enkele Schengenstaat aan de visumplicht zijn onderworpen

ANDORRA

ARGENTINIË

AUSTRALIË

BRUNEI

BOLIVIA

BRAZILIË(3)

CANADA

ZWITSERLAND

CHILI

COSTA RICA

CYPRUS

TSJECHIË

ECUADOR

ESTLAND

MONACO

GUATEMALA

HONDURAS

KROATIË

HONGARIJE

ISRAËL(4)

IJSLAND

JAPAN

ZUID-KOREA

LIECHTENSTEIN

LITOUWEN

LETLAND

MALTA

MEXICO

MALEISIË

NICARAGUA

NOORWEGEN

NIEUW-ZEELAND

PANAMA

POLEN

PARAGUAY

SINGAPORE

SLOVENIË

SLOWAKIJE

SAN MARINO

EL SALVADOR

VERENIGDE STATEN(5)

URUGUAY

VATICAANSTAD

VENEZUELA

III. Bijgewerkt overzicht van Staten wier onderdanen door één of meer Schengenstaten aan de visumplicht zijn onderworpen

COLOMBIA

Uitsplitsing van de lijst van landen wier onderdanen door een of meerdere Schengenstaten aan de visumplicht zijn onderworpen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Met deze lijst wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de onderscheidene Schengenstaten aangaande de internationale status van de daarin opgenomen landen, noch op de relaties welke zij met die landen kunnen onderhouden.

(2) Vermelding in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 574/1999 van de Raad van 12 maart 1999 betreffende de vaststelling van de staten waarvan de onderdanen bij de overschrijding van de buitengrenzen der lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum.

(3) Zeelieden die onderdaan zijn van deze staat zijn visumplichtig voor Griekenland.

(4) Frankrijk handhaaft de visumplicht voor kort verblijf voor de bemanningsleden van schepen of luchtvaartuigen bij de uitoefening van hun functies.

(5) Frankrijk onderwerpt de volgende categorieën onderdanen van de Verenigde Staten aan de visumplicht:

- studenten;

- journalisten op dienstreis;

- bemanningsleden van schepen of luchtvaartuigen bij de uitoefening van hun functies.

BIJLAGE 2

Regeling voor reisverkeer van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, alsmede voor houders van door bepaalde internationale intergouvernementele organisaties aan hun ambtenaren afgegeven vrijgeleides

I. Regeling voor reisverkeer aan de buitengrenzen

1. De gemeenschappelijke lijst van visumplichtige staten laat de regeling voor reisverkeer van houders van bovengenoemde paspoorten onverlet. De staten verbinden zich evenwel ertoe de overige staten vooraf op de hoogte te stellen van wijzigingen welke zij voornemens zijn aan te brengen in de regeling voor reisverkeer van houders van deze paspoorten en rekening te houden met het belang van de overige Schengenstaten.

2. Teneinde op bijzonder flexibele wijze harmonisatie van de regeling voor reisverkeer van houders van deze categorie paspoorten na te streven, zal bij de Gemeenschappelijke Visuminstructie ter informatie een overzicht worden opgenomen van staten wier onderdanen in een of meerdere Schengenstaten niet visumplichtig zijn, wanneer zij houder zijn van een diplomatiek paspoort en/of een dienst- of speciaal paspoort, niettegenstaande de geldende visumplicht voor uit deze staten afkomstige houders van een gewoon paspoort. Tevens zal een overzicht worden opgenomen van staten waarvoor het omgekeerde geldt. Het Uitvoerend Comité zal erop toezien dat beide overzichten worden bijgewerkt.

3. De in dit document vervatte regeling inzake reisverkeer is niet van toepassing op zogeheten gewone paspoorten voor openbare aangelegenheden, noch op dienst-, officiële en bijzondere paspoorten waarvan afgifte door derde staten niet overeenstemt met de door de Schengenstaten gevolgde internationale praktijk. Daartoe kan het Uitvoerend Comité, op voorstel van een groep van deskundigen, een lijst opstellen van andere dan gewone paspoorten aan wier houders door de Schengenstaten geen bevoorrechte behandeling zal worden gegeven.

4. Personen die voor de eerste maal in een Schengenstaat een visum ter accreditering hebben ontvangen, kunnen ten minste over het grondgebied van de overige staten reizen tot aan het grondgebied van de staat die het visum volgens de in artikel 18 van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalde voorwaarden heeft afgegeven.

5. Reeds geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen met het oog op binnenkomst van het Schengengebied de buitengrens overschrijden op vertoon van deze kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

6. Over het algemeen zijn houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten, ook al zijn zij aan de in voorkomend geval bestaande visumplicht onderworpen, niet verplicht aan te tonen dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikken. Wanneer het echter privé-reizen betreft, kunnen indien nodig dezelfde bewijsstukken worden gevraagd als bij aanvragen voor visa op een gewoon paspoort.

7. In geval van een dienstreis dient een verbale nota van het ministerie van Buitenlandse Zaken of van een diplomatieke vertegenwoordiging (indien de visumaanvraag in een derde land wordt ingediend) elke visumaanvraag voor een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort te vergezellen. In geval van een privé-reis kan eveneens een verbale nota worden verlangd.

8.1 Het systeem van voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere staten is van toepassing op visumaanvragen welke door houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort worden ingediend. Voorafgaande raadpleging wordt niet uitgevoerd ten aanzien van de staat welke een overeenkomst inzake afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek en/of dienstpaspoort heeft gesloten met het land voor wier onderdanen raadpleging, conform de in onderhavige instructie opgenomen bijlage 5, is vereist.

Indien een der staten bezwaar aantekent, kan de Schengenstaat die over de visumaanvraag moet beslissen een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven.

8.2 De Schengenstaten verbinden zich ertoe in de toekomst, zonder voorafgaande instemming van de overige Schengenstaten, geen overeenkomsten te sluiten strekkende tot afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, met staten voor wier onderdanen een andere Schengenstaat voorafgaande raadpleging voorschrijft.

8.3 Met betrekking tot afgifte van een visum ter accreditering van een vreemdeling die ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd en voor wie voorafgaande raadpleging is voorgeschreven, wordt de raadplegingsprocedure overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst gevolgd.

9. Wanneer een staat gebruikmaakt van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst, is ook de toelating van houders van diplomatieke, officiële of dienstpaspoorten beperkt tot het nationale grondgebied van de desbetreffende Schengenstaat, die hiervan de overige Schengenstaten in kennis dient te stellen.

II. Regeling voor reisverkeer aan de binnengrenzen

In algemene zin is op houders van diplomatieke en dienstpaspoorten de in artikel 19 e.v. van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde regeling voor reisverkeer van toepassing, behoudens wanneer een territoriaal beperkt visum is afgegeven.

Houders van bovengenoemde paspoorten kunnen gedurende drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst (indien zij niet aan de visumplicht zijn onderworpen) of gedurende de geldigheidsduur van het afgegeven visum binnen het Schengengebied reizen.

Geaccrediteerde leden van diplomatieke of consulaire posten en hun gezinsleden die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven kaart, kunnen gedurende een periode van maximaal drie maanden over het grondgebied van de overige Schengenstaten reizen, op vertoon van genoemde kaart en, indien nodig, van hun reisdocument.

III. De in dit document vervatte regeling geldt voor vrijgeleides welke door internationale intergouvernementele organisaties waarbij alle Schengenstaten partij zijn, aan hun ambtenaren worden afgegeven, indien deze ambtenaren krachtens de constituerende verdragen van genoemde organisaties van de registratieplicht van vreemdelingen alsmede van de verplichting over een verblijftitel te beschikken, zijn vrijgesteld (zie Gemeenschappelijk Handboek, blz. 66).

Regeling voor reisverkeer toepasselijk op houders van diplomatieke, officiële en dienstpaspoorten

Overzicht A

Staten wier onderdanen in een of meerdere Schengenstaten NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Overzicht B

Staten wier onderdanen in een of meerdere Schengenstaten WEL visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een diplomatiek, officieel of dienstpaspoort, en NIET visumplichtig zijn voorzover zij houder zijn van een gewoon paspoort.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE 3

Lijst van staten wier onderdanen of houders van door deze staten afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen(1)

De Schengenstaten verbinden zich ertoe bijlage 3, deel I, niet te wijzigen zonder voorafgaande instemming van de overige partnerstaten.

Indien een partnerstaat deel II van deze bijlage wenst te wijzigen, verbindt hij zich ertoe de partners op de hoogte te brengen en rekening te houden met hun belangen.

DEEL I

Gemeenschappelijke lijst van staten wier onderdanen of houders van door deze staten afgegeven reisdocumenten door alle Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens (TVL) zijn onderworpen(2)(3)

AFGHANISTAN

BANGLADESH

CONGO (Democratische Republiek)(4)

ERITREA(5)

ETHIOPIË

GHANA

IRAK

IRAN

SRI LANKA

NIGERIA

PAKISTAN

SOMALIË

Deze personen zijn niet aan de visumplicht onderworpen, indien zij in het bezit zijn van één van de in deel III van deze bijlage opgesomde verblijfstitels van een EER-staat (deel A), of van een bepaalde, navolgend genoemde verblijfstitel van Andorra, Canada, Japan, Monaco, San Marino, de Verenigde Staten van Amerika of Zwitserland, waardoor een onvoorwaardelijk recht op terugkeer wordt gegarandeerd (deel B).

Deze verblijfstitels worden in het kader van de subgroep Visa in onderlinge overeenstemming aangevuld en periodiek getoetst. Bij eventuele problemen kunnen de Schengenstaten deze maatregelen opschorten totdat deze in onderlinge overeenstemming zijn verduidelijkt. De Schengenstaten kunnen bepaalde verblijfstitels van vrijstelling uitsluiten, indien zulks in deel III is vermeld.

Met betrekking tot de houders van diplomatieke, dienst- of andere officiële paspoorten beslist elk der Schengenstaten over de uitzonderingen op de transitvisumplicht voor luchthavens.

DEEL II

Lijst van staten wier onderdanen of houders van door deze staten afgegeven reisdocumenten door sommige Schengenstaten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL III

A. Lijst van verblijfstitels van EER-staten waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld:

DENEMARKEN:

- Opholdstilladelse (verblijfsvergunning in de vorm van een kaart waarop de letter C, D, E, F, G, H, J, K of L staat vermeld)

- Opholdstilladelse (verblijfsvergunning in de vorm van een in het paspoort aangebrachte roze-witkleurige sticker waarop de letter B, C of H staat vermeld)

- Tilbagerejsetilladelse (machtiging tot terugkeer in de vorm van een in het paspoort aangebracht stempel met de vermelding I, II of III)

FINLAND:

- Oleskelulupa uppehållstillstånd - residence permit in card form (verblijfskaart voor in Finland gevestigde onderdanen van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte en hun gezinsleden)

- Verblijfsvergunning in de vorm van een in het Engels ingevulde sticker, waarop duidelijk de aard en duur van de vergunning is aangegeven: vermelding "Suomi Finland", "Visa" en "Permit"

- Verblijfsvergunning in de vorm van een sticker naar het voorbeeld van een visumsticker, met de vermelding in het Fins: "Oleskelulupa Ja Työlupa" (verblijfs- en werkvergunning)

- Oleskelulupa uppehållstillstånd (eenvormige EU-verblijfstitel in het Fins/Zweeds)

VERENIGD KONINKRIJK:

- Leave to remain in the United Kingdom for an indefinite period (vergunning om voor onbepaalde tijd in het Verenigd Koninkrijk te verblijven; dit document is slechts toereikend, indien het verblijf buiten het Verenigd Koninkrijk niet langer dan twee jaar heeft bedragen)

- Certificate of entitlement to the right of abode (bewijs van vestigingsrecht)

IERLAND:

- Residence permit in combinatie met re-entry visa (verblijfsvergunning slechts in combinatie met een visum voor hernieuwde inreis)

IJSLAND:

- Alien's passport in combinatie met re-entry permit (vreemdelingenpaspoort (bruine omslag) met vergunning tot hernieuwde inreis in de vorm van een stempel in het paspoort)(6)

- Temporary residence permit in combinatie met re-entry permit (verblijfsvergunning voor bepaalde duur (rode kaart) met een vergunning tot hernieuwde inreis in de vorm van een stempel in het paspoort)

- Permanent residence permit (permanente verblijfsvergunning (gele kaart met groene streep))

- Permanent work and residence permit (permanente verblijfs- en werkvergunning (groene kaart))

LIECHTENSTEIN:

- Livret pour étranger B (verblijfsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van één jaar niet is verstreken)

- Livret pour étranger C (vestigingsvergunning, toereikend zolang de geldigheidsduur van 5 of 10 jaar niet is verstreken)

NOORWEGEN:

- Opholdstillatelse (verblijfsvergunning voor bepaalde duur)

- Arbeitstillatelse (werkvergunning voor bepaalde duur)

- Bosettingstillatelse (verblijfs- en werkvergunning voor onbepaalde duur)

ZWEDEN:

- SVERIGE Bevis om permanent uppehållstillstånd; SWEDEN Certificate of permanent residence permit (permanente verblijfsvergunning) in de vorm van een in het paspoort aangebrachte sticker

- SVERIGE Uppehålls och arbetstillstånd; SWEDEN residence and work permit (verblijfs- en werkvergunning) in de vorm van een in het paspoort aangebrachte sticker

B. Lijst van verblijfstitels met een onvoorwaardelijk recht op terugkeer waarvan de houders van de transitvisumplicht voor luchthavens zijn vrijgesteld:

ANDORRA:

- Tarjeta provisional de estancia y de trabajo (voorlopige verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor seizoensarbeid afgegeven; de geldigheidsduur hangt van de lengte van de arbeidsovereenkomst af, maar is in beginsel korter dan zes maanden; niet verlengbaar

- Tarjeta de estancia y de trabajo (verblijfs- en arbeidskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met één jaar worden verlengd

- Tarjeta de estancia (verblijfskaart) (wit); wordt voor zes maanden afgegeven en kan met één jaar worden verlengd

- Tarjeta temporal de residencia (tijdelijke verblijfskaart) (roze); wordt voor één jaar afgegeven en kan tweemaal voor eenzelfde duur worden verlengd

- Tarjeta ordinaria de residencia (gewone verblijfskaart) (geel); wordt voor drie jaar afgegeven en kan met drie jaar worden verlengd

- Tarjeta privilegiada de residencia (bevoorrechte verblijfskaart) (groen); wordt voor vijf jaar afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

- Autorización de residencia (verblijfsautorisatie) (groen); wordt voor één jaar afgegeven en kan telkens met drie jaar worden verlengd

- Autorización temporal de residencia y de trabajo (tijdelijke verblijfs- en arbeidsautorisatie) (roze); wordt voor twee jaar afgegeven en kan met twee jaar worden verlengd

- Autorización ordinaria de residencia y de trabajo (gewone verblijfs- en arbeidsautorisatie) (geel); wordt voor vijf jaar afgegeven

- Autorización privilegiada de residencia y de trabajo (bevoorrechte verblijfs- en arbeidsautorisatie) (groen); wordt voor tien jaar afgegeven en kan telkens voor eenzelfde duur worden verlengd

CANADA:

- Returning Resident Permit (terugkeervergunning voor ingezetenen, inlegvel in het paspoort)

ZWITSERLAND:

- Livret pour étranger B (verblijfsvergunning met geldigheidsduur van één jaar)

- Livret pour étranger C (vestigingsvergunning met geldigheidsduur van vijf of tien jaar)

MONACO:

- Carte de séjour de résident temporaire de Monaco (tijdelijke verblijfskaart)

- Carte de séjour de résident ordinaire de Monaco (gewone verblijfskaart)

- Carte de séjour de résident privilégié de Monaco (verblijfskaart voor bevoorrechte personen)

- Carte de séjour de conjoint de ressortissant monégasque (verblijfskaart voor echtgeno(o)t(e) van Monegaskische onderdaan)

JAPAN:

- Re-entry permit to Japan (vergunning tot hernieuwde inreis in Japan)

SAN MARINO:

- Permesso di soggiorno ordinario (validità illimitata) (gewone verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

- Permesso di soggiorno continuativo speciale (validità illimitata) (permanente bijzondere verblijfsvergunning (onbeperkte geldigheid))

- Carta d'identità di San Marino (validità illimitata) (identiteitskaart van San Marino (onbeperkte geldigheid))

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA:

- Form I-551 Permanent resident card (twee of tien jaar geldig)

- Form I-551 Alien registration receipt card (twee of tien jaar geldig)

- Form I-551 Alien registration receipt card (onbeperkte geldigheid)

- Form I-327 Re-entry document (twee jaar geldig - afgegeven aan houders van een I-551)

- Resident alien card (aan vreemdelingen afgegeven kaart voor onderdanen met een geldigheidsduur van twee jaar of tien jaar, dan wel onbeperkt; dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan één jaar heeft bedragen)

- Permit to re-enter (vergunning tot hernieuwde inreis met een geldigheidsduur van twee jaar; dit document is slechts toereikend wanneer het verblijf buiten de Verenigde Staten niet langer dan twee jaar heeft bedragen)

- Valid temporary residence stamp in een geldig paspoort (één jaar geldigheid te rekenen vanaf de afgiftedatum)

(1) Voor de afgifte van een transitvisum voor luchthavens (TVL) behoeven de centrale autoriteiten niet te worden geraadpleegd.

(2) Voor alle Schengenstaten

Van een TVL zijn vrijgesteld:

- vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat, partij bij de Overeenkomst van Chicago.

(3) Voor de Benelux-landen, Frankrijk en Spanje

Van een TVL zijn vrijgesteld:

- houders van diplomatieke en dienstpaspoorten.

(4) Voor Duitsland

De visumplicht wordt van kracht na beëindiging van de aangevatte nationale procedures.

(5) Voor Duitsland

De visumplicht wordt van kracht na beëindiging van de aangevatte nationale procedures.

(6) Deze titel geeft in Duitsland geen recht op vrijstelling van de transitvisumplicht voor luchtvaartpassagiers.

BIJLAGE 4

Lijst van documenten die recht geven op visumvrije binnenkomst

BELGIË

- Identiteitskaart voor vreemdelingen

Carte d'identité d'étranger

Personalausweis für Ausländer

- Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

Certificat d'inscription au registre des étrangers

Bescheinigung der Eintragung im Ausländerregister

- Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere verblijfstitels

- Diplomatieke identiteitskaart

Carte d'identité diplomatique

Diplomatischer Personalausweis

- Consulaire identiteitskaart

Carte d'identité consulaire

Konsularer Personalausweis

- Bijzondere identiteitskaart - blauw

Carte d'identité spéciale - couleur bleue

Besonderer Personalausweis - blau

- Bijzondere identiteitskaart - rood

Carte d'identité spéciale - couleur rouge

Besonderer Personalausweis - rot

- Identiteitsbewijs voor kinderen, die de leeftijd van vijf jaar nog niet hebben bereikt, van een bevoorrecht vreemdeling dewelke houder is van een diplomatieke identiteitskaart, consulaire identiteitskaart, bijzondere identiteitskaart - blauw of bijzondere identiteitskaart - rood

Certificat d'identité pour les enfants âgés de moins de cinq ans des étrangers privilégiés titulaires d'une carte d'identité diplomatique, d'une carte d'identité consulaire, d'une carte d'identité spéciale - couleur bleue ou d'une carte d'identité - couleur rouge

Identitätsnachweis für Kinder unter fünf Jahren, von privilegierten Ausländern, die Inhaber eines diplomatischen Personalausweises sind, eines konsularen Personalausweises, eines besonderen Personalausweises - rot oder eines besonderen Personalausweises - blau

- Door een Belgisch gemeentebestuur aan een kind beneden de twaalf jaar afgegeven identiteitsbewijs met foto

Certificat d'identité avec photographie délivré par une administration communale belge à un enfant de moins de douze ans

Von einer belgischen Gemeindeverwaltung einem Kind unter dem 12. Lebensjahr ausgestellter Personalausweis mit Lichtbild

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

DUITSLAND

- Aufenthaltserlaubnis für die Bundesrepublik Deutschland

(Verblijfstitel voor de Bondsrepubliek Duitsland)

- Aufenthaltserlaubnis für Angehörige eines Mitgliedstaates der EG

(Verblijfstitel voor de onderdanen van de EEG)

- Aufenthaltsberechtigung für die Bundesrepublik Deutschland

(Verblijfsvergunning voor de Bondsrepubliek Duitsland)

- Aufenthaltsbewilligung für die Bundesrepublik Deutschland

(Machtiging tot verblijf voor de Bondsrepubliek Duitsland)

- Aufenthaltsbefugnis für die Bundesrepublik Deutschland

(Machtiging tot verblijf voor de Bondrepubliek Duitsland)

Bovenstaande verblijfstitels geven als vervanging van het visum alleen recht op visumvrije binnenkomst indien zij in een paspoort zijn aangebracht, dan wel als visumverklaring bij een paspoort zijn gevoegd; zij geven geen recht op visumvrije binnenkomst indien zij als nationaal identiteitsdocument in een paspoortvervangend document zijn aangebracht.

De verblijfstitels "Aussetzung der Abschiebung (Duldung)" (opgeschorte uitzettingsmaatregel), alsmede "Aufenthaltsgestattung für Asylbewerber" (voorlopige verblijfstitel voor asielzoekers) geven evenmin recht op visumvrije binnenkomst.

- De door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven verblijfstitels zijn:

- Diplomatenausweis

(Diplomatiek paspoort) (rode kleur)

- Ausweis für bevorrechtigte Personen

(Paspoort voor bevoorrechte personen) (blauwe kleur)

- Ausweis

(Paspoort) (gele kleur)

- Personalausweis

(Paspoort voor personeel) (groene kleur)

- De door de deelstaten afgegeven bijzondere verblijfstitels zijn:

- Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps

(Paspoort voor leden van het consulair corps) (witte kleur)

- Ausweis

(Paspoort) (grijze kleur)

- Ausweis für Mitglieder des Konsularkorps

(Paspoort voor leden van het consulair corps) (wit met groene strepen)

- Ausweis

(Paspoort) (gele kleur)

- Ausweis

(Paspoort) (groene kleur)

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

GRECIA

- Αδεια παραμονής αλλοδαπού για εργασία

(Werkvergunning)

- Αδεια παραμονής μελών οικογενείας αλλοδαπού

(In het kader van gezinshereniging afgegeven verblijfstitel)

- Αδεια παραμονής αλλοδαπού για σπουδές

(Verblijfstitel voor studiedoeleinden)

- Αδεια παραμονής αλλοδαπού (χρώμα λευκό)

(Verblijfsvergunning voor vreemdelingen) (witkleurig)

(Wordt afgegeven aan vreemdelingen die met Griekse onderdanen zijn gehuwd; zij heeft een geldigheidsduur van een jaar en wordt telkens verlengd zolang het huwelijk bestaat.)

- Δελτίο ταυτότητας αλλοδαπού (χρώμα πράσινο)

(Identiteitskaart voor vreemdelingen) (groenkleurig)

(Wordt uitsluitend afgegeven aan vreemdelingen van Griekse oorsprong; de geldigheidsduur bedraagt twee of vijf jaar.)

- Ειδικό Δελτίο Ταυτότητας Ομογενούς (χρώμα μπέζ)

(Identiteitskaart voor vreemdelingen) (groenkleurig)

(Wordt uitsluitend afgegeven aan vreemdelingen van Griekse oorsprong; de geldigheidsduur bedraagt twee of vijf jaar.)

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

SPANJE

Houders van een geldige terugkeerautorisatie (autorización de regreso) kunnen zonder visum binnenkomen.

De geldige verblijfstitels op grond waarvan een vreemdeling, die uit hoofde van zijn nationaliteit aan de visumplicht zou zijn onderworpen, zonder visum het Spaanse grondgebied kan binnenkomen, zijn de volgende:

- Permiso de Residencia Inicial

(Voorlopige verblijfsvergunning)

- Permiso de Residencia Ordinario

(Gewone verblijfsvergunning)

- Permiso de Residencia Especial

(Bijzondere verblijfsvergunning)

- Tarjeta de Estudiante

(Studentenkaart)

- Permiso de Residencia tipo A

(Verblijfsvergunning type A)

- Permiso de Residencia tipo b

(Verblijfsvergunning type b)

- Permiso de Trabajo y de Residencia tipo B

(Werk- en verblijfsvergunning type B)

- Permiso de Trabajo y de Residencia tipo C

(Werk- en verblijfsvergunning type C)

- Permiso de Trabajo y de Residencia tipo d

(Werk- en verblijfsvergunning type d)

- Permiso de Trabajo y de Residencia tipo D

(Werk- en verblijfsvergunning type D)

- Permiso de Trabajo y de Residencia tipo E

(Werk- en verblijfsvergunning type E)

- Permiso de Trabajo fronterizo tipo F

(Werkvergunning voor grensarbeiders type F)

- Permiso de Trabajo y Residencia tipo P

(Werk- en verblijfsvergunning type P)

- Permiso de Trabajo y Residencia tipo Ex

(Werk- en verblijfsvergunning type Ex)

- Tarjeta de Reconocimiento de la excepción a la necesidad de obtener Permiso de Trabajo y Permiso de Residencia (art. 16 Ley 7/85)

(Bewijs of vergunning houdende ontheffing van de verplichting tot het verkrijgen van een werkvergunning of een verblijfsvergunning - artikel 16 Wet 7/85)

- Permiso de Residencia para Refugiados

(Verblijfsvergunning voor vluchtelingen)

- Lista de Personas que participan en un viaje escolar dentro de la Unión Europea

(Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie)

- Tarjeta de Familiar Residente Comunitario

(Document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

- Tarjeta temporal de Familiar de Residente Comunitario

(Tijdelijk document van een gezinslid van een EG-ingezetene)

Houders van onderstaande door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven legitimatiebewijzen kunnen zonder visum het land binnenkomen:

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding "Cuerpo Diplomático. Embajador. Documento de Identidad" (Corps diplomatique. Ambassadeur. /Identiteitsdocument), afgegeven aan de geaccrediteerde ambassadeurs

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding "Cuerpo Diplomático. Documento de Identidad" (Corps diplomatique. /Identiteitsdocument), afgegeven aan het geaccrediteerde personeel in een diplomatieke post met diplomatiek statuut. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, gele kleur) met de vermelding "Misiones Diplomáticas. Personal Administrativo y Técnico. Documento de Identidad" (Diplomatieke posten. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan de administratieve functionarissen van een geaccrediteerde diplomatieke post. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding "Tarjeta Diplomática de identidad" (Diplomatieke Identiteitskaart), afgegeven aan het personeel met diplomatiek statuut van het Bureau van de Arabische Liga en aan het geaccrediteerde personeel van het Bureau (Oficina de la Delegación General) van Palestina. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, rode kleur) met de vermelding "Organismos Internacionales. Estatuto Diplomático. Documento de Identidad" (Internationale organisaties. Diplomatiek statuut. Identiteitsdocument), afgegeven aan bij internationale organisaties geaccrediteerd personeel met diplomatiek statuut. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, blauwe kleur) met de vermelding "Organismos Internacionales. Personal Administrativo y Técnico. Documento de Identidad" (Internationale organisaties. Administratief en technisch personeel. Identiteitsdocument), afgegeven aan bij internationale organisaties geaccrediteerde administratieve functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding "Functionario Consular de Carrera. Documento de Identidad" (Consulaire beroepsfunctionaris. Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde consulaire beroepsfunctionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, groene kleur) met de vermelding "Empleado Consular. Expedida a favor de ... Documento de Identidad" (Consulaire bediende. Afgegeven aan ... Identiteitsdocument), afgegeven aan in Spanje geaccrediteerde administratieve consulaire functionarissen. Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

- Tarjeta especial (/Bijzondere kaart, grijze kleur) met de vermelding "Personal de Servicio. Misiones Diplomáticas, Oficinas Consulares y Organismos Internacionales. Expedida a favor de ... Documento de Identidad" (Dienstpersoneel. Diplomatieke en consulaire posten en internationale organisaties. Afgegeven aan ... Identiteitsdocument). Wordt afgegeven aan het huispersoneel van de consulaire en diplomatieke posten en de internationale organisaties (dienstpersoneel) en aan het personeel met diplomatieke of consulaire beroepsstatus (eigen huisknechten). Aan de kaart die aan de echtgenoot en de kinderen wordt afgegeven, wordt een F toegevoegd

FRANKRIJK

1. Meerderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

- Carte de séjour temporaire comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé

(Tijdelijke verblijfsvergunning met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende vermelding)

- Carte de résident

(Verblijfsvergunning)

- Certificat de résidence d'Algérien comportant une mention particulière qui varie selon le motif du séjour autorisé (1 an, 10 ans)

(Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met een bijzondere, naar gelang van het doel van het toegestane verblijf verschillende vermelding) (1 jaar, 10 jaar)

- Certificat de résidence d'Algérien portant la mention "membre d'un organisme officiel" (2 ans)

(Verblijfsvergunning voor Algerijnse onderdanen met de vermelding "lid van een officiële instantie") (2 jaar)

- Carte de séjour des Communautés Européennes (1 ans, 5 ans, 10 ans)

(Verblijfskaart van de Europese Gemeenschappen) (1 jaar, 5 jaar, 10 jaar)

- Carte de séjour de l'Espace Economique Européen

(Verblijfskaart van de Europese Economische Ruimte)

- Cartes officielles valant titre de séjour, délivrées par le ministère des Affaires Etrangères

(Officiële kaarten die gelden als verblijfsvergunning en door het ministerie van Buitenlandse Zaken worden afgegeven)

a) Cartes diplomatiques (/diplomatieke kaarten)

- Carte portant la mention "corps diplomatique" délivrée aux chefs de mission diplomatique (couleur blanche)

(Aan de hoofden van de diplomatieke missies afgegeven kaart met de vermelding "corps diplomatique") (witte kleur)

- Carte portant la mention "corps diplomatique" délivrée au personnel des représentations diplomatiques accréditées en France (couleur orange)

(Kaart met de vermelding "corps diplomatique" afgegeven aan het personeel van de in Frankrijk geaccrediteerde diplomatieke vertegenwoordigingen) (oranje kleur)

- Carte portant la mention "organisations internationales" et en deuxième page "assimilé à un chef de mission diplomatique" (couleur blanche)

(Kaart met de vermelding "internationale organisaties" en op de tweede bladzijde "gelijkgesteld aan een hoofd van een diplomatieke missie") (witte kleur)

- Carte portant la mention "organisations internationales" et en deuxième page "assimilé à un membre de mission diplomatique" (couleur bleue)

(Kaart met de vermelding "internationale organisaties" en op de tweede bladzijde "gelijkgesteld aan een lid van een diplomatieke missie") (blauwe kleur)

b) Bijzondere kaarten

- Carte spéciale portant la mention "carte consulaire" délivrée aux fonctionnaires des postes consulaires (couleur verte)

(Bijzondere kaart met de vermelding "consulaire kaart" afgegeven aan functionarissen van consulaire posten) (groene kleur)

- Carte spéciale portant la mention "organisations internationales" délivrée aux fonctionnaires internationaux des organisations internationales situées en France (couleur verte)

(Bijzondere kaart met de vermelding "internationale organisaties" afgegeven aan internationale functionarissen van in Frankrijk gevestigde internationale organisaties) (groene kleur)

- Carte spéciale portant la mention "carte spéciale" délivrée au personnel administratif et technique, de nationalité étrangère, des missions diplomatiques et consulaires et des organisations internationales (couleur beige)

(Bijzondere kaart met de vermelding "bijzondere kaart" afgegeven aan administratief en technisch personeel van vreemde nationaliteit van diplomatieke missies, consulaire posten en internationale organisaties) (beige kleur)

- Carte spéciale portant la mention "carte spéciale" délivrée au personnel de service, de nationalité étrangère, des missions diplomatiques et des postes consulaires et des organisations internationales (couleur grise)

(Bijzondere kaart met de vermelding "bijzondere kaart" afgegeven aan dienstpersoneel van vreemde nationaliteit van diplomatieke missies, consulaire posten en internationale organisaties) (grijze kleur)

- Carte spéciale portant la mention "carte spéciale" délivrée au personnel privé, de nationalité étrangère, au service des agents diplomatiques ou assimilés, des fonctionnaires consulaires et des fonctionnaires internationaux (couleur grise)

(Bijzondere kaart met de vermelding "bijzondere kaart" afgegeven aan buitenlands privé-personeel in dienst van diplomatieke ambtenaren of daarmee gelijkgestelden, consulaire beroepsfuntionarissen en internationale functionarissen) (grijze kleur)

- Carte spéciale portant la mention "carte spéciale" délivrée au personnel étranger en mission officielle et de statut particulier (couleur bleu-gris)

(Bijzondere kaart met de vermelding "bijzondere kaart" afgegeven aan buitenlands personeel met een officiële missie en een specifiek statuut) (blauwgrijze kleur)

2. Minderjarige vreemdelingen dienen in het bezit te zijn van één der onderstaande documenten:

- Document de circulation pour étrangers mineurs

(Reisdocument voor minderjarige vreemdelingen)

- Visa de retour (sans condition de nationalité et sans présentation du titre de séjour, auquel ne sont pas soumis les enfants mineurs)

(Terugkeervisum) (zonder nationaliteitsvoorwaarde of verplichting tot het overleggen van de verblijfstitel, welke voor minderjarige kinderen niet verplicht is)

- Passeport diplomatique/de service/ordinaire des enfants mineurs des titulaires d'une carte spéciale du ministère des Affaires Étrangères revêtu d'un visa de circulation

(Diplomatiek dienst-/gewoon paspoort van minderjarige kinderen van personen die houder zijn van een door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven bijzondere kaart welke van een circulatievisum is voorzien)

3. Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

NOOT 1:

Gewezen zij op het feit dat de ontvangstbewijzen van een eerste aanvraag van een verblijfstitel niet geldig zijn. Ontvangstbewijzen van verzoeken tot hernieuwing of wijziging van de verblijfstitel worden als geldig beschouwd, voorzover deze bij de oorspronkelijke verblijfstitel zijn gevoegd.

NOOT 2:

De "attestations de fonctions" délivrées par le protocole du ministère des Affaires Étrangères (beroepsgetuigschriften afgegeven door het protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken) worden niet als verblijfstitel aangemerkt. De houders van deze documenten dienen tevens over één of meerdere verblijfstitels op grond van het Gemeenschapsrecht te beschikken (cf. de nummers 1 t/m 6 van onderhavige lijst).

ITALIË

- Carta di soggiorno (validità illimitata)

(Verblijfskaart) (onbepaalde duur)

- Permesso di soggiorno con esclusione delle sottoelencate tipologie:

(Verblijfsvergunning met uitzondering van de volgende documenten)

1. Permesso di soggiorno provvisorio per richiesta asilo politico ai sensi della Convenzione di Dublino

(Voorlopige verblijfsvergunning in geval van een aanvraag tot politiek asiel in de zin van de Overeenkomst van Dublin)

2. Permesso di soggiorno per cure mediche

(Verblijfsvergunning ten behoeve van een medische behandeling)

3. Permesso di soggiorno per motivi di giustizia

(Verblijfsvergunning om justitiële redenen)

- Carta d'identità MAE - Corpo Diplomatico

(Identiteitskaart MBZ - Diplomatiek corps)

- Carta d'identità - Organizzazioni internazionali e Missioni Estere Speciali

(Identiteitskaart - Internationale organisaties en bijzondere buitenlandse zendingen)

- Carta d'identità - Rappresentanze Diplomatiche

(Identiteitskaart - Diplomatieke vertegenwoordigingen)

- Carta d'identità - Corpo Consolare

(Identiteitskaart - Consulair corps)

- Carta d'identità - Uffici Consolari

(Identiteitskaart - Consulaire diensten)

- Carta d'identità Rappresentanze Diplomatiche (personale amministrativo e tecnico)

(Identiteitskaart - Diplomatieke vertegenwoordigingen (administratief en technisch personeel))

- Carta d'identità - Rappresentanze Diplomatiche e Consolari (personale di servizio)

(Identiteitskaart - Diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen (dienstpersoneel))

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

LUXEMBURG

- Carte d'identité d'étranger

(Identiteitskaart voor vreemdelingen)

- Autorisation de séjour provisoire apposée dans le passeport national

(In het nationale paspoort aangebrachte machtiging tot voorlopig verblijf)

- Carte diplomatique délivrée par le ministère des Affaires Etrangères

(Door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven diplomatieke kaart)

- Titre de légitimation délivré par le ministère des Affaires Etrangères au personnel administratif et technique des Ambassades

(Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het administratief en technisch personeel van de ambassades)

- Titre de légitimation délivré par le ministère de la Justice au personnel des institutions et organisations internationales établies au Luxembourg

(Legitimatietitel afgegeven door het ministerie van Justitie aan het personeel van in Luxemburg gevestigde internationale instellingen en organisaties)

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

NEDERLAND

- Het formulier genaamd:

- "Vergunning tot vestiging" (model "A")

- "Toelating als vluchteling" (model "B")

- "Verblijf voor onbepaalde duur" (model "C")

- "Vergunning tot verblijf" (model "D")

- "Voorwaardelijke vergunning tot verblijf" (model "D" met aantekening "voorwaardelijk")

- "Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der EEG" (model "E")

- Vergunning tot verblijf (in de vorm van een stempel in het paspoort)

- Vreemdelingendocument met daarop de lettercode: "A", "B", "C", "D", "E", "F1", "F2" of "F3"

- Legitimatiebewijs voor leden van diplomatieke of consulaire posten

- Legitimatiebewijs voor ambtenaren met een bijzondere status

- Legitimatiebewijs voor ambtenaren van internationale organisaties

- Identiteitskaart voor leden van internationale organisaties waarvan de zetel in Nederland is gevestigd

- Visum voor terugkeer

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

Toelichting op streepje 1 en 2

De uitgifte van de onder streepje 1 en 2 genoemde verblijfsdocumenten is vanaf 1 maart 1994 (model "D" en de stempel in het paspoort: vanaf 1 juni 1994) gestaakt. De reeds in omloop zijnde documenten behouden hun geldigheid tot uiterlijk 1 januari 1997.

Toelichting op streepje 3

Sinds 1 maart 1994 wordt het "vreemdelingendocument" uitgereikt. Dit document, in de vorm van een creditcard, zal gefaseerd de onder de streepje 1 en 2 genoemde verblijfsvergunningen vervangen. De lettercode per verblijfscategorie blijft gehandhaafd.

Het "vreemdelingendocument" met de lettercode E wordt uitgereikt aan zowel EG-onderdanen als aan onderdanen van staten die partij zijn bij het Verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte.

De "voorwaardelijke vergunning tot verblijf" heeft de lettercode F1, F2 of F3.

Toelichting op streepje 7

Het betreft volgende lijst van in Nederland gevestigde internationale organisaties, wier personeelsleden (inclusief inwonende gezinsleden) zich bedienen van niet door het ministerie van Buitenlandse Zaken afgegeven identiteitsdocumenten:

1. Europees Centrum voor Ruimteonderzoek en Techniek (European Space Research and Technology Centre - ESA)

2. Europees Octrooibureau (l'Office européen des brevets)

3. International Tea Promotion Association (ITPA)

4. Internationale Dienst voor nationaal landbouwkundig onderzoek (International Service for national agricultural research - ISNAR)

5. Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (Technical Centre for agricultural and rural co-operation - CTA)

6. Instituut voor Nieuwe Technologieën (United Nations University for New Technologies - UNU-INTECH)

7. African Management Services Company (AMSCO BV)

OOSTENRIJK

- Aufenthaltstitel in Form der Vignette entsprechend der Gemeinsamen Maßnahme der Europäischen Union vom 16. Dezember 1996 zur einheitlichen Gestaltung der Aufenthaltstitel

(Verblijfstitel in de vorm van een zelfklever als bedoeld in het gemeenschappelijk optreden van 16 december 1996 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake een uniform model voor verblijfstitels)

(Vanaf 1 januari 1998 worden verblijfstitels uitsluitend in deze vorm afgegeven of verlengd; als "soort titel" wordt thans vermeld: "Niederlassungsbewilligung" (vestigingsvergunning), "Aufenthaltserlaubnis" (verblijfsvergunning), "Befr. Aufenthaltsrecht" (verblijfsvergunning voor beperkte duur)).

- Vóór 1 januari 1998 afgegeven verblijfstitels in het kader van de - ook "onbeperkt" vermelde - geldigheidsduur:

("Wiedereinreise-Sichtvermerk" (terugkeervisum) of "Einreise-Sichtvermerk" (inreisvisum) zijn tot 31 december 1992 door de binnenlandse autoriteiten en ook door vertegenwoordigende autoriteiten in de vorm van een stempel afgegeven;

"Gewöhnlicher Sichtvermerk" (gewoon visum) is van 1 januari 1993 tot 31 december 1997 in de vorm van een sticker afgegeven en wordt sedert 1 september 1996 volgens Verordening (EG) nr. 1683/95 afgegeven; Aufenthaltsbewilligung (verblijfsvergunning) is van 1 januari 1993 tot 31 december 1997 in de vorm van een speciale sticker afgegeven)

- Konventionsreisepass, ausgestellt ab 1. Januar 1993

(Verdragspaspoort, afgegeven met ingang van 1 januari 1993)

- Legitimationskarten für Träger von Privilegien und Immunitäten in den Farben rot, gelb und blau, ausgestellt vom Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten

(Legitimatiekaarten voor dragers van privileges en immuniteiten, in de kleuren rood, geel en blauw, afgegeven door het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken)

- Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie

Gelden niet als verblijfstitel en geven bijgevolg geen recht op binnenkomst zonder visum in Oostenrijk:

- Lichtbildausweis für Fremde gemäß § 85 Fremdengesetz 1997

(Identiteitsbewijs met foto voor vreemdelingen op grond van § 85 van de Vreemdelingenwet van 1997)

- Durchsetzungsaufschub und Abschiebungsaufschub nach Aufenthaltsverbot oder Ausweisung

(Tenuitvoerleggingsopschorting en uitzettingsopschorting na verblijfsverbod of uitwijzing)

- Bewilligung zur Wiedereinreise trotz bestehenden Aufenthaltsverbotes, in Form eines Visums erteilt, jedoch als eine solche Bewilligung gekennzeichnet

(Machtiging tot terugkeer in spijt van een bestaand verblijfsverbod, afgegeven in de vorm van een visum, doch als een dergelijke machtiging aangeduid)

- Vorläufige Aufenthaltsberechtigung gemäß § 19 Asylgesetz 1997, bzw. § 7 AsylG 1991

(Voorlopige machtiging tot verblijf op grond van § 19 van de Asielwet van 1997, resp. § 7 van de Asielwet van 1991)

- Befristete Aufenthaltsberechtigung gemäß § 15 Asylgesetz 1997 bzw. § 8 AsylG 1991 als Duldung des Aufenthaltes trotz abgelehnten Asylantrags

(Machtiging tot verblijf voor bepaalde duur op grond van § 15 van de Asielwet van 1997, resp. § 8 van de Asielwet van 1991, als dulding van het verblijf in spijt van een afgewezen asielverzoek)

PORTUGAL

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Consular, Chefe de Missão (/Consulair corps, hoofd van de zending)

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Consular, Funcionário de Missão (/Consulair corps, functionaris van de zending)

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Pessoal Auxiliar de Missão Estrangeira (/Hulppersoneel van de buitenlandse zending)

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Funcionário Administrativo de Missão Estrangeira (/Administratief functionaris van de buitenlandse zending)

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Diplomático, Chefe de Missão (/Diplomatiek corps, hoofd van de zending)

- Cartão de Identitade (emitido pelo Ministério dos Negócios Estrangeiros)

(Identiteitsbewijs afgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken)

Corpo Diplomático, Funcionário de Missão (/Diplomatiek corps, functionaris van de zending)

- Título de Residência (1 ano)

(Vergunning tot verblijf van 1 jaar)

- Título de Residência Anual (1 ano)

(Vergunning tot verblijf van 1 jaar)

- Título de Residência Anual (cor de laranja)

(Vergunning tot verblijf van 1 jaar - oranje kleur)

- Título de Residência Temporário (5 anos)

(Voorlopige vergunning tot verblijf van 5 jaar)

- Título de Residência Vitalício

(Permanente vergunning tot verblijf)

- Cartão de Residência de Nacional de um Estado Membro da Comunidade Europeia

(Verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat der Europese Gemeenschap)

- Cartão de Residência Temporário

(Voorlopige verblijfskaart)

- Cartão de Residência

(Verblijfskaart)

- Autorização de Residência Provisória

(Toelating tot voorlopig verblijf)

- Título de Identitade de Refugiado

(Identiteitsdocument voor vluchteling)

VERTROUWELIJK

BIJLAGE 5

BIJLAGE 6

Lijst van honorair consuls die bij wijze van uitzondering en als overgangsmaatregel tot visumafgifte bevoegd zijn

Ingevolge het op 15 december 1992 door de ministers en staatssecretarissen genomen besluit, erkennen de overeenkomstsluitende partijen dat onderstaande honorair consuls voor de onderstaande termijn tot afgifte van eenvormige visa gemachtigd zijn:

De huidige honorair consul van Nederland

- te Nassau (Bahama's) totdat een beroepspost van een Schengenstaat aanwezig is;

- te Manama (Bahrein) tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de Uitvoeringsovereenkomst.

BIJLAGE 7

Jaarlijks voor grensoverschrijding door de nationale autoriteiten vastgestelde richtbedragen

BELGIË

In de wet is algemeen bepaald dat de beschikbaarheid van voldoende middelen van bestaan dient te worden vastgesteld, zonder dat evenwel dwangmiddelen worden gepreciseerd.

De bestuurlijke praktijk is de volgende:

- Bij een particulier verblijvende vreemdeling

Het bewijs van voldoende middelen van bestaan kan worden geleverd door middel van een toezegging tot tenlasteneming, welke door de in België woonachtige gastheer van de vreemdeling is ondertekend en door het gemeentebestuur van zijn woonplaats is gelegaliseerd.

De toezegging tot tenlasteneming heeft betrekking op de verblijfskosten en de kosten voor gezondheidszorg, logiesverstrekking en teruggeleiding van de vreemdeling, indien deze daar zelf niet toe in staat zou zijn, teneinde te voorkomen dat deze kosten door de overheid dienen te worden gedragen. De toezegging dient door een kredietwaardig persoon te zijn ondertekend en, indien het om een vreemdeling gaat, vergezeld te zijn van een verblijfs- of vestigingstitel. Zo nodig kan de vreemdeling tevens worden verzocht, bewijs te leveren van persoonlijke middelen.

Indien de betrokkene over generlei financiële middelen beschikt, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ongeveer 1500 BEF kunnen beschikken.

- In een hotel verblijvende vreemdeling

Indien de vreemdeling het bestaan van enigerlei financiële middelen niet kan bewijzen, moet hij voor elke dag van het voorgenomen verblijf over ongeveer 2000 BEF kunnen beschikken.

Bovendien dient de betrokkene in het merendeel der gevallen een reisticket (vliegtuigticket) over te leggen, waarmee hij naar zijn land van origine of zijn land van woonplaats kan terugkeren.

DUITSLAND

Krachtens artikel 60, lid 2, van de Vreemdelingenwet van 9 juli 1990 (AuslG), kan een vreemdeling aan de grens onder meer de toegang worden geweigerd, wanneer daartoe termen aanwezig zijn.

Dit is bijvoorbeeld het geval, wanneer een vreemdeling voor zichzelf, voor zijn op het Duitse grondgebied verblijvende familieleden of voor inwonende personen op sociale bijstand beroep doet of moet doen (artikel 46, onder 6, Vreemdelingenwet).

Het met de controle belaste personeel beschikt niet over richtbedragen. In de praktijk wordt in beginsel uitgegaan van een bedrag per dag van 50 DEM. Bovendien dienen tickets voor de terugreis of voldoende middelen daartoe voorhanden te zijn.

De vreemdeling dient evenwel vóór weigering van toegang de mogelijkheid te worden geboden, de voor het verblijf in de Bondsrepubliek Duitsland vereiste financiële middelen op legale wijze binnen een passend tijdsbestek te verwerven, bijvoorbeeld door:

- een bankgarantie van een Duitse bankinstelling,

- een garantieverklaring van de gastheer,

- telegrafisch betalingsmandaat,

- nederlegging van een borgsom bij de voor het verblijf bevoegde vreemdelingendienst.

GRIEKENLAND

In het ministeriële besluit 3011/2/1f dd. 11 januari 1992 is de hoogte bepaald van de middelen van bestaan waarover vreemdelingen die het Griekse grondgebied wensen binnen te komen - met uitzondering van onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschappen - dienen te beschikken.

Krachtens dit ministeriële besluit is voor binnenkomst op het Griekse grondgebied van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen een bedrag vastgesteld van 5000 GRD per dag (per persoon) in vreemde valuta, en een minimumbedrag van 35000 GRD.

Voor minderjarige familieleden van een vreemdeling wordt het bedrag per dag met 50 procent verminderd.

Ten aanzien van onderdanen van niet-lidstaten van de Europese Gemeenschappen die Griekse onderdanen verplichten tot het wisselen van deviezen aan de grenzen, wordt om redenen van wederkerigheid dezelfde maatregel toegepast.

SPANJE

Vreemdelingen dienen aannemelijk te maken dat zij ten minste over de volgende bestaansmiddelen beschikken:

a) voor hun onderhoud gedurende hun verblijf in Spanje het bedrag van 5000 ESP of een wettelijk gelijkwaardige som in vreemde valuta, per dag dat zij voornemens zijn in Spanje te verblijven en per gezinslid of andere persoon dat, resp. die hen vergezelt. Het bedrag dient in elk geval ten minste 50000 ESP per persoon te bedragen, ongeacht de geplande duur van het verblijf;

b) voor terugkeer naar het land van herkomst of voor doorreis naar derde landen (een) op naam gesteld(e), onoverdraagba(a)r(e) en gesloten reisbiljet(ten) voor het vervoermiddel dat zij voornemens zijn te gebruiken.

De beschikbaarheid van voldoende middelen kan aannemelijk worden gemaakt door deze te tonen, voorzover de vreemdeling deze bij zich draagt, of door gewaarmerkte cheques, reischeques, kredietkaarten, kredietbrieven of een door de bank afgegeven garantieverklaring betreffende deze betaalmiddelen over te leggen. Indien geen dezer betaalmiddelen kan worden overgelegd, kan op andere, door de Spaanse grensbewakingsautoriteiten bevredigend geachte wijze de beschikbaarheid van voldoende middelen aannemelijk worden gemaakt.

FRANKRIJK

Het richtbedrag inzake voldoende middelen van bestaan voor de duur van het door een vreemdeling voorgenomen verblijf of voor zijn doorreis door Frankrijk naar een derde staat, stemt in Frankrijk overeen met het bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon (SMIC), hetwelk dagelijks op basis van het op 1 januari van het lopende jaar vastgestelde percentage wordt berekend.

Dit bedrag wordt op basis van de ontwikkeling van de kosten voor levensonderhoud in Frankrijk periodiek herzien, en wel:

- automatisch, zodra het prijsindexcijfer een stijging van meer dan 2 % vertoont;

- bij besluit van de regering, na advies van de Commission Nationale de négociation collective (Nationale Commissie voor collectieve onderhandeling), om een stijging toe te kennen welke hoger ligt dan de prijsontwikkeling.

Per 1 juli 1998 bedraagt het dagelijkse bedrag van het aan de economische groei gekoppelde minimumloon (SMIC - Salaire Minimum Interprofessionnel de Croissance) 302 FRF.

Personen die in het bezit van een uitnodiging zijn, dienen voor verblijf in Frankrijk over bestaansmiddelen te beschikken die minimaal met de helft van het minimumloon, zijnde 151 FRF per dag, overeenkomen.

ITALIË

De richtbedragen voor de middelen van bestaan welke door de grensbewakingsambtenaren worden verlangd van niet-EG-onderdanen die een tijd in Italië wensen te verblijven, zijn nimmer precies vastgesteld, ofschoon daarnaar wordt verwezen in artikel 3, lid 5, van wet nr. 39 dd. 28 februari 1990 houdende "urgente bepalingen inzake asiel, binnenkomst en verblijf van niet-EG-onderdanen en regularisatie van de situatie van zich reeds op het grondgebied bevindende niet-EG-onderdanen en staatlozen".

Het wordt aan de discretionaire bevoegdheid van het met de grenscontroles belaste personeel overgelaten om vast te stellen of de vreemdeling over toereikende middelen van bestaan beschikt; daarbij wordt in het bijzonder rekening gehouden met de duur en het doel van het verblijf, de nationaliteit (teneinde na te gaan of de vreemdeling afkomstig is uit een land dat gevaar oplevert voor illegale immigratie), de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling en het gebruikte vervoermiddel.

De beschikbaarheid van middelen van bestaan kan niet alleen door middel van het tonen van contant geld, maar ook door overlegging van kredietkaarten of andere betaalkaarten (bv. reischeques) worden aangetoond.

Krachtens artikel 3, lid 6, van bovengenoemde wet wordt een vreemdeling geacht niet zonder middelen van bestaan te zijn bij overlegging van documenten waaruit blijkt dat hij in Italië over goederen beschikt en bezoldigde arbeid verricht (bv. een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid), dan wel wanneer hij beschikt over een toezegging van een bedrijf, vereniging of privé-persoon waarin waarborgen worden geboden voor huisvesting en onderhoud van de betrokken vreemdeling, alsmede voor diens terugreis naar zijn vaderland.

Afgezien daarvan dient de vreemdeling altijd over een retourbiljet, dan wel over gelijkwaardige middelen te beschikken (met inbegrip van het desbetreffende bedrag dat bij de voor de verblijfskosten noodzakelijk geachte middelen wordt opgeteld).

LUXEMBURG

In de Luxemburgse wetgeving is niet voorzien in richtbedragen voor de controles aan de grens. De controleambtenaar beslist per geval of een vreemdeling die zich aan de grens aanbiedt, over toereikende middelen van bestaan beschikt. Hiertoe houdt hij in het bijzonder rekening met het doel van het verblijf en de aard van de logies.

NEDERLAND

Het bedrag dat door de grensbewakingsambtenaren als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de controle ten aanzien van het vereiste te beschikken over voldoende middelen van bestaan bedraagt thans 75 NLG per persoon per dag.

De aan voormeld uitgangspunt verbonden soepele toepassing blijft gehandhaafd, aangezien het antwoord op de vraag of de middelen waarover de vreemdeling kan beschikken toereikend zijn afhankelijk is en blijft van onder meer de duur van het voorgenomen verblijf, het reisdoel en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

OOSTENRIJK

Overeenkomstig de Vreemdelingenwet, § 32, tweede alinea, punt 3, dienen vreemdelingen bij een grenscontrole te worden teruggewezen, indien zij geen woonplaats op het Oostenrijkse grondgebied hebben en niet over de middelen ter bestrijding van de kosten voor levensonderhoud en voor hun terugreis beschikken.

Richtbedragen bestaan evenwel niet. Naar gelang van het doel, de aard en de duur van het verblijf wordt per geval een beslissing genomen, waarbij naast baar geld naar gelang van de concrete omstandigheden ook reischeques, kredietkaarten, verklaringen van bankinstellingen of garantstellingen van in Oostenrijk levende personen met voldoende kredietwaardigheid als bewijs kunnen worden aanvaard.

PORTUGAL

Met het oog op binnenkomst en verblijf op het Portugese grondgebied dienen vreemdelingen over betaalmiddelen ter waarde van onderstaande bedragen te beschikken:

- 15000 PTE voor elke binnenkomst,

- 8000 PTE voor elke verblijfsdag.

Deze bedragen kunnen worden kwijtgescholden, indien de vreemdeling aantoont gedurende zijn verblijf over kost en inwoning te kunnen beschikken.

BIJLAGE 8

Modellen van de visumsticker en informatie betreffende de veiligheidskenmerken

Vanaf 7 september 1996 zijn de veiligheidskenmerken als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel van toepassing

VERORDENING (EG) Nr. 1683/95 VAN DE RAAD

van 29 mei 1995

betreffende de invoering van een uniform visummodel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 C, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 100 C, lid 3, van het EG-Verdrag vóór 1 januari 1996 maatregelen dient te nemen betreffende de invoering van een uniform visummodel;

Overwegende dat de invoering van een uniform visummodel een belangrijke stap is op de weg naar de harmonisatie van het visumbeleid; dat in artikel 7 A van het Verdrag is bepaald dat het gemeenschappelijk doel een ruimte zonder binnengrenzen is waarin het vrije verkeer van personen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag gewaarborgd is; dat die invoering samen met de maatregelen welke krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden genomen, een samenhangend geheel vormt;

Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat het uniforme visummodel alle noodzakelijke gegevens bevat en aan zeer hoge technische normen, meer bepaald met betrekking tot de garanties tegen namaak en vervalsing, voldoet en voor alle lidstaten goed bruikbaar is; dat het model tevens met het blote oog duidelijk waarneembare algemeen herkenbare veiligheidskenmerken moet hebben;

Overwegende dat deze verordening slechts de niet-geheime specificaties van het model behelst; dat deze specificaties dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, uitgezonderd persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens, die geheim moeten blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen; dat de Commissie de bevoegdheid tot vaststelling van bijkomende specificaties dient te worden verleend;

Overwegende dat het eveneens van wezenlijk belang is dat elke lidstaat niet meer dan één organisatie aanwijst die verantwoordelijk is voor het drukken van het uniforme visummodel teneinde te waarborgen dat de bedoelde informatie niet voor meer personen dan noodzakelijk, toegankelijk wordt, waarbij het de lidstaten vrij moet staan zo nodig van organisatie te veranderen; dat elke lidstaat om veiligheidsredenen de naam van de gekozen organisatie aan de Commissie en aan de andere lidstaten dient mede te delen;

Overwegende dat deze verordening, om doelmatig te zijn, voor alle in artikel 5 van deze verordening bedoelde visa dient te gelden; dat het de lidstaten daarnaast vrij moet staan het concept van het uniforme visummodel ook voor visa te gebruiken die voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden kunnen worden gebruikt, voorzover door middel van met het blote oog waarneembare verschillen verwarring met het uniforme visum uitgesloten wordt;

Overwegende dat, met het oog op de persoonsgegevens die overeenkomstig de bijlage bij deze verordening op het uniforme visummodel moeten worden vermeld, gewaarborgd dient te worden dat de bepalingen van de lidstaten inzake de bescherming van gegevens alsmede het Gemeenschapsrecht in dezen worden nageleefd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De door de lidstaten afgegeven visa in de zin van artikel 5 worden vervaardigd in de vorm van een uniform visummodel (zelfklever). Zij moeten beantwoorden aan de in de bijlage vervatte specificaties.

Artikel 2

Bijkomende technische specificaties die het namaken en het vervalsen van het visum bemoeilijken, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 6.

Artikel 3

1. De in artikel 2 bedoelde specificaties worden niet bekendgemaakt en zijn geheim. Zij worden uitsluitend aan de door de lidstaten aangewezen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het drukken en aan door een lidstaat of de Commissie naar behoren gemachtigde personen verstrekt.

2. Elke lidstaat wijst één organisatie aan die voor het drukken van de visa van die lidstaat de verantwoordelijkheid draagt. De lidstaat deelt de naam van die organisatie mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten. Twee of meer lidstaten kunnen daartoe één zelfde organisatie aanwijzen. Elke lidstaat heeft het recht om van organisatie te veranderen. Hij deelt dit aan de Commissie en aan de andere lidstaten mee.

Artikel 4

1. Onverminderd de relevante verdergaande bepalingen inzake gegevensbescherming hebben de personen aan wie een visum is afgegeven het recht de op het visum vermelde persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze worden gecorrigeerd dan wel geschrapt.

2. Het uniforme visummodel bevat geen machineleesbare informatie die niet eveneens voorkomt in de rubrieken welke in de punten 6 tot en met 12 van de bijlage bij deze verordening zijn beschreven, of in het desbetreffende reisdocument.

Artikel 5

Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder "visum" verstaan een door een lidstaat verleende machtiging of genomen besluit, vereist voor binnenkomst op zijn grondgebied met het oog op:

- een voorgenomen verblijf in de lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximum drie maanden;

- een doorreis over het grondgebied of via de transitzone van een luchthaven van die lidstaat of van verscheidene lidstaten.

Artikel 6

1. Indien naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, gelden de hiernavolgende bepalingen.

2. De Commissie wordt bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3. a) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

b) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien de Raad na verloop van twee maanden geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve wanneer de Raad zich met gewone meerderheid van stemmen tegen genoemde maatregelen heeft uitgesproken.

Artikel 7

Indien de lidstaten het uniforme visummodel ook voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden gebruiken, moeten zij er door middel van passende maatregelen voor zorgen dat verwarring met het in artikel 5 bedoelde visum uitgesloten is.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 1 is van toepassing zes maanden na de aanneming van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 mei 1995.

Voor de Raad

De voorzitter

H. de Charette

BIJLAGE

>PIC FILE= "L_2000239NL.037302.TIF">

Veiligheidskenmerken

1. In deze zone komt een waaiervormig teken dat bestaat uit negen ellipsen.

2. In deze zone komt een optisch variabel beeldmerk ("kinegram" of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden twaalf sterren, het "E"-teken en een aardbol zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

3. In deze zone komt het logo dat bestaat uit een letter of letters die de afgevende lidstaat (of "BNL" in het geval van de Benelux-staten, namelijk België, Luxemburg en Nederland) aanduiden met een latent beeldeffect. Dit logo is licht wanneer het horizontaal wordt gehouden en donker wanneer het 90° is gedraaid. De volgende logo's worden gebruikt: A voor Oostenrijk, BNL voor Benelux, D voor Duitsland, DK voor Denemarken, E voor Spanje, F voor Frankrijk, FIN voor Finland, GR voor Griekenland, I voor Italië, IRL voor Ierland, P voor Portugal, S voor Zweden, UK voor het Verenigd Koninkrijk.

4. In het midden van deze zone komt het woord "visum" in hoofdletters in optisch variabele inkt. Afhankelijk van de gezichtshoek is de kleur groen of rood.

5. Deze rubriek bevat het visumnummer dat voorgedrukt is en begint met de letter of letters waarmee het afgevende land is aangeduid zoals is beschreven in punt 3. Er wordt een bijzonder karakter gebruikt.

In te vullen rubrieken

6. Deze rubriek begint met de woorden: "geldig voor". De afgevende overheid geeft het grondgebied of de grondgebieden aan waarvoor het visum geldig is.

7. Deze rubriek begint met het woord "van" en verder op de lijn komt het woord "tot". De afgevende overheid dient hier de geldigheidsduur van het visum aan te geven.

8. Deze rubriek begint met de woorden "aantal binnenkomsten" en verder op de lijn komt het woord. "verblijfsduur" (d.w.z. door de aanvragers beoogde verblijfsduur) en nog verder op de lijn het woord "dagen".

9. Deze rubriek begint met de woorden "afgegeven te" en dient om de plaats van afgifte te vermelden.

10. Deze rubriek begint met het woord "op" (gevolgd door de datum van afgifte die door de afgevende overheid dient te worden ingevuld) en verder op de lijn komt het woord "paspoortnummer" (gevolgd door het paspoortnummer van de houder).

11. Deze rubriek begint met de woorden "type visum". De afgevende overheid vermeldt de visumcategorie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 en 7.

12. Deze rubriek begint met de woorden "opmerkingen". Zij wordt door de afgevende overheid gebruikt voor bijkomende gegevens die zij noodzakelijk acht, mits beantwoordend aan het bepaalde in artikel 4 van deze verordening. De volgende tweeënhalve lijn worden voor dergelijke opmerkingen opengelaten.

13. Deze rubriek bevat relevante rnachineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken.

Het papier is pastelgroen van kleur met rode en blauwe tekens.

De bewoordingen die de rubrieken aanduiden zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De afgevende staat kan een derde officiële taal van de Gemeenschap daaraan toevoegen. Het woord "visum" op de bovenste lijn mag evenwel in eender welke officiële taal van de Gemeenschap voorkomen.

VERTROUWELIJK

BIJLAGE 9

VERTROUWELIJK

BIJLAGE 10

BIJLAGE 11

Criteria voor de vaststelling of in een reisdocument een visum kan worden aangebracht

Onderstaande reisdocumenten worden aangemerkt als reisdocumenten als bedoeld in artikel 17, lid 3, onder a), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, voorzover deze aan de in de artikelen 13 en 14 gestelde voorwaarden voldoen en daarin naar behoren de identiteit van de houder is vastgesteld alsmede, in de hieronder onder a) en b) genoemde gevallen, diens nationaliteit of staatsburgerschap:

a) reisdocumenten welke conform de internationaal gangbare praktijk worden afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend;

b) paspoorten of reisdocumenten waarmee de terugkeer is gewaarborgd, ofschoon zij zijn afgegeven door staten of territoriale gebiedsdelen welke niet door alle overeenkomstsluitende partijen zijn erkend, voor zover het Uitvoerend Comité vaststelt dat in deze documenten een eenvormig visum kan worden aangebracht en met eenparigheid onderstaande lijsten goedkeurt:

- de lijst van bedoelde paspoorten of reisdocumenten,

- de lijst van niet-erkende staten of gebiedsdelen welke deze documenten afgeven.

Eventuele plaatsing op deze lijsten, welke slechts ertoe strekken toepassing te geven aan de Uitvoeringsovereenkomst, impliceert niet de erkenning door de overeenkomstsluitende partijen van niet-erkende staten of territoriale gebiedsdelen;

c) het reisdocument voor vluchtelingen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen;

d) het reisdocument voor staatlozen hetwelk is afgegeven krachtens het Verdrag van 1954 betreffende de status van staatlozen(1).

(1) Portugal en Oostenrijk hebben het Verdrag betreffende de status van staatlozen niet ondertekend, maar gaan ervan uit dat in ingevolge dit Verdrag afgegeven reisdocumenten een door de Schengenstaten afgegeven eenvormig visum kan worden aangebracht.

BIJLAGE 12

Legesrechten (in EUR) voor visumafgifte

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Beginselen

I. Voldoening van de legesrechten geschiedt op gepaste wijze in converteerbare valuta, respectievelijk in de valuta van de staat volgens de geldende officiële wisselkoersen.

II. De legesrechten kunnen in individuele gevallen worden verlaagd of met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen in het geheel niet worden geheven indien hiermee culturele, met de buitenlandse of ontwikkelingspolitiek verband houdende of andere belangrijke openbare belangen worden gediend.

III. Collectieve visa worden met inachtneming van de onderscheidene nationale rechtsbepalingen afgegeven, en wel voor ten hoogste 30 dagen.

BIJLAGE 13

Aanwijzingen voor invulling van de visumsticker

Waarschuwing: In beginsel mogen visa ten hoogste drie maanden vóór de datum van eerste gebruik worden afgegeven

TRANSITVISUM VOOR LUCHTHAVENS (TVL)

Een TVL is alleen voor onderdanen van bepaalde gevoelige staten (cf. bijlage 3) verplicht. De houder van een TVL kan zich niet ophouden buiten de internationale zone van de luchthaven via welke zijn doorreis leidt.

Voorbeeld 1

GEWOON TVL

>PIC FILE= "L_2000239NL.037801.TIF">

- Type visum: het TVL wordt aangegeven met de code A.

- Het TVL verleent per definitie slechts toegang tot één staat (in dit voorbeeld Nederland).

- De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00); aan de einddatum wordt een "marge" van zeven dagen toegevoegd, voor het geval de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen.

- Het TVL geeft geen recht op verblijf; dientengevolge dient de rubriek "verblijfsduur" met XXX te worden ingevuld.

Voorbeeld 2a

DUBBEL TVL (geldigheid: één staat)

>PIC FILE= "L_2000239NL.037901.TIF">

- Een dubbel TVL geeft recht op doorreis via eenzelfde luchthaven bij aankomst en vertrek.

- De geldigheidsduur wordt berekend volgens de formule "terugreisdatum + zeven dagen" (in dit voorbeeld: terugreisdatum 15.03.00).

- Indien de doorreis via slechts één luchthaven geschiedt, wordt in de rubriek "geldig voor" de naam van de desbetreffende staat ingevuld (zie voorbeeld 2a). Indien de doorreis bij binnenkomst en vertrek bij wijze van uitzondering via twee verschillende Schengenstaten dient te geschieden, wordt "Schengenstaten" vermeld (zie voorbeeld 2b).

Voorbeeld 2b

DUBBEL TLV (Geldigheid: meerdere Staten)

>PIC FILE= "L_2000239NL.038001.TIF">

In de rubriek "geldig voor" wordt "Schengenstaten" vermeld; doorreis via twee in twee verschillende staten gelegen luchthavens is toegestaan.

Voorbeeld 3

MEERVOUDIG TVL (slechts in uitzonderingsgevallen af te geven)

>PIC FILE= "L_2000239NL.038101.TIF">

- In geval van een meervoudig TVL (meerdere doorreizen) wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule "datum eerste vertrek + drie maanden".

- Voor de invulling van de rubriek "geldig voor" is dezelfde regel van toepassing als voor het dubbel TVL.

DOORREISVISUM (DV)

Voorbeeld 4

GEWOON DOORREISVISUM

>PIC FILE= "L_2000239NL.038201.TIF">

- Type visum: het doorreisvisum wordt aangegeven met de code B. Het verdient aanbeveling, voluit "TRANSIT" toe te voegen.

- De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule "datum van vertrek" + (ten hoogste vijf dagen) + zeven dagen ("marge" voor het geval de houder van het visum zijn vertrek zou uitstellen).

- De verblijfsduur mag niet meer dan vijf dagen bedragen.

Voorbeeld 5

DUBBEL DOORREISVISUM

>PIC FILE= "L_2000239NL.038301.TIF">

- Geldigheidsduur: indien de datum van de diverse doorreizen niet bekend is - hetgeen doorgaans het geval is - wordt de geldigheidsduur berekend volgens de formule "datum van vertrek + zes maanden".

- De verblijfsduur mag niet meer dan vijf dagen per doorreis bedragen.

Voorbeeld 6

MEERVOUDIG DOORREISVISUM

>PIC FILE= "L_2000239NL.038401.TIF">

- De geldigheidsduur wordt op eendere wijze berekend als voor een dubbel doorreisvisum (voorbeeld 5).

- De verblijfsduur per doorreis mag niet meer dan vijf dagen bedragen.

VISUM VOOR KORT VERBLIJF (VKV)

Voorbeeld 7

GEWOON VISUM VOOR KORT VERBLIJF

>PIC FILE= "L_2000239NL.038501.TIF">

- Type visum: het visum voor kort verblijf wordt aangegeven met de code C.

- De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek (bv. 01.03.00), volgens de formule "datum van vertrek" + verblijfsduur + "marge" van 15 dagen.

- De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (in het voorbeeld: 30 dagen).

Voorbeeld 8

MEERVOUDIG VISUM VOOR KORT VERBLIJF

>PIC FILE= "L_2000239NL.038601.TIF">

- De geldigheidsduur wordt berekend vanaf de datum van vertrek + ten hoogste zes maanden naar gelang van de overgelegde bewijsstukken.

- De verblijfsduur mag niet méér dan 90 dagen per halfjaar bedragen (zie voorbeeld; kan echter korter zijn). De verblijfsduur wordt bepaald door optelling van de duur van de opeenvolgende verblijven, alsmede op basis van de overgelegde bewijsstukken.

Voorbeeld 9

CIRCULATIEVISUM VOOR KORT VERBLIJF

>PIC FILE= "L_2000239NL.038701.TIF">

- Het betreft een visum voor kort verblijf met meerdere binnenkomsten, waarvan de geldigheidsduur méér dan zes maanden bedraagt: één, twee of drie jaar, en in uitzonderingsgevallen vijf jaar (VIP).

In het voorbeeld bedraagt de geldigheidsduur drie jaar.

- Voor de verblijfsduur gelden dezelfde regels als voor het meervoudig visum voor kort verblijf (ten hoogste 90 dagen).

VISUM MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID (TBV)

Het TBV kan hetzij een visum voor kort verblijf hetzij een doorreisvisum zijn. De beperkte geldigheid kan gelden voor één of meerdere staten.

Voorbeeld 10

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR ÉÉN STAAT

>PIC FILE= "L_2000239NL.038801.TIF">

- In het voorbeeld beperkt de territoriale geldigheid zich tot slechts één staat (België).

- Het kort verblijf wordt aangegeven met de code C (evenals in voorbeeld nr. 7)

Voorbeeld 11

TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR MEERDERE STATEN

>PIC FILE= "L_2000239NL.038901.TIF">

- In dit geval worden in de rubriek "geldig voor" de beginletters ingevuld van de staten waarvoor het visum geldig is (België: B, Duitsland: D, Griekenland: GR, Spanje: E, Frankrijk: F, Italië: I, Luxemburg: L, Nederland: NL, Oostenrijk: A, Portugal: P. In het geval van de Benelux: BNL).

- In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot Frankrijk en Spanje.

Voorbeeld 12

DOORREISVISUM MET BEPERKTE TERRITORIALE GELDIGHEID VOOR ÉÉN STAAT

>PIC FILE= "L_2000239NL.039001.TIF">

- Het doorreisvisum wordt in de rubriek "type visum" met de code B aangegeven.

- In het voorbeeld is de territoriale geldigheid tot België beperkt.

VERGEZELDE PERSONEN

Voorbeeld 13

>PIC FILE= "L_2000239NL.039101.TIF">

- Het betreft het geval dat in het paspoort één of meerdere kinderen, dan wel (in uitzonderingsgevallen) de echtgenoot zijn vermeld.

- Indien het visum geldt voor één of meerdere in het reisdocument vermelde kinderen, wordt in de rubriek "paspoortnummer" na het nummer nX (n = aantal kinderen) + Y (indien een echtgenoot in het paspoort staat vermeld) toegevoegd.

In het voorbeeld (gewoon kort verblijf, verblijfsduur 30 dagen) wordt het visum afgegeven voor de houder van het paspoort, drie kinderen en zijn echtgenote).

VERTEGENWOORDIGING BIJ VISUMAFGIFTE

Voorbeeld 14

>PIC FILE= "L_2000239NL.039201.TIF">

Het betreft het geval waarin een visum door een consulaire post van een Schengenstaat in vertegenwoordiging van een andere Schengenstaat wordt afgegeven.

In dat geval dient de rubriek "Opmerkingen" te worden gecompleteerd met de vermelding R, gevolgd door de code van het land waarvoor het visum is afgegeven.

De te gebruiken codes zijn:

België: B

Duitsland: D

Griekenland: GR

Spanje: E

Frankrijk: F

Italië: I

Luxemburg: L

Nederland: NL

Oostenrijk: A

Portugal: P

Bovenstaand voorbeeld betreft een geval waarin de ambassade van België (Nederland) te Brazzaville in vertegenwoordiging van Spanje een visum heeft afgegeven.

SCHEMATISCH OVERZICHT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE 14

Beginselen en procedures voor mededeling aan de overeenkomstsluitende partijen bij afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, alsmede bij annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa en bij afgifte van nationale verblijfstitels

1. MEDEDELING BIJ AFGIFTE VAN VISA MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID

1.1. Algemeen

In beginsel dient een vreemdeling aan de in artikel 5, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst neergelegde voorwaarden te voldoen, opdat hem toegang kan worden verleend tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen.

Indien een vreemdeling niet aan al deze voorwaarden voldoet, dient hem de toegang, respectievelijk de afgifte van een visum te worden geweigerd, tenzij een overeenkomstsluitende partij op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen een afwijking van dit beginsel noodzakelijk acht. In dat geval mag de betrokken overeenkomstsluitende partij slechts een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven en dient zij de overige overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis te stellen (artikel 5, lid 2, en artikel 16, van de Uitvoeringsovereenkomst).

In beginsel geldt voor de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor verblijf van korte duur op basis van het bepaalde in de Uitvoeringsovereenkomst en de Gemeenschappelijke Visuminstructie (doc. SCH/II-Visa (93) 11, 6e herz., 4e corr. hoofdstuk V, punt 3) het volgende:

a) Afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid op grond van artikel 5, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst geschiedt slechts in uitzonderingsgevallen. De voorwaarden voor de afgifte van een dergelijk visum dienen in elk afzonderlijk geval zorgvuldig te worden getoetst.

b) Het is niet te verwachten dat de overeenkomstsluitende partijen veelvuldig gebruik zullen maken van de mogelijkheid een visum met territoriaal beperkte geldigheid af te geven, hetgeen ook niet met de geest en de doelstelling van de Schengenregelgeving zou stroken. Aangezien derhalve niet van grote aantallen is uitgegaan, bestaat geen behoefte aan een geautomatiseerd systeem ten behoeve van bedoelde voorgeschreven mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen.

1.2. Procedureregels

Bij de vastlegging van procedureregels voor de mededeling aangaande visa met territoriaal beperkte geldigheid aan de overige overeenkomstsluitende partijen dient een onderscheid te worden gemaakt tussen visa welke door diplomatieke en consulaire posten en visa welke door de grensbewakingsautoriteiten worden afgegeven. De navolgende proceduregels dienen te worden gevolgd.

1.2.1. Afgifte van het visum door de diplomatieke en consulaire posten

Voor de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen zijn de in het kader van de voorlopige regeling voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst) opgestelde voorschriften (cf. SCH/II-Visa (94) 7) van overeenkomstige toepassing. Afwijkende regelingen dienen door de betrokken overeenkomstsluitende partijen te worden medegedeeld. De doorgeleiding van de gegevens geschiedt in beginsel binnen 72 uur.

1.2.2. Afgifte van het visum door de grensbewakingsautoriteiten

In dit geval geschiedt de mededeling aan de overige overeenkomstsluitende partijen in beginsel binnen 72 uur via de centrale autoriteiten.

1.2.3. Het is noodzakelijk dat de overeenkomstsluitende partijen contactpunten aanwijzen, die de mededeling in ontvangst kunnen nemen.

1.2.4. Door middel van de invoering van een geautomatiseerd systeem voor raadpleging van de centrale autoriteiten (artikel 17, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst) wordt bewerkstelligd dat aan de overige overeenkomstsluitende partijen mededeling wordt gedaan van de afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid, voorzover de afgifte daarvan vereist is omdat één (of meerdere) overeenkomstsluitende partij(en) in het kader van de raadplegingsprocedure bezwaren heeft/hebben geuit tegen de afgifte van een Schengenvisum. In alle andere gevallen waarin visa met territoriaal beperkte geldigheid worden afgegeven, kunnen de onderscheidene partnerstaten geen gebruik maken van deze wijze van mededeling.

1.2.5. De volgende gegevens worden aan de overige overeenkomstsluitende partijen doorgeleid:

Naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum

Nationaliteit van de houder van het visum

Datum en plaats van afgifte van het visum met territoriaal beperkte geldigheid

Redenen voor territoriale beperking van het visum:

- humanitaire overwegingen

- redenen van nationaal belang

- internationale verplichtingen

- een niet voor alle Schengenstaten geldig reisdocument

- tweede visum in één halfjaar

- om dringende redenen geen raadpleging van de centrale autoriteiten in een raadplegingsgeval

- bezwaar van de centrale autoriteiten van een overeenkomstsluitende partij in een raadplegingsgeval.

2. ANNULERING, INTREKKING EN BEPERKING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR VAN EENVORMIGE VISA

Op basis van de door het Uitvoerend Comité vastgestelde beginselen voor annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van eenvormige visa (doc. SCH/Com-ex (93) 24) bestaat voor de volgende gevallen een verplichting tot mededeling.

2.1. Annulering van visa

De annulering van een Schengenvisum dient ertoe de binnenkomst van personen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen te verhinderen, indien achteraf is vastgesteld dat niet aan de voorwaarden voor de visumafgifte is voldaan.

Voorzover een overeenkomstsluitende partij een door een andere overeenkomstsluitende partij afgegeven visum annuleert, dient zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen aan de centrale autoriteiten van de afgevende overeenkomstsluitende partij.

De mededeling dient de volgende gegevens te bevatten:

Naam, voornaam en geboortedatum van de houder van het visum

Nationaliteit van de houder van het visum

Type en nummer van het reisdocument

Nummer van het visum

Visumcategorie

Datum en plaats van afgifte van het visum

Datum en gronden voor de annulering

2.2. Intrekking van visa

Door intrekking van een visum wordt, nadat de binnenkomst reeds heeft plaatsgevonden, annulering van de resterende geldigheidsduur van het visum mogelijk gemaakt.

Een overeenkomstsluitende partij die de intrekking van een eenvormig visum gelast, dient de afgevende partij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling te doen. Deze mededeling bevat dezelfde gegevens als beschreven onder punt 2.1.

2.3. Beperking van de geldigheidsduur van visa

In het geval een overeenkomstsluitende partij de geldigheidsduur beperkt van een visum dat door een andere overeenkomstsluitende partij is afgegeven, doet zij in beginsel binnen 72 uur hiervan mededeling aan de centrale autoriteiten van deze laatste partij. De mededeling bevat dezelfde gegevens als beschreven onder punt 2.1.

2.4. Procedure

De mededeling aan de overeenkomstsluitende partij die het visum heeft afgegeven, geschiedt bij de annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van visa in beginsel via de door de afgevende overeenkomstsluitende partij aangewezen centrale autoriteit.

3. MEDEDELING AFGIFTE VAN NATIONALE VERBLIJFSTITELS (ARTIKEL 25 VAN DE UITVOERINGSOVEREENKOMST)

In artikel 25, lid 1, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat wanneer een overeenkomstsluitende partij overweegt een verblijfstitel af te geven aan een ter fine van weigering gesignaleerde vreemdeling, zij vooraf in overleg treedt met de signalerende overeenkomstsluitende partij en zij rekening houdt met de belangen van deze partij. De verblijfstitel kan slechts worden afgegeven om ernstige redenen, in het bijzonder uit humanitaire overwegingen of ingevolge internationale verplichtingen. In ieder geval dient sprake te zijn van gewichtige gronden.

In artikel 25, lid 1, tweede volzin, wordt bepaald dat de signalerende overeenkomstsluitende partij alsdan tot intrekking van de signalering overgaat, doch dat zij de vreemdeling op haar nationale signaleringslijst kan handhaven.

Voor de uitvoering van bovengenoemde bepalingen is derhalve vereist dat tweemaal contact wordt gelegd tussen de staat die de verblijfstitel wil afgeven en de signalerende staat:

- raadpleging vooraf met het oog op inachtneming van de belangen van de signalerende staat;

- mededeling van de afgifte van de verblijfstitel, opdat de signalerende staat de signalering kan intrekken.

Zoals in artikel 25, lid 2, van de Uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald, is raadpleging van de signalerende partij tevens vereist wanneer achteraf, dat wil zeggen nadat de verblijfstitel is afgegeven, blijkt dat de houder van deze titel ter fine van weigering van toegang staat gesignaleerd.

Ook de afgifte van een verblijfstitel aan een vreemdeling die door een der overeenkomstsluitende partijen ter fine van weigering van toegang is gesignaleerd, zal naar de geest van de Uitvoeringsovereenkomst slechts tot uitzonderingsgevallen beperkt blijven.

Voor de communicatie als bedoeld in artikel 25 van de Uitvoeringsovereenkomst bestaat een nauw inhoudelijk verband met het gegevensbestand van het Schengeninformatiesysteem (SIS). Bestudeerd dient te worden of de doorgeleiding van de informatie door de toekomstige Sirene-procedure kan worden ondersteund.

De in deze nota vervatte procedurele regels worden met betrekking tot hun praktische toepasbaarheid ten laatste twaalf maanden na inwerkingstelling van de Schengenuitvoeringsovereenkomst opnieuw getoetst.

BIJLAGE 15

Modellen van de door de Schengenstaten vervaardigde geharmoniseerde formulieren ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring

>PIC FILE= "L_2000239NL.039901.EPS">

>PIC FILE= "L_2000239NL.040001.EPS">

>PIC FILE= "L_2000239NL.040101.EPS">

>PIC FILE= "L_2000239NL.040201.EPS">

Aanhangsel 2

VERTROUWELIJK

GEMEENSCHAPPELIJK HANDBOEK

VERTROUWELIJK

Aanhangsel 3

De volgende besluiten van het Uitvoerend Comité en van de Centrale Groep worden opgeheven.

a) Besluiten van het Uitvoerend Comité

SCH/Com-ex (93) 4, 2e herz. corr. van 14 december 1993

SCH/Com-ex (93) 5 herz. corr. van 14 december 1993

SCH/Com-ex (94) 5 van 27 juni 1994

SCH/Com-ex (94) 6 van 27 juni 1994

SCH/Com-ex (94) 7 van 27 juni 1994

SCH/Com-ex (94) 12 van 27 juni 1994

SCH/Com-ex (94) 20 herz. van 21 november 1994

SCH/Com-ex (94) 23 herz. van 22 december 1994

SCH/Com-ex (94) 24 herz. van 22 december 1994

SCH/Com-ex (95) 1 van 28 april 1995

SCH/Com-ex (95) 4 van 28 april 1995

SCH/Com-ex (95) 15, 2e herz. van 29 juni 1995

SCH/Com-ex (95) 22 herz. van 20 december 1995

SCH/Com-ex (96) 14 herz. van 27 juni 1996

SCH/Com-ex (96) 24 van 19 december 1996

SCH/Com-ex (97) 13 van 24 juni 1997

SCH/Com-ex (97) 21 van 7 oktober 1997

SCH/Com-ex (97) 36 van 15 december 1997

SCH/Com-ex (97) 41 van 15 december 1997

SCH/Com-ex (98) 13 van 21 april 1998

SCH/Com-ex (98) 36 van 16 september 1998

SCH/Com-ex (98) 38 van 16 september 1998

SCH/Com-ex (98) 54 van 16 december 1998

SCH/Com-ex (98) 55 van 16 december 1998

b) Besluiten van de Centrale Groep

SCH/C (96) 16 van 12 maart 1996

SCH/C (96) 32 van 26 april 1996

SCH/C (96) 40 van 28 mei 1996

SCH/C (96) 41 van 23 mei 1996

SCH/C (96) 96 van 11 mei 1996

SCH/SG (97) 9 van 17 januari 1997

SCH/C (97) 95 van 7 juli 1997

SCH/SG (97) 79 van 7 oktober 1997

SCH/Pers (98) 9 herz. van 30 maart 1998

SCH/SG (98) 25, 2e herz. van 31 maart 1998

SCH/C (98) 135 van 15 december 1998